Vraag nr. 19 van 7 oktober 1997
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS
Duurzame ontwikkeling – Digitale fotografie en plantaardige drukinkt (2)
Ik dank de minister voor het antwoord op mijn vraag nr. 279 van 27 mei 1997 (Bulletin van V r a g e n en Antwoorden nr. 19 van 19 juli 1997, blz. 1820). Ik wens hierbij aansluitend nog volgende vragen te stellen.
1. Tegen welke uiterste datum zal het departement Coördinatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap de opdracht geven aan de diverse d e p a r t e m e n t e n , administraties en V l a a m s e openbare instellingen (VOI) om in de over-heidsbestekken voor haar drukwerk het gebruik van digitale fotografie en plantaardige inkten in te schrijven als contractuele verplichting ? 2. Welke methodes worden ontwikkeld om het
cri-terium milieuvriendelijkheid beter tot zijn recht te laten komen bij overheidsaankopen in het kader van de reglementering van de overheids-opdrachten ?
Antwoord
1. Zoals reeds vermeld in mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 279 van 27 mei 1997, wordt momenteel reeds zestig procent van de te drukken brochures en folders van de V l a a m s e overheid op digitale drager of via elektronische post aan de drukker bezorgd.Dit percentage zal vermoedelijk nog toenemen in de mate dat het gebruik van de moderne communicatietechnie-ken verder wordt geïntroduceerd in de diverse departementen, administraties en VOI's.
Wat het gebruik van plantaardige inkten b e t r e f t , moet worden gesteld dat in de contac-ten met drukkerijen altijd de nadruk wordt gelegd op het gebruik van milieuvriendelijke druktinkten.Er zijn echter geen plannen om het gebruik van deze inkten contractueel te ver-plichten.
2. In de afdeling Aankoopbeheer van het departe-ment Algemene Zaken en Financiën worden de bestekken gemaakt voor interdepartementale g o e d e r e n . De zeven departementen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kun-nen via deze bestekken goederen bestellen.
De controle op de "milieuvriendelijkheid" van de aankoop gebeurt bij de opstelling van de technische eisen waaraan het product moet vol-d o e n . Zo worvol-den in verschillenvol-de bestekken milieucriteria opgenomen, zoals bijvoorbeeld de vermelding of een product gemaakt is van gere-cycleerd materiaal, g e r e gere-cycleerd kan worden, welke stoffen het bevat, enzovoort.
Andere eigenschappen van het product worden dan weer gequoteerd naar milieuvriendelijk-heid. Verder wordt in heel wat bestekken gespe-cifieerd dat de leverancier zijn verpakking moet recupereren en wordt het bezit van een milieu-k e u r m e r milieu-k , zoals bijvoorbeeld het EU-ecolabel, meer en meer verplicht gesteld.
Deze werkwijze wordt verder doorgevoerd naar de centrale aankooppunten in het ministerie door het beschikbaar stellen van informatie over milieuvriendelijke producten en ecolabels aan de algemene administratieve diensten, onder meer via een projectgroep "Milieuzorg op Kantoor", opgericht in de schoot van de "Permanente Interdepartementale We r k g r o e p Logistieke Dienstverlening".
