• No results found

TECHNISCHE CLAUSULES - BIJZONDERE TECHNIEKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TECHNISCHE CLAUSULES - BIJZONDERE TECHNIEKEN"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(63)001 ELEKTRISCHE INRICHTING – ALGEMEENHEDEN.

Betreft

De uitvoering van de elektrische installaties voor :

de bouw van een passief gebouw van 7 appartementen en een creche.

Algemene clausules

Voorafgaandelijke opmerkingen

De administratieve clausules toepasselijk op deze aanneming zijn de Algemene Administratieve Clausules die strikt moeten worden toegepast.

De clausules van dit artikel hernemen, preciseren of vullen enkel gelding de administratieve clausules aan.

In geval van tegenstrijdigheid, zijn de algemene administratieve clausules toepasselijk.

Plannen

E01 Gelijkvloers - 1e verdieping - inplanting van het materiaal E02 2e verdieping - 3e verdieping - inplanting van het materiaal E03 4e verdieping - 5e verdieping – dak - inplanting van het materiaal E04 Schema van de elektrische borden en distributie

Deze plannen zijn op deze aanneming toepasselijk.

Deze plannen zijn slechts gelding voor de elektricteitsinstallaties die erop afgebeeld staan.

Deze plannen strekken niet tot bewijs voor de architectuur.

De in de aanbestedingsdocumenten vervatte aanwijzingen zijn vanzelfsprekend opsommend en niet beperkend;

ze geven enkel gelding minima op waaronder het de aannemer niet toegelaten is te dalen.

Algemene voorwaarden

De plannen en voorschriften vullen elkaar aan.

In geval van tegenspraak tussen voorschriften en plannen, zijn deze laatste van toepassing.

Het feit dat een element in de voorschriften beschreven wordt en niet op de plannen voorkomt, of omgekeerd, kan niet beschouwd worden als een tegenspraak.

De aannemers moeten alle leemtes van de meetstaat melden.

Alle abnormaal lage eenheidsprijzen of forfaitaire prijzen die door de Raadgevend Ingenieur werden vastgesteld, moeten binnen de 12 kalenderdagen na de betekening per aangetekende brief, omstandig verantwoord worden, overeenkomstig de administratieve clausules van bestek nr. 100.

De inschrijvers moeten prijs opgeven voor alle werken en leveringen die nodig zijn opdat de installaties aan de voorschriften van huidig bestek en aan de regels van goed vakmanschap zouden voldoen en zonder risico's zouden kunnen werken.

Indien het aangeboden materiaal niet precies beantwoordt aan genoemde voorschriften, moeten de inschrijvers in een nota in bijlage aan hun inschrijving, erop wijzen, met aanduiding zowel van de redenen van het gelijkvormigheidsgebrek als van de vervangingsoplossingen. Bij gebrek daaraan zullen de aannemers zich bij de uitvoering van de werken strikt moeten houden aan het bestek, zelfs indien hun inschrijving de juiste eigenschappen van dit materiaal opgeeft.

De aannemer mag in geen geval de matigheid van zijn prijzen inroepen om een gebrek te rechtvaardigen.

(2)

Elk toestel dat een fabricagefout of een beschadiging te wijten aan het vervoer of de hantering vertoont, hoe gering ook, wordt onmiddellijk van de werf verwijderd.

De aannemer mag geen enkele opslag vragen tijdens de uitvoering onder voorwendsel dat bepaalde gegevens hem niet bekend waren of op de plannen of andere aanbestedingsdocumenten niet werden opgegeven.

Goedkeuring Materiaal

Het materiaal voor deze installatie is, als het bestaat, van het merk CEBEC.

Eventuele wijzigingen die moeten worden uitgevoerd om de installatie in overeenstemming te brengen met de hierboven vermelde voorwaarden, zijn ten laste van de aannemer die de elektrische binneninstallatie uitvoert.

De inschrijver zal zich niet kunnen beroepen op eventuele leemtes in het bestek om een verkeerde uitvoering van de elektrische installatie te rechtvaardigen.

Indien plannen, schema's of bestek fouten bevatten, moet de inschrijver dat bij de opstelling van zijn inschrijving melden. In een bijlage legt hij uitvoerig de nodige wijzigingen uiteen met de gewenste verantwoordingen.

Alle op te geven prijzen zijn berekend in functie van geleverd en geplaatst materiaal, met inbegrip van alle toebehoren.

Voor buizen en kabels : de kabelschoenen, wand– en plafonddozen, uitkappingen in het metselwerk, verdeeldozen.

Voor de verlichtingspunten en verlichtings– en noodapparaten : vijzen, ijzerbeslagen, spanschroeven, uitsnijdingen, enz...

Alle werken moeten in hun geheel beschouwd worden met alle materialen en toebehoren die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering.

Alle verankeringen en bevestigingen voor de toestellen en toebehoren zijn ten laste van de aanneming.

De elektricien–installateur informeert bij de ingenieur naar de plaats van de voorziene elektrische toestellen, teneinde de buizen van de leidingen op de juiste plaats te doen uitlopen. Hetzelfde geldt eveneens voor de plaats van toestellen waarvoor geen geleiders voorzien worden, maar enkel buizen. Hij informeert bovendien naar de juiste plaats van de lichtpunten, stopcontacten, evenals van de op te stellen toestellen in geval van onvoldoende aanwijzingen op de plannen.

Voorafgaand tracé

Dit tracé heeft tot doel de juiste ligging van de doorboringen en van de verscheidene toestellen die op de plannen schematisch werden voorgesteld, te bepalen. Dit tracé moet vóór de aanvang der uitvoering door de ingenieur goedgekeurd worden. Het moet kunnen uitgewist worden.

Voor het metselwerk en beton in opbouw, wordt geen enkel tracé toegelaten zonder voorafgaand akkoord van de ingenieur. Indien nodig moeten de schema’s ter goedkeuring aan de ingenieur worden voorgelegd.

Te verstrekken documenten

Bij de inschrijving af te geven documenten :

Documentatie of verklarende nota's, met kenmerken van het aangeboden materiaal, voor :

– omstandige uitvoeringsplanning – verlichtingstoestellen

– inwendige kabelmantels – klein laagspanningsmateriaal – elektrische borden en bestanddelen – aarding en equipotentiale verbindingen – indringing- en branddetectie

- fotovoltaïsche panelen

(3)

– enz...

Deze documenten moeten in drievoud uitgereikt worden.

Alle documenten moeten in de taal van de inschrijving afgeleverd worden.

Door de aannemer binnen de 30 dagen na zijn aanwijzing voor te leggen documenten :

– de uitvoeringsplanning, verbeterd ingevolge de opmerkingen van de Bouwheer.

– de aanvullende documentatie over het voorgesteld materiaal.

Deze documenten moeten in drievoud afgeleverd worden.

Alle documenten moeten in de taal van de inschrijving geleverd worden.

Door de aannemer voor te leggen documenten naarmate de vordering van de werken

– de door de Ingenieur gevraagde monsters

– de uitvoeringsplannen van de elektrische borden en de ligging van het materiaal;

– de dichtheidstechniek koker/dak.

Deze stalen moeten aan de Ingenieur voorgelegd en gewijzigd worden tot zijn onvoorwaardelijke goedkeuring ervan; enkel gelding daarna mag de Aannemer de werken aanvangen.

Deze stalen moeten in één exemplaar geleverd worden.

Op elk ogenblik kan de ingenieur de uitvoeringsplannen of de technische documenten opvragen om de kwaliteit en de gelijkvormigheid van het aangewende materiaal te kunnen beoordelen.

Hij kan het voorgestelde materiaal door een organisme van zijn keuze laten testen.

De kosten van deze proeven (levering van de toestellen, laboratoriumkosten, vervoer, toezicht, enz.) zijn ten laste van de aannemer indien er blijkt dat de geteste toestellen niet in overeenstemming zijn met de voorschriften van dit bestek.

Door de aannemer bij de voorlopige oplevering van de werken af te leveren documenten :

– de uitvoeringsplannen of "as built"–plannen van de installatie

– een volledige technische documentatie van het geïnstalleerde materiaal

– een volledige bedienings– en onderhoudshandboek van het geïnstalleerde materiaal.

- de fotovoltaïsche installaties hebben de BRUGEL-gelijkvormigheidsattest bekomen.

– de waarborggetuigschriften.

Deze documenten moeten in één enkel exemplaar papier en in drievoud op informaticaformaat afgeleverd worden.

Een contercalque van elk plan moet eveneens afgeleverd worden.

Behoudens de plannen met tweetalige aanduidingen moeten alle documenten in de taal van de inschrijving afgeleverd worden.

Opleveringen

Voorlopige oplevering

De voorlopige oplevering kan enkel gelding door de Aannemer gevraagd worden wanneer :

– alle proeven en controles waarvan sprake in de paragraaf proeven, aan de ontwerper en de bouwheer voldoening geven.

– de vereiste documenten aan de Bouwheer overhandigd werden.

- de BRUGEL-gelijkvormigheidsattest

– alle installaties zonder één enkele opmerking door de erkende organismen werden goedgekeurd.

(4)

Definitieve oplevering

De definitieve oplevering heeft plaats binnen de termijn voorzien in de administratieve clausules.

Waarborg en onderhoud Waarborg

Al het gebruikte materiaal moet zonder gebreken en fabricagefouten gewaarborgd zijn.

De waarborgtermijn is voorzien in de administratieve clausules.

Deze termijn vangt aan bij de voorlopige oplevering.

Deze waarborg doet geen afbreuk aan de tienjarige waarborg.

Onderhoud

De aannemer neemt voor zijn rekening (stukken, werkkrachten, verplaatsingen) het volledig onderhoud en de herstellingen van de installaties tot aan de definitieve oplevering.

Gedurende de periode begrepen tussen de voorlopige en definitieve opleveringen, wordt enkel de elektriciteit door de Bouwheer verschaft.

De herstellingen moeten binnen 24 uur vanaf de melding van het defekt verzekerd worden, van 8 uur s’morgens tot 22 uur s’avonds en 7 dagen op 7 dagen.

Het onderhoud veronderstelt minstens een jaarlijks bezoek gedurende de waarborgtermijn bovenop de herstellingen.

De aannemer verstrekt een onderhoudsboekje waarin hij alle tussenkomsten optekent, zowel voor het onderhoud als voor de herstellingen.

Het boekje wordt ter controle bij de definitieve oplevering aangeboden.

Opleveringen en proeven

De installatie wordt opgeleverd door : – een goedgekeurd organisme

– door de ingenieur van het studiebureau. De keuze van de soorten proeven worden door deze laatste bepaald.

Op het einde van de werken, is de installateur verplicht af te geven :

– de volledige installatieplannen van de werken zoals ze uitgevoerd werden – de technische specificaties met merk en type van het gebruikte materiaal Zie artikel (56)901 Proeven en opleveringen

– de goedkeuring van het controleorganisme Specifieke referentiedocumenten

Het algemeen reglement van de elektrische installaties betreffende de elektrische installaties met lage en gemiddelde spanning (laatste uitgave).

De normen, voorschriften en beroepscodes gepubliceerd door het Belgisch Instituut voor Normalisatie en door het Belgisch Elektrotechnisch Comite.

Bestek 400 in de laatste uitgaven.

De voorschriften en reglementen van de distributiemaatschappij.

De voorschriften van Belgacom inzake ontstoring en emissie.

Het bestek 105 van 1990.

Huidig bestek.

(5)

Meetcode Pro memorie.

(63)010 ELEKTRISCHE INSTALLATIE – OMSCHRIJVING.

1. VOORWERP VAN DE INSTALLATIE De elektrische installatie omvat :

– de levering

– het vervoer ter plaatse – de installatie

– de aansluiting – de afstelling – de inwerkstelling

– het normale en gewoene onderhoud gedurende de waarborgtermijn – de ontruiming van het puin

door vakmannen en bevoegde technici en omvat voornamelijk volgende werken en materiaal :

– een algemene aardsluiting laagspanning;

– aanleg van hoofd– en secundaire equipotentialen;

– nieuwe meters;

– alle voedingen, zoals : leidingen, verbuizingen, draden, kabels, enz…

– het klein laagspanningsmateriaal;

– de aanleg van het algemeen laagspanningsbord en verdeelbord;

– alle verlichtingstoestellen, met inbegrip van autonome veiligheidsverlichtingstoestellen en pictogrammen;

– brand- en inbraakdetectie;

– de telefooncentrale en de telefoontoestellen

– het datanetwerk met inbegrip van de bekabeling en aansluiting van de telefoontoestellen en de informatica-aansluitdoos

– alle veiligheids-, bedienings- en signalisatietoestellen;

– de proeven en opleveringen van de installaties;

die deel uitmaken van de elektrische installatie bij

de bouw van een passief gebouw van 7 appartementen en een creche.

zoals voorzien in de plannen en dit bestek, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van alle meet– en controletoestellen.

Bijgevolg omvatten de werken alle nodige beschikkingen om een uitstekende uitvoering van de installatie te bekomen.

De technische voorschriften zijn in hoofdstuk (63) opgenomen.

De aanneming omvat bovendien :

a. De volledige en gedetailleerde uitvoeringsstudie van de installaties volgens de richtlijnen van de algemene aannemingsvoorwaarden van dit bestek en van de aangehechte plannen, met dien verstande dat alle in de plannen en in het bestek opgegeven numerieke aanwijzingen als minima moeten beschouwd worden waaronder de aannemer niet mag dalen.

(6)

b. De levering van de gedetailleerde berekeningsnota's, rechtvaardigende verslagen, toelichtingsnota's voor alle bestanddelen waarvoor de inschrijvers of de aannemer van de in het bestek en plannen opgegeven clausules en numerieke waarden afwijken.

c. De levering van de plannen en elektrische schema's.

d. De nota's, verslagen, plannen en schema's zullen eventueel aangevuld en gewijzigd worden op verzoek en volgens de aanwijzingen van de ontwerper, zonder dat de aannemer zich kan beroepen op enigerlei vergoeding of uitkering, zelfs indien die wijzigingen of toevoegingen in het bestek niet voorziene werken of leveringen tot gevolg hebben, voor zover die wijzigingen of toevoegingen niet voortvloeien uit wijzigingen aan de in het bestek en aangehechte plannen omschreven installatievoorwaarden.

e. De openingen, sleuven, enz... in de muren, vloerwelfsel, wanden, vloeren, plafonds, daken, betegeling, enz...

Het vastzetten van beugels, konsolen en andere verankeringen, met inbegrip van alle doorgaans willekeurige bijkomende werken en leveringen.

f. De restauratie in het algemeen en het herstel in perfekte staat van metselwerk, bepleisteringen, bevloeringen, vloerwelfsels, vloeren, plafonds, sierlijsten, schrijnwerk, schilderwerk, enz... beschadigd tijdens de uitvoering van deze aanneming. De gebruikte materialen voor die herstellingen moeten van dezelfde aard en kwaliteit zijn als de onbeschadigd gebleven gedeelten.

De herstelwerken moeten door vaklieden uitgevoerd worden. De aannemer moet zich houden aan de aanwijzingen van de leidinggevende dienst.

g. De regelmatige verwijdering van puin en ongebruikte materialen afkomstig van de installatiewerken evenals hun vervoer op kosten van en door tussenkomst van de aannemer naar de openbare vuilnisbelt of op een terrein dat hij zich op eigen kosten aanschaft.

h. Alle schilder–, isolatie–, corrosiebeschermings– en identificatiewerken.

i. Alle nodige sokkels en draagsteunen voor de toestellen.

j. Alle werken, leveringen, enz... die niet in dit bestek voorzien zijn maar toch nodig zijn voor de volledige oprichting en perfekte werking van de installatie, niets verzuimd of uitgezonderd.

k. Een verzorgde uitvoering volgens de regels van goed vakmanschap.

l. De verschillende uitvoerings– en detailplannen van de installatie of onderdelen ervan vóór uitvoering (in drievoud).

m. De leveringen van plannen en documenten van de installatie zoals ze werd uitgevoerd.

n. De volledige inwerkstelling van de installaties, met inbegrip van de levering van de nodige arbeidskrachten voor proeven, regeling en onderhoud en de uitlening van meet– en controletoestellen. Gedurende de proeven wordt de elektrische stroom door de bouwheer geleverd.

o. Alle opleveringskosten van alle elektrische installaties door een erkend organisme.

p. Alle kosten van de voorlopige en definitieve opleveringen van de installaties.

q. Alle kosten van de proeven die de ontwerper of de bouwheer nodig acht voor de voornaamste bestanddelen van de installatie, eventueel door een erkend organisme of in een erkend laboratorium.

r. De afgifte van de onderhoudsvoorschriften voor de toestellen van de installatie, evenals hun kenmerken – in tweevoud.

s. De nodige werken en hijswerktuigen voor het binnenbrengen en de plaatsing van de materialen en toestellen.

Opmerking : de installateur houdt rekening ermee dat, indien tijdens de controles van de werken of installaties door een erkend organisme, slechte resultaten vastgesteld worden, deze controles door hetzelfde organisme opnieuw moeten uitgevoerd worden tot volledige voldoening van de bouwheer en op kosten van de installateur. Een controlegetuigschrift uitgereikt door het controleorganisme moet door de installateur aan de bouwheer of zijn afgevaardigde afgeleverd worden.

2. INLICHTINGEN OMTRENT DE DISTRIBUTIEMAATSCHAPPIJEN

2.1. Elektriciteit

verdeeld door : SIBELGA

Visverkopersstraat 13 1000 BRUSSEL Tel. : 02/549.41.00

(7)

3. GRENZEN VAN DE INSTALLATIE 3.1. Verwarming - Airconditioning

De elektriciteitinstallateur zal in zijn algemeen laagspanningsbord een vertrek en de verbindingskabel naar het verwarmingsbord in de stookplaats (25 A TRI 230 V + A) leggen. De verbinding van deze kabel maakt geen deel uit van deze onderneming.

De elektriciteitinstallateur zal in zijn appartementbord een vertrek van 20 A om de elektrische kast (verwarming/ventilatie) van het appartement te voeden.

3.2. Ruwbouw en afwerking

1) Aardlus

De algemene aarde wordt overeenkomstig artikel 86 van het A.R.E.I. uitgevoerd (in het lokaal meters). De verspreidingsweerstand van de aardlus bedraagt minder dan 30 ohms.

De installaties zijn ingebouwd. In de lokalen met opbouwblokken wordt de verbuizing naarmate de muren opgetrokken worden, in het holle gedeelte van de metselwerken aangelegd.

Voor de installaties die in de wanden ingebouwd zijn, begrijpt de aanneming niet alleen de gleuven en het aanleg van de buis, maar eveneens de sluiting van de gleuf door vakmannen.

2) Wanden

De sanitaire lokalen zijn van vloer tot plafond betegeld.

Voor de leidingen en buizingen die in de deklaag ingebouwd zijn moet er rekening gehouden worden met het materiaal dat in de deklagen bevestigd is (stuitdoppen – wanden – enz.). Foto's met plaatsbepaling zullen door de aannemer vόόr het gieten van de deklagen genomen worden.

De doorboringen in de wanden worden door boringen met diamantboren uitgevoerd.

3) Om de passieve certificatie te bekomen, is het uiterst belangrijk om bijzonder aandacht te verlenen aan de luchtdichtheid van het gebouw. Alle leidingen en steekbalken moeten aan het cement vastgezet worden;

De doorboringen (volstrekt noodzakelijk) van de luchtdichtheidsvlies moeten voorzien zijn van een doorganginrichting, waarvan het gebruik speciaal daarvoor bestemd is en die voorafgaandelijk door de architect goedgekeurd werd.

3.3. Sanitair

De elektriciteitinstallateur zal in zijn algemeen laagspanningsbord een vertrek en de verbindingskabel naar de sanitairkast die zich in het technisch lokaal bevindt, (20 A TRI 230 V + A) leggen. De verbinding van deze kabel maakt geen deel uit van deze onderneming.

3.4. Elektriciteit

Voedingsspanning : 3 x 230 V + A- 50 Hz of 3 x 400 V + N +A – 50 Hz (volgens leverancier)

De hele installatie is ontworpen om later de voeding in 3 x 400/230 V toe te laten (zuil 4 draden en driefasige toestellen overschakelbaar in 3 x 230 V of 3 x 400/230 V).

3.5. Lift

Het liftbord wordt door middel van een kabel vanaf het "gemeenschappelijk"-bord. op de gelijkvloerse verdieping gevoed (25A - VFVB F2 4 x 6² + T.- elektriciteitinstallateur).

(8)

3.6. Belangrijke opmerking

1. De schetsen van de verschillende uitrustingen, buisleidingen, kokers, enz... opgegeven op de plannen zijn principiële schetsen.

De installateur van deze aanneming zal, vóór de uitvoering van zijn installaties, overleggen met de installateurs van de andere loten omtrent de nauwkeurig te volgen tracés om zoveel mogelijk kruisingen te vermijden en om de grenzen van de installatie, alsook de aansluitingsdetails te kennen.

De Bouwheer zal de gebruikelijke discussies daaromtrent niet dulden, noch enigerlei prijstoeslag.

2. Voor de uitvoering van deze werken, zal de aannemer rekening houden met volgende clausules :

de sanitaire lokalen zijn rondom de toestellen betegeld. De doorboringen van de wanden worden uitgevoed door middel van diamantboring.

4. BASISGEGEVENS VOOR DE BEREKENINGEN 4.1. Verlichtingssterkten

– 500 lux in de kantoren – 400 lux in de refters

– 150 lux in de gangen, sanitaire lokalen en verscheidene lokalen 4.2. Circuits

De verlichtingsverdeling wordt zodanig uitgevoerd dat het totaal vermogen per circuit 2.600 W niet overschrijdt :

– het vermogen dat voor de verlichting in aanmerking wordt genomen, is het geïnstalleerd vermogen vermenigvuldigd met 0,85 %

– het vermogen dat voor de aansluitingen en de drijfkracht in aanmerking wordt genomen is het geïnstalleerd totaal vermogen vermenigvuldigd met 50 %

– elke tweepolige aansluiting wordt als een verbruikspunt van 100 W aangezien; elke driepolige aansluiting is een verbruikspunt van 750 W

– de arbeidsfactor van het geheel der installatie is cos. phi 0,8.

4.3. Elektrische borden

De borden zijn ontworpen om een oppervlakte van 20 % van de totale oppervlakte over te houden.

4.4. Draden

De doorsnede van de aangewende kabels en draden zal nooit kleiner zijn dan :

– voor de verlichting : minstens 1,5 mm² – voor de aansluitingen : minstens 2,5 mm².

5. BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIES

Deze aanneming begint aan de nieuwe meter die in het elektriciteitslokaal moet geplaasts worden.

Uitvoering van de werken

a) Het voorziene materiaal zal op een technisch en esthetisch aanvaardbare manier geplaatst worden.

(9)

b) Na aanspanning mag geen enkele buis of draad nog blootliggen in de lokalen waar ze ingebouwd voorzien werden. De aanspanningen mogen nooit uitsteken boven de loodrechte stand van het metselwerk.

c) In opbouwmontage zijn de trajecten rechtlijnig en alle leidingen van eenzelfde vlak volkomen evenwijdig. In de richtingsveranderingen zijn alle bochten van eenzelfde vlak volkomen concentrisch.

d) Het door de aannemer geleverd materiaal is nieuw en van goede kwaliteit.

Meetcode

Pro memorie – begrepen in de betrokken posten.

(63)051 NIEUWE METER (SIBELGA – BELGACOM).

Betreft

Negen nieuwe elektriciteitsmeters worden in het elektriciteitslokaal (1 gemeenschappelijke TEC, 7 voor de appartementen (TE A01 à TE A07) en 1 voor de crèche) geplaatst.

De onderneming begrijpt de levering en plaatsing van de metergroepen, met inbegrip van de aansluiting en de voeding van de distributieborden.

Kenmerken

Het betreft metergroepen voor meters met dubbele schaal A+/A-. De te leveren en te plaatsen metergroepen zijn in overeenkomst met de vereisten van de energiedistributiemaatschappij, wat betreft de kist en de opstelling van de elektriciteitmeters in het meterlokaal.

Voor de bevestiging van de metergroepen, wordt een stevige en waterbestendige bevestigingsplaat voorzien, waarvan de afmetingen aangepast zijn aan deze van de metergroep (zeemultiplex of andere, dikte 18 mm)

Opmerkingen

- Een bevestigingsplaat is niet altijd noodzakelijk wanneer de aaneemer een geschikte meterkast plaatst (te bekomen bij de electriciteitmaatschappij).

- Wanneer verschillende meters gegroepeerd zijn boven een aansluitingsmoduul, wordt een aansluitingsplaat waarvan de afmetingen minstens een hoogte van 180 cm op 122 cm breedte bedragen, voorzien.

De netspanning bedraagt 3 x 230V – 50 Hz of 3 x 400/230 V volgens de leverancier.

Opgelet, de hele installatie is ontworpen om later de voeding in 3 x 400/230 V (kolom 4 draden en driefasige toestellen overschakelbaar in 3 x 230 V of 3 x 400/230 V) toe te laten.

De sterkte van de meters zal tijdens de werken opgegeven worden.

Een telefoonaansluiting voor een installatie van 16 toestellen wordt door de aannemer aangevraagd.

Een teledistributieaansluiting wordt door de aannemer aangevraagd.

De kokers voor de doorgang van de kabels maken deel uit van huidige aanneming.

De onderneming begrijpt de levering en plaatsing van de metergroepen, met inbegrip van de aansluiting en de voeding van de distributieborden.

Opmerkingen

Een bevestigingsplaat is niet altijd noodzakelijk wanneer de aaneemer een geschikte meterkast plaatst (te bekomen bij de electriciteitmaatschappij).

Wanneer verschillende meters gegroepeerd zijn boven een aansluitingsmoduul, wordt een aansluitingsplaat waarvan de afmetingen minstens een hoogte van 180 cm op 122 cm breedte bedragen, voorzien.

(10)

Bijzondere vereisten

De plaatsing- en aansluitingswerken van de elektriciteitsmeters worden door SIBELGA uitgevoerd.

Telefoonaansluiting door BELGACOM Teledistributieaansluiting door BRUTELE.

Meetcode

Nieuwe gemeenschappelijke elektriciteitmeter : per stuk Nieuwe privatieve meter : per stuk.

Nieuwe telefoonaansluiting : Globale prijs.

Nieuwe teledistributieaansluiting : globale prijs Kokers : globale prijs.

(63)101 BESCHERMING TEGEN CORROSIE.

Betreft

Titel in overeenstemming met aanwijzingen op plannen en voorschriften voor het verfwerk.

Typebestek 400 deel A – hoofdstuk j aan te vullen en te wijzigen als volgt.

Bijzondere vereisten

Verf – artikel A.j.3.

Synthetische verf is toegelaten voor zover het verdunnningsmiddel geen water is.

Verzinking – artikel A.j.5.

Verzinking wordt aangebracht op stukken zoals : hangstangen, vijzen, bevestigingen voor kabels, beslagijzers van halfdicht materiaal evenals op stukken die aan vochtigheid blootgesteld zijn.

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

Pro memorie, begrepen in de prijs van de betrokken posten.

(63)109 VOORAF VERVAARDIGDE LAAGSPANNINGSSCHAKELINGEN – A.L.S.B.

Betreft

Titel in overeenstemming met aanwijzingen op plannen en voorschriften voor de vooraf vervaardigde laagspanningsschakelingen – S.B.

Type–bestek 400 deel B – Hoofdstuk f. wordt als volgt aangevuld en gewijzigd : Bijzondere vereisten

(11)

Algemeenheden – Artikel B.f.1.

Het bord is van het type B.f.5.

Alle artikelen met betrekking tot B.f.2. zijn toepasselijk.

Het moet vooraf vervaardigd zijn, volledig in metaal, en geverfd (roestwerende verf en afwerkingsverf in twee lagen).

Alle binnenuitrusting wordt op DIN–rails gemonteerd.

De afmetingen zijn aan het aantal te beschermen circuits, met een plaatsreserve van 20 % aangepast. Niet gebruikte ruimtes worden door middel van met zorg uitgesneden plastieken of stalen plaatjes uit één stuk afgesloten.

Alle circuits en alle toestellen zijn duidelijk aangegeven (naam en nummers van de lokalen of toestellen). Ze zijn in overeenstemming met de voorschriften van B.f.2, hieronder.

Alle aanduidingen en aanwijsplaatjes zijn tweetalig.

Bord in kast op de grond – artikel B.f.2

B.f.2.2. :

Ze worden door middel van een handvat met cylinderslot gesloten. Alle cylinders zijn identiek. Er worden vier sleutels per bord geleverd.

B.f.2.4. :

Voeding in 3 x 230 V

De hele installatie is ontworpen om later de voeding in 3 x 400/230 V toe te laten (zuil 4 draden en driefasige toestellen overschakelbaar in 3 x 230 V of 3 x 400/230 V).

B.f.2.6. :

Bekabeling in rollen en in goten is verboden behalve voor de geleiders met een doorsnede gelijk aan of kleiner dan 4 mm².

Alle geleiders worden aan de twee uiteinden gemerkt.

B.f.2.8. :

Dit artikel is niet toepasselijk.

B.f.2.10. :

De hoes wordt geplaatst in een metalen leibaan die op de deur gelast is.

De kenplaatjes worden vastgeschroefd (of vastgeklemd).

Ze zijn vervaardigd uit kunststof, waarop witte letters op zwarte achtergrond gegraveerd worden. Op alle bedienings– en veiligheidstoestellen worden merktekens aangebracht.

B.f.2.11. :

De binnenverlichting en het stopcontact zijn vereist.

Ze zijn van het type "borden in muurkast" – Artikel B.f.5.

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

Globale prijs voor het gemeenschappelijke bord.

Globale prijs voor het bord van elk appartement.

(12)

(63)112 SCHAKEL– EN VERDEELTOESTELLEN LAGE SPANNING

Betreft

Titel volgens aanwijzingen op plannen en voorschriften voor vooraf vervaardigde laagspanningsschakelingen.

Referentiedocumenten

Artikel (63)001 : Elektrische installaties – algemeenheden

Artikel (63)010 : Elektriciteitsinstallatie – omschrijving van de aanneming Het type–bestek 400 Deel B – Hoofdstuk d als volgt aangevuld of gewijzigd.

Bijzondere vereisten Algemene opmerking :

Stroomsterkten, aantal polen, enz. zijn op de plannen opgegeven.

Artikel B.d.3. : Schakelaars – Stroomverbrekers

Ze zijn in overeenstemming met de N.B.N.–norm C63–408.

Ze zijn van het type met frontale draaibediening wanneer ze in borden geplaatst zijn.

Artikel B.d.4. : Kleine uitschakelaars

Ze zijn in overeenstemming met de N.B.N.–norm C61–141.

Alle polen zijn beschermd.

De uitschakeling van een fase veroorzaakt de onderbreking van alle fases.

Motorbeveiligingsschakelaars

Ze zijn in overeenstemming met de IEC 947.2 en N.B.N.–norm EN 60947–2 en addenda.

Artikel B.d.5. : Schakelaars

Ze zijn in overeenstemming met de N.B.N.–norm C61–111.

De hoofdschakelaar van de elektrische borden is van het type vierpolige draaischakelaar.

Artikel B.d.6. : Contactsluiters

Ze zijn in overeenstemming met de N.B.N.–norm C63–158 en addenda.

Artikel B.d.8. : Afstandsschakelaars

Ze zijn in overeenstemming met de N.B.N.–norm C61–111 aangaande het "schakelaar"–gedeelte en met het AREI aangaande de spoelen.

Ze zullen voor een gecentraliseerde bediening met "normaal open" + "normaal gesloten"–contacten uitgerust zijn.

Artikel B.d.17. : Inrichting van differentiële ontkoppeling In overeenstemming met de N.B.N.–norm 819.

De inrichting is in overeenstemming met het A.R.E.I.

De beveiliging gebeurt door middel van uitschakelaars.

(13)

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

Pro memorie, begrepen in de prijs van de vooraf vervaardigde laagspanningsschakelingen – artikelen (63)109 en (63)110.

(63)201 LEIDING BINNEN DE GEBOUWEN.

Betreft

Titel in overeenstemming met aanwijzingen op plannen en voorschriften voor leidingen binnen het gebouw.

Bijzondere vereisten

Keuze van het type leidingen B.h.2.

Verlichting en aansluitingen :

Inbouwleidingen : C.R.V.B.– of V.O.B.–draden in overeenstemming met NBN C32–132 of V.V.B.–kabels in overeenstemming met NBN C32–124 onder TTh–buizen.

De installatie is in 3 x 400/230 V.

Opbouwleidingen en muurkokers : X.V.B.– of X.F.V.B.–F2–kabels in overeenstemming met NBN C32–124 onder TThr– of TAL–buizen in de rechte delen.

Zoveel mogelijk wordt voor elk circuit een enkel type geleider dat aan de strengste vereiste beantwoordt, gebruikt.

De kleuren van de geleiders zijn in overeenstemming met de NBN–norm C04–002 en het A.R.E.I. art. 3.10/08.

Samenstelling van wanden, vloeren, enz... :

Voor de samenstelling van wanden, plafonds en vloeren, worden de inschrijvers verwezen naar de toestand ter plaatse en de plannen van de architekt.

Aanlegwijze :

In de technische lokalen : opbouwmontage.

Voor de in de wanden ingebouwde installaties, omvat de aanneming niet alleen de uitkappingen en de aanleg van de buis, maar ook de sluiting van de uitkapping door vakmannen.

De raadgevend ingenieur trekt de aandacht op de volgende punten.

De sanitaire lokalen zijn van vloer tot plafond betegeld.

Bepaalde wanden (vooral in de gangen) zijn bedekt met panelen die aan de muur vastgehecht zijn. Voor het buizenstelsel in de wanden wordt er rekening gehouden met de bevestiging van de panelen (afstand van de muur +/- 4 cm). Hetzelfde geldt voor de leidingen en buizingen die in de deklaag ingebouwd zijn; er moet rekening gehouden worden met het materiaal dat in de deklagen bevestigd is (stuitdoppen – wanden – enz.). Foto's met plaatsbepaling zullen door de aannemer vόόr het gieten van de deklagen genomen worden.

De doorboringen in de wanden worden door boringen met diamantboren uitgevoerd.

Beschermingsgraad :

De aansluitingen zijn hermetisch in de technische lokalen.

Hermetische toestellen met kabelwartelinvoering zullen er gebruikt worden.

IP44–beveiliging volgens NBN–normen C20–001.

(14)

In deze lokalen zijn alle schakelaars en onderbrekingstoestellen tweepolig voor de eenfasige circuits en vierpolig voor de driefasige circuits.

Wachtaansluitingen en bijzondere voedingen :

De wachtaansluitingen worden volgens aanwijzing op plannen uitgevoerd met een kabel met slaphangende uiteinde van drie meter of met een klemmenkast à 5 klemmen voor de driefasige circuits en 3 klemmen voor de eenfasige.

Verplaatsing van toestellen :

Elke verplaatsing van schakel– en verdeeltoestellen met minder dan 3 meter geeft geen aanleiding tot een afrekening.

In ieder geval worden de schakelaars op de aan het scharnier tegenovergestelde kant geplaatst.

Artikel B.h.7. :

Het gebruik van aftak– en trekdozen is verboden in de lokalen waar de leidingen ingebouwd zijn.

De aansluitingen gebeuren in de kasten van de toestellen die minstens 55 mm diep moeten zijn.

Kabelwegen – Artikel B.h.10.

De doorslag wordt enkel gelding na verzinking uitgevoerd.

De kabelwegen moeten minstens om de 2,40 m ondersteund worden.

Het gekozen type houder dat onbuigzaam moet zijn, laat geen slingering toe.

De kabelwegen hebben afzonderlijke afdelingen voor sterke stroom en zwakke stroom. Ze hebben dus 1 of 2 afdelingen naar gelang het geval.

Een aanlegplan van de kabelwegen moet vóór de uitvoering voorgelegd worden.

Coaxiale kabels voor de teledistributie en voor de paraboolantenne

Het werk omvat de levering en het aanbrengen van de coaxiale kabels onder TTh-buis of in bulk (op de kabelweg), met inbegrip van alle toebehoren.

De buisleidingen worden volgens dezelfde regels als deze van de verlichting geplaatst. De plaatsing op de kabelweg wordt in een afzonderlijke vak dan de sterkstroomkabels of volgens verschillende tracé’s uitgevoerd.

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

Forfaitaire hoeveelheid per type bekabeling, verbuizing of jkabelwegen.

(63)202 LEIDINGEN EN KABELS BUITEN HET GEBOUW

Betreft

Titel volgens aanwijzingen op plannen en voorschriften voor leidingen en kabels buiten de gebouwen.

Type–bestek 400 – Deel B – hoofdstuk i als volgt aan te vullen of te wijzigen.

(15)

Bijzondere vereisten

Keuze van het type leiding – artikel B.i.1.

Gewapende kabels EVAVB, volgens NBN C33–121.

Bescherming van kabels – artikel B.i.2.4.

1) De bescherming van de ingegraven kabels gebeurt door middel van slagbestendige kabelbedekking of netvormige buizen met voldoende diameter om een gemakkelijke doorgang van de kabel toe te laten.

Onder het wegdek aanleg van een koker met een diameter van 110 mm.

2) Het type kabelbevestiging in de gevel wordt door de installateur aan de ingenieur van het studiebureau voorgelegd.

De kabels die de grond langs de gevel doorvoeren worden door een mechanische afscherming over een hoogte van 2 meter beschermd (metalen buis).

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van kabelgoten, beschermingen, bevestigingen en benodigdheden.

Meetcode

strekkende meter volgens de doorsnede en de aanlegwijze van de kabel - tegen V.H.

(63)203 AARDVERBINDINGEN EN EQUIPOTENTIALE SCHAKELINGEN

Betreft

Titel in overeenstemming met aanwijzingen op plannen en voorschriften voor aardleidingen en equipotentiale verbinding.

Type–bestek 400 –deel B –hoofdstuk k als volgt aan te vullen en te wijzigen.

Bijzondere vereisten

De uitvoering van de volledige equipotentiale hoofdschakeling volgens artikel 72 van het AREI omvat de elektrische, verwarmings– en sanitaire installaties, enz... en maakt deel uit van deze aanneming.

Aansluitingen met afneembaar staafje worden voor de meting van de aardingsweerstanden voorzien.

De metingen moeten altijd in aanwezigheid van een afgevaardigde van de Bouwheer opgenomen worden.

De verbinding van de bekleding van de gevels met de algemene aarde gebeurt d.m.v. een kabel van minstens 25 mm².

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden en de aansluiting van de bestaande aardingen op het nieuwe net.

Meetcode

2) equipotentiale hoofdverbinding : globale prijs 3) secundaire equipotentiale verbinding : globale prijs 4) aarding van de buitenbekleding van de gevel globale prijs

(16)

(63)301 BEDIENINGSTOESTELLEN EN STROOMAANSLUITINGEN.

Betreft

Titel volgens aanwijzingen op plannen en voorschriften voor het klein laagspanningsmateriaal.

Algemene voorschriften

De installateur levert, plaatst en sluit alle contactdozen, schakelaars en drukknoppen aan die op de verscheidene plannen voorzien zijn.

De inschrijver voegt bij zijn aanbod een documentatie van het voorgestelde materiaal.

Goedkeuring van het materiaal

Alvorens tot de definitieve bestelling bij zijn leveranciers over te gaan, is de aannemer gehouden een model van elk type laagspanningsmateriaal aan de Directie van de werken voor te leggen.

Geen enkele bestelling mag gedaan worden en geen enkel toestel mag geplaatst worden alvorens de goedkeuring zonder opmerking van de ingenieur verkregen te hebben.

Plaatsingshoogte

De toestellen worden op een door de normen bepaalde hoogte geplaatst.

De stopcontacten boven de werktafels worden op 1 m van de bovenkant afgewerkte vloer geplaatst, berekend vanaf de onderkant van het plaatje.

Bovendien wordt in bepaalde bijzondere gevallen die aan geen enkele hierboven aangehaalde criteriums beantwoorden, de hoogte "Onderkant van het plaatje" op de plannen opgegeven.

Technische eigenschappen en omschrijving

Het klein materiaal is van het standaardtype, kwaliteitskeurmerk CEBEC, voor huishoudelijk gebruik of dergelijk, in overeenstemming met de NBN–normen 50 en addenda.

Het klein opbouwmateriaal laagspanning wordt door de letter "h" (druipwaterdicht) gemerkt.

Inbouwmateriaal

Type voor montage in plastiekdoos; een sterke klemming wordt door twee klauwbevestigingen verzekerd.

Type voor montage in muurkokers; een sterke klemming wordt door klembeugels verzekerd.

De dekplaten zijn vierkantig (1 toestel) of rechthoekig (2 of 3 toestellen), in wit– of ivoorkleurig vormgegoten materiaal (kleur naar keuze van de ingenieur).

Opbouwmateriaal

De uitvoering is druipwaterdicht voor plaatsing in technische lokalen, reserves of andere vochtige of voor vochtigheid vatbare lokalen.

Stevige uitvoering van het materiaal; de kabel– of buisindringingen worden uitgevoerd door middel van aangepaste wartel om de dichtheid van het geheel in stand te houden.

Bijzondere vereisten Schakelaars

Ze zijn van het type tuimelschakelaar, veilige en geruisloze werking, stevige contacten, In : 10 A, Un : 250 V.

(17)

Stopcontacten

Ze zijn van het type voor ronde stiften met aardcontact.

De aardsluiting wordt door uitkomende pen uitgevoerd; het systeem is zodanig ontworpen dat bij het insteken van de stift, de continuïteit van de aarding tot stand komt vóór elk contact met onderdelen onder spanning.

Met uitzondering van de technische lokalen, zijn ze voorzien van een "kinder"–afscherming om alle invoering van voorwerpen andere dan contactstekkers in de contacten te voorkomen.

De contactdozen die de computers voeden zijn uitgerust met een vergrendeling die enkel een bepaalde fichesoort (polarisatiesleutel) toelaat.

II + T = 16 A – 250 V III + T = 16 A – 250 V

Drukknoppen

Type drukknop met teken of licht. In = 10 A, n = 250 V.

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

Forfaitaire hoeveelheid per type materiaal.

(63)320 BIJZONDERE VERLICHTINGSBEDIENING.

Betreft

Bijzondere clausules omtrent de onafhankelijke verlichtingsbedieningen van de lokalen en rond het gebouw:

Bijzondere vereisten

De inrichting wordt voorzien om door middel van een programmauurwerk, gekoppeld aan een bewegingsdetector en een schemersonde bediend te worden.

Passieve infrarood aanwezigheidsdetector Detector dubbele technologie

Hoogwaardige detector met een lange bedrijfszekerheid.

Grote hoek detectie : bereik : 12 m x 12 m 85°.

Volledige bescherming van het pyro-element (om de indringing van insekten en spinnen te verhinderen).

Uitvoering met dubbele bescherming voor de vrijwaring tegen licht en radiofrekwenties : - 3 V/m RFI (Interface Radio Frekwenties van 0.1 tot 1 Ghz)

- Halogeenlamp H4 tot 2.4 m (koplamp wagen) - 50.000 lux teruggekaatst zonlicht

- kogelbevestiging.

Plafondaanwezigheidsdetector

Aanwezigheidsdetector voor verlichting of andere bediening

De detector is op zijn voorkant uitgerust met een cursorschakelaar voor de regeling van een van de drie standen : uit, automatisch of aan .Zijn nominale spanning bedraagt 230V, 50-60Hz. Hij heeft een ingebouwde

(18)

- Een horizontale detectiehoek van 180° en verticaal van 5°;

- Een detectiezone vooraan van ± 12 m en een detectiezone opzij van ±6m volgens de differentieeltemperatuur en de naderingsrichting ;

- Een regelbare uitschakelvertraging van ±10 s tot ± 17 min.

Tijdens het herstellen van de stroom, na een elektriciteitstoring van de netaansluting, moet de detector worden ingeschakeld tijdens de duur van de vertraging van de geregelde uitschakeling, indien op dat moment de geregelde responsdrempel werd overschreden .Teneinde de regelprocedure te vergemakkelijken na de installatie van de sokkel moet een adapter worden geleverd met de bewegingsdetector. Deze bevindt zich tussen de sokkel en de detector. Op deze manier kan de detector gemakkelijk en snel worden weggenomen en teruggeplaatst zonder de stroom uit te moeten schakelen. Elke detector is gekoppeld aan een klok en een elektronische tijdschakelaar, eveneens begrepen in deze post.

Beschermingsgraad

- Vochtige ruimtes en in opbouw gemonteerd materiaal : het materiaal dat bestemd is voor dit type van gebruik moet van de categorie “semi-hermetisch” zijn, d.w.z. van een beschermingsgraadtype IP 44, met pakkingbus.

Alle schakelaars en onderbrekingsmechanismen moeten daar bipolair zijn voor de eenfasige circuits en tetrapolair voor de driefasige circuits.

- Ingebouwd materiaal in de droge ruimtes :Het inbouwmateriaal in de droge ruimtes vertoont na plaatsing, een beschermingsgraad IP 41.

Tijdschakelaars

Beantwoorden aan norm CEI 669-2-3 voor de globale mechanische kenmerken. De tijdschakelaars bedienen alle fasen en de eventuele nulleider en hebben een kaliber dat groter is dan de beveiliging van de bediende kringloop. In de bedieningsdrukknoppen moet een verklikkerlampje voor stand-by kunnen worden geplaatst.

Deze verklikkerlampjes voor stand-by, beginnen te branden ± 30 seconden vóór het openen van de kringloop.

De sluitingsduur van de hoofdkringloop moet minstens kunnen worden afgesteld tussen minstens 3 à 60 minuten. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, bedraagt de stuurspanning 230V. Worden vastgeklikt op een DIN-rail.

Programmeerbare schakelklokken

De contactschakelklokken hebben een kwartsgestuurde aandrijving en een bedrijfsautonomie van minstens 72 uur. Het aantal contactschakelaars en hun type (aan/uit-tuimelschakelaars) moeten geschikt zijn voor de desbetreffende functie. Uitgerust met drukknop "gedwongen bedrijf" of "uit". Het apparaat moet op een DIN- rail kunnen worden geklikt.

De geheugenprogramma’s laten een manuele bediening toe.

Schemersondes

Duisternisdetectie door middel van afstelbare cel met drempel van 5 à 300 lux.

Andere eigenschappen : zelfde als de bewegingsdetectoren.

Omvat

Levering, plaatsing en aansluiting, met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

Pro memorie - begrepen in de verlichtingscircuits.

(19)

(63)422 PLAFONDLAMPEN.

Betreft

Titel in overeenstemming met aanwijzingen op plannen en voorschriften voor de volgende toestellen : Types 1 – 2 – 3 – 4 -5 - 6 - 8

Referentiedocumenten

Zie : Technische documentatie van de fabrikant.

Algemene voorschriften

Het geheel is in overeenstemming met voorschriften inzake radio–ontstoring CISPR15.

Bijzondere vereisten

Type 1 : individuele half hermetische verlichting – 1 x 18 W – TL5 Type 2 : individuele half hermetische verlichting – 1 x 36 W – TL5

Vochtbestendige transparante verlichtingtoestel IP65 voor vochtige lokalen, met doorzichtige lichtpan met lineaire prismatische binnenstructuur voor een direkte lichtgevende verdeling met Batwing eigenschappen of indirekte verdeling.

Het toestel is voorzien voor 1 of 2 T5 lampen en kan gecombineerd worden met passende verlichtingtoestellen met één lamp en blinkende rooster of met asymmetrische optiek.

Het is hoofdzakelijk samengesteld uit :

Lichaam : het lichaam van het verlichtingtoestel is vervaardigd uit ingespoten polycarbonaat, onbreekbaar en herbruikbaar, zonder halogeen en zelfdovend. Het lichaam is uitgerust met indrukbare dekplaatjes op de rug en aan de uiteinden voor de doorgang van kabels, alsmede van stootblokken voor de opstelling om de doorgang te vereenvoudigen bij de montage in ononderbroken rij.

Het omvat interne veren die een gemakkelijke montage van de lichtspiegel door palwerk toelaten. De kist is in zijn omtrek voorzien van een dubbele lip die een dichtheidsvoeg in polyurethaanschuim met 2 bestanddelen zonder CFC bevat.

Lichtspiegel : De witgelakte lichtspiegel is voorzien van overlangse spleten, bestemd voor indirecte belichting en uitgerust met vijfpolige aansluitklem voor stijve en soepele kabels, een elektronisch ballast, lamphouders en hittebestendige bekabeling zonder halogeen. Kabelklemmen voorzien voor dwarsende bekabeling.

Optiek : halfcilindrische lichtpan in lichte ingespoten polycarbonaat, herbruikbaar, binnenin glad en onbreekbaar. De onbreekbare verdeler is afneembaar en kan opgehangen worden aan twee zijden door onverliesbare grendels in roestvrij staal V2A met dubbele gaffelstukken; de grendels kunnen beveiligd worden met een antivandalen sluitingsinrichting. De optiek is gevormd uit een ingespoten Fresnellens met prismatische lineaire structuur, berekend door computer om aldus een optimale fotometrie met Batwing-eigenschappen te bekomen.

Electrische aansluiting : Door kabelgeleider IP 65 met dubbele membraan, aan de uiteinde of op de rug volgens de behoeften, op vijfpolige aansluitklem.

(20)

Montage : In geval van montage aan plafond of muur, worden de verlichtingtoestellen door palwerk op bevestigingsbeugels in roetsvrij staal V2A, bij de oorsprong geleverd. Ophangmontage door V-haken in roestvrij staal, die beschikbaar of op een draagrail als afzonderlijke optionele toebehoren zijn.

Specificaties en normen: ENEC gekeurd, CE markering; beschermingsklasse : Klasse 1 ; beschermingsgraad : IP65, F-kenteken; vervaardigd door een fabrikant die over het kwaliteitcetificaat ISO 9001 beschikt, F- voor de aanwending van normaal ontvlambare materialen, volsdoet aan de gloeidraadtest van 650 ° C, vervaardigd in een fabriek die over het kwaliteitcertificaat ISO 9001 beschikt.

De lichtmeting van het verlichtingstoestel werd in een labo opgesteld dat over een ISO 17025 accreditatie beschikt waarvan de inschrijver een attest bij het fotometrische gegevensblad dient te voegen.

Type 6 : Opgehangen/neergelegde verlichting 1 x 28 W – TL5

Individuele ingebouwde verlichtingtoestel voor 1 of 2 lampen T5, met blinkende rooster zeer lage helderheid in hoogglanzende aluminium

Kist : vervaardigd uit plaatstaal van 0,8 mm dikte. De huls vormt een enkel geheel zonder zichtbare lasnaad.

Alle bestanddelen ondergaan een corrosiewerende behandeling door fosfateren, zijn wit geverfd (RAL 9003) door elektroforese en daarna gemoffeld. Geen enkele lichtstraal is zichtbaar tussen de huls en de optiek dank zij de plooien die daartoe bij de uitvoering voorzien werden. De listrand van de huls is volledig symmetrisch. In de huls werd een witte bovenlichtspiegel gemonteerd. Lichtspeigel samengesteld uit zilver met hoge weerkaatsing met een buitengewone weerkaatsingsfactor dank zij een zilverlaag die het basismateriaal bedekt. De bodem van de huls bevat gaten voor de ophangingstellen, een kabelingang en openingen over de hele lengte van het verlichtingstoestel. De kist is voorzien van rugspleten voor de eventuele luchtinlaat en draagt lamphouders, ballast en klem.

Optiek : met platte verdeler is samengesteld uit geperste PMMA, volstaat aan de gloeidraadtest van 650 ° C.

De verdeler slorpt minder licht op en verlicht op een uniforme manier. De lichtspiegel is op scharnieren aan de huls bevestigd; de aardverbinding gebeurt automatisch. In gesloten stand, is het geheel aan de huls met grendels vergrendeld. Het verlichtingtoestel met 1 of 2 lamp(en) is uitgerust met dezelfde optiek. De afwerkingsrandlijst van de optiek is volledig symmetrisch, geverfd in dezelfde kleur als de huls en bevindt zich in hetzelfde vlak als de randlijst van het verlichtingtoestel.

Elektrische uitrusting en bekabeling : de huls bevat de volledige elektrische uitrusting met ballast met hoge frekwentie, met dimmer. De arbeidsfactor is hoger dan 0,9. De kabeldoorgangen en de verbindingsklemmen zijn voorzien voor de aansluiting 2 kabels van 3 x 2,5 mm².

Specificaties en normen : CE markering - ENEC - gekeurd; beschermingsklasse : Klasse I; IP 20; vervaardigd in een fabriek die over het kwaliteitcertificaat ISO 9001 beschikt, F-kenteken voor de aanwending van normaal ontvlambare materialen en in geval van bedekking met een thermische isolatiematras.

De lichtmeting van het verlichtingstoestel werd in een labo opgesteld dat over een ISO 17025 accreditatie beschikt waarvan de inschrijver een attest bij het fotometrische gegevensblad dient te voegen.

Toebehoren

Bevestigingsset met 4 instelbare zijdelingse winkelhaken Ingebouwde schakelaar type Wieland

De helderheidsopvanger meet het teruggekaatste licht afkomstig van de onderkant. Hij verzwakt de lichtstroom van de lamp (bediening 0 – 10 V) wanneer de helderheidssterkte de verlichtingsterkte bepaald door regelingstand van de opvanger overschrijdt. Een clip bevestigt rechtstreeks de opvanger aan de TL-lamp.

Ophangkabels : de stalen draden van de ophangstellen zijn voorzien van een snelle regelingsysteem om de hoogte te regelen.

Type 4 : Downlight in opbouw 1 x 18 W – TC-DEL

(21)

Opbouwplafondlamp Uitrusting :

1 x 18 W TC-DEL : lamp in horizontale stand, met elektronisch ballast van categorie A2.

Het verlichtingstoestel is uitgerust met een lichtspiegel met een verstuifde geglansde aluminiumlaag. In het bovenste gedeelte, laat een bijkomende plooi een betere lichtverdeling toe. Het onderste gedeelte van de lichtspiegel beschikt over ruitvormige facetten. De zichtbare rand van de lichtspiegel in aluminium is volledig symmetrisch. De lichtspiegel vormt een enkel geheel zonder lasnaad. De lichtspiegel is aan de huls bevestigd door middel van één schroef. De lichtspiegel is voorzien van een bescherming tegen stof en bezoedeling, gemakkelijk afneembaar , in kunststof.

Huls : de huls is cilindervormig en vervaardigd uit onder druk gegoten aluminium, wit geverfd en daarna gemoffeld. De huls vormt een enkel geheel zonder lasnaad. De rand van de huls en de lijst van de lichtspiegel bevinden zich in hetzelfde vlak.

Elektrische uitrusting : de huls bevat de volledige elektrische uitrusting met ballast met hoge frekwentie, opstarting met voorverwarming. De arbeidsfactor is hoger dan 0,9. De kabeldoorgangen en de verbindingsklemmen zijn voorzien voor de aansluiting 2 kabels van 3 x 2,5 mm². De lamp wordt horizontaal gemonteerd. Aansluiting : vijfpolige insteekklemmen.

Type 5 : TC-DEL 1 x 24 W Type 6 : TC-DEL 2 x 18 W Type 8 : TC-DEL 1 x 26 W

Wandlamp/plafondlamp voor binnen Uitrusting :

De lamp is vervaardigd uit aluminiumgietijzer, wit gelakt en vernist

Optiek : bevat een lichtverstrooier uit volledig gesatineerd geperst glas. De lichtspiegel is uit aluminium en bevat dichtingen uit expansiepolymeer.

Omvat

Levering, plaatsing en alle benodigdheden.

Meetcode

Forfaitaire hoeveelheid per type verlichtingstoestel.

(63)461 BUITENVERLICHTING.

Betreft

Titel volgens aanwijzingen op plannen en voorschriften voor de buitenverlichting en de ingang van het gebouw (type 9 – 10 – 11).

Referentiedocumenten

Zie : Voorschriften van de fabrikant.

(22)

Algemene voorschriften

Het geheel is in overeenstemming met voorschriften inzake radio–ontstoring CISPR15.

Bijzondere vereisten

Type 9 (1x 18 W) - Wandlamp buiten 1x 18 W Type 10 (2 x 18 W) - Wandlamp buiten 2 x 18 W Wandlamp/plafondlicht voor buiten

Beschrijving :

• Lichtverstrooier in polycarbonaat voor een homogene verlichting

• Polymeren afdichtring

• Thermoplastische lichaam

• Eenvoudig(e) onderhoud/lampvervanging met Camlockafsluitingen

• De elektrische schakel- en verdeeltoestellen zijn ingebouwd

• Beschermklasse IP65 – IK08

• Beschermklasse I en elektronisch ballast van klasse A2

Type 11 - (1 x 50 W) - Schijnwerpers met metaaliodidelamp HI.

Draaibare buitenspot samengesteld uit :

Beschrijving :

- Lichaam en voedingskist uit aluminiumgietijzer van hoge kwaliteit - Glazen afsluiting van 5 mm dikte en behandeld

- Bevestigingslier in verzinkt staal met pakkingsbus - Schroefwerk in roestvrij staal

- Toegang tot de lamp door opening van de voorruit, bevestigd met klemmen in roestvrij staal - Metaaliodidelamp ontworpen voor een werking in vertikale stand, lamphouder in de hoogte - Vermogen : 50 W

- De lamp is IP 65 – IK08.

Omvat

Levering en plaatsing, met inbegrip van alle benodigdheden, met inbegrip van lamp, mast en sokkel.

Meetcode

Forfaitaire hoeveelheid per type verlichtingstoestel.

(63)481 NOODVERLICHTING.

Betreft

Titel volgens aanwijzingen op plannen en voorschriften voor de noodverlichting van de lokalen en vluchtwegen (types 7 – 12).

(23)

Referentiedocumenten

NBN S21, namelijk S21–203 en 204 NBN L13–005

ARAB

Bijzondere vereisten

Het autonoom noodverlichtingstoestel van het niet permanent en fluorescerend type met zuinig verbruik, verschaft een verlichting van 1 of 5 lux volgens NBN L13–005 gedurende 1 uur autonomie.

De testresultaten, evenals de aard van het mogelijk defekt worden visueel weergegeven door middel van led's.

Pictogrammen voor de aanwijzing van nooduitgangen volgens de voorschriften van ARAB en normen.

Plaatsing van de toestellen en de pictogrammen in overeenstemming met de normen.

Type 7 : Verlichting TC-DEL – samenstel normaal/noodverlichting 2 x 28 W

Wandlamp/plafondlamp voor binnen voor de normale verlichting en de noodverlichting Uitrusting :

De lamp is vervaardigd uit aluminiumgietijzer, wit gelakt en vernist

Optiek : bevat een lichtverstrooier uit volledig gesatineerd geperst glas. De lichtspiegel is uit aluminium en bevat dichtingen uit expansiepolymeer.

Type 12 : autonome hermetische noodblok 1 x 8 W

Het autonoom noodverlichtingstoestel van het niet permanent en fluorescerend type met zuinig verbruik, verschaft een verlichting van 1 of 5 lux volgens NBN L13–005 gedurende 1 uur autonomie.

Uitgerust met geïntegreerde schakeling en een elektronisch inwendig uurwerk die automatisch volgende testen uitvoeren :

– wekelijks : de controle van de omschakeling naar noodverlichting en de lichtverwekking door de buis;

– driemaandelijks : een autonomietest van de staat van de batterij.

De programmatie van deze testen gebeurt op het door de gebruiker gekozen tijdstip (uur en dag).

De lichtverstrooier is in polycarbonaat.

Het toestel is geplaatst op een voorplaat (verwijderbaar)

Opstelling van de toestellen en pictogrammen in overeenstemming met de normen.

Omvat

Levering, plaatsing en alle benodigdheden.

Meetcode

1. Forfaitaire hoeveelheid per type verlichtingstoestel

2. pictogrammen : pro memorie – begrepen in de prijs van het toestel

(63)501 INDRINGINGSDETECTIE.

Betreft

Volgende inrichting heeft de waarschuwing en de afschrikking tegen vandalisme en diefstal tot doel.

(24)

Ze steunt op het toezicht op de staat van de toegangen (deuren en vensters) door middel van een reeks magnetische kontakten in serie in lusvorm en door aanwezigheidsdetectoren op verschillende plaatsen van het gebouw opgesteld.

Opgelet : maximum 4 detectoren per lus.

De waarschuwing, veroorzaakt door een beveiligingsonderbreking, heeft tot gevolg de werking van een buiten- en binnensirene en de gelijktijdige aansteking van de verlichting van de inkomhall en van de buitenverlichting.

Bijzondere vereisten

Behoudens tegenstrijdige voorschriften in de aanvullende technische clausules hieronder, is de installatie in overeenstemming met de voorschriften van het Typebestek 400.E 01 hoofdstuk f "veiligheids- en beschermingsinstallatie tegen diefstal", aangevuld of gewijzigd zoals volgt :

De detectie-installatie is erkend door B.V.V.O

Ze moet tevens beantwoorden aan de INCERT-normen (INCERT-attest) zie www.incert.be

§ 1.1. : « de installatie is van het automatische type »

§ 1.2. : « zelfbeveiliging van de inrichtingen »

§ 2.1. : « automatische detectieinstallaties voor indringing of inbraak » 2.1.0. « Algemeenheden »

2.1.1. « installatie in kringloop doorlopen door een waakstroom »

§ 2.4. : « plannen – officiële erkenningen ».

Aanvullende technische voorschriften

Centrale eenheid

Geplaatst in een beveiligd elektriciteitlokaal

De centrale is van het adresseerbare type en elke detector of ander onderdeel beschikt over een adres, dat in geval van indringing de plaatsbepaling toelaat of het defekt in de installatie.

Uitvoering onder de vorm van een stalen kist.

Uitgerust met een voortdurend opgeladen noodvoeding.

Mogelijkheid voor een latere aansluiting van de uitbreiding van het detectienet (aansluiting aan een telefoonlijn) op een ander aanvullende detectiesysteem.

Uitgerust met een zelfcontrolesysteem in kringloop.

Lichtsignalisatie voor het onder spanning brengen en voor stilstand door storing.

Licht- en geluidssignalisatie voor de in waakstand stelling met toezicht op de staat van de toegangen.

Waakstand stelling met toezicht op de staat van de toegangen.

De centrale eenheid wordt zelf door een detectiekring gecontroleerd.

Inwerkstelling reeds vanaf de aanbrenging van de code.

Voedingsspanning : 230 V.

Uitgerust met een contact 230 V voor de bediening van de verlichting van de gangen en van buiten.

Een codeklavier laat toe twee verscheidene zones van de installatie te controleren. De eerste, de ingang van het gebouw, de tweede, de rest de cafetaria.

Magnetische contacten Samengesteld uit twee delen :

Dubbel contact om in de omlijsting van de ramen in te bouwen.

Magneet in het beweegbaar raamdeel.

Onzichtbare installatie bij gesloten ramen; ze worden voor de montage van de ramen geplaatst.

Opgelet : maximum 4 magnetische detectoren per lus.

Codeklavier

Het klavier is in het sas geplaatst; de code wordt ingetoest. Na een bepaald tijdsverloop, worden het alarm en de verlichting in werking gebracht.

(25)

De buiten- en binnensirenes moeten voorzien worden.

Passieve infrarode aanwezigheidsdetectie Zie artikel (63)320

Leidingen

De leidingen worden onder buis aangelegd en zijn in overeenstemming met de clausules van het artikel (63)201 van huidig bestek.

Verbinding naar buiten

In geval van waarschuwing, wordt de installatie overgeschakeld naar de digitale overseiner.

Omvat

Levering en plaatsing met inbegrip van alle benodigdheden.

Meetcode

1. Centrale eenheid : globale prijs

2. Magnetische contacten : forfaitaire hoeveelheid 3. Codekist : forfaitaire hoeveelheid

4. Aanwezigheidsdetectoren : forfaitaire hoeveelheid

5. Leidingen van de detectoren, met inbegrip van de verbindingen voor buiten : globale prijs.

6. Binnensirene : forfaitaire hoeveelheid 7. Buitensirene : forfaitaire hoeveelheid

8. Aansluiting aan de digitale alarmoverseiner voorzien in de brandinstallatie : globale prijs

(63)502 INRICHTING VOOR BRANDMELDING.

Betreft

Titel volgens aanwijzingen op plannen en voorschriften voor branddetectie van de gebouwen, alarm en waarschuwing in het gebouw.

Referentiedocumenten

CGCTCP aflevering Bestek 104 Index Bestek 901 NIT STS NBN

Technische documentatie van de fabrikant/leverancier.

Bijzondere vereisten

De alarm/waarschuwinginstallatie moet door A.N.P.I. en door B.V.V.O erkend worden.

Ze beantwoordt aan de BOSEC-normen (BOSEC-certificatie). Zie www.BOSEC.be.

(26)

Ze is in overenstemming met de voorschriften van het typebestek 400.E01 par. H, aangevuld of gewijzigd als volgt.

Huidige aanneming omvat de levering, de installatie en de aansluiting van het alarm- en waarschuwingsysteem in geval van brand of andere ramp.

Alle plaatsaanduidingen en aanwijsplaatjes zijn tweetalig.

Alle plaatsaanduidingen en aanwijsplaatjes zijn tweetalig.

De installatie omvat :

– het centraalbord "TI" geplaatst in het lokaal van de meters

De centrale is van het type “adresseerbaar” en elke detector of ander onderdeel beschikt over een adres dat toelaat ze te lokaliseren ingeval van inbraak of defekt van de installatie.

Het melderbord TIR bevindt zich in het kantoor van de directrice.

– de digitale alarmoverseiner en zijn aansluiting – branddetectoren opgesteld in blootgestelde lokalen – waarschuwingsdrukknoppen verdeeld over het gebouw

– alarmdrukknoppen geplaatst op het centraalbord TI, de melder en de trap van de appartementen.

– voedingseenheid opgesteld in het bord "TI" en de melder – seinzoemers

– alarmsirenes

– schakeling met het verwarming- en ventailatiebord van de appartementen – schakeling met het gaslekdetectiebord

– schakeling met het bedieningsbord voor de rookafvoer van de trap – schakeling met de verlichting van de ontruimingswegen

– schakeling voor de terugkeer van de lift naar de gelijkvloers.

– leidingen en hulpstukken noodzakelijk voor de goede werking van de installatie.

Vóór de aanvang van de werken, zal de aannemer aan de leiding van de werken een model van elk toestel voorleggen dat hij wenst aan te wenden.

Werkingsprincipe

Op het voorvlak van de borden "TI" en "TIR" wijst een lichtverklikker erop dat de installatie werkelijk onder spanning gezet werd en gebruiksklaar is.

De alarmsirenes worden rechtstreeks bediend door de werking van de alarmdrukknop die enkel op het "TI" (TIR) geplaatst is.

In geval van stroomuitval behoudt de installatie een autonomie van minstens 48 uur.

De werking van een detector heeft tot gevolg :

– de aanzetting van zoemers door een intermitterend signaal op het centraalbord "TI", in het onthaalkantoor van de eerste verdieping;

– de aansteking van de individuele signaallamp op de detector;

– de aansteking op de "TI" (TIR) van de detectiezone;

– de aansteking van de ontruimingswegen volgens de bijzondere vereisten beschreven in artikel (63)320 – bijzondere verlichtingsbedieningen.

– de geluidsseininrichting moet in werking blijven zolang de waarschuwing niet werd opgegeven.

De uitschakeling van de waarschuwing gebeurt enkel vanuit het "TI" (TIR).

Na onderzoek van de toestand kan indien nodig een alarmsignaal gegeven worden om het gebouw te ontruimen.

Ingeval de waarschuwing binnen een degelijk termijn (instelbaar tussen 30 seconden en 10 minuten) niet wordt opgegeven wordt het alarm automatisch ingeschakeld.

Indien het alarmsignaal hetzij door de alarmknop op de TI (TIR), hetzij door de automatische inschakeling, aan de sirenes, verspreid over het hele gebouw, wordt gegeven, wordt de elektrische voeding van het verwarmingsbord

(27)

onderbroken en de afsluiter van de gastoevoer in de stookplaats automatisch gesloten, en worden de ontrokingsventilatoren stopgezet en blijven de toegangswegen tot het gebouw verlicht.

Ontroking

In geval van brandalarm, wordt de elektrische voeding van de ventilatie verplicht onderbroken.

Centraalbord

Plaats : meterlokaal

Het bord heeft een modulairbouw met elementen die door pencontacten worden ingestoken en in de metalen muurkast met glazen deur ingebouwd zijn.

De volgende seininrichtingen en bedieningen zijn voorzien :

a) algemeen

– schakelaar voor in– en buitendienststelling;

– seinlampen : in dienst, netaansluiting, werking onder batterij, voedingsstoring, enz...

– waarschuwingssignaal door middel van een zoemer – afzetten van de zoemer

– seininrichting voor de aanduiding van de detectiezone (zie schema branddetectie).

– drukknop voor algemeen alarm door middel van sirenes verspreid over het gebouw.

Deze knop is zodanig beschermd dat hij niet bij toeval wordt ingedrukt.

b) bij detectiekring

– signaallamp (in geval van detectie of door een waarschuwingsknop in te drukken);

– melding van kringdefect

– buitendienststelling van de kring;

– wederinschakeling na werking.

De voedingsblok omvat een dichte batterij met automatische lader.

In geval van onderbreking van de elektrische stroom bedraagt de autonomie van de hele installatie minstens 3 uur in wachttoestand en 1 uur in alarmtoestand.

Om de capaciteit van de batterij te bepalen, houdt de aannemer rekening met het feit dat wegens de onderbreking van het verwarmingsbord, de sirenes en de herhalingsborden eveneens door deze batterij moeten gevoed worden.

De waarschuwingsstroomlopen werken met behulp van normaal gesloten contacten.

Elk waarschuwingssignaal dat door de centrale werd veroorzaakt, moet in werking blijven en kan enkel gelding door een handeling op het "TI" (TIR) opgeheven worden.

Voor zover ervan niet afgeweken wordt door deze technische clausules, zijn de voorschriften van het type–bestek 400, deel 400.E.01 toepasselijk.

Het registreertoestel voorzien in het type–bestek moet niet geleverd worden.

Ionische detector

Werkingsprincipe : de verbrandingsgassen, zelfs onzichtbaar, veroorzaken een onevenwicht tussen twee ionisatiekamers.

Het onevenwicht verwekt een signaal op het centraalbord. Bepaalde ionische detectoren zijn van het type met vertraagde werking en vooraf ingestelde gevoeligheid.

Erkenning : de detector moet door het Ministerie van Volksgezondheid erkend zijn.

Opbouwmontage.

Digitale alarmoverseiner

De digitale alarmoverseiner is in een metalen behuizing gemonteerd en wordt in 230 V gevoed.

Het voedingsblok omvat een waterdichte batterij met een automatische lader.

In geval van stroomonderbreking beschikt het toestel over een autonomie van 48 uur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

9) Heeft u problemen met andere regelgeving op het gebied van verkeer en vervoer?. O

Indien de raad van mening is dat er met dit bestemmingsplan sprake is/blijft van een goede ruimtelijke ordening, kan de raad besluiten het bestemmingsplan vast te stellen.. Indien

GBB: vinden uitgangspunt voor technische maatregelen en voorzieningen periode 2 tot 5 jaar te kort dit moet zeker 5 tot 10 jaar worden. Financieel overzicht: zien loonkosten

Men kan niet beweren dat die honderden huizen in aanbouw in Beuningen en Ewijk nodig zijn om aan de behoefte van deze twee kernen te voldoen.. In die twee kernen is er geen

"Maar hoe kwam u in deze ongelegenheid?" vroeg CHRISTEN verder en de man gaf ten antwoord: "Ik liet na te waken en nuchter te zijn; ik legde de teugels op de nek van mijn

"Als patiënten tijdig zo'n wilsverklaring opstellen, kan de zorg bij het levenseinde nog veel meer à la carte gebeuren", verduidelijkt Arsène Mullie, voorzitter van de

"Patiënten mogen niet wakker liggen van de prijs, ouderen mogen niet bang zijn geen medicatie meer te krijgen. Als een medicijn geen zin meer heeft, moet je het gewoon niet

De betrokkenheid van gemeenten bij de uitvoering van de Destructiewet beperkt zich tot de destructie van dode honden, dode katten en ander door de Minister van