• No results found

Past de rol van trainer mij?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Past de rol van trainer mij?"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Past de rol van trainer mij?

Voor wie is de test bedoeld?

Deze test is voor bedoeld voor iedereen die wil weten of het trainersvak iets voor hem of haar is. Het kan zijn dat je gedurende je studie of aan het einde van je studie je wilt oriënteren op het trainersvak. Het kan ook zijn dat je uitgekeken bent op je huidige baan en uit bent op een nieuwe uitdaging en al een tijdje rondloopt met het idee mensen in hun ontwikkeling te ondersteunen. Daarnaast kan het voorkomen dat je wel eens een (interne) training hebt gegeven en dat je daar erg enthousiast over bent geraakt. Al met al genoeg redenen om eens op onderzoek uit te gaan naar verborgen ambities en talenten.

Oriënteren op het trainersvak

Met deze test pretenderen we echter niet ‘De Waarheid’ over jouw carrière te verkondigen. Daarvoor zijn meerdere oriënterende acties nodig, zoals:

• Een gesprek met een trainer die al langer in het trainersvak actief is.

• Het zelf volgen van een training ‘didactische vaardigheden’.

• Het zelf ontwikkelen en geven van een training binnen je eigen werkterrein.

• Voor groepen staan en presentaties geven.

De test1 is zo opgebouwd, dat je allerlei situaties krijgt voorgelegd waaruit jij een keuze kunt maken. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling het sociaal wenselijke antwoord eruit te lichten, als deze al zou bestaan. Kies wat je hart je ingeeft en wat voor jou realistisch is. Deze situaties zijn vergelijkbaar met allerlei situaties waar je als trainer je in kunt begeven. De test is dan ook vooral bedoeld om je aan het denken te zetten…waar begin je aan…of begint het te jeuken!?

1 Bron Lianne Kaufman

(2)

Trainerstest

1) Je hebt tijdens je vakantie een ontzettend boeiend boek gelezen. De personages zitten dagenlang nog in je hoofd; het verhaal zet je echt aan het denken. Je kan familie, vrienden en collega’s dit boek zeker aanraden.

a.

Ik denk meestal niet lang na over een boek of over een film. En ik heb niet de behoefte anderen aan te sporen om hetzelfde boek te lezen.

b.

Vol enthousiasme vertel ik in het kort over het verhaal en geef ik aan wat mij zo boeit. Meestal willen anderen zo’n boek dan ook meteen lezen.

c.

Omdat ik zoveel over het boek nadenk, praat ik er vol vuur en vlam het liefst de hele avond over. Ik kan er niet meer over ophouden.

d.

Ik kan lang over het verhaal nadenken maar heb niet de behoefte dat met veel mensen te delen.

Meestal praat ik er met een paar goede vrienden over.

2) Je eerste werkdag op het training- en adviesbureau. Wat doe je?

a.

Je loopt rond in het pand en spreekt je toekomstige collega’s aan en maakt afspraken om kennis te maken.

b.

Je richt je werkplek in om je lekker thuis te voelen en begint een goed gesprek met je kamergenoot.

c.

Je spreekt met de ondersteuning die te kennen gaf dat je e-mail / telefoon / camera spullen kunt ophalen, inclusief een instructie. Goed om eerst je gereedschap te leren kennen.

d.

Bij de vlugge rondleiding die je hebt gehad heeft de directeur je de bibliotheek laten zien (het hart van alle trainingen). Hier staat alles opgeslagen. Ook de trainingen die je straks als eerste moet doen. Je besluit de eerste ochtend alvast de belangrijkste info te verzamelen.

3) Terugkijkend naar je jeugd; welk bijbaantje sprak je het meest aan:

a.

Barman en eten opscheppen in de mensa.

b.

Rondleidingen geven in een museum.

c.

Nachtportier.

d.

Dierentuinmedewerker.

4) Je besluit om met een groep vrienden naar de waddeneilanden te gaan.

Wat neem je het liefst op je:

a.

Je bekijkt de weerberichten. Als het risico op slecht weer aanwezig is, bedenk je alvast een alternatief plan voor jezelf.

b.

Je informeert bij het VVV wat er allemaal te doen is, rekening houdend met wat de anderen leuk vinden. Vervolgens leg je de opties aan de anderen voor.

c.

Je ziet hoe het weekend verloopt, je hebt niet zo de behoefte om je te bemoeien met de activiteiten.

d.

Eén ding weet je zeker; jij komt om uit te rusten, laat de anderen maar wadlopen, fietsen door de duinen en het gezelschapspel ‘Kolonisten van Catan’ doen.

5) Je collega komt naar je toe met een verdrietige blik na het voeren van het functioneringsgesprek met de leidinggevende. Het is duidelijk dat je collega ontzettend baalt en van slag is. Wat doe je?

a.

Je geeft haar advies over hoe ze de argumentatie van de leidinggevende had kunnen opvangen/ of ombuigen/ en geeft advies over hoe ze het best zo een lastig gesprek kan voeren om er alsnog het beste er uit te halen.

b.

Je vertelt haar dat ze niet de enige is. Het is nu eenmaal een slap jaar geweest. Zo heeft iedereen een stevig gesprek gehad. Je zegt dat ze het zich niet te persoonlijk moet aantrekken.

c.

Je laat haar zoveel mogelijk haar verhaal doen en vraagt door om waarom het zo een vervelend gesprek was. Je toont begrip voor haar emoties.

(3)

d.

Ook jouw gesprek was niet lekker verlopen. Je vertelt haar over hoe je jouw gesprek een plaats heb gegeven. Je weet zeker dat ook haar dat kan helpen om de draad weer goed op te pakken.

6) Wanneer je in de winkel geholpen wordt bij de aankoop van een product valt het volgende je als eerste op:

a.

Dat de verkoper je precies weet te vertellen wat het apparaat allemaal kan en je goed kan uitleggen hoe je het moet bedienen.

b.

Hoe de verkoper zich kleedt. Hij is op de hoogte van de laatste mode, die aansluit bij jouw smaak.

c.

Valt je op dat hij een training klantvriendelijkheid heeft gevolgd. Hij is een zeer enthousiaste en vriendelijke verkoper en vertelt je alles over de uitgebreide garantie en service.

d.

Valt je op hoe hij je bespeelt door op een bepaalde manier vragen te stellen en dingen te vertellen over het product.

7) Je gaat naar een interessant congres waar een oud-collega een lezing houdt. Na 1 minuut ben je al afgehaakt en zie je dat het publiek niet geboeid het raam uitkijkt. Naderhand komt je oud-collega naar je toe en vraagt wat je ervan vond. Wat zeg je?

a.

Ik ben eerlijk en direct en zeg dat ik na 1 minuut al afgehaakt was en dat ik denk dat hij/zij gewoon geen spreker is.

b.

Ik begin snel over iets anders.

c.

Ik probeer aan te geven wat mij opviel tijdens de lezing; dat ik de spanning in het verhaal miste en dat ik zag dat het publiek uit het raam keek.

d.

Ik adviseer mijn collega om naar een training ‘spreken in het openbaar’ te gaan, omdat ik daar zelf ook goede ervaringen mee heb.

8) Voor je werk moet je aan de andere kant van het land zijn voor een belangrijke bijeenkomst. De afspraak is om 08.30 uur gepland met 4-tal externe partijen. Je kent de stad niet, je weet dat je in het centrum moet zijn en dat het daar momenteel opgebroken is. Hoe pak je dit aan?

a.

Ik vertrek ’s ochtends heel vroeg met de auto en hoop erop dat het wel mee zal vallen met de files.

b.

Ik vind het vreselijk eenzaam om de avond daarvoor in een hotel in de buurt te overnachten, ook al wordt dit door mijn werk geregeld en vergoed.

c.

Ik ben geen ochtendmens en probeer de afspraak te verzetten.

d.

Ik vertrek die avond daarvoor en overnacht in een hotel in de buurt.

9) Je moet voor je werk een presentatie geven over de voortgang van een project. Hoe pak je dit aan?

a.

Meestal probeer ik anderen in te schakelen, zodat ik niet teveel in het middelpunt van de belangstelling sta.

b.

Ik bereid me goed voor, omdat ik het spannend vind om een presentatie te geven. Met een helder gestructureerd verhaal en wat anekdotes weet ik de toehoorders te boeien.

c.

Ik vind het leuk om presentaties te geven en hoef me daar niet druk om te maken. Ik ken de inhoud en red me wel.

d.

Ik kan me dagenlang voorbereiden op een goede power point presentatie, met gelikte spreadsheets en voorzien van de nieuwste techniek.

10) Je bent betrokken bij een langdurig project (van minstens een half jaar). Jullie komen met de projectgroep eens per week samen. Het lijkt maar niet op te schieten, soms heb je het gevoel weer van voren af aan te moeten beginnen. Wat doe je?

a.

Op een gegeven moment geef ik mijn mening tijdens het projectoverleg en geef ik aan dat we het nog steeds over hetzelfde hebben als in de eerste fase van het project en dat mij dat frustreert.

b.

Ik span mij maximaal in om een zinvolle bijdrage te leveren in de hoop dat het project voortgang boekt. Ik kan alleen mijn best doen.

(4)

c.

Ik ben geen projectleider en wil de projectleider ook niet voor de voeten lopen. Bovendien duren sommige projecten nou eenmaal wat langer omdat er veel besproken moet worden en het beter is vanuit consensus te werken. Ik heb daar verder geen moeite mee.

d.

Ik zoek buiten het projectoverleg een paar collega’s op om er eens over te praten. Wie weet denken zij er hetzelfde over en kunnen we een andere aanpak kiezen.

11) Humor in een professionele omgeving staat voor jou als:

a.

Water staat tot vuur.

b.

Vis staat tot water.

c.

Als zonsondergang staat tot liefde.

d.

Geen van bovenstaande.

De scores:

Scores (8-11)

Nog geen trainer? Je beschrijft jezelf als iemand die het trainersvak in zijn bloed heeft! Laat dit talent niet verloren gaan. Wanneer je nog geen trainer bent; ga dan direct op zoek naar soortgelijke klussen in je omgeving. Je zult je als een vis in het water voelen. Om je kwaliteiten verder uit te bouwen raden we je aan om gericht trainingen te volgen, waarmee je het trainersvak goed onder de knie krijgt.

Scores (4-7)

Trainen is een vak! Het is niet zo dat je dit vak er even makkelijk bij doet. Je hebt wel degelijk potentie om door te groeien tot een goede trainer. Vraag jezelf wel af of dit echt jouw vakgebied is, of in welke mate je trainingen wil geven. Het volgen van een training bij KSG Berenschot zal ertoe bijdrage dat je in de basis een goede training kunt geven.

Scores (0-3)

Het trainersvak ligt niet direct voor de hand. Stel jezelf de vraag waarom je nu eigenlijk echt dit vak in wilt.

Voor de groep zul je wel moeten rekenen op enige weerstand van deelnemers.

De antwoorden:

1b. 2a. 3b. 4b. 5c. 6d. 7c. 8d. 9b. 10a. 11c.

Competenties

Ten slotte voor alle duidelijkheid: in de test ben je op verschillende gedragscomponenten (competenties) getest. Deze competenties achten wij van belang in het trainersvak:

Presentatie vaardigheid

Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze aan een groep en maakt daarbij gebruik van ter zake doende middelen.

Communicatief vermogen

Brengt op een begrijpelijke en acceptabele wijze, in een daartoe geëigende vorm, een boodschap over aan anderen.

Inlevingsvermogen

Is alert op de behoeften en gevoelens van anderen en heeft het vermogen om daarop sensitief en effectief te reageren.

Zelfstandigheid

Functioneert zonder hulp van anderen, gaat zelf aan de slag in plaats van af te wachten.

(5)

Overtuigingskracht

Oefent door middel van overredingskracht, persoonlijk overwicht en tact invloed uit op het standpunt (en de houding) van anderen.

Prestatiegerichtheid

Brengt de energie en de wil op om tot prestaties te komen.

Analytisch vermogen

Onderzoekt, herkent en begrijpt de essentiële elementen van het vraagstuk en rafelt deze uiteen.

Onafhankelijkheid

Is autonoom in zijn/haar gedrag, durft eigen standpunten tegenover anderen te handhaven en te verdedigen.

Stijlflexibiliteit

Is bereid en in staat om zijn eigen ideeën, werkwijzen en gedragsstijl bij veranderende omstandigheden, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen aan te passen.

Sociale vaardigheid

Is gericht op sociale contacten en is in staat op verschillende niveaus relaties met mensen op te bouwen en te onderhouden.

Lerend vermogen

Anticipeert op eisen die in de toekomst gesteld kunnen/zullen worden. Heeft het vermogen en de motivatie om zich verder te ontwikkelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

extracurriculaire activiteiten / meer ruimte voor flexibilisering om meer aandacht te kunnen geven aan (bepaalde) groepen leerlingen

Een slecht gesoci- aliseerde hond kan voor de rest van zijn leven allerlei angsten ontwikkelen voor situaties en prikkels waar hij nog nooit eerder mee in contact is

De lof weerklinkt door het heelal Gods’ kind’ren zingen overal.. Gloria, Gloria voor de

Als we bijvoorbeeld kijken naar de resulta- ten voor de eerste vraag, over de aantrekke- lijkheid van de sollicitant voor de aangebo- den functie, dan zien we dat iemand met

Door middel van een schriftelijke enquête werd onderzocht of de ervaring, het adaptief verko­ pen en klantgericht handelen, alsook het citi- zenship-gedrag van de

De dialoog vindt plaats door samen te bidden, en al doende leg ik voor wat er in mijn hart leeft aan spijt en verdriet, aan verlangen naar een nieuw begin: ik toon mezelf zoals ik

De vaardigheden die in dit boek beschreven worden, kunnen je ook helpen relatie- problemen op te lossen, beter om te gaan met stress, je zelfwaardering te vergroten, minder angstig

Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kunnen noch de auteurs noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien