• No results found

Jansbeek ekklesia THUISVESPERS 7 MAART e zondag van de 40 dagentijd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jansbeek ekklesia THUISVESPERS 7 MAART e zondag van de 40 dagentijd"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jansbeek ekklesia

THUISVESPERS 7 MAART 2021

3e zondag van de 40 dagen

tijd Hartstocht voor uw huis

‘De dauw is vol van licht, als scheuren in glas’

We vieren deze vespers thuis. Als je wilt, beluister dan een paar keer

de antifonen bij de psalmen via de links. Zorg dat je goed zit, deze

teksten bij de hand hebt en zo mogelijk de komende tijd niet gestoord

wordt. Steek een kaars of waxinelichtje aan. Neem even de tijd om

tot rust te komen voor je aan de vespers begint.

(2)

Openingsgebed Goede God,

Op deze derde zondag van de

40-dagentijd maken wij het stil in onszelf We sluiten ons aan

Bij velen die op dit uur tot u bidden En laten ons leiden door wakkere geesten Vrouwen en mannen

Dichters en psalmdichters Die ons inspireren.

Geef dat ons bidden en zingen Onze aandacht en onze stilte Vruchtbaar mogen zijn in uw ogen Dat vragen wij u in Jezus naam Amen

Uitnodiging

God, herschep mijn hart, maak het zuiver

Openingslied

Een dubbel lied van veertig regels

Door vasten en versterving, door water en woestijn, geleidt ons zijn ontferming en voert ons aan het eind de gouden straten binnen en door de gouden poort, zo laat ons Gode dienen en vragen naar zijn Woord!

Mijn ogen zijn gevestigd op God of Hij mij redt.

Mijn hart, hoezeer onrustig, heb ik op Hem gezet.

Kan ik de nacht verduren waarin God verre zijt?

Gij zult mijn gangen sturen

in `t duister van de tijd.

(3)

Gedichten en Psalmen

ER HANGT HARTSTOCHT IN DE LUCHT Er hangt hartstocht in de lucht

ingehouden adem die nevels trekt boven water dampen

heet en dicht die mensen verbazen Er hangen dromen in de lucht Wat zich vormt

Is liefde voor later

Claire Vanden Abbeele

Psalm 27

1 De Heer is mijn licht en mijn heil:

wie zou ik dan vrezen?

De Heer is mijn burcht, mijn behoud:

voor wie zou ik beducht zijn?

2 Komen mij mijn belagers te na

-en zij kunnen mij levend verscheuren, Zo vijandig vervolgen zij mij –

Zij struikelen, zij vallen

3 Streken rond mij belegeraars neer, mijn hart zou niet versagen, stond een slagorde aanvalsgereed, ik zou nochtans gerust zijn.

4 Dat ene vroeg ik van de Heer, dat is al mijn verlangen:

daar te zijn - in het huis van de Heer, al de dagen mijns levens,

dat ik Gods luister aanschouw, op Hem zien mag binnen zijn tempel.

5 Hij doet onder zijn schaduwdak

mij schuilen in dagen van dreiging, Omslaan

(4)

beveiligt mij binnen zijn veilige tent.

Hij stelt mij hoog op een steenrots.

6 Zo mag ik heffen het hoofd hoog boven de vijand rondom mij, voltrek ik in zijn domein

bij geschal van bazuinen de offers. * Voor de Heer is mijn harpspel, mijn lied.

7 Heer, hoor mijn aanroep tot U, geef mij genadig uw antwoord.

8 Gij zegt - en mijn hart spreekt het na:

‘Zoekt mijn aanschijn.’ *

Uw aanschijn, Heer, wil ik zoeken.

9 Wend uw aangezicht niet van mij af, wijs uw knecht niet toornig terug, Gij die immer mijn hulp zijt geweest,

wil mij niet verwerpen en verlaten, * o God, mijn bevrijding.

Eer zij de heerlijkheid Gods:

Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne zo zij het thans en voor immer; * tot in de eeuwen der eeuwen. Amen

Antifoon

TELKENS KLINKT EEN WOORD Het licht verzand, de hoop gestrand, wij voeden ons met as.

De dood verbant, het lijden brandt, en niets is wat het was.

Maar telkens klinkt er weer een woord waarin een nieuwe toekomst gloort;

geef dat iemand die het hoort

zijn kansen niet uit angst vermoordt, maar luistert.

Het kruis zal bloeien als een roos, en niemand raakt verloren in de nacht.

En wie met open oren voor het leven koos, die geeft het woord een nieuwe kracht en luister.

P.H.H. Hawinkels

(5)

12 sloeg ik een zak om als rouwkleed een spreuk wist men die op mij sloeg;

13 mij bepraat wat daar zit in de stadspoort, op mij weten de drinkers een liedje.

Antifoon

14 Doch zelf blijf ik, Heer, tot U bidden,-

wend, God, ten goede het uur;

verhoor mij in uw grote ontferming, met uw trouw, die verlossing bewerkt;

15 trek mij uit het slijk eer ik wegzink Laat mij mijn vervolgers ontgaan, aan dit bodemloos water ontkomen:

16 dat zijn wassende vloed mij niet meevoert, dat de maalstroom mij niet omlaag trekt, niet de put zijn mond boven mij sluit!

17 Heer, verhoor mij, Gij mild in ontferming, zie mij aan in uw mateloos erbarmen;

18 wend uw aanschijn niet af van uw knecht:

bedreigd ben ik – antwoord mij ijlings.

19 Wees mijn leven nabij, wees mijn losser, maak mij vrij- mijn belagers ten spijt!

Eer zij de heerlijkheid Gods: Zo was het in den beginne Vader, Zoon en heilige Geest. zo zij het thans en voor immer; *

tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Psalm 69

2 Verlos mij, God

want het water is mij tot de lippen gekomen; * 3 in bodemloos slijk zak ik weg,

ik vind geen grond om te staan, in diepe wateren geraakt. *

En straks neemt de stroming mij mee.

4 Moegeroepen ben ik en hees, *

blindgestaard van het wachten op mijn God.

6 Gij, God, Gij weet van mijn dwaasheid, mijn misslagen zijn U niet verborgen:

7 stel om mij niet teleur die U wachten, de Heer der hemelse scharen,

laat om mij geen vernedering lijden, die U zoeken, Israëls God!

8 Want smaad draag ik om uwentwille, vernedering ligt op mijn gelaat;

9 voor mijn broeders werd ik een vreemde, een van elders voor mijn moeders zonen;

10 ijver voor uw huis heeft mij verteerd, de smaad van uw smaders trof mij.

11 Doch kastijdde ik mijzelfe door vasten, ik heb enkel aanstoot gegeven,

(6)

Psalm 62

2 Bij God alleen verstilt mijn ziel, van Hem komt mijn bevrijding:

3 mijn rots, mijn heil is Hij alleen, mijn burcht – hoe zou ik wankelen?

4 Hoe lang al loopt ge op een mens storm, rammeit gij hem eenparig?

een wand die helt, een brokkelmuur – 5 een oogmerk slechts: hem slopen!

En huichelen doen zij al te graag: * de zegenwens ligt in de mond, het hart bergt de vervloeking.

Antifoon 6 Bij God alleen verstilt mijn ziel,

van Hem blijf ik het wachten;

7 mijn rots, mijn heil is Hij alleen:

mijn burcht – hoe zou ik wankelen?

8 Mijn vrijheid rust in God, mijn eer, mijn onbezweken rots is Hij: * bij God weet ik mijn wijkplaats.

9 Verlaat, mijn volk, u steeds op Hem, opent voor Hem uw harten: *

God is voor ons de toevlucht.

omslaan ENIGE WOORDEN OVER DE ZIEL (fragment)

Een ziel heb je nu en dan.

Niemand heeft haar ononderbroken en voor altijd.

Soms verwijlt ze alleen in het vuur en de vrees van de kinderjaren wat langer bij ons.

Soms alleen in de verbazing dat we oud zijn.

Zelden staat ze ons bij tijdens slopende bezigheden als meubels verplaatsen en koffers tillen

of een weg afleggen op knellende schoenen.

Aan een op de duizend gesprekken neemt ze deel,

maar zelfs dat is niet zeker, want ze zwijgt liever.

Ze is kieskeurig:

ze ziet ons liever niet in de massa,

walgt van onze strijd om maar te winnen en van ons wapengekletter.

Vreugde en verdriet

zijn voor haar geen twee verschillende gevoelens.

Alleen als die twee zijn verbonden, is ze bij ons.

Ze vertelt niet waar ze vandaan komt en wanneer ze weer van ons verdwijnt, maar lijkt zulke vragen beslist te verwachten.

Het ziet er naar uit dat net als wij haar zij ons ook

ergens voor nodig heeft.

Wislawa Szymborska

(7)

10 Een mens – niets dan een ademtocht, vervluchtigend l zelfs de grootsten;

zij gaan op de balans omhoog nauwelijks een zucht tesamen!

11 Zoekt het in onderdrukking niet, droomt niet van roof op anderen;

wast uw bezit vervaarlijk aan, geeft uw hart niet gevangen.

12 Want eenmaal heeft God het gezegd en andermaal verstond ik: *

Kracht heeft in God zijn grondslag.’

13 Heer, de genade rust in U: * Gij handelt aan een ieder mens naar dat hij heeft gehandeld.

Eer zij de heerlijkheid Gods:

Vader, Zoon en heilige Geest.

Zo was het in den beginne zo zij het thans en voor immer; * tot in de eeuwen der eeuwen. Amen

Evangelie: Johannes 2 : 13-25

Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’

Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden,

‘en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’ Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam.

Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had.

Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende, en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat.

Acclamatie op het evangelie

Gij hebt woor den- van eeu - wig le - ven. He mel- en

aar - de zul len- ver gaan;- uw woor den- blij - ven eeu wig- be staan.- 8

& b 34

Acclamatie op het evangelie

& b

˙ ™ ˙ ™ œ œ œ ˙ œ ˙ ™ ˙ ™ œ œ œ

˙ œ œ œ œ ˙ ™ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙ ™

Gij hebt woor den- van eeu - wig le - ven. He mel- en

aar - de zul len- ver gaan;- uw woor den- blij - ven eeu wig- be staan.- 8

34

& b

Acclamatie op het evangelie

& b

˙ ™ ˙ ™ œ œ œ ˙ œ ˙ ™ ˙ ™ œ œ œ

˙ œ œ œ œ ˙ ™ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙ ™

(8)

Overweging

Ooit bezocht ik een kroeg in Galway, aan de westkust van Ierland.

De kroeg stond bekend om de goede muziek. Ik haalde een glas Guinness aan de bar en vol verwachting ging ik tussen de Ieren zitten.

De band zette een lied in en meteen viel me op hoe prachtig de stem van de zanger was en hoe swingend de band. Niemand kon zijn voeten stilhouden, refreinen werden meegezongen en bij een gevoelige ballad ging er een “ssssst!” door de ruimte en werd het doodstil. En op het hoogtepunt van de avond sprong een vrouw op een tafel en begon vol passie te dansen onder luid gejuich van alle aanwezigen.

De volgende dag ging ik naar dezelfde kroeg. Dezelfde band speelde en ook het publiek was grotendeels hetzelfde als de avond ervoor.

Weer waren mijn verwachtingen hoog gespannen maar deze keer was het anders. De zanger zong niet slecht, maar ook niet goed. De danseres bleef zitten en er werd door gevoelige liedjes heen gepraat.

Iets ontbrak er. Maar wat?

Ook in de lezing van vandaag ontbreekt iets. Maar wat dat is, wordt niet meteen duidelijk. Het verhaal, dat meestal “De tempelreiniging”

wordt genoemd, is blijkbaar belangrijk, want alle vier de evangelisten vertellen het. Het is een stoer verhaal met een woedende Jezus. Laten we ons eens mengen in de menigte daar en kijken wat er gebeurt, als omstanders, zeg maar.

Volgens Mattheüs, Marcus en Lucas is het een gewone dag in de tempel. En dan horen we zomaar opeens de gedragen stem van Jezus schallen: “Staat er niet geschreven: mijn huis moet een huis van gebed zijn?! Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!” en woedend gooit Jezus tafels en stoelen om. Er valt een stilte, stel ik me voor, maar niet voor lang. We vragen ons hardop af wat er nou mis is met die tafels in de tempel. En dan beginnen de hogepriesters te overleggen hoe het verder moet met die oproerkraaier (bij Marcus), worden de eerste blinden en lammen al weer voor Jezus neergezet (Mattheüs) en gaat Jezus verder met zijn onderricht (Lucas). En ook wij lopen verder, gaan over tot de orde van de dag.

Maar wacht, laten we nog eens terug gaan naar het tempelplein, maar nu met Johannes. Kijk om u heen. Hier staan niet zomaar een paar tafels. Nee, het hele plein staat vol. En een lawaai dat het is! Schapen verdringen elkaar blatend.

Koeien loeien en een geur van mest verspreidt zich. En u en ik, we hebben in iedere hand een fladderende duif. Het is niet zomaar een dag, het is de dag voor Pesach, het belangrijkste joodse feest van het jaar.

En kijk nu wat Jezus doet. Midden in de menigte pakt hij een touw op, windt het gedeeltelijk om zijn hand. Wat is hij van plan? Hij zwaait het touw door de lucht als een zweep. Links en rechts slaat hij om zich heen. Mensen stuiven uit elkaar, schapen en runderen beginnen te draven. Jezus graait bergen munten van de tafels en smijt ze op de grond. En dan schreeuwt hij. Hij citeert niets. Hij schreeuwt rechtstreeks in het gezicht van ons, duivenverkopers:

“Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn vader!”

Daar staan we dan met onze duiven. Met open mond en het kippenvel op de armen. Eén van de duiven wrikt zich los. Ongemakkelijk kijken we elkaar aan. Wat maakt Jezus nu zo woedend? Die woede lijkt echt uit zijn tenen te komen. Maar het is toch normaal om dieren te offeren? En die moeten toch ergens te koop zijn?

Nee, puur om die duiven kan het niet gaan. Daarvoor zijn zijn emoties te authentiek en te diep. Er moet iets anders mis zijn op dit tempelplein, iets fundamenteels.

Alles wat we hier zien is buitenkant. Je wisselt je geld, je koopt een dier en offert het en je zonden zijn je vergeven.

Maar de vraag is: in hoeverre ben je daar met je hart bij? Heb je, toen je dat offer bracht echt iets gevoeld? Heb je contact gehad met God en met elkaar?

Jezus voelt dat contact niet meer bij de mensen die hij ziet. Hij ziet mensen die plichtmatig de riten volgen en hij ziet mensen die daar goed aan verdienen. Maar de ziel is eruit. De hartstocht is weg. Van een diep contact met de Vader, zoals hij dat kent, een band die je leven op zijn kop zet, is geen sprake. En dat op de belangrijkste plek bij het belangrijkste feest van het jaar. Dat raakt hem enorm.

Wij zijn op weg naar ons belangrijkste feest: het Paasfeest. En halverwege op die weg, vraagt Johannes ons: Raakt het je nog wat Jezus zegt?

Begeestert zijn verhaal je nog? Of zoals de dichteres vraagt: is je ziel er nog bij, op momenten die er toe doen?

(9)

Vervolg

Zinvolle vragen om ons in te verdiepen in deze 40 dagen. En als u wilt, kun u ze nog concreter maken.

Bel ik uit plichtsbesef iemand die eenzaam is, of maak ik echt iets moois van ons gesprek?

Maak ik zonder nadenken hetzelfde hokje rood als 4 jaar geleden, of verdiep ik mij in wat partijen willen met de aarde en de mensen?

Zing ik enkel woorden en noten of gooi ik mijn ziel erin, zodat de muziek mij boven mijzelf uit tilt?

Laten we deze dagen de bezieling opzoeken. En “sssst!” roepen als we die bij een ander bespeuren.

Magnificat

Groot maakt mijn ziel de Heer,

en mijn geest heeft zich verheugd om God mijn Redder.

Want Hij aanschouwde de nederigheid van zijn dienares:

ja zie, van nu af aan spreken alle geslachten mij zalig.

Want grote dingen heeft Hij mij gedaan die machtig is, en heilig is Zijn naam.

En Zijn barmhartigheid is van nageslacht tot nageslacht, voor hen die Hem vrezen.

Hij heeft kracht getoond in Zijn arm,

en hoogmoedigen in de gedachte van hun hart verstrooid.

Hij stootte machtigen van hun zetel, en nederigen heeft Hij verheven.

Hongerigen heeft Hij met gaven vervuld, en rijken heeft Hij leeg weggezonden.

Hij is Israel zijn dienaar te hulp geschoten, zijn barmhartigheid gedenkend,

Zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, Abraham en zijn zaad in eeuwigheid....

Voorbeden

Laten wij bidden tot onze God, In verbondenheid met elkaar Om hoop en moed

Voor mensen die het leven zwaar valt Dat uw liefde en troost

Hen mag bereiken Om hoop en moed

Voor mensen die hartstochtelijk leven Dat ze uw liefde door mogen geven En zelf niet opbranden

Om hoop en moed

Voor mensen, waar ook ter wereld, Die moeten leven in armoede en oorlog Dat onze hulp en aandacht hen mag bereiken Om hoop en moed voor onszelf

Dat we elkaar blijven opzoeken, Troosten en verwarmen

Maak ons vindingrijk Om dat in deze tijd te doen

Lied bij de Voorbede

(10)

Goede God,

We leggen voor u neer Alles wat ons raakt

Zorgen baart, verdrietig maakt of vreugde schenkt:

……….

……….

En met de woorden die Jezus ons geleerd heeft bidden wij:

Onze Vader

Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd.

Uw koninkrijk kome.

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden

zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

Slotlied

Het lied van het oprechte vasten

(11)

Zegenbede

Moge God ons vervullen met blijdschap en hoop

Moge de vrede van Christus vreugde brengen in ons hart

Moge de Heilige Geest ons de rijkdom schenken van zijn gaven En moge Gods zege rusten op ons doen en laten, ons denken en dromen.

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Amen

Fijn dat je hebt meegedaan!

De volgende vesperviering is op zondag 4 april (1ste Paasdag) 17.00 uur, hopelijk weer live in de Waalse kerk.

Deze viering is samengesteld door Marie-Louise Vroemen ism de Vesperwerkgroep.

Foto: Klaas Eldering

Waalse Kerk Arnhem

JANSBEEK EKKLESIA ARNHEM

BEZINNEN - BEZIELEN - ONTMOETEN www.jansbeekekklesia.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als u als gast aanwezig bent in deze digitale dienst en u wilt meer weten over de protestantse gemeente Maarn-Maarsbergen, dan kunt u onze website

En dan gaat het niet om het oordelen of veroordelen van wat de een doet of de ander nalaat, nee, leert de gelijkenis, laat dat maar over aan de God die hem mededeelt ‘jij

Voor mij niet de eerste keer dat ik in de Wilhelminakerk ben, maar wel voor de eerste keer dat ik in deze kerk als voorganger mag voorgaan.. Ik zie er naar uit en zal mij nog wel

En in Jezus Christus, zijn enige zoon, onze Heer, die ontvangen is van de heilige Geest,.. geboren uit de

Hij staat nu zelf voor de keuze, waartoe hij anderen steeds uitnodigde: nl volledig vertrouwen stellen op God zijn Vader, óf schipperen en een eigen weg gaan.. Hij

- geclusterde woonvormen, ‘wonen met zorg en welzijn’, nieuwe woonvormen…... Sterke veranderingen

Omdat de slechte staat van de scholen en beperkte voorzieningen voor een groot deel debet zijn aan het feit dat kinderen niet naar school gaan wil Cordaid hulp bieden. Samen met de

Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’.. Ze gingen naar buiten