• No results found

Onze buurt aan tussenevaluatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onze buurt aan tussenevaluatie"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onze buurt aan

tussenevaluatie

mei 2004

Dordrecht

(2)

Het overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van duidelijke bronvermelding.

(3)

INHOUD

INLEIDIN

^1.1^ Almlëid^. ^

•,5Tr1|lL>'ï!. Vraagstelling"

J?-*3lC" «-^-Onderzoeksopzet ëi^VèfelnnPud rapportage

~".i^irtrS*S\.

ONZE BUURT AAN ZET IN CRABBEHOF

2 1 Inleiding 6 2.1 1 Het begin 6 2.1.2 De uitvoering 6 - 7 2.1.3 Rode draad 7

2.2 Zeggenschap van bewoners 7 .»

2.2.1 Werving en bereik 7 - 8 .;.,.:§

2.2.2 Vormen van betrokkenheid 8-9 2.3 Innovatie 9 2.3.1 Werkwijze 9 - 1 0 2.3.2 Samenwerking 10 2.4 Waardering 10 2.5 Toekomst 10

ONZE BUURT AAN ZET IN WIELWIJK

3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.5

Inleiding Het begin De uitvoering

Zeggenschap van bewoners

Werving en bereik

Vormen van betrokkenheid Innovatie

Werkwijze Samenwerking

Rol gemeente

Waardering Toekomst

11 11 11 -12 12 1 2 - 1 3 1 3 - 1 4 - 1 5 15 1 5 - 1 6 16 16 1 6 - 1 7 1 7 - 1 8

CONCLUSIES

Bijlagen

Geïnterviewde sleutelfiguren Interviewleidraad

23 24

(4)

•VS*

1.1 Aanleiding en doel ^ ^

i

'

|

^¥^£»)$

t

In het kader van de stimuleriQgsmaatregel^Onze Buurt aan Zet' heeft de gemuite Dordrecht van d^rj]|spverheid gelden ge£n2genj _voor het uitvoeren van activ1te|Éhn de wijten Wielwjjk,en Crabbehof m de p'eriodelOOl -2004. De^ernVerfte heeft aan deze gelden

eenzelfde bedrag toegey^^^activtteiten dienen tij te dragen aan het verbellren van de fysie|pfleefomgeving en de leefbaarheid en veiligheid m de wijke^^^^^tjvjërsterken varfde sociale mfras|ructuurTlentraal staat hierbij1 de,betrokkenrieid van bewoners Daarnaast zijn nieuwe^ir^^i|^iTTQ||fieJ:3èbied van ICT en maatschappëïij|'vèrantwoord ondernemen onderdeelvan"Önze Buurt aan Zet

" " "• .,* , C1" 'i T r ^ -

*.* ,~ "> •";£

In Dordrecht wordt Onze Buurt aari'Zefuitgevoerd m aanvulling of) de wTjkjaarprogramrna's diefde basis vormen voor de wijkgerichte aanpak die Dordrecht al langer hanteert. Onze Buurt aan Zet geeft hieraan een extra impuls. Hierbij wordt sterk ingezet op twee aspecten:

1. zeggenschap bewoners

2. innovatie: nieuwe activiteiten en anders (samen)werken.

Deze twee aspecten zijn onderwerp van de tussenevalüatie die Programmabureau Wijken wilde laten uitvoeren. Doel van deze tussenevaluatie Is vastte stellen in hoeverre er sprake is van implementatie van deze aspecten en wat er geleerd kan worden van de ervaringen die in Onze Buurt aan Zet met deze aspecten zijn opgedaan. De tussenevaluatie dient tevens als input voor de eindevaluatie van Onze Buurt aan Zet die begin 2005 plaats vindt. Doordat de onderwerpen ook in wijkgericht werken van belang zijn, kunnen alle betrokkenen van wijkgericht werken met de uitkomsten van de tussenevaluatie hun voordeel doen. Het Sociaal Geografisch Bureau heeft opdracht gekregen deze tussenevaluatie uit te voeren.

1.2 Vraagstelling

In deze paragraaf komen vraagstellingen betreffende de zeggenschap van bewoners en innovatie apart aan bod. Uitgangs- punt hierbij zijn de vragen zoals deze door de opdrachtgever zijn verwoord. Deze zijn op een aantal punten aangescherpt.

De vraag naar implementatie van zeggenschap van bewoners en innovatie in Onze Buurt aan Zet wordt in deze evaluatie opgevat als een vraag naar de wenselijkheid van de geconstateerde stand van zaken en de gevoelde behoefte aan verandering.

Zeggenschap bewoners

In Dordrecht staat in Onze Buurt aan Zet het stimuleren en activeren van bewoners centraal. In Onze Buurt aan Zet wordt ingezet op het verhogen van de zelfredzaamheid van bewoners en op het verbeteren van de sociale samenhang in de wijk. Hierbij wordt gestreefd naar een blijvend resultaat. Dat betekent dat bewoners niet alleen worden gestimuleerd om mee te doen, maar dat men ook probeert bewoners een voortrekkersrol te laten vervullen. Om diverse doelgroepen binnen de wijken te bereiken is een communicatieplan opgesteld.

Wat betreft de zeggenschap van bewoners worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord:

Werving en bereik. Hoe zijn bewoners bij Onze Buurt aan Zet betrokken? Hoe is hiervoor geworven en welke bewoners zijn bereikt? Is hierbij aandacht besteed aan het bereiken van 'moeilijke' groepen (bijvoorbeeld allochtonen)? Welke (groepen) bewoners zijn wel/niet bereikt?

Betrokkenheid bewoners. Op welke wijze heeft bewonersbetrokkenheid binnen Onze Buurt aan Zet vorm en inhoud gekregen?

Welke rol kregen bewoners? Is de rol van bewoners in de loop van het project veranderd (zijn zij bijvoorbeeld meer zelf initiatieven gaan ontplooien of meer beslissingen gaan nemen)? Zijn hierin ontwikkelingen vast te stellen (bijvoorbeeld richting meer zelfredzaamheid)?

Implementatie. Is de geconstateerde stand van zaken wenselijk of zou hierin iets moeten veranderen? Waar zou men wat betreft de zeggenschap van bewoners naar willen streven? En wat betekent dit voor (de aanpak van) de diverse betrokkenen?

Leerpunten/verbeterpunten. Welke leerpunten zijn er met betrekking tot zeggenschap en invloed van bewoners tot nu toe aan te geven? Welke verbeteringen kunnen worden aangebracht?

Bij

Innovatie

Binnen Onze Buurt, Onze Buurt aan Zet i

organisatorisch'alSIn'RWdliijlt'Öok wat betreft de activiteiten wil men vaststellen welke als vernieuwend kunnen worden aangemerkt.

Bij wijkgericht werken is sprake van samenwerking tussen verschillende betrokkenen. De vraag is wat er nu 'vernieuwend' is aan de wijze van samenwerking zoals deze in het kader van Onze Buurt aan Zet gestalte krijgt.

: aan Zet is een aantal activiteite£jjeuws|e|tartLandere zijn een intensivering van bestaande activiteiten, t gaat het njel^lleejiÊ maar streeft men er ook naar innoverend te werken, zowel

(5)

Wat betreft het aspect innovatie worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord:

Vernieuwende werkwijze en activiteiten. In hoeverre is er sprake van een vernieuwende werkwijze in Onze Buurt aan Zet?

En welke vernieuwende activiteiten vinden plaats? Op welke wijze en door wie zijn deze geïnitieerd? Hebben deze activiteiten geleid tot vervolgactiviteiten?

Samenwerking. Op welke wijze wordt er in Wielwijk en Crabbehof samengewerkt? Is de samenwerking sinds de invoering van Onze Buurt aan Zet 'anders' dan men daarvoor gewend was? In welk opzicht?

Rol gemeente. Wat is de rol van de gemeente in Onze Buurt aan Zet? Hoe kijken de verschillende partners tegen de rol van de gemeente aan? Hoe wordt deze gewaardeerd?

Implementatie. Is de geconstateerde stand van zaken wenselijk of zou hierin iets moeten veranderen? Waar zou men wat innovatie betreft naar willen streven? En wat betekent dit voor (de aanpak van) de diverse betrokkenen?

Leerpunten/verbeterpunten. Welke leerpunten zijn er met betrekking tot innovatie op het gebied van werkwijze en activiteiten tot nu toe aan te geven? Welke verbeteringen kunnen worden aangebracht?

1.3 Onderzoeksopzet

Vanwege de korte doorlooptijd van het onderzoek is gekozen voor een relatief snelle informatieverzameling via interviews met de beide wijkmanagers van Wielwijk en Crabbehof (projectleiding), accountmanagers van de meest betrokken gemeentelijke diensten, de politie, woning- corporatie^), het welzijnswerk, ondernemers en bewoners (zie voor een overzicht bijlage 1). De interviews zijn afgenomen met behulp van een interviewleidraad (zie bijlage 2). Deze zijn in verslagen uitgewerkt, die vervolgens ter goedkeuring aan de betrokkenen zijn voorgelegd. De interviewverslagen vormen de belangrijkste informatiebron voor de tussenevaluatie.

1.4 Inhoud rapport

In de volgende twee hoofdstukken worden de resultaten van het onderzoek per wijk besproken. In hoofdstuk 2 komt Crabbehof aan bod, in hoofdstuk 3 Wielwijk. Na een korte beschrijving van de uitvoering van Onze Buurt aan Zet in de wijk, wordt ingegaan op de onderzoeks- vragen. In hoofdstuk 4 wordt een aantal conclusies getrokken.

(6)

= I

2. ONZE BUURT AAN ZET IN CRABBEHOF | iet 2.1 Inleiding

Crabbehof is een ruim opgezette wijk met veel groen en goede voorzieningen. Een groot deel van de woningen - ;

bestaat uit goedkope en betaalbare huurwoningen. Dit maakt de wijk aantrekkelijk voor starters op de woningmarkt "^"_

maar zorgt tevens voor een grote doorstroming. Deze groep bewoners heeft minder binding met de buurt of wijk. De '''"- laatste jaren is sprake van een afnemende gevoel van sociale samenhang in Crabbehof en ook het oordeel van be-

woners over de buurt is slechter geworden. Met Onze Buurt aan Zet hoopt men deze negatieve ontwikkeling te keren. \

2.1.1 Het begin 7

Voorafgaand aan de start van Onze Buurt aan Zet zijn er diverse bijeenkomsten met bewoners en betrokken instanties geweest. Hierin

zijn globaal de thema's aangegeven waar het bij Onze Buurt aan Zet in Crabbehof om zou moeten gaan: o.m. verkeersveiligheid, * ""- groenonderhoud, speelvoorzieningen, creëren van ontmoetingsplekken en -momenten, het activeren van bewoners, wegwerken enge - T

plekken, aanpak verloedering, bevorderen veiligheidsgevoel.

Bijzondere rol voor nieuwe aanpak opbouwwerk: sociaal investeren in Crabbehof

Enkele jaren geleden is het opbouwwerk in de wijk Crabbehof gestart met de pilot 'sociaal investeren'. Centraal in deze aanpak staat "•

het bevorderen van contacten tussen mensen. Mensen laten ervaren dat ze 'erbij horen' en 'welkom zijn'. Met het uiteindelijke doel de betrokkenheid van de bewoners bij hun wijk te vergroten. Een aanpak die qua doelstellingen goed past bij Onze Buurt aan Zet. Toen

Onze Buurt aan Zet zich aandiende en er nagedacht werd over de invulling ervan kwam de behoefte aan het voortzetten en intensiveren \_

van de nieuwe aanpak 'sociaal investeren' dan ook naar voren. Daaraan is gehoor gegeven door met gelden uit Onze Buurt aan Zet 32 ' uur extra opbouwwerk in te zetten.

2.1.2 De uitvoering "

Een droom voor Crabbehof C

Tijdens de bijeenkomsten voorafgaand aan Onze Buurt aan Zet is afgesproken dat er een manier gevonden zou moeten worden waarop alle bewoners uit de wijk betrokken konden worden bij de nadere invulling van de plannen van Onze Buurt aan Zet. Dat is uiteindelijk de actie 'een droom voor Crabbehof' geworden.

'Heeft u een droom over uw wijk, schrijf hem op en kom er mee voor de dag'. Vanaf eind december 2001 worden overal in de wijk Crabbehof droomkaarten verspreid onder de bewoners: kaarten waarmee bewoners hun specifieke wensen ten aanzien van de wijk kenbaar kunnen maken.

Eind 2003 zijn er ongeveer 300 wensen ingediend. De ingediende wensen zijn zeer divers. Van een concrete wens voor een betegeld pad

tot een verzoek om meer activiteiten voor oudere mensen. Van de wens voor schone wijkcontainers tot de wens voor meer saamhorigheid : onder de bewoners. Van de wens voor een financiële bijdrage voor een feest tot de behoefte aan meer 'blauw op straat'. Wat is er in de

afgelopen jaren allemaal gebeurd? Hieronder volgt een greep uit de gerealiseerde wensen.

Een greep uit de gerealiseerde wensen

Verlichting van de achterpaden Wiardi Beckmannplantsoen

Uit een buurt in Crabbehof kwamen diverse wensen bjnnen voor een betere verlichting van de achterpaden. Alle bewoners uit die buurt hebben eerst een brief gehad waarin aangegeven werd dat men met deze wens aan de slag zou gaan. Er is een plan van aanpak gemaakt en via een tweede brief zijn alle buurtbewoners uitgenodigd om op een avond mee te praten over het plan. Uiteindelijk is de verlichting gerealiseerd. Vervolgens is - om dit te vieren - op het plantsoen een grote kerstboom geplaatst, die - gestimuleerd door het opbouwwerk * - op een feestelijke middag in december door buurtbewoners is versierd. ^ „ ., *~ f k" u-

Speelplekken Troelstraweg en omgeving ^„^^^gigfgiiiW

1

**^

1

r> • i j T i • u jj • . - ^ i , , , , , . , . . . . , •

Diverse bewoners van de Troelstraweg en omgeving hadde^i^i^ngnjgeaiêiidsvciöritieer speelplekken voor kinderen, omringd door bankjes voor de ouders. Vooruitlop^mjLhjegp^§e.^tJëGo^olw^e^éërfanti-hondenpoep actie georganiseerd en een straatfeest. De speelplekken

„ .zijq j ^ ^ *•—' tv

Extra aandacht onderhoud buitenruimte

Naar aanleiding van wensen van bewoners zijn er extra middelen beschikbaar gesteld aan Stadswerken voor het onderhoud van de buitenruimte in de wijk (aanpak bestrating, verwijderen van onkruid e.d.). Uit de wensen bleek bovendien dat bewoners de wijk op zich wel groen vinden, maar juist wat meer kleur willen. Naar aanleiding van die wens zijn er tien wisselperken met bloemen aangelegd in de wijk.

(7)

Extra inzet Buurt Service Team

Djye;se,,wensen hadden betrekking op een schonere wijk. Dat heeft geresulteerd m extra activiteiten van hit iSak van alle wijkcontamers, aanpak zwerfvuil),".

• ^'

st

6<$3§jji£Sï *i~ * unciernemen ^^-^wg™ ^55^"-" "-^IHP^V

Onde^ffietsin^irabbehof heBbenHèn pjaji gemaaktlfeiTig Samen Ondernemen m Crabbehof. Het plali omvat de inz^l^ijn/eillaricêï m/bij het^winkekentrum, «en onderling alarmeringssysteem bij winkeliers en het verbeteren van de verlichting'rondom het parkeerterrein.

De uitvoering van dit plan wordt voor eenderde gefinancieerd vanuit Onze Buurt aan7etr^ ""* \ \-

* "' •".-»'" ^ "^ ' 'S V •#*$%>•

En verder ,>"" -r^V'

- realisatie van een internetvoorziening m bibliotheek Crabbehof - cursussen intërnetgèbruik voor ouderen

-•de hoogste kerstboom van Dordrecht - . ,'•

-bijdragen aan feesten, attentie voor vrijwilligers in de wijk, jubileumkrant in kleur

- diverse wensen hadden betrekking op de verkeersveiligheid - deze wensen zijn opgenomen in het wijkverkeersplan (50)

- diverse wensen hadden betrekking op de speelmogelijkheden in de wijk - deze wensen zijn; meegenomen bij het opstellen van de Speelnota (SW) v:

- diverse wensen hadden betrekking op de veiligheid - (mede) naar aanleiding hiervan is het politieteam Crabbehof op sterkte gebracht

Bovenstaand overzicht is niet volledig. Er zijn nog diverse andere wensen gerealiseerd of (nog) in uitvoering.

2.1.3 Rode draad

De inzet van het opbouwwerk loopt als een rode draad door het verhaal. Het was nadrukkelijk niet de bedoeling om naar aanleiding van een wens achter een bureau te bedenken hoe die wens gerealiseerd kon worden. De opbouwwerkster heeft naar aanleiding van wensen contact gezocht met de 'indieners', om na te gaan wat precies de behoefte is. In sommige gevallen bleek dat niet eenvoudig, omdat er sprake was van tegengestelde belangen binnen een straat of buurt. Verder is de insteek geweest bewoners zo veel mogelijk bij het realiseren van de wens te betrekken (bijvoorbeeld door bewoners medeverantwoordelijkheid te geven voor het netjes houden van een nieuw speelveld).

De opbouwwerkster heeft niet alleen een belangrijke rol bij de realisatie van wensen, maar ook bij het stimuleren van bewoners om wensen in te dienen voor de verbetering van de wijk. Verder is er door het opbouwwerk aan de realisatie van diverse fysieke wensen (zoals de verlichting, de speeltoestellen) een sociaal 'gevolg' gegeven: een feestmiddag, het plaatsen van een kerstboom e.d . En verder geldt dat, "' diverse wensen direct te maken hadden met de inzet van het opbouwwerk, bijvoorbeeld de behoefte aan meer activiteiten voor ouderen.» ^

2.2 Zeggenschap van bewoners

2.2.1 Werving en bereik

Via de actie.... ,,

^.r?333-^_-~^ ,-,.*

Zoals gezegd is de actie 'een droom voor Crabbehof' JQgez|ÖS|i!M||^®è^\/oriers bij de verbetering van hun wijk te betrekken. Om zoveel mogelijk bewoners te bereiken met desa|t|ö||pm^^|fertenïies in verschillende (wijk)media geplaatst. Daarnaast is men met een kraam in het wmkelcentrunj.gaaij'Staiaji^rjêlffïnWwïiiekeurige wijkbewoners die langskwamen aangesproken en gestimuleerd

om ook een wens m te dienen Deze^nspanningen hebben geresulteerd in het binnenkomen van ruim 300 wensen sinds december 2001. ^^i.^^t", ."" "'

_ ...bewoners betrekken

De wensen zijn veelal het aanknopingspunt geweest waarmee men in contact is gekomen met de wijkbewoners. Daarnaast wordt betrokkenheid nagestreefd door de manier waarop de opbouwwerkster op basis van de wensen met de mensen zelf aan de slag

gaat: meepraten, meedenken, meehelpen.

Moeilijk bereikbare groepen

Hoewel het een zekere mate van betrokkenheid vereist (je moet uiteindelijk wel de moeite nemen) om voor de verbetering van je wijk een wens in te dienen is voor veel wijkbewoners het indienen van een wens geen grote stap. Er zijn echter ook wijkbewoners die (nog) helemaal geen binding met de wijk hebben, die zich er niet bij voelen horen, die de Nederlandse taal niet spreken of die om andere redenen moeilijker te bereiken zijn. Er zijn in het kader van Onze Buurt aan Zet enkele specifieke acties ondernomen om

ook moeilijk bereikbare groepen te betrekken.

(8)

f

- C pf. -- *" ~j ^ =- . t

^opbouwwerk heeft zich met haar activiteiten vooral op die bewoners gericht die zich er met bij voelen horen.ïr zijn djverse activi- teiten georganiseerd speciaal bedoeld om deze bewoners te bereiken Het meest sprekende voorbeeld is de Vrouvvenbrunch die op Inte'raafipfjale Vrouwendag in Trefpunt De Nieuwe Stoof is georganiseerd. Op deze middag waren 86 vrouwen metaÜerlei ^verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd 'jfz*

A . h w , . . .

t

. . ,

t t

,

Andere voorbeelden vatpc^^menJJ^^rspreid in de wijk) plaatsvinden zjn de vrouwenmloop, hettaaloefenen^njieTjcoTfiezitji naast de groentekraamf^a^^^pirattT^rerksteLVoorbijgangers een 'kop koffVaanbiedt en op die manier^oontacten ligfrnef a' ' wijkbewoners. Een andervoorb^el9|s,:ee:rtsjoo1:erproject, waarbij jongeren een^tursüs aangeboden Jiebbe^gkjegen onder voórw^

dat zl] niet meer met opgevoerde icooterfdoor de wijkjijden Hieruit zijn ideeën oVer een sleutelwerkptaftsjpntstaan. De betrokkei Jongeren kunnen hierove|J|||||te|n en zïjrï^gaan kijkéir bij een voorbeeldprojectdaf elders is opgezét-i1' ^^

& t • « • "ii ^sllwllil|p£*l!ïvr _T? ^ & ^r ? j " ^ ^ j^v

Nog niet bereiktfigrpepen? _ *, , ^ ' , . -v

-'^^^S^^Sra^ v^r **^- .-* -^ K \.

De geïnterviewden geven aanvdatt)n|ë'|uurt aan Zet een breed bereik Tieeft en dat er voor zover zij dit kunnen beoordelen geen groepen zijn aan te wijzen die niet bereilflzijnfWel worden er verschillende aandachtsgroepen genoemd Onder meer de Antilliaanse wijkbe- woners, bij wie men de zëlfrèdzaSmhëid'vërdër wil vergroten, zodat zij hun stem vaker via reguliere kanalen kunnen laten horen. Het opbouwwerk zou graag met de jeugd tot 12 jaar aan de slag gaan. Nu de ouders betrokken beginnen te raken en meer vertrouwen krijgen, begint er al meer aandacht te komen voor deze groep.

Meer in het algemeen wordt er opgemerkt dat het belangrijk is het evenwicht te bewaren in de aandacht voor allochtone en autochtone wijkbewoners.

2.2.2 Vormen van betrokkenheid Meedoen

Het opbouwwerk richt zich zoals gezegd vooral op de groep mensen die zich er niet bij voelt horen. De eerste stap is 'meegaan'. De opbouwwerkster probeert met een outreachende werkwijze bewoners 'over de drempel' te trekken, in contact te brengen met anderen en mee te laten doen met activiteiten. Naast 'meegaan' worden mensen gestimuleerd om ook mee te doen: meehelpen met en meedenken over activiteiten voor de wijk, zelf initiatieven nemen.

"Ontmoeting is heel belangrijk. Er is bijvoorbeeld een vrouwenbrunch georganiseerd. Uiteindelijk zijn hier door allerlei inspanningen veel vrouwen uit verschillende culturen op af gekomen. Het is al een hele stap dat vrouwen daar durven te komen. Dan zie je ook een soort sneeuwbaleffect: ze komen dan ook eens naar een andere activiteit of nemen iemand mee die er nog niet bekend mee was." (bron:

interviewverslag opbouwwerkster Crabbehof)

Meerdere geïnterviewden signaleren een toename van betrokken en geactiveerde wijkbewoners. Ook uit de verhalen van enkele bewoners zelf klinken positieve signalen. Aan het groepsgesprek met bewoners in Crabbehof namen bijvoorbeeld enkele vrouwen deel die via de opbouwwerkster betrokken zijn geraakt bij de vrouwengroep en die vervolgens zelf actief zijn geworden bij andere activiteiten. Uit deze groep zelf zijn ideeën ontstaan voor activiteiten, zoals buikdansles en fietsles.

Meepraten

In hoeverre kunnen bewoners meepraten over wat er in hun wijk gebeurt? Het is zinvol om wat dit aspect betreft een onderscheid te maken tussen de manier waarop bewoners via het wijkbeheeroverleg mee kunnen praten en de meer adhoc/informele manieren.

Een aantal bewoners van Crabbehof participeert in het wijkbeheeroverleg. Deze bewoners praten regelmatig mee over de ontwikkelingen in de wijk. Zij hebben via dit overleg ook inspraak gehad bij de plannen voor Onze Buurt aan Zet. Het gaat hier echter om een klein groepje actieve bewoners. Het is niet zo dat er door Onze Buurt aan Zet nieuwe mensen in het wijkbeheeroverleg zijn gekomen. De animo om in een dergelijk overleg te zitten is klein.

Alle bewoners van Crabbehof kunnen hun stem laten horen via de dromenactie. Zoals al eerder aangegeven probeert men op verschillende manieren zo veel mogelijk wijkbewoners deel te laten nemen aan deze actie. Het blijft meestal niet bij het indienen van een wens. De 'indieners' van een wens worden benaderd en worden gevraagd mee te denken en waar mogelijk mee te helpen. Bewoners worden in de gelegenheid gesteld mee te praten met de conceptplannen van de instanties die naar aanleiding van een wens zijn gemaakt.

Dat de inspraak van bewoners (nog) niet altijd goed verloopt blijkt uit het voorbeeld dat door een bewoner gegeven

s,

"Er was een wens Ingediend voor een speelplaats. Dit werd gehonoreerd met een plan voor een enorme grote speelplek met grote toestel- len. Daar kwam toen weer veel verzet tegen en uiteindelijk zijn er nu alleen wat speélioestellen geplaatst voor kleine kinderen. Dat komt omdat er vanuit de gemeente niet goed naar bewoners is geluisterd en men in de planfase niet meer met bewoners heeft overlegd.

Bewoners kregen e^Jmef^e^e^ïf^werK^fan waarop ze konden reageren. " (bron: verslag groepsinterview bewoners Crabbehof).

' " """"

Meebeslissen

Er worden in Crabbehof duidelijke inspanningen gepleegd om bewoners mee te laten denken en praten bij de ontwikkeling van de wijk.

Toch blijft de mate van zeggenschap die bewoners uiteindelijk hebben beperkt. Een bewoner kan aangeven wat voor type speeltoestel er

(9)

t,

moeten komen, wat voor soort bloemen er in een plantsoen moeten komen. Maar de uiteindelijke beslissing, de financiële afwegingen en verantwoordelijkheid liggen nog altijd bij de professionals.

In een enkel geval gaat het een stap verder. Zo had een aantal actieve buurtbewoners het plan opgevat een betonnen schutting te vervangen door een hekwerk met beplanting. Deze bewoners hebben uiteindelijk alles zelf geregeld, het enige dat ze nodig hadden was een bijdrage uit het budget van Onze Buurt aan Zet.

Dat het ook anders kan wat zeggenschap van bewoners betreft blijkt uit een voorbeeld in Breda. In 1999 is in Breda het project Lusten &

Lasten van start gegaan. Uitgangspunt is dat bewoners zelf maatregelen en ingrepen bedenken om de leefbaarheid en kwaliteit van hun wijk te verbeteren.

"De bewoners zijn niet alleen initiatiefnemer maar ook opdrachtgever, budgethouder, procesbewaker en onderhandelaar bij de uitvoering van het idee. Zij bepalen wat er gaat gebeuren, hoe snel het gaat gebeuren en in principe ook welke hulp ze daarbij willen hebben van bijvoorbeeld ambtenaren of adviesbureau's."

(bron: Bewoners als opdrachtgever. De Bredase projecten Lusten & Lasten en Bewoners Heuvel aan Zet. Universiteit van Tilburg, 2003).

In het plan voor Onze Buurt aan Zet is niet duidelijk aangegeven naar welk niveau van zeggenschap van bewoners men streeft. De geïnter- viewden is gevraagd hun mening te geven over de gewenste mate van zeggenschap.

Gewenste mate van zeggenschap

Er ontstaat geen eenduidig beeld als het gaat om de gewenste mate van zeggenschap van bewoners. Verschillende betrokkenen leggen de nadruk meer op het zorgen dat mensen meedoen en meepraten, dan op het meebeslissen. Volgens de opbouwwerkster is dat bovendien voor veel bewoners nog een brug te ver, zij moeten eerst betrokken raken.

De wijkmanager heeft de indruk dat mensen geen volledige zeggenschap willen. De ondervraagde bewoners van Crabbehof zijn echter van mening dat zij wel meer te zeggen zouden moeten hebben dan nu het geval is.

"Ze willen zich niet druk maken over het onderhoud van de openbare ruimte, dat moet gewoon gebeuren." (bron: interviewverslag wijkmanager Crabbehof)

"Je mag nu wel meepraten, maar de uiteindelijke beslissing nemen bewoners niet. Ze zouden eigenlijk meer moeten kunnen meebeslissen.

Ook de laatste stap moetje met bewoners zetten." (bron: verslag groepsinterview bewoners Crabbehof)

2.3 Innovatie 2.3.1 Werkwijze

Werken aan betrokkenheid

Door Onze Buurt aan Zet heeft het opbouwwerk een reeds ingezette nieuwe werkwijze in Crabbehof - sgejj

zetten en intensiveren. Het met inzet van het opbouwwerk aanpakken van praktische problemeijjn^SÉfjïiMilWlKjiWrler te praten _*. i __i_*...i_.i ^ ' . 1 - 1 j - . i_i"i.i._!.i ^^BSssi«»ïï^Ê«Ï!JSSs,iifr'r; .,._,._. • met bewoners, achterhalen wat er nog meer aan de hand is, verantwoordelijkheid gevej^aajtti^JlgciilJpryenkele geïnterviewden als vrij innovatief bestempeld, in ieder geval voor Dordrecht.

"Uit een buurtje waren er diverse wensen binnengekomen^p^r^AsijiMi^^ae^cnterpaden. Alle bewoners van de buurt hebben eerst een brief gehad om aan te geven dat de jenwen^j^^^j^jSsiffzou gaan. Er is een plan gemaakt en via een tweede brief zijn alle buurtbewoners uitgenodigd o^T,0^^^gjr^^e^faien over het plan. Later op die avond kwamen er allerlei andere dingen

naar voren die in de buurt^blekei^^^^j^emêrlVé zich ergeren aan bepaalde buren, kinderen spelen op 'ons' groene grasveld etc.

Daar is opbouvmerkstefsameri met-oWbiwoners mee aan de slag gegaan. Uiteindelijk zijn er speelplekken gerealiseerd voor kinderen, is euets leuks^gedaan, met bef grasveld en hebben bewoners zelf een actie op touw gezet om alles schoon/netjes te houden. Bewoners praien.èhdóen meer met elkaar en er komen minder klachten binnen bij corporatie en gemeente. Deze ontwikkelingen sluiten weer -goed aan bij minder concrete wensen als 'weer gezellig wonen in mijn wijk'. Het is begonnen met een concrete wens voor verlichting,

maar uiteindelijk is er veel meer gebeurd in het buurtje." (bron: interviewverslag wijkmanager Crabbehof)

Niet alle geïnterviewden zijn van mening dat de toekenning 'innovatief' op zijn plaats is. Een geïnterviewde merkt op dat het in vergelijking met 'vroeger' misschien nieuw is dat bewoners betrokken worden, maar dat het eigenlijk niet meer dan logisch is en

dat het in ieder geval geen nieuwe processen zijn die plaatsvinden.

Sneller op wensen en behoeften in kunnen spelen

Volgens meerdere geïnterviewden gaat het er met name om dat bepaalde zaken in het kader van Onze Buurt aan Zet veel sneller geregeld kunnen worden, omdat er extra geld beschikbaar is en er sprake is van minder bureaucratie.

(10)

"De overheid wil aan de ene kant heel goed luisteren naar wat de burger wil, maar aan de andere kant zit men zo strak in planningen dat men een wens van bewoners normaal gesproken pas op lange termijn kan realiseren. De activiteiten die in het kader van Onze Buurt aan Zet plaatsvinden zijn activiteiten die in principe tot het reguliere programma behoren, maar die nu snel geregeld kunnen worden." (bron: intervièwverslag wijkmanager Crabbehof)

2.3.2 Samenwerking

Niet anders, wel intensiever samenwerken

Volgens de meeste geïnterviewden is de samenwerking tussen de verschillende betrokkenen niet zo zeer anders dan voorheen, maar wel intensiever: er gebeurt nu veel meer. Eén geïnterviewde merkt op dat de relatie tussen de gemeente en de externe partners wel verbeterd is, omdat men nu ervaart dat er nu ook met de gemeente snel dingen geregeld kunnen worden.

2.4 Waardering

Goed middel

Uit de gesprekken met de betrokkenen blijkt dat men over het algemeen veel waardering heeft voor Onze Buurt aan Zet.

"Onze Buurt aan Zet is een belangrijk middel om te laten zien dat we met z'n allen echt iets willen in een wijk, het extra geld is daarbij wel de voorwaarde. Je kunt bewoners daarmee iets laten zien, wensen inwilligen." (bron: interviewverslag medewerkster Interstede)

Ook de ondervraagde bewoners zijn van mening dat uit Onze Buurt aan Zet alleen maar positieve zaken zijn voortgekomen. De leef- baarheid in de wijk is volgens de betreffende bewoners verbeterd en de negatieve uitstraling van de wijk is verminderd. Vooral de vrouwen van de vrouwengroep menen dat Onze Buurt aan Zet veel heeft veranderd en dat dit ook goed is voor de integratie en de ontwikkeling van de kinderen in de wijk.

En hoewel het Veilig Samen Ondernemen plan van de ondernemers nog maarten dele is gerealiseerd, worden ook hiervan de eerste positieve effecten al gesignaleerd.

"Door de surveillance is het rondom het winkelcentrum rustiger en veiliger geworden." (bron: intervièwverslag ondernemer Crabbehof) Meerdere geïnterviewden wijzen erop dat je een dergelijke aanpak eigenlijk ook in andere wijken zou moeten hebben.

Kanttekening

Eén geïnterviewde stelt dat Onze Buurt aan Zet een goed initiatief is als het gaat om de realisatie van zaken die op lange termijn doorwerken. Er worden in dat kader vraagtekens gezet bij de feestelijke activiteiten die uit het budget gefinancierd worden.

"Het is mij niet duidelijk welke effecten dergelijke activiteiten op de langere termijn hebben." (bron: interviewverslag ondernemer Crabbehof)

2.5 Toekomst

Meer laten zien wat je doet

Een leerpunt dat genoemd wordt is dat men vanaf het begin beter had moeten laten zien aan alle wijkbewoners wat er in het kader van Onze Buurt aan Zet allemaal gerealiseerd is. Als er in een bepaalde buurt in Crabbehof iets verbeterd is, dan zien de omwonenden dat wel, maar de bewoners in andere delen van Crabbehof niet. Er is wel aandacht aan besteed in de wijkkrant, maar die komt niet zo vaak uit en daar kan niet altijd al het nieuws in. Naar aanleiding hiervan gaat men dit jaar aan de slag met een grotere uitgave van de wijkkrant. Ook is het de bedoeling om hier meer capaciteit voor vrij te maken.

Vasthouden wat er bereikt is

Op korte termijn wordt Onze Buurt aan Zet beëindigd, er is dan geen extra budget meer. Alle geïnterviewden in Crabbehof uiten,hiej-p|e|pi|ilip|

hun bezorgdheid. *****1*""

^„^•a^SSPiaSÏ

"Het is van belang dat wat er nu bereikt is, vastgehouden wordt." (bron: mtëyie^er^jj^KewWls^f Interstede)

i^psïSir"*""'"" *"*"

Men wijst hierbij ook op de^vemjiGhJingeddié^illfriÉpefzlfn bij wijkbewoners omtrent het snelle optreden van de gemeente.

^BewDnersszqrrfhWffïnlt^zbrgd over het verdwijnen van de opbouwwerkster, alles wat is opgebouwd door de opbouwwerkster zal dan instorten, zo denkt men. Er is behoefte aan iemand die coördineert en als trekker fungeert, dit kan men (nog) niet zelf. De opbouwwerkster en alles wat zij in het kader van Onze Buurt aan Zet doet, betekenen heel veel voor de wijk, zo benadrukken bewoners. De opbouwwerkster zelf geeft aan dat minder uren opbouwwerk in een wijk in de praktijk betekent dat het opbouwwerk zich met name met reguliere activitei- ten bezig zal houden, voor vaste groepen. Er is dan geen tijd om nieuwe bewoners te stimuleren op de manier zoals dat nu gebeurt.

10

(11)

'S, ^

3. ONZE BUURT AAN ZET IN WIELWIJK 3.1 Inleiding

; een relatief groene wijk met véél portiekwoningen en flats. De bevolking is divers va Jrelatief veel ouderen (vaak bewbnere vaïi hoefeerste uur) en allochtonen. Sinds 1992isjif iprbces in gang gezet om de wijle te rèvitalisereri. Dit proces is nog steeds niet afgerond:

'ird worden als een kwetsbare wijk wat betreft achterstand, sociale problematiek, leefbaa held. Er wordt hard aan gewerkt om de situatie in Wielwijk te verbeteren via een fysieke ^7 facelift en sociale investering. Via Onze Buurt aan Zet kon men hier een extra impuls aan geven. ;. :

3.1.1 Het begin >% 4 "

Voor het maken van een projectplan voor Onze Buurt aan Zet was beperkte tijd beschikbaar In eerste instantie is voor het opstellen van dit plan gesproken met professionals die ook bewonerscontact hadden. Op basis van de uitkomsten van die gesprekken is het projectplan m

•concept opgesteld. Hierin zijn allerlei inspanningen en activiteiten genoemd, deels zaken die regulier aangepakt zouden worden, deels inijeuwè zaken. Het projectplan is vervolgens aan de bewoners die deelnemen aan wijkbeheeroverleg !n Wielwijk voorgelegd; zij kqnden .. i

prioriteiten aangeven. •

Prioriteiten

De top 3 van 'nieuwe' activiteiten van de prioriteitenlijst van bewoners was:

tegengaan van vervuiling op straat door extra inzet van het Buurt Service Team (schone en hele woonomgeving), bevorderen van goed tuinonderhoud, vooral bij ouderen, aanpak vernielingen. Daarnaast stonden het aanbrengen van snelheidsremmers in diverse straten, de organisatie van een vrijwilligersdag in Wielwijk, met de buurten aan de slag gaan en het betrekken van allochtonen relatief hoog op de prioriteitenlijst.

3.1.2 De uitvoering

Vier projecten

In Wielwijk heeft Onze Buurt aan Zet vooral zijn beslag gekregen in vier grotere projecten: Omgevingsplan Reddersbuurt, het Trio, Wielwijk Toneelwijk en Wielwijk Digitaal. Deze ontstonden veelal op initiatief van een professional en zijn daarna opgepakt en verder uitgewerkt.

Deze vier projecten zijn volledig gefinancierd uit Obaz. De voorbereiding vond plaats in 2002, waarna de projecten veelal in 2003 zijn gestart.

Omgevingsplan Reddersbuurt

Omgevingsplan Redderbuurt is een samenwerkingsverband van de sector Stadswerken van de gemeente, de woningcorporatie Woondrecht en bewoners in samenwerking met het opbouwwerk. Bewoners wilden verbeteringen in de buurt en hebben, ondersteund door het, opbouwwerk, een bewonerscomité opgericht. Dit comité heeft een woonbelevingsonderzoek gehouden en de resultaten gepresenteerd aan"

instanties. De wensen van bewoners sloten aan bij plannen van de sector Stadswerken om de openbare ruimte in de Reddersbuurt, ^amen met Woondrecht, grootschalig aan te pakken. Het openbaar groen was aan vervanging toe en er waren problemen ten aanzien wan de"„

verlichting van de achterpaden. Het was een goede gelegenheid om bewoners hierbij actief te betrekken. Er kon dan aangesloten worden bij de campagnemethode van de gemeente. Vervolgens is een plan van aanpak ontwikkeld voor dejianpak van de woonomgeving. De bewoners hadden hierbij veel inbreng en werden intensief bij de plannen betrokken Voor de presentatie van de plannen aan de bewoners in de buurt is een straatmarkt georganiseerd. Ook zijn bewoners via nieuwsbrieven uitgebreid optde hoogte gehouden van de gang van zaken. Omgevingsplan Redderbuurt is inmiddels uitgevoerd en geëvalueerd, dejiierm gehanteerde aanpak krijgt mogelijk een vervolg

elders in de wijk.

Het Trio

Het Trio was een samenweiiipgsrjrap iM/otiingcorporatie (Woondrecht), het welzijnswerk (DWO) en de politie met als doel het '. vergroten. Elke instelling leverde een medewerker (een sociaal beheerder, een opbouw-

De bedoeling was dat deze medewerkers als team de straat op zouden gaan en vastejoutesWüclin lopen. Zij kregen als taak mee mensen te ontmoeten en contacten te leggen met bewoners. Het team zou in deze

* contacten en gesprekken bewoners moeten stimuleren zelf zaken aan te pakken. Een dergelijke opzet was in andere gemeenten al met succes uitgevoerd. Hierbij betrof het echter een team van twee: een opbouwwerker en agent. Het Trio werd begeleid door een coach en

aangestuurd door de instellingen. De gemeente (sector Onderwijs en Welzijn) had een inhoudelijk sturende rol. Het Trio heeft vanaf de start met veel problemen te kampen gehad en de bedoelde uitvoering (ontmoetingen op straat) kwam niet goed van de grond. Na 1,5 jaar is het project -voortijdig- stopgezet, omdat het niet aan de verwachtingen voldeed.

Wielwijk Toneelwijk

Het idee voor Wielwijk Toneelwijk is ontstaan naar aanleiding van het afscheid van het wijkcentrum Admiraalsplein. Door de opbouw- werker van de Werkplaats, die de bewoners van het Admiraalsplein ondersteunde, is voorgesteld om toneel te gebruiken als middel

om dit afscheid te gedenken. Er is contact gelegd met een producent die dit eerder had gedaan. Hij en de regisseur hebben met bewoners gesprekken gevoerd en op basis hiervan werd een script gemaakt. Dat was heel herkenbaar voor bewoners. Vervolgens is bewoners gevraagd in deze soap een rol te spelen. Naast deze soap zijn er ook nog twee eenakters gemaakt over het beheer

11

(12)

varfitlë*KoQp})oek,£n de renovatie van de Stuyvesantflat Samen vormden zij het drieluik 'Scènes uit het hart van WigWïjId. DeT/oorstel- Imgên zijrjibpgevoerd m flats die Woondrecht ter beschikking heeft gesteld Nadat de voorstellingen waren geweest,^v)ld^^ei)"ewofners doorgaan ïr is toen besloten tot een vervolg. Vanuit het WijkMT is wel de eis gesteld ook allochtone bewonersjijejiijite «betrekken Dit heeft geresulteerd ineenjTieuwe.soap met-de spelers uit de eerste rondelen twee nieuwe eenakters, met Antilliaanse$Tjï" (

Marokkaanse spelers. L^teS^^^^egfelcfer met Turkse spelers OMezetjDe voorstellingen voor de tweede rorrcfe zijn intussen — , opgevoerd en men is riü fëjn§gl9pfónde ' ' ~

Wielwijk Digitaal^;. ^ , ^^ _

Dit project is opgezet naa^^göing van»eeri onderzoek van de projectgroep School m de Samenleving (SiS) waaruitnaar voren kwam dat er in Wielwijk spralè^^^^^'tecstand by dej Bevolking op JCT-'gebied^De gemeente van haarlant biedt steeds meer informatie aan via internet Er bès^^^e|ber)5êfte1ets aan'deze kloof te doen' Djj^accountmanager Onderwijs SWelzijffpleflfe al langer voor het introduceren van ICT m acntèrsên^wrifen, maar dat kwam steeds niet van de grond. Onze Buurt aan Zet bood nuÜe mogelijkheid dit wel te realiseren De samenwerJfendefpartners m SiS hebben een concept verzoenen voor een aanbod van ICT-cursussen in Wielwijk.

Dit is verder uitgewerkt door een professioneel bureau, met aandacht voor subdoelen als het vergroten van de sociale cohesie en het verbeteren van de arbeidsparticipatie De eerste cursussen zijn gestart na de zomer van 2003 De belangstelling hiervoor is groot.

En verder

Uit pbaz zijn daarnaast bijdragen verstrekt aan allerlei andere activiteiten. Deze vallen voornamelijk onder de noemer 'sociaal' en 'veilig/schoon/heel'. Voorbeelden zijn:

- zomerfestival ;

- Sinterklaasviering - kerstbomen - kerstbrunch ouderen - Nieuwjaarsbijeenkomst - verlichting Koophoek - vegen Admiraalsplein - beveiliging Admiraalsplein - zomerkinderkamp - verkeersquiz

- feestavond vrijwilligers

- verwijderen onkruid omgeving Admiraalsflat

- extra inzet Buurt Service team voor zwerfvuilbestrijding winkelcentrum - Halloween optocht Zeehavenbuurt

- herinneringskalender Wijkcentrum Wielwijk

3.2 Zeggenschap van bewoners 3.2.1 Werving en bereik

Anders dan in Crabbehof is in Wielwijk niet breed onder bewoners bekend gemaakt dat zij voor activiteiten een beroep konden doen op het budget van Onze Buurt aan Zet. In plaats hiervan heeft men ervoor gekozen dit bij de professionals onder de aandacht te brengen. Hen is gevraagd hun ogen en oren open te houden voor mogelijkheden binnen het kader van Onze Buurt aan Zet passende activiteiten en bewoners er zonodig op te wijzen dat ze hier een beroep op konden doen. Het zijn dan ook vooral professionele instanties en een beperkt aantal actieve bewoners(groepen) die bij Onze Buurt aan Zet aankloppen voor (mede)financiering van activiteiten. Bewoners die wel bekend zijn met deze mogelijkheid denken er bovendien niet altijd aan om hierop een beroep te doen voor activiteiten.

Voor de vier 'grote' projecten die in Wielwijk uit Onze Buurt aan Zet zijn gefinancierd, zijn op verschillende manieren deelnemers geworven, dan wel is geprobeerd bewoners te bereiken. Bij Omgevingsplan Reddersbuurt is een groep bewoners die al actief was, ondersteund door het opbouwwerk en deze groep is van daaruit enigszins uitgebreid. Overige bewoners zijn via nieuwsbrieven en een straatmarkt bij dit project betrokken. Wielwijk Toneelwijk is eveneens gestart met een groep actieve bewoners. In een later stadium is hiervoor ook actief geworven onder andere groepen bewoners, zodat bij elke nieuwe ronde naast spelers uit de eerdere ronde, telkens ook nieuwe spelers zijn betrokken. Daarnaast is het de bedoeling via de voorstellingen ook de toeschouwers meer bij de wijk te betrekken en onderlinge^contacter?' te stimuleren. Ook voor Wielwijk Digitaal is actief geworven, via folders, flyers en een open dag BIJ het Trio was rjet de 'bedoeling menseTite bereiken en hen tot zelfredzaamheid te activeren door ontmoetingen op straat. Dit is echterjiiet of nauwelijks* gêlDeurcTHet Trio is wel ingezet bij het project in de Reddersbuurt en in de Dordtse Hout. .„*^s¥gïL J

3 i r j ,^r,,mï<^£'&h!~"'M:£i'&i:-^*

.^..

Het daadwerkelijke bereik ^a|L^|ZgEpjojectëfSndIPb^woners van Wielwijk is moeilijk vast te stellen. Kijken we naar het aantal bewoners

n datHaaiefsdeelnëemt/Beffókkën is, dan is het bereik gering. Wel geven diverse geïnterviewden aan dat bij Omgevingsplan Reddersbuurt en Wielwijk Toneelwijk sprake is van een breder bereik onder andere buurtbewoners en toeschouwers.

12

(13)

Moeilijk bereikbare groepen

Bij Wielwijk Toneelwijk is aandacht besteed aan het betrekken van specifieke groepen, voornamelijk allochtone bewoners. Doelgroepen waren: Marokkaanse, Antilliaanse, Turkse en Spaanse bewoners, bewoners uit de Zeehavenbuurt en jongeren. Doel van de werving van deze groepen was enerzijds een ingang te vinden bij deze bewoners om van hieruit een netwerk van contacten op te bouwen, ander- zijds om het bereik van het wijkcentrum te vergroten. Dit centrum werd vooral bezocht door autochtone bewoners. Doordat de repetities in het wijkcentrum plaats vinden, zouden er, zo verwachtte men, vanzelf ook allochtone groepen binnenkomen. De werving bleek niet gemakkelijk en kostte veel tijd. Uiteindelijk lukte het een groep Antilliaanse vrouwen (werving onder Antilliaanse mannen leverde niets op) en een groep Marokkaanse mannen en vrouwen (van wie niet iedereen in Wielwijk woonde) bereid te vinden aan een eenakter mee te doen. De werving onder de Turkse groep duurde wat langer, maar had uiteindelijk ook succes. Bij de andere doelgroepen liep de werving op niets uit.

Bij Wielwijk Digitaal is bij de werving ook specifieke aandacht besteed aan bepaalde groepen, zoals ouderen en jongeren. Bij de overige projecten is dit niet gebeurd.

"Via Onze buurt aan Zet-projecten worden volgens de accountmanager ook andere groepen bewoners bereikt. Via het ICT-project worden bijvoorbeeld ook kinderen en ouderen bereikt. Dat is fantastisch! Door het toneel zijn allochtone groepen bereikt.[...] Het lukt niet overal.

Men wilde in de Zeehavenbuurt ook meer bewoners betrekken, maar dat gaat heel stroef." (bron: interviewverslag accountmanager Onderwijs & Welzijn)

Nog niet bereikte groepen?

In Wielwijk lijken lang niet alle bewoners(groepen) bereikt te worden met Onze Buurt aan Zet. Dat heeft vooral te maken met de invulling hiervan, waarbij het accent lag op vier 'grote' projecten en er relatief selectief aan bewoners is meegedeeld dat ze voor bepaalde activiteiten een beroep konden doen op het budget van Onze Buurt aan Zet. Daarnaast lijkt het er op dat tot nu toe met de vier genoemde projecten slechts een relatief beperkt aantal bewoners is bereikt. Zo heeft Omgevingsplan Reddersbuurt slechts in één buurt van Wielwijk plaatsgevonden.

Uit het groepsinterview komt naar voren dat bewoners uit andere delen van Wielwijk daar niet enthousiast over zijn.

"In het verlengde hiervan wordt er opgemerkt dat men begrepen had dat Onze Buurt aan Zet voor de hele wijk was. Men vindt het vreemd dat een project als Omgevingsplan Reddersbuurt uit Onze Buurt aan Zet gefinancierd wordt, omdat daar 'een bewoner een grote mond had'. Daar kan nu ineens van alles, de hele buurt wordt aangepakt, terwijl er in andere delen van Wielwijk niets gebeurt. Dat roept bij een aantal bewoners frustratie op. '(bron: groepsinterview bewoners Wielwijk)

Ook de werving onder specifieke groepen ten behoeve van Wielwijk Toneelwijk was slechts deels succesvol. Wel heeft dit project via de voorstellingen een groter bereik dan alleen de spelers, maar hoeveel bewoners van Wielwijk deze daadwerkelijk gezien hebben is onduidelijk.

Volgens de clusterleider DWO dient hierbij nog wel een slag gemaakt te worden naar de bewoners, maar ook naar andere professionals in de wijk, zoals docenten.

3.2.2 Vormen van betrokkenheid „

x

, , *• ~ Meedoen en meepraten »/-T -CJ.

Wielwijk Toneelwijk en Wielwijk Digitaal zijn in eerste instantie gericht op het activeren van bewoners om 'mee te doeriïjTe|ï<achtef1ic|gend doel is ontmoeting en communicatie tussen verschillende bewoners(groepen) in de wijk, en daarmee de socialëtoliesle, te bevorderen

Ook Het Trio was gericht op het activeren van bewoners en het stimuleren van de zelfredzaamhejd Bij-Omgevïngsplan Jledderbuurt ging het naast het activeren van bewoners ook om meepraten. Met deze projecten probeert mendrtetrokXenheia3/an"t>ewoners bij hun wijk

, ,., i • i i-i . j - , -MffSgsMB*^*-'** -,' ' '

te vergroten. Is dit nu ook werkelijk gebeurd?

Omgevingsplan Reddersbuurt

KW

-

w

-,.,,„

Wat betreft het project in de Reddersbuurt zieLeenyafÉall||froflletefféisttieve ontwikkelingen. Bewoners zijn actiever geworden en

meer betrokken bij de wijk ^ _ ^ * f '

,,-:^ < ^

"In het begin vyaferjprake yafi een^afwachtende houding van bewoners, maar gaandeweg het traject zijn bewoners steeds actiever geworden. Het feit datje Jaat zien aan bewoners dat er daadwerkelijk iets gebeurt in de wijk geeft de bewoners vertrouwen en daar-

door Wordt men zelf ook actiever Het bewonerscomité heeft zelf ook diverse activiteiten georganiseerd waar een aanzienlijk deel van

°* de buurt op af is gekomen. De betrokkenheid in de buurt is hierdoor wel vergroot." (bron: interviewverslag accountmanager Stadswerken"

Bij het effect van dit project worden echter ook kanttekeningen geplaatst. Het is niet duidelijk of dit project er inderdaad toe heeft geleid dat de bewoners onderling meer contact hebben en meer initiatieven nemen.

"[...] Maar kennen mensen elkaar nu beter, gaan ze meer met elkaar om, nemen ze meer initiatieven, is de leefbaarheid en veiligheid toegenomen? Dat is niet echt getoetst." (bron: interviewverslag wijkcoördinator Woondrecht)

13

(14)

Wielwijk Toneelwijk

OverWielwijkToneelwijk is vrijwel iedereen enthousiast. Eén geïnterviewde laat zich kritisch uit over dit project, vooral over de hoge kosten, en heeft twijfels over het bereik en het effect ervan. De meeste andere geïnterviewden zijn -voorzichtig- positief over effecten van de voorstellingen op (de betrokkenheid van) de spelers en het publiek. Groepen die elkaar niet kenden en niet met elkaar spraken zijn door Wielwijk Toneelwij k met elkaar in contact gekomen.

"Bij Wielwijk Toneelwijk was het expliciet de bedoeling via theater ook toeschouwers uit de verschillende allochtone groepen te bereiken.

En om communicatie over allerlei thema's op gang te brengen en te stimuleren en hierdoor sociale cohesie te bevorderen. Thema's die te maken hebben met de toekomst van de wijk, herstructurering, nieuwbouw etc., maar ook bijvoorbeeld integratie. Na de voorstellingen is er niet bewust gewerkt aan het op gang brengen van een discussie over de thema's, maar de wijkmanager constateert wel dat en bij een voorstelling veel toeschouwers zaten uit de allochtone groepen en dat er daarna in kleine groepjes gesproken werd over de voorstelling en de prestaties van de acteurs. Een voorstelling brengt dus wel communicatie op gang. " (bron: interviewverslag wijk- manager Wielwijk)

Ook de bewoners die aan Wielwijk Toneelwijk hebben meegedaan, hebben hier veel plezier aan beleefd. Maar volgens de bewoners die we gesproken hebben, heeft dit project niet geresulteerd in de komst van allochtone groepen naar het wijkcentrum. Dat heeft echter niet zozeer te maken met Wielwijk Toneelwijk, maar met het feit dat het wijkcentrum op dit moment geen aantrekkelijke plek is voor bezoekers. De accountmanager van Onderwijs en Welzijn heeft echter wel de indruk dat er door Wielwijk Toneelwijk ook andere bewoners naar het wijkcentrum komen. Hij ziet bovendien een uitstralingseffect van dit project op de deelnemers richting een bredere inzet voor de wijk.

"Je ziet ook een sneeuwbaleffect. Zo wil de bewonersgroep die betrokken is bij Wielwijk Toneelwijk [. . .] iets voor de hele wijk gaan betekenen samen met de andere medebewoners met wie ze hebben kennisgemaakt in het kader van het toneel. Dat is echt een pluspunt, in het bijzonder het multiculturele karakter ervan. " (bron: interviewverslag accountmanager Onderwijs & Welzijn)

Wielwijk Digitaal

Wat betreft Wielwijk Digitaal is het nog te vroeg om te kunnen vaststellen of dit effect heeft op de sociale cohesie en betrokkenheid bij de wijk. De eerste cursussen zijn in het najaar van 2003 pas gestart. Hier is veel belangstelling voor. Het is wel de bedoeling dat het meer gaat worden dan het leren omgaan met een pc. Het moet ook contacten tussen bewoners stimuleren en er zijn ideeën om op termijn iets te gaan doen in de zin van het ontwikkelen van een website of een digitale wijkkrant.

"Het ICT-project is niet alleen leren omgaan met een pc. Zo wil het buurtcomité van de Reddersbuurt nu een eigen website. Dat koppel je aan het ICT-project en je leen mensen hoe je een website kunnen maken. Ze hebben daar de beschikking over een server en een

internetcafé. Vanuit het ICT-project beginnen mensen dus met een eigen website. " (bron: interviewverslag accountmanager Onderwijs & Welzijn)

Meepraten en meebeslissen

In hoeverre gebeurt er nu wat bewoners willen? Hebben bewoners echt inbreng in wat er in de buurt wordt gedaan. Kunnen ze daad- werkelijk meebeslissen? In Wielwijk participeren zo'n 20 bewoners in het wijkbeheeroverleg. Deze bewoners zijn betrokken bij de voorbereiding van Onze Buurt aan Zet. Zij kregen het conceptplan voorgelegd en konden prioriteiten aangeven. Dat was op dat moment volgens de wijkmanager het hoogst haalbare.

De projecten die in het kader van Onze Buurt aan Zet zijn opgezet, zijn echter niet door bewoners geïnitieerd, hoewel van Omgevingsplan Reddersbuurt gezegd kan worden dat bewoners hierbij wel een rol hebben gespeeld. Een enkele geïnterviewde meent dat het wel de bedoeling was van Onze Buurt aan Zet dat dit zou ontstaan vanuit bewonersinitiatieven. Volgens hem is dit dus niet is uitgevoerd zoals bedoeld, ook al zijn de projecten wel gestart in het belang van de bewoners. Ook de geïnterviewde bewoners hebben het idee onvoldoende bij de invulling van Onze Buurt aan Zet betrokken te zijn. Duidelijk is dat de zeggenschap van de bewoners van Wielwijk over de inzet van de middelen van Onze Buurt aan Zet vrijwel nihil is. Ook in de projecten is er nauwelijks sprake van zeggenschap van bewoners. Alleen bij Omgevingsplan Redderbuurt konden bewoners meepraten over de plannen en hadden ze inspraak over het soort aanplant. Maar de uiteindelijke beslissing lag bij de instanties. Wel hebben bewoners voor bepaalde activiteiten financiering gekregen uit de middelen van Onze Buurt aan Zet. Dat betreft echter slechts een fractie van het totale budget.

De wijkmanager geeft aan dat de opzet en inhoud van het wijkbeheeroverleg door Onze Buurt aan Zet niet is veranderd. Dit is vooral reactief.

Twee keer per jaar vindt standaard een bespreking plaats van het wijkjaarprogramma en daarnaast wordt een aantal thema-avonden^

georganiseerd, zoals 80 km op de A1 6, verkeer rond de oversteekplaats naar aanleiding van een dodelijk ongeluk, yeiligjieid in de wijkeen het verkeersplan van de gemeente. Bewoners vinden zelf dat zij weinig inbreng hebben. In het wijkbehejroj[er:|egjss;ör|||j|pe'i beter geluisterd naar bewoners dan vroeger, maar er wordt niet altijd wat mee gedaan. Zaken wo^rjd^id^rJ^lprlÉMlaTstêeds opnieuw aangekaart, maar blijven dan weer liggen. Het is niet zo dat er helemaal me;^j|^|uj£f|fflnef ïWifftTeistal pas laat in actie. Zo is er achter een flat pas verlichting gekomen, nadat er iemand in elkaar was«glslaph"!êh kwam er pas een oversteekplaats, nadat er iemand op die plek was

Gewenste mate van zeggenschap

De meeste geïnterviewden zijn er in theorie wel voorstander van dat bewoners zelf meer zeggenschap en verantwoordelijkheid krijgen met een eigen budget. Je moet dan wel bepaalde randvoorwaarden stellen, bijvoorbeeld aan de representativiteit. In de praktijk is het echter nog niet zover dat dit gemakkelijk zal gaan.

14

(15)

" De mate van zeggenschap van bewoners heeft ook te maken met de mate van kracht die bewoners daarin kunnejfÊrengen Is het een brede vertegenwoordiging van de wijk? Komen alle bewonersgroepen erin terug? Staan ze qperj vpor$kaar?"

(bron' interviewverslag clusterleider DWO)"Je moet eigenlijk de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk leggen^zeijëfials het zaken op uitvoerend niveau betreft Wie weet nu beter dan een bewoner binnen een bepaalde buurt wat ze nodig hebben ïiïy^wonen daar en l makertfhet elke dag mee Ze weten zelf het beste wat kan en wat met kan. Binnen het ambtelijk apparaat zal daySjster waarschijnlijk erg jaoetink gaan. Wat dat betreft is er nog eenjarige weg'te gaan voordat zoiets zou kunnen." (bron. accountmanager Onderwijs^

. -*J^,*fe ,

Meer zeggenschap van bewoners kan-ook lastig zijn Je hebt dan soms te maken met conservatisme van bewonersLZe'geeft één geïnterviewde aan dat hij het een goed idee vond onnn de Reddersbuurt tafels en bankjes neer te zetten om ontmoeting te stimujeren Bewoners wilden dit echter nietjjit angst voor overlastvan jongeren tlie dit tot hangplekken zouden kupnen^maken Een ander probleem dat hij noemt is dat bewoners 2ich met te veel zaken willen gaan bemoeien, ook met zaken waar ze nteïs mee te maken hebben Bewonersbetrokkenheid dient dus wel goed begeleid te worden % ^ *~* „"

"Het comité m de Reddersbuurt was nu een ongeleid projectiel Ze gingen bijvoorbeeld buiten iedereen om brieven schrijven Maar ze wilden ook elke uitgaande brief van Woondrecht goed- of afkeuren, wilden alles meebepalen. Dat ging gewoon veelte ver en was soms onwerkbaar. DWO had hierin veel meer een sturende rol moeten vervullen. Zo'n comité moet van het begin af heel goed begeleid worden." , (bron: interviewverslag wijkcoördinator Woondrecht) :

De bewoners van Wielwijk met wie gesproken is, hebben duidelijk heimwee naar vroeger, toen zij als vrijwilliger zelf veel meer konden bepalen en over een eigen budget beschikten. Dat is veranderd nadat al het welzijnswerk onder de paraplu van DWO is gekomen. Daarmee is een forse verandering ingezet waar de bewoners erg ontevreden over zijn.

3.3 Innovatie

3.3.1 Werkwijze

Nieuwe manier van werken?

In hoeverre is er door Onze Buurt aan Zet sprake van een innovatieve werkwijze? Door sommige geïnterviewden wordt dit zeker gezien als een nieuwe manier van werken, anderen zien dit wat genuanceerder. Zo geeft de clusterleider DWO aan dat de campagnebenadering en straatactie in de Reddersbuurt weliswaar voor Wielwijk nieuw waren, maar dat de gehanteerde werkwijze, de verantwoordelijkheid dicht bij de mensen leggen, een bestaande opbouwwerkmethodiek is en dus niet nieuw.

"Volgens de wijkcoördinator is de werkwijze die in de Reddersbuurt is gehanteerd niet nieuw. Er bestond al een commissie van actieve bewoners. Zij hebben contact gehad met DWO, die deze commissie verder vorm hebben gegeven, een 'kop en staart' hebben gegeven. Dat behoort in feite tot het reguliere werk van DWO. Nieuw was dat de partners zoveel mogelijk probeerden gezamenlijk op te trekken, dat:+ wil zeggen Woondrecht, Stadswerken, DWO en bewoners. Dat is meer intensief gebeurd, er is meer overleg geweest en er is meer gecommuniceerd" (bron: interviewverslag wijkcoördinator Woondrecht) ^ 'l, --^^ .

De werkwijze zoals die binnen het Trio plaats had moeten vinden, wordt door een aantal geïnterviewden ook vernieuwend genoemd.

Deze is te typeren als 'agogisch handelen met de handen op de rug': goed luisteren naar bewoners,,hen stimuleren^ maar hen niet het probleem uit handen nemen. Het lukte het team echter niet goed zich deze werkwijze eigen te^maken. Het "mislukken' van dit project heeft echter ook te maken met andere factoren, zoals problemen bij de aansturing en een niet goed uitgebalanceerd team.

Vernieuwende activiteiten ,

Gevraagd naar vernieuwende activiteiten binnen Onze Buurt aan Zet wordt Wielwijk Toneelwijk het vaakst genoemd als een daadwerkelijk vernieuwende activiteit. „ . -

Sneller zaken aanpakken

Een aantal geïnterviewden stelt dat zaken wat sneller aangepakt kunnen worden, doordat je de beschikking hebt over extra budget.

Hierdoor kunnen de 'vaste planning' van de gemeente en de lange weg die men vaak te gaan heeft, omzeild worden.

"Een bewoner van de Koophoek gaf aan dat het niet goed ging met de veiligheid achter de flat. Iemand van het wijkbeheeroverleg constateerde daar een inbraak, wilde ingrijpen en is in elkaar geslagen. Er is toen in het wijkbeheeroverleg over gesproken. Er is een brief gegaan naar de politiek over dit voorval. Daarna is er door het WijkMTsnel op gereageerd door een avondschouw te organiseren.

Het WijkMT-plus en de bewoners zijn samen op straat gaan kijken naar wat er aan de hand was. De belangrijkste conclusie was dat de bossage te hoog was (geen overzicht) en de verlichting niet klopte. De gemeente heeft een vaste planning om zaken aan te

pakken. Maar hier moest snel iets gebeuren om de veiligheidsgevoelens te verbeteren. Dit is dus ook gebeurd. De bossage is weggehaald en de verlichting is aangepast en verbeterd. Dit kon snel omdat er geld was en het WijkMT hier zelf ook over kon

beschikken." (bron: interviewverslag wijkmanager Wielwijk)

15

(16)

De geïnterviewde bewoners geven aan dat de snelheid waarmee zaken regulier aangepakt wordenSaar hun idee sterk afhankelijk is varTde persoon die deze oppakt. Een omgevallen boom blijft soms dagen liggen, maar soms worden zaken ook^snely^pgepakt.

Ook signaleren ze als probleem dat een deel van de groenvoorziening bezit is van Woondrecht en het soms met duidelijkis van wie wat is. Zij begrijpen met waarom dit onderling niet beter afgestemd kan worden ^4^5^ f

"i^js, - -.E^KVL.J 4, -^f -• :*%^%|| r*

3.3.2

J

~^^Lc

, Intensiever samenwerken ^ , ^^ " * ^rlX|it

r

«l

Binnen Wielwijk wordt al lafiflafnengewlrlct tusseri> 3e gemeente, Woondrecfït, net opbouwwerkSp^e''politie Deze samenwerking - wordt doorgaans 'goedï^^^p^rjjwel'iedereen gieft aan dat de samenwerking door Onze BuujtJaan'Zet Intensiever Is geworden,

er is meer interactie.~Da^^iï-lË^j?óbraj voor de" Samenwerking bij-Orngevtngsplan Reddersbuurf|rj het Trio. Voor^ommigen betekent het intensiever samenvyëfkêffSèen^ffizenlijke verandering van de sa'fnenwerking, anderen zien dat juist als een verbetering

M -„•_ i ' S

"De samenwerking tussen partners in het WijkMT en WijkMT-Plus is verbeterd sinds Onze Buurt aan Zet Dat komt vooral, doordatje elkaar beter leert kennen.f...] Je houdt meer rekening met elkaar. Het heeft er vaak wel om gespannen. En er zijn wel de nodige meningsverschillen geweest, bijvoorbeeld wat betreft de projecten het Trio en Wielwijk Toneelwijk. Maar door het vele samenwerken weet je meer van elkaar en dat is winst. Er heerst nu wel een sfeer van 'er samen voor gaan' (bron interviewverslag wijkmanager Wielwijk) De wijkcoördinator van Woondrecht geeft aan dat er veel, en over het algemeen goed, wordt samengewerkt, maar plaatst kritische kanttekeningen bij de organisatie van het overleg. Dat is volgens hem niet efficiënt (te veel overleg en te lange vergaderingen) en Onze Buurt aan Zet heeft daar weinig aan veranderd. Dit heeft alleen maar geleid tot meer vergaderen en meer papier. De clusterleider DWO merkt op dat Onze Buurt aan Zet ook kan dwingen tot samenwerking, zoals in het geval van het Trio. Dat is niet altijd goed.

Voordat dit project er was bestond er al een goed contact tussen de politie en het opbouwwerk. De clusterleider vertelt dat de politie wel eens tegen hem heeft gezegd dat zij voordat het Trio begon de opbouwwerkster veel gemakkelijk konden vinden en er meer bereikt werd. Ook de teamchef van de politie geeft aan geen meerwaarde te zien in het Trio. Hij is echter wel positief over de samenwerking in het Redderbuurt project.

Reguliere samenwerking

In het gesprek met de bewoners van Wielwijk is vooral de reguliere samenwerking aan bod gekomen. Eerder zagen we al dat de bewoners niet begrijpen waarom de gemeente en Woondrecht bij het reguliere onderhoud van de groenvoorziening hun activiteiten niet beter afstemmen. Ook van de reguliere samenwerking tussen verschillende gemeentelijke sectoren hebben de bewoners geen hoge pet op.

"Sectoren die allebei te maken hebben met herstructurering in de wijk weten van elkaar niet wat ze aan het doen zijn. Er zou veel meer onderling gecommuniceerd en afgestemd moeten worden. [...] Ook heerst het beeld dat ambtenaren plannen ontwikkelen voor een wijk die ze helemaal niet kennen. De mensen zijn nog nooit in Wielwijk geweest, maar verzinnen wel van alles voor de wijk. "Fiets eens door de wijk" is het advies dat bewoners ambtenaren mee willen geven." (bron: verslag groepsinterview bewoners Wielwijk)

Ook de wijkmanager geeft aan dat, ondanks de verbetering die hij ziet in de samenwerking, het integrale denken en handelen zowel bij de externe partners als binnen de sectoren van de gemeente nog niet echt geworteld en genesteld is. Het is nog geen vanzelfsprekendheid, geen 'way of life'. Binnen de gemeente prevaleert het sectorale denken nog vaak. Dit sluit aan bij het beeld dat de bewoners hebben van de samenwerking binnen de gemeente.

3.3.3 Rol gemeente

Volgens de wijkmanager van Wielwijk is zijn eigen rol in Onze Buurt aan Zet duidelijk. Hij beslist over de besteding van budgetten onder de 500 euro en vraagt bij hogere budgetten advies aan het WijkMT. Hierin participeren de accountmanagers van de gemeente. De gemeente beslist dus over de besteding van het budget van Onze Buurt aan Zet.

De accountmanagers van de gemeente hebben echter ook een (inhoudelijk) aansturende rol bij verschillende projecten. In het geval van het Trio was deze rol van de gemeente niet duidelijk en alle externe partners hebben hierop kritiek geuit. Er was sprake van veel wisseling van de wacht en de verschillende betrokkenen vanuit de gemeente hebben, zoals één geïnterviewde dit plastisch uitdrukte, hier allemaal hun eigen ei in gelegd. Ook de wijkmanager geeft aan dat de inhoudelijke aansturing van de gemeente bij dit project niet goed is gegaan toen hij deze taak moest overnemen van de accountmanager Onderwijs & Welzijn tijdens diens ziekte. Dit ging wringen met zijn rol als opdracht- gever en financier van dit project.

>

3.4 Waardering

Mooie projecten

Er is bjj;de1;m,eeste^ei'rftè'ifiewden waardering voor de projecten die in het kader van Onze Buurt aan Zet in Wielwijk zijn uitgevoerd. De

"geïnterviewden laten zich vooral positief uit over Wielwijk Toneelwijk, dat een 'mooi project' wordt genoemd. Ook de aanpak bij het Omgevingsplan Reddersbuurt wordt door de betrokkenen over het geheel genomen positief gewaardeerd. En Wielwijk Digitaal lijkt veelbelovend. Dat het Trio is 'mislukt' vinden de meeste betrokkenen jammer. Men is hier met veel enthousiasme aan begonnen en het is dan teleurstellend dat het dan niet van de grond komt.

16

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarom vragen wij u om uw wagen vanaf 12/06/20 7u tot 19/06/20 17u zoveel mogelijk BUITEN de werfzone te parkeren.. De toegang tot uw woning blijft

Met de evaluatie van de Stimuleringsregeling Bewonersinitiatieven Veiligheid wilde de gemeente Den Haag inzicht krijgen in of het voorgenomen doel van de regeling - inwo- ners van

In Almelo heeft men er ook bewust voor gekozen om niet te werken volgens van tevoren vastgelegde methodieken, maar in plaats daarvan deze werkenderwijs te ontwikkelen in de

De interpretatie van de cijfers wordt bemoeilijkt doordat er geen eenduidig patroon zichtbaar is: niet van duidelijke verbeteringen op bepaalde indicatoren die voor elke stad opgaan,

Deze strikte maatregelen neemt woonzorgcentrum Alegria om de veiligheid van de bewoners en het personeel te garanderen... Directeur Cynthia Brees wil dat woonzorg- centrum Alegria

het aantal woningen: Wij gaan ervan uit dat het oorspronkelijke aantal van 24 woningen overeenstemt met de verwachtingen van bewoners en tevens aan de meeste (zo niet alle)

Het voorstel is het resultaat van overleg tussen VCO Midden- en Oost- Groningen, Scholengroep OPRON, Stichting Dorpshuis Meeden, Dorpsraadcorporatie, Groninger Huis, BCN en de

 BENT U VAN MENING DAT DE BUURT IN RELATIE TOT DE PLANNEN EN DE VISIE VOOR DE ENTREE HET RISICO LOOPT VAN STAPELING VAN NADELIGE ONTWIKKE- LINGEN.  BENT U VAN MENING DAT