• No results found

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

B E D R I J F S R A A D V O O R D E V I S S E R I J

DE E V O L U T I E VAN DE B E L G I S C H E

V I S S E R I J S E K T O R I N 1975

(2)

2 2 2 5 2 1

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE V ISSE R IJSEKTOR IN 1975

Vlaams Instituut voor de Zea

Bedrijfsraad voor de Visserij O ostende

1976

(3)

^

(4)

TEN GELEIDE

D it negende jaaroverzicht van de Bedrijfsraad voor de Visse­

rij behandelt de evolutie van de Belgische zeevisserij en de haar aan­

verwante Sektoren in het jaar 1975.

In onderhavig verslag wordt vooreerst een overzicht van de tijdens het verslagjaar bekom en uitslagen gegeven. Deze uitslagen worden vervolgens m et de resultaten van het voorgaande jaar ver­

geleken en verder aan de evolutie sedert 1950 getoetst.

H et jaar 1975 is opnieuw voor de Belgische zeevisserij to t een uiterst moeilijk jaar uitgegroeid. Na reeds in 1974 een waar dieptepunt te hebben bereikt, heeft het zeevisserijbedrijf in 1975, en dan vooral in de eerste twee derden van het jaar, zich nauwe­

lijks uit de atmosfeer van krisis en onbehagen kunnen loswerken.

Alleen de betere resultaten van de laatste maanden van het verslag­

jaar hebben voor enigszins hoopvoller perspectieven kunnen zorgen.

Indien de algemene ekonomische toestand zich verder herstelt en de recessie afneemt, mag geredelijk worden verwacht dat ook een einde k o m t aan de verslapping van de vraag en aan de stagnatie van de prij­

zen die de jongste twee jaar hebben gekenmerkt.

Indien er dus een reële kans bestaat dat aan de konjunktu- rele inzinking weldra een einde kom t, dan blijft de zeevisserij - ook internationaal - gekonfronteerd m et een reeks van strukturele moei­

lijkheden en knelpunten die bezorgdheid voor de toekom st wekken.

H et fe it dat m om enteel praktisch geen nieuwe vissersvaar­

tuigen in bestelling zijn, is wel kenschetsend voor de moeilijke toe­

stand waarin de zeevisserij verkeert. H et probleem dat evenwel al de overige dom ineert is dat van de overbevissing en uitputting van de visstocks. De daling van de vangsten die er het gevolg van is, heeft de visserijlanden 'van West-Europa er toe aangezet gezamen­

lijk verscherpte maatregelen te nemen om een ekonomisch renda­

bele exploitatie van de visstand op langere termijn verder mogelijk te maken. In dit beheer van de zee zijn naast de van oudsher aan­

gewende reglementeringen op de m inim um m aten der vissoorten en de minimummaaswijdten voor de netten, en naast de naderhand ingestelde gesloten seizoenen o f visgebieden, nu ook quoteringsmaat- regelen voor de belangrijkste bedreigde vissoorten ingevoerd.

(5)

Het is nog een open vraag o f deze veelheid van vangstbeper­

kende maatregelen bij machte zal zijn het evenwicht en de stabili­

teit van de zeevisserij opnieuw te herstellen. De vrije bevissing van de zee wordt verder tegengewerkt door de toenemende tendens van vele visserijlanden hun visserij grenzen to t 200 mijl uit te breiden o f binnen het gecodificeerde zeerecht te kom en to t gemeenschappelij­

ke economische zones m et voorkeurrecht voor de kuststaat en m et verhandelbare visrechten voor de andere gegadigden.

Dit onzekere klimaat roept uiteraard voor de produktiesek- tor het meest vraagtekens op, maar vanzelfsprekend hebben de jongste ontwikkelingen ook hun implicaties op de vishandel, op de

visverwerking en op de buitenlandse handel.

A a n d e e v o lu tie van d e z e d iv e rse S e k to r e n o p k o r te e n o p la n g ere te r m ijn w o r d t in o n d e r h a v ig verslag a a n d a c h t b e s te e d , w aar­

b ij te lk e n s o p n ie u w d e r e e d s a a n g eh a a ld e te n d e n s e n e n p r o b le m e n aan d e o r d e w o r d e n g e s te ld .

De hoop wordt uitgedrukt dat het verslag zal bijdragen to t een beter inzicht in de veelzijdige problematiek waarmee de sektor der Belgische zeevisserij vandaag de dag wordt gekonfronteerd.

Dries CLAEYS,

Voorzitter .van de Be drijfsraad

(6)

I. SEKTOR AANVOER

A. DE VLOOT

Einde 1975 totaliseerde de Belgische zeevisserijvloot 255 eenheden, m et een gezam enlijk m otorverm ogen van 92.566 pk en een to tale to n n en m aat van 23.904 B.T.

T en opzichte van 1974 verm inderde de vloot m et 13 sche­

pen, hetgeen enerzijds v o o rtsp ru it u it h et verlies van 18 schepen, waarvan 6 door schipbreuk en 12 door schrapping, en anderzijds uit de aanw inst van 5 vaartuigen, waarvan 3 nieuw e, op Belgische werven gebouw d, en 2 bestaande van h et buitenland overgenom en.

In de regel behoren de geschrapte vaartuigen to t de klei­

nere types m et geringe ton n en m aat en lichtere m otoren, terwijl om gekeerd de aanw insten to t de kategorie der m iddenslagschepen behoren m et ruim er afm etingen en een zw aarder aandrijvingsver- mogen.

Dit verklaart de relatief m iniem e terugloop van de globale to n n en m aat ( - 138 B.T.), terwijl h et to ta le m otorverm ogen zelfs een lichte toenam e (+ 599 pk) kende (tabel 1 en bijlage 1).

Tabel I - Evolutie van de Belgische zeevisserijvloot, 1950 - 75 f~

Jaar

r~

1950

_L

1955 i 1960

J i

'T

1965

"T

1970 1974 1975

Aantal vaar­

tuigen Motorvermo-j gen (pk) Brutotonna- ge (B.T.)

444

58.968 25.722

II 4 ? 0 j 4 1 2

6 2.746 ! 73.616 II 2 6 .3 5 0 ¡2 7.922

375

82.866

27.451

315

87.019

24.728

268 j .1

255

91.967 i 92.566 2 4.042 j, 2 3.904

5

(7)

Volledigheidshalve dient te w orden aangestipt dat in 1975 in 4 bestaande schepen een nieuw e m o to r werd geplaatst, hetgeen een aanw inst van 333 pk uitm aakte.

Een en ander had voor gevolg d a t én de gem iddelde to n n en ­ m aat én h e t gem iddeld m otorverm ogen in 1975 zijn gestegen. Per eenheid gerekend nam de gem iddelde to n n en m a at toe van 89,7 B.T.

t o t 93,7 B.T.,terw ijl het m otorverm ogen per schip steeg van 343,2 pk to t 363 pk.

Op lange term ijn beschouw d valt een voortdurende en ge­

leidelijke afnam e van h et aantal vissersvaartuigen w aar te nem en.

In 1950 telde de vloot 444 eenheden ; dit aantal is einde 1975 to t 255 teruggevallen.

De verm indering van het aantal vaartuigen tre ft vooral de kleinste klassen en de grotere eenheden ; de m iddenslagvloot is daarentegen in belang toegenom en (bijlage 1). O ndanks de num e­

rieke terugval is de produ k tiek ap aciteit van de vloot, tengevolge vari de geleidelijke stijging van h et totale m otorverm ogen, in de jongste vijf en tw intig jaa r n iet verm inderd.

In de loop van 1975 hebben de Belgische werven 3 nieuwe eenheden aan de vloot afgeleverd. H et zijn 3 m iddenslagtreilers die samen 650 B.T. m eten en 3.200 pk ontw ikkelen. In 1974 waren nog 7 nieuw e vaartuigen gebouw d m et een to n n en m aat van 1.118B.T.

en een m otorverm ogen van 5.255 pk (tabel 2).

Uit de hiernavolgende tabel 2 blijkt d at de nieuw bouw zich hoe langer hoe m eer op de middenslagklassen gaat toespitsen.

A nderzijds is h et zo dat d o o r de hoge kosten en door de onzekere toekom stperspectieven (evolutie van h et zeerecht, vangst­

beperkende m aatregelen) de bouw van nieuw e schepen w ordt afge­

rem d. De vooruitzichten voor 1976 zijn evenm in gunstig : einde 1975 m eldden de Belgische werven slechts bestellingen voor 2 nieuwe vaartuigen.

(8)

Tabel 2 - A anw insten van de vloot door nieuw bouw , 1950-75

Scheepsklassen *( in B.T. )

7

11

11 1 _4

I

0-35

II

35-70 1

III 1

J 70-180 IV

180-400 V

40 0 en +

1 Totaal 11

1 1 1 J1

h r r r H "T

! 1950 aantal _ 2

i

3 - 1 6

1 1

pk - 300 740 - 880

\

1.920 1

B.T. - 116 291 - 568 975 1

1 1

1955 aantal i 13

11

3 _ _ 17

11

pk . 70 1.965 860 - - 1 2.895 1

B.T. 18 586 304 - - 908 1

11

1 1960 aantal 1 1 1 4

1

7 j1

pk 85 145 i

640 5.200 1 6.070 1

1

B.T. 28 73 209 2.243 1 2.553

1

1 11

1965 aantal . 6 14 1 - 21

pk - 1.100 4 .622 660 - 1 6.382 1

B.T. - 334 1.471 235 - j 2.040

1

1 1

1970 aantal 1 1 1 7 - - 1

9 1

1I

pk 260 330 3.075 - - 1 3.665 1

B.T. 35 66 776 - - 877 1

11

1 1974 aantal - -

1

5 2 - 1

7 1

1

pk - - 3.325 1.930 - 1 5.255 1

B.T. - - 718

1

400 - 1 1.118

1

1 1

1 1975 aantal - - 3 - 3 1

pk - - 3.200 - 1 3.200 1

B.T. - - 650 - 650 1

L 1

11 1

7

(9)

B. DE AANVOER

De visaanvoer d o o r de Belgische vaartuigen in de Belgische havens lag in 1975 lichtjes beneden deze van h et voorgaande jaar.

Tegenover 38.961 t in 1974 bedroeg de aanvoer in 1975 38.317t, hetgeen neerk o m t op een verm indering m et 644 t o f 1,6 p.c.

D aarentegen staat een uiterst geringe toenam e van de bruto- opbrengst, en wel van 1.207 m ln F in 1974 to t 1,212 mln F o f 0,4 p.c. in 1975 (tabel 3 en bijlage 2).

Uit de verhouding hoeveelheid-waarde blijkt een kleine stijging van h e t algemene prijsgem iddelde. Van 30,97 F in 1974 liep de gem iddelde prijs per kg op to t 31,64 F in 1975, hetgeen een stijging m et slechts 2,2 p.c. betekende, tegenover 12,2 p.c.

h et voorgaande jaa r (bijlage 3).

Over een langere periode gezien, m eer bepaald sedert het begin van de zestiger jaren, vertoonde h e t aanvocrvolum e een vrij gelijkm atig beeld, m e t' to ta le vangsten die schom m elden ro n d de 50.000 t ; het gem iddeld aanvoercijfer van de jongste drie jaar ligt evenwel 20 p.c. lager. D aarentegen ging de bruto-opbrengst vanaf de vijftiger jaren in een ononderbroken stijgende lijn, m et dien verstande d at de toenam e van de tw ee laatste jaren m iniem te noem en is (tabel 3, bijlage 2, grafieken l a en lb ).

De Belgische aanvoer in het buitenland, door rechtstreekse aanlandingen in vreem de, in casu vooral Britse en Deense havens, kende in 1975 een gevoelige stijging : naar hoeveelheid liep deze aanvoer op van 3.034 t in 1974 to t 4.711 t in 1975, terwijl de bruto-opbrengst toenam van 94 mln F to t 148 mln F.

De aanvoer door vreemde schepen in Belgische vissershavens was in 1975 veel belangrijker dan tijdens de voorgaande jaren.

Tegenover 957 t voor een w aarde van 19,8 mln F in 1974 hebben de vaartuigen van vreem de natio n aliteit in de loop van 1975 in to ta a l 2.117 t voor een waarde van 46,9 mln F in de Belgische

(10)

Nieuw was h e t feit d at in 1975 ook Deense schepen hun vangsten in Belgische havens aan land brachten.

Nadere ontleding van de Belgische visaanvoer in de Belgische ha­

vens naar kategorieën.

De aanvoer w o rd t traditioneel onderverdeeld in drie kate­

gorieën, nl. bodem vis, pelagische vis en schaal- en w eekdieren (tabel 3 en bijlage 2).

Tabel 3 - Aanvoer van vis in België door Belgische vaartuigen, 1950-75

Jaar

Bodemvis Pelag sche

s

i Schaal- en weekdieren I

______t I1.000 F t 1.000 F I* t 1.000 F t 1.000 F i 1950 37.634 335.050

_.____

13.492

i1

42.203 12.054i 4 5 .0 7 0 53.180 422.323]

1955 45.323 4 2 7 .6 4 0 21.319 75.167 2.8621 59.289 6 9.504 562.096I 1960 41.530! 4 7 9 .0 2 8 4.373 19.108 ¡1.666) 37.797 4 7.569 535.9331 1965 4 4.268 622.427 2.141 12.120 1.669¡ 55.392 4 8.078 689.93 s|

1 9 6 6 4 3 .2 3 4 612.342 2.100 10.141 11.970 61.240 4 7 .3 0 4 683.723]

1967 48.5191 713.342 1.000 5.458 ¡2.1221 6 4.734 51.641 7 8 2 .5 3 4 798.554¡

1968 53.386! 724.209 663 3.533 ¡1.867 70.812 55.916

1969 4 6 .5 6 6 j 737.695 1.065 6.801 ¡2.327 76.376 4 9 .9 5 8 820.872) 1970 4 2.529 ¡ 837.301 1.343 8.095 12.520 80.263 46.392 925.659]

1971 47.3221 919.165 907 6.999 ¡1.9411 73.585 50.170 999.749]

1.024.526 1972 44.773 9 3 4 .6 2 4 1.608 12.203 ¡2.0861 77.699 4 8.467

1973 37.747 j 1.048.063 2.325 22.784 2.902¡ 116.352 4 2 .9 7 4 1.187.199]

1974 35.318 ¡ 1.074.004 813 11.091 I2.830¡ 121.602 38.961 1.206.697]

1975 32.321 1.035.545 2.556 24.769 3.4401

1152.162 38.317 1.212.4761

t”

Totaal

De visserij op bodemv bleef tijdens het verslagjaar h et hoofdbestanddeel van de Belgische visserijbedrijvigheid, alhoewel haar aandeel in h et totaal daalde van 91 p.c. in 1974 to t 84 p.c.

in 1975. Vergeleken m et het vorige jaar verm inderde de aanvoer van bodem vis van 35,3 m ln kg to t 32,3 mln kg, hetgeen op een daling m et 8,5 p.c. neerkom t. Deze verm indering sp ro o t vooral voort u it de kleinere aanvoer van niet-IJslandse kabeljauw , koolvis en schol.

9

(11)

V oor h e t tw eede opeenvolgende jaar w erden voor bodemvis slechts kleine prijsstijgingen genoteerd. De gem iddelde prijs in deze kategorie steeg van 30r4 F /k g in 1974 to t 32 F /kg o f 5 p.c.

Beide fak to ren , de daling van de bodem visvangsten en de ge­

ringe prijsstijgingen, hebben voor gevolg dat voor het eerst sedert tien jaa r de bruto-opbrengst van h et verslagjaar beneden deze van het voorgaande jaar bleef.

V oor de pelagische visserij was 1975 een gunstig jaar. De seizoenvisserij op haring, die zich vooral in h et najaar situeert, ken­

de k w a n tita tie f een succesrijk verloop. H ierdoor steeg de aanvoer van pelagische vis van 813 t in 1974 to t 2.556 t in 1975. D oor dit bij wijlen onverw acht groot aanbod daalden de gem iddelde prijzen over h e t gehele jaa r van 13,60 F /kg to t 9,65 F /kg o f m et 29 p.c.

N iettem in was er een belangrijke toenam e van de bruto-opbrengst, die steeg van 11,1 mln F in 1974 to t 24,7 mln F in h et verslagjaar.

De aanvoer van schaal- en weekdieren gíng vooral na de zo­

m erperiode in stijgende lijn m et o.m . zeer ruim e garnaalvangsten.

De to ta le aanvoer in deze kategorie liep op van 2.830 t voor 121,6 m ln F in 1974 to t 3.440 t voor 152,1 mln F in 1975. O n­

danks de grote aanvoer m aar vooral dank zij de hoge prijzen tijdens de zom erm aanden behaald, kende het globale prijsgem iddelde van schaal- en w eekdieren nog een toenam e van 43 F/kg to t 44,2 F/kg o f 2,7 p.c.

Op langere term ijn beschouw d, wijst een nadere ontleding van de Belgische visaanvoer uit d at de visserij op bodemvis de h o o fd ­ bedrijvigheid blijft vorm en van de Belgische visserij. Maar h et is ook in deze kategorie d at de achteruitgang der jongste jaren het m eest opvallend is. De dalende tendens in de aanvoer van bodem vis w ordt do o r alle visserijlanden ervaren en is een rechtstreeks gevolg van de overbevissing van de visstocks en van de te snel groeiende vissersvlo­

ten die deze voorraden bevissen. D oor de sterke vraag naar bodem - vissoorten zijn de m arktprijzen in deze kategorie relatief het sterkst gestegen, vooral tijdens konjunktureel gunstige periodes ; tijdens de recessie van de jongste jaren heeft zich daarentegen h et om gekeerde voorgedaan. Dit verklaart w aarom de bruto-opbrengst voor de ka­

tegorie bodem vis tijdens een recent verleden n iet verder aangroeide en in 1975 zelfs een daling liet noteren.

(12)

Alhoewel de jongste vijftien jaar de pelagische visserij to t een aktiviteit van secundair belang is afgegleden, blijkt er in h et be­

drijf opnieuw enige interesse voor deze visserij te bestaan. Een volle expansie van deze sektor w o rd t to t nog toe afgerem d d o o r het al te seizoengebonden en wisselvallig k arak ter er van, door de onzekerheid van vangsten en inkom ens, en door de psychologische weerslag van het invoeren van vangstkw ota voor de belangrijkste pelagische vis­

soort, haring.

Zeer ko n stan t en stabiel daarentegen blijft de visserij op schaal- en weekdieren, die over een langere periode beschouw d een vast en gelijkm atig k arak ter blijft vertonen, m et een tendens t o t ver­

hoogde aanvoer tijdens de jongste jaren. D oor de regelmatige stij­

ging van de prijzen is het aandeel van de bruto-opbrengst voor schaal- en w eekdieren tegenover de to ta le om zet ook geleidelijk aan belang gaan winnen.

(13)

II. SEKTOR HANDEL EN VERWERKING

A. DE BUITENLANDSE HANDEL

1. D E IN V O E R

In 1975 bedroeg de invoer van vis en visserijp ro d u k te n in België 93.041 t voor een waarde van 4 .979 m ln F, tegenover

103.964 t voor een w aarde van 5.210 mln F in 1974.

N aar hoeveelheid beschouw d was h e t invoercijfer voor 1975 h e t laagste d at sedert tw aalf jaar werd geboekt. H et ongunstig eko- nom isch klim aat en de hoge w erkloosheidsgraad hebben de vraag ged ru k t m et h e t gevolg d at de im p o rt m et 10,5 p.c. terugliep.

Tabel 4 - Invoer van vis en visserijprodukten, hoeveelheid en waarde 1950-75

11

Jaar H o e v e e lh e id 1

1

W aarde G e m id d e ld e prijs

1 t 1 .0 0 0 F F /k g

-L1

.

1 U

1

1 9 5 0

1

5 9 . 1 2 0

1

7 5 7 . 5 2 2 1 2 , 8 1

1 9 5 5 6 6 . 1 5 7 9 3 1 . 5 0 7 1 4 ,0 6

1 9 6 0 7 9 .7 8 7 1 . 3 3 1 .0 0 0 1 6 ,6 8

1 9 6 5 9 7 . 9 1 2 2 . 0 5 9 .6 4 7 2 1 ,0 3

1 9 7 0 1 0 1 .0 0 2 2 . 8 0 4 .9 6 2 2 7 ,7 7

1 9 7 1 1 0 2 .5 4 3 3 . 4 1 6 .0 0 8 3 3 ,3 1

1 9 7 2 1 0 3 .5 5 3 j 3 .6 5 0 .6 6 7 3 5 ,2 5

1 9 7 3 9 8 .6 9 5 4 . 2 7 9 . 2 9 9 4 3 ,3 6

1 9 7 4 1 0 3 . 9 6 4 5 .2 1 0 .0 1 2 5 0 ,1 1

1 9 7 5 9 3 .0 4 1 ! 4 . 9 7 9 .3 2 ? 5 3 .5 2 .!

In de loop van de beschouw de periode is er een geleidelijke en bijna voortd u ren d e stijging geweest van de ingevoerde hoeveel­

heid, gaande van 60.000 t to t boven de 100.000 t (tabel 4, bijlage 7, grafiek 2a). Sedert 1965 evenwel is h et stijgingsritm e vertraagd en is de invoer rond de 100.000 t blijven stagneren, m et diep tep u n ten in 1973 en 1975.

(14)

D aarentegen is de w aarde van de invoer v o o rtd u re n d en tij­

dens de jongste jaren zelfs in versneld tem p o toegenom en. Alleen h e t verslagjaar m aakt hierop een uitzondering wegens de hoger vernoem de oorzaken (grafiek 2b).

T och is ook h e t prijsgem iddelde in .1975 blijven stijgen, zij h e t in geringere m ate dan tijdens d e voorgaande jaren. N a in 1973 m et 23 p.c. en in 1974 m et 15,6 p.c. te zijn gestegen, liepen de prij­

zen in 1975 op m et slechts 6,8 p.c., nl. van 50,11 F per kg to t 53,52F per kg. V oor h e t eerst sedert vele jaren daalde de groothandelsw aarde van de invoer, en wel van 5.210 m ln F in 1974 to t 4 .979 mln F tij­

dens h et verslagjaar, hetgeen op een verm indering m et 4,5 p.c. neer­

kom t.

De invoer w o rd t onderverdeeld in vijf kategorieën, nl. verse en bevroren vis, bew erkte vis, schaal- en w eekdieren, viskonserven konserven van schaal- en w eekdieren (tabel 5, bijlage 7, grafieken 2a en 2b).

Tabel 5 - Invoer van vis en visserijprodukten naar kategorieën, 1974-75.

Kategorieën

r T

1974

! Hoeveelheid 1 Waarde i T t j 1.000 F

1975

1 {

Hoeveelheid J Waarde 1 1 1.000 F 1

1 1

j 1. Verse en bevroren ! 4 1.665

T !

¡1.557.793 1 38.217

! I

1.435.427 ¡

via 1

1

1 2. Bewerkte vis 6 .550 2 7 8 .4 5 7 j 5.805 319.930 i

j 3. Schaal- en week- 30.260 ¡1.3 2 0 .1 0 5 1 28.465 1 .4 8 8 .6 6 0 j

. dieren 1

! 1

1 4. Viskonserven j 2 2.760 ¡1.5 5 6 .0 5 5 j 17.630 1.2 3 5 .2 7 9 1 1 5. Konserven van 2 .7 2 9 4 9 7 .6 0 2 1 2 .924 5 0 0.026 ¡

schaal- en w eekdie­ iI 1

ren 1 1I

- f ! - f

---1h

Totaal 1 103.964 5.210.012 I 93.041 4 .9 7 9 .3 2 2 ¡

1 1 1 1

13

(15)

Uit tabel 5 kan w orden afgeleid dat de verm indering van de im p o rt voor 1975 alle kategorieën tro f, m et uitzondering van de k o n ­ serven van schaal- en w eekdieren. V oor de posten in daling was de terugloop gelijkm atig over de diverse kategorieën verdeeld : verhou­

dingsgewijs viel de grootste achteruitgang de konserveninvoer te beurt.

Matige prijsstijgingen w erden genoteerd voor verse en bevro­

ren vis, voor bew erkte vis en voor schaal- en w eekdieren ; in de k ate­

gorieën der konserven van vis en van schaal- en w eekdieren kw am en zelfs prijsdalingen voor.

Om h et beeld van de invoer volledig te m aken, dien t nog ge­

wezen te w orden op de invoer van vismeel. Na een daling tijdens de vorige tw ee jaa r te hebben gekend, steeg de vism eelim port van 28 .8 6 0 t . i n 1974 t o t 40 .1 2 0 t in 1975.

Het ruim ere vism eelaanbod op de w ereldm arkt deed de prijs- hausses van de voorbije tw ee jaar te iiiet en b rac h t de prijzen terug op h e t peil van 1973. Zo daalde de to ta le om zet van de vismeel­

im p o rt van 4 84,6 m ln F in 1974 to t 413 mln F in 1975.

Met inbegrip van vismeel en zoetw atervis (8.499 t voor 802 m ln F) beliep de to ta le Belgische invoer van vis en visserijpro- du k ten in 1975 141.600 t voor een globale waarde van 6.1^94 mln F, tegen 140.895 t voor 6.444 mln F in 1974.

2 . D E U IT V O E R

In 1975 w erden 20.273 t vis en visprodukten voor een w aarde van 1.119,6 m ln F geëxporteerd, tegenover 22.415 t voor

1.190,8 m ln F in 1974.

(16)

Tabel 6 - U itvoer van vis en visserijprodukten, hoeveelheid en waarde 1950-75

Jaar Hoeveelheid Waarde Gemiddelde prijs

t 1.000 F F/kg

I - r --- r n

1950 6.199 110.016 17,74

1955 19.243 2 0 0.589 10,42

1960 12.971 226.667 17,47

1965 19.812 480.681 24,26

1970 2 9 .0 0 0 819.711 28,26

1971 30.215 91 3 .6 3 6 30,23

1972 27.853 9 61.726 34,53

1973 2 6.228 1.177.169 44,88

1974 24.415 1.190.855 53,12

1975 20.273 1.119.661 55,23

L J

Tabel 6 en bijlage 8 tonen, a a a d a t de uityoer to t en m et h et jaar 1971 in stijgende lijn is gegaan, om nadien van jaa r to t jaar terug te lopen. De dalende tendens h o u d t rechtstreeks verband m et de verm indering van de eigen visaanvoer, w aardoor h et aanbod bene­

den de buitenlandse vraag is gebleven. N iettem in is gebleken dat de ekonom ische recessie van de jongste tw ee jaa r ook de vraag zelf h e e ft afgezwakt.

D it w o rd t duidelijk geïllustreerd d o o r het feit d at de uitvoer- prijzen in h e t verslagjaar slechts een geringe stijging ondergingen.

H et prijsgem iddelde steeg in 1975 van 53,12 F /kg to t 55,23 F/kg, hetgeen op een verhoging van slechts 4 p.c. neerkom t.

Zoals de invoer om vat ook de e x p o rt een groot gam m a van p ro d u k ten (tabel 7). Naar kategorieën beschouw d kw am de daling in 1975 vooral op rekening van de uitvoer van verse en bevrüren vis, van bew erkte vis en van viskonserven. D oor de grote garnalenvang­

sten o n tsto n d e n m eer uitvoerm ogelijkheden voor de beide katego­

rieën van schaal- en w eekdieren.

15

(17)

Tabel 7 - U itvoer van vis en visserijprodukten naar kategorieën, 1974-75

r 1

1 9 7 4 1 9 7 5

Kategorieën 1

i r - _4_---j

Hoeveelheidj Waarde Hoeveelheid 1 Waarde

t 1 1.000 F t j 1.000 F j

(_ - r - ] --- 1

1. Verse en bevroren vis j 16.157 7 3 5.952 14.205 6 5 6 .5 0 0 j

¡2. Bewerkte vis 2.766 143.557 2.381 126.3641

1 3. Schaal- en weekdieren | 476 59.621 814 87.719 ¡

|4. Viskonserven 2.826 214.089 2.622 1 1 9 7.623!

5. Konserven van schaal- j 1 j 1

en weekdieren 190 37.636 251 51.4551

L . ... . I 1

~ f~ -1--- -f

Totaal 22.415 ! 1.190.855 20.273 1 I . I I 9 .661!

1 _ L Í

1

In de kategorie van de schaal- en w eekdieren werd een ge­

voelige prijsdaling genoteerd, terw ijl de viskonserven tegen h e t­

zelfde prijsgem iddelde van 1974 w erden uitgevoerd ; in de overige drie kategorieën lagen de uitvoerprijzen iets hoger dan deze v a n 'h e t voorgaande jaar.

Benevens voorm elde uitvoer van vis en visprodukten, voor m enselijke konsum ptie bestem d, w o rd t jaarlijks ook nog een zekere hoeveelheid vismeel uitgevoerd. In 1975 bereikte deze uitvoer 1.802 t voor een waarde van 19,4 mln F, tegenover 2.016 t voor 37,5 m ln F in 1974. N et zoals voor de invoer w erden bij de uitvoer van vismeel sterke prijsdalingen vastgesteld.

Sam en m et zoetw atervis ( 1.167 t voor 134,5 m ln F ) en vismeel, bereikte de Belgische uitvoer in 1975 een algem een to ­ taal van 23.2 4 2 t naar hoeveelheid en 1.273,6 m ln F naar waarde.

De overeenkom stige cijfers voor 1974 bedroegen respectievelijk 25.771 t en 1.380,1 m ln F.

(18)

B. DE BINNENLANDSE HANDEL

V oor de bevoorrading van de Belgische m arkt beschikten de handel (groot- en kleinhandel) en de visverwerkende nijverheid in

1975 over 166.200 t vis en visserijprodukten, hetzij 38.200 t of 23 p.c. u it aanvoer en 128.000 t o f 77 p.c. u it invoer. Van deze hoe­

veelheid is 28.200 t o f 17 p.c. ais uitvoer naar h et b u itenland afge­

vloeid, z o d at handel en nijverheid uiteindelijk 138.000 t vis en visserijprodukten in handen hadden om de binnenlandse behoeften te dekken (1).

Tabel 8 - B evoorradingspakket van vis en visserijprodukten naar her­

kom st en bestem m ing, 1974 - 75

r~

\~

Herkomst en bestemming

I—

1 9 7 4

Hoeveelheid t

p.c.

1 9 7 5

"T I I

L-

Hoeveelheid t

p.c.

— I

Aanvoer + Invoer

39.100 140.400

22 78

L . - f ---

100

L - - 83

f -

38.200

128.000 ! 23

77 T I

j 100

- +

1

Subtotaal - Uitvoer

Totaal

179.500 31.600

147.900

166.200 2 8.200

138.000

17 I I

— L -

83

(1) Deze cijfers worden bekom en aan de hand van de formule aanvoer pius invoer min uitvoer, op basis van h et aanvoergewicht. Het gedeelte van

het in- en uitvoerkwantum dat in produktgewicht is uitgedrukt, werd m et behulp van om rekeningscoëfficiénten to t aanvoergewicht teruggebracht.

Volgende coëfficiënten werden hierbij aangewend : - visfilets : 2,50 ;

- gepelde garnalen : 3 ;

- konservm en bereidingen : 1,33 ;

- bewerkte vis (gezouten , gepekeld, gedroogd, gerookt) : 1,43 ; - bewerkte visfilets : 3,33.

17

(19)

U it tabel 8 blijkt d at in 1975 op alle vlakken een dalende te n ­ dens w erd w aargenom en. In d it jaar van ekonom ische recessie en verhoogde w erkloosheid hebben alle geledingen van h e t b ed rijf m et een verm inderde vraag naar vis te kam pen gehad.

De verdere analyse van de bevoorrading naar kategorieën to o n t aan d a t de teruggang in elke kategorie terug te vinden is, zij het n iet steeds in dezelfde m ate. Verhoudingsgewijs greep een verschui­

ving van ca 3 p.c. plaats ten nadele van konserven en bereidingen en ten voordele van verse en bevroren vis. V oor schaal- en w eekdieren en voor bew erkte vis zijn de verhoudingscijfers dezelfde gebleven (tabel 9).

Tabel 9 - B evoorradingspakket van vis en visserijprodukten naar ka­

tegorieën, 1974-75.

1 “1

1 1 9 7 4 1

1 1 9 7 5

Kategorieën 1 1 1

1 Hoeveelheid 1 p.c. 1 Hoeveelheid | p.c. |

1 t i

1 t

V -|— —1 “ I j

1. Verse en bevroren vis 1

I 74.900 1

1 50 1

1 7 2 .9 0 0 j 53 j 2. Schaal- en weekdieren 1 37.400 1 26 1 3 6.200 1 26 j

3. Konserven en berei­ 1 1 1 1

dingen van vis en van 1 1

! !

schaal- en weekdieren 1

1 30.000 1

20 1

1 2 3 .6 0 0 17

4. Bewerkte vis (gezouten, 1

1 1 1

1 !

gepekeld, gedroogd j 1 1 1 ¡ 1

gerookt) 1

11

5.600 4 1

1 1

5.300 j 4 1

H " r

Totaal 1

1 147.900 11

100 1

_1i'

138.000 100

Op basis van deze beschikbare hoeveelheden, teruggebracht to t h e t aanvoergew icht, beliep h e t verbruik per h o o fd in 1975 (bevolking : 9 .8 1 3 .0 0 0 inw oners) 14 kg tegen 15,1 kg in 1974 en 14,4 kg in 1973.

Naar kategorieën onderverdeeld bereikte h et verbruik per inw oner in 1975 7,4 kg verse en bevroren vis (7,6 kg in 1974),

(20)

3,7 kg schaal- en w eekdieren (3,8 kg in 1974), 2,4 kg konserven en bereidingen (3,1 kg in 1974) en 0,5 kg bew erkte vis (0,6 kg in 1974).

De daling van h e t visverbruik, die eerder konjunctuurgebon- den en van voorbijgaande aard lijkt te zijn, k o m t voor een groot gedeelte op rekening van de verm inderde vraag naar konserven ; anderzijds blijkt een stevige vraag te blijven bestaan naar de duurdere vis en visserijprodukten.

Op grond van de d o o r h e t N.I.S. genoteerde kleinhandels­

prijzen blijkt d a t de prijzen voor kabeljauw , zalm en sardines, van 1974 to t 1975 gem iddeld m et 12,3 p u n ten zijn gestegen. Over de laatste tien jaar gezien bedroeg de stijging 85 p u n ten o f gem iddeld 8,5 p u n ten per jaar (tabel 10).

Tabel 10 - Indexcijfers van konsum ptieprijzen van vis en visserij­

p ro d u k ten , en van voedingsw aren, 1966 - 75 (a)

Jaar

1 j "

1 Kabeljauw, zalm, sardines

i i

Alle voedingswaren

1966

1 T

100 100

1967 104,9 102,5

1968 106,6 104,3

1969 112,2 109,1

1970 127,7 112,9

1971 135,7 115,0

1972 142,2 122,7

1973 152,8 132,5

1974 172,7 149,9

1975 185,0 166,5

(a) Bron : N.I.S.

Van 1974 to t 1975 nam het indexcijfer van alle voedingswa­

ren m et 16,6 p u n ten to e, terw ijl tussen 1966 en 1975 deze index m et 66,5 p u n ten o f gem iddeld 6,6 p u n ten per jaa r opliep.

19

(21)

C. DE VISV ERW ERKEN DE N IJV ER H EID

De visverw erkende nijverheid in België om vatte in 1975 een vijftiental rokerijen en inleggerijen, één konservenfabriek, drie dro­

gerijen en zouterijen, één vism eelbedrijf en tw ee diepvriesinstellingen.

In deze opsom m ing w o rd t geen rekening gehouden m et de kleine be­

drijven die m inder dan vijf w erklieden tew erkstellen.

Uit de laatst bekende jaarlijkse p ro d u k tiestatistiek en van de nijverheid van de bereiding en van de konserven van vis, schaal- en w eekdieren, verstrekt d o o r h et N.I.S., blijkt een daling van de hoe­

veelheid verw erkte grondstoffen. H et jaargem iddelde dat geruim e tijd tussen 27.000 t en 28.000 t vis schom m elde, liep volgens de jongste statistieken terug t o t 23.300 t vis, onderverdeeld in 19.200 t verse en bevroren vis, 3.350 t gezouten vis en 750 t schaal- en w eek­

dieren. De w aarde steeg van 46 0 mln F to t 640 m ln F.

V oor h e t verslagjaar zelf zijn nog geen officiële p ro d u k tie ­ statistieken bekend ; verw acht w o rd t evenwel d at de hierboven aan­

geduide dalende tendens voor de hoeveelheid enerzijds en toenam e van de w aarde anderzijds in de cijfers zal bevestigd w orden.

Volgens gegevens u it dezelfde bron beliep de p ro d u k tie van de Belgische visverwerkende bedrijven bij de jongste opnam en onge­

veer 17.600 t aan afgew erkte p ro d u k te n voor een waarde van 1.050 m ln F. De bestem m ing geldt zowel de binnen- ais de bui­

tenlandse m arkt. N aar kategorieën kan deze pro d u k tie w orden on­

derverdeeld in 9.800 t gezouten, gedroogde en diepgevroren vis, 5.600 t konserven en halfkonserven van vis, schaal- en w eekdieren, en 2 .200 t gerookte vis.

In h e t jaa r 1975, w aarvoor nog geen statistische gegevens voorhanden zijn, is de p ro d u k tie in de verw erkende sektor enigszins teruggelopen, behalve in de subsektor van de diepvriesnijverheid die een to enem ende bedrijvigheid kende. De produktiew aarde is ook in 1975 opnieuw toegenom en, zij h et in m indere m ate dan tijdens de voorgaande jaren : de recessie en de afnem ende vraag hebben de prijsstijgingen enigszins afgeremd.

(22)

De pro d u k tie van vol- en halfkonserven en van gerookte vis w o rd t verzekerd door de rokerijen, inleggerijen en konserven- nijverheid die ais grondstoffen voornam elijk pelagische vissoorten zoals haring, m akreel en sp ro t verw erken. België heeft slechts een geringe en vaak n iet te voorziene aanvoer van deze vissoorten, zodat deze bedrijven h un grondstoffen hoofdzakelijk via invoer u it h e t bui­

tenland betrekken. A nderzijds is er een groeiende tendens het pro- duktiegam m a uit te breiden en te diversifiëren.

Deze laatste vaststelling geldt eveneens voor de diepvries­

nijverheid, waarvan de p ro d u k tie van jaar to t jaa r een geleidelijke toenam e kent. Ais grondstoffen w o rd t voornam elijk gebruik ge­

m aakt van ingevoerde, op zee bevroren visfilets, terwijl de afzet zowel voor de buitenlandse ais voor de binnenlandse m ark t is be­

stem d.

21

(23)

III. DE TEWERKSTELLING

A. DE PRIM AIRE SEKTOR

V oor de tew erkstelling in de prim aire sektor staan de reders in.

In 1975 was de vissersvloot eigendom van 222 rederijen, waarvan 149 ais persoonlijke o f fam iliale ondernem ingen, 20 ais feitelijke verenigingen, 47 ais personenvennootschappen m et b ep erkte aan­

sprakelijkheid en 6 ais naam loze vennootschappen w erden uitge­

baat.

In de periode 1950-75 is h et aantal rederijen praktisch be­

stendig teruggelopen. De wijzigingen die zich in de uitb atin g hebben voorgedaan, slaan zowel op de grote rederijen ais op de persoonlijke en fam iliale rederijen terug. N iettem in is de exploitatievorm van de vloot in h oofdzaak fam iliaal en artisanaal gebleven : 201 rederij­

en o f ruim 90 p.c. b aten slechts één schip uit.

De tew erkstelling in de prim aire sek to r om vat enerzijds de reders en h et aan de rederijen verbonden w alpersoneel en anderzijds de bij h e t vissen rechtstreeks verbonden personen.

Cijfers o m tre n t h et tew erkgestelde w alpersoneel zijn niet v oorhanden. H et to taal aantal ingeschreven zeelieden te r zeevisserij bedroeg op 31 decem ber 1975 1.439 man, waarvan 1.072 aange­

m onsterd. In dit cijfer zijn 90 opvarende reders-eigenaars begre­

pen. H et vorig jaa r w aren er op hetzelfde tijdstip 1.483 geregistreer­

de zeelieden, waarvan 1.096 aangem onsterd, de 96 opvarende reders- eigenaars inbegrepen. H et aantal bem ande vaartuigen liep van 245 in 1974 to t 239 in 1975 terug.

Met b etrekking to t h e t aantal aangem onsterde vissers en h e t aantal bem ande vaartuigen kenm erken de jongste jaren zich door een duidelijke tendens to t stabilisatie van h e t bem anningspoten- tieel (tabel 11 en bijlage 9).

(24)

Tabel 11 - A antal bem ande vaartuigen en opvarenden, 1950 - 75

l— 1 1 T 1

j Aantal bemande j Aantal aangemon- Aantal afgemon- Totaal aan-!

Jaar vaartuigen op 1 sterde vissers op |Sterde vissers op | tai vissers |

31.12 31.12 1

1 31.12 op 31.12

L H--- -4- -4-I -4 4

1950 396 1.840 n.b. (a) n.b. (a) Í

1955 391 1.800 1 471 2.271

1960 384 1.736 432 2. 168

1965 339 1. 464 437 1.901

1966 333 1.431 1

502 1.933

1967 324 1.433 1 395 1.828

1968 320 1.382 1

1 469 1.851

1969 293 1. 244 I 533 1.777

1970 294 1.264 379 1.643

1971 284 1.265 1

1 368 1.633

1972 267 1.189 1

1 418 1.607

1973 248 1. 126 1 422 1. 548

1974 245 1.096 1

1 387 1.483

1975 239 1.072 1

1 367 1.439

L

4- _L 1 _L

(a) n.b. : niet bekend

U it tabel 11 kan w orden afgeleid dat sedert 1950 zowel het aantal vissers ais h et aantal vaartuigen geleidelijk en bijna v o o rt­

durend zijn teruggelopen. Deze afvloei, die vlugger geschiedde bij de bem anning dan bij de vaartuigen, heeft zich in 1975 verder do o r­

gezet. Van 1950 to t 1975 liep de personeelsbezetting m et 41,7 p.c.

terug, terw ijl het aantal bem ande vaartuigen m et 39,6 p.c. afnam . Het bem anningstekort heeft tijdens de jongste jaren m inder acute vorm en aangenom en ; ook in de loop van 1975 heeft de lichte tendens to t ontspanning op de arbeidsm arkt zich voelbaar ge­

m aakt. Belangrijk voor de to ek o m st is daarbij de vaststelling dat h e t gem iddeld aantal aangem onsterde scheepsjongens stabiel blijft.

23

(25)

B. DE SECUNDAIRE SEKTOREN

De aanvoer van zeevis verschaft volledige w erkgelegenheid aan de wal aan een groot aantal personen u it de neven be drijven. Pre­

cieze statistische gegevens o m tre n t deze tew erkstelling zijn evenwel n iet beschikbaar.

T o t de secundaire Sektoren dienen te w orden gerekend : 1. H et in de vism ijnen van de kust (O ostende, Zeebrugge en Nieuw- p o o rt) tew erkgesteld personeel, o.m . vislossers, viswegers, afslag- personeel, adm in istratief personeel.

2. De sek to r visgroothandel : groothandelaars-verzenders, groothan- delaars-invoerders, groothandelaars-uitvoerders.

3. De sek to r viskleinhandel : de gevestigde viskleinhandel, de vis- venters, de w arenhuizen enz.

4. De visverwerkende sek to r : konservenfabriek, inleggerijen, ro ­ kerijen, diepvriesinstellingen, drogerijen-zauterijen, vismeelbe-

drijf, vriesopslagbedrijven.

5. De private bedrijfsorganisaties van werkgevers en w erknem ers der zeevisserij.

6. H et visserij onderw ijs.

7. De openbare diensten van de visserij.

Volgens ram ingen zouden tussen 5.000 en 6.000 personen in voorm elde secundaire Sektoren w erkzaam zijn.

De tew erkstelling in de secundaire Sektoren is in de loop van de jaren uiteraard fu n k tie van de evolutie en de struktuurver- anderingen in h e t bedrijf. H et blijk t wel zo te zijn, d at op lange te r­

m ijn in bepaalde takken een verm indering van de tew erkstelling w ordt genoteerd, terwijl in andere daarentegen een toenam e valt waar te nem en. Tussen de verschillende takken onderling is er ten ­ slotte ook een zekere verschuiving opgetreden.

(26)

In de visverw erkende nijverheid, waar de bevoorrading in grondstoffen onderhevig is aan seizoenschom m elingen m et tijdelijke w erkloosheid, w erd een inspanning gedaan om , dank zij h et opslaan en diepvriezen van voorraden tijdens de piekperioden en door diver- sifiëring van h et produktiegam m a, de arbeidskrachten heel h et jaar do o r aan h e t w erk te houden.

In bepaalde tak k en van dé secundaire sek to r blijkt h et u itein­

delijk een probleem gekw alificeerd personeel aan te trekken.

C. DE TE R T IA IR E SEK TOREN

Een groot aantal bedrijven, firm a’s, fabrieken en instellingen w erken gedeeltelijk o f incidenteel ten behoeve van het visserijbedrijf.

Een opsom m ing leidt to t h e t volgende :

1. Toeleveringsbedrijven : scheepswerven (waarvan vijf gespeciali­

seerd in de bouw van visserijvaartuigen), m etaalkonstruktie, m a­

chinebouw , herstellingsbedrijven, fabricage en levering van n etten, kabels en tuigage, ijsfabrieken, levering en h u u r van navigatie- en d etectieapparatuur, brandstofleveranciers, p ro duktie en levering van kisten en verpakkingsm aterialen, levering van scheepsverven en -oliën, m ontage van bedrijfsvoertuigen, koelnijverheid, enz.

2. In fra stru ctu u r : haveninstallaties, dokken, slipway, sluizen, radio, spoorw egvervoer, enz.

Een schatting, zelfs een sum m iere, van h et aantal tewerkge- stelden kan onder de huidige om standigheden voor deze bedrij­

ven en instellingen niet w orden gem aakt. Zoals in de secundaire sek­

to r is dit aantal over de jaren heen gebonden aan de fluctuaties die zich in de diverse geledingen van h et visserijbedrijf voordoen.

25

(27)

BIJLAGEN EN G R A FIEK EN

Bijlage 1 - E v o l u t i e van d e z e e v i s s e r i j v l o o t , v i s s e n d v a n u i t B e l g i s c h e h ave n s , 1 9 6 0 - 7 5

2 - A a n v o e r van vis en v i s s e r i j p r o d u k t e n d o o r B e l g i s c h e vaar­

t ui g e n in Be l gi ë , 1 9 5 0 - 7 5

3 - G e m i d d e l d e a a n v o e r p r i jz e n in F / k g , 1 0 5 0 - 7 5

4 - B e l g i s c h e a a n v o e r in v r e e m d e h a v e n s , 1 9 5 0 - 7 5

5 - A a n v o e r d o o r v r e e m d e v aar t u i ge n in B e l g i s c he h a v e n s , 1 9 6 4 - 7 5

6 - B e l g i s c he v i s a a n v o e r in b i n n e n - en b u i t e n l a n d , 1 9 5 0 - 7 5 7 - I n v o e r van vis en v i s s e r i j p r o d u k t e n in Be l gi ë , 1 9 5 0 - 7 5

8 - B e l g i s c he u i t v o e r van vis en v i s s e r i j p r o d u k t e n , 1 9 5 0 - 7 5 9 - A a n t a l vissers en b e m a n d e v a a r t u i g e n , 1 9 5 0 - 7 5

Gr a f i e k 1 (a) - A a n v o e r van de B e l g i s c h e zeevi sseri j in B e l g i s c he h a ­ ven s , 1 9 5 0 - 7 5 ( h o e v e e l h e i d )

1 ( b) - A a n v o e r van de B e l g i s c h e zeevi sserij in B e l g i s c h e h a ­ ve n s . 1 9 5 0 - 7 5 ( wa a r de )

2 ( a) - E v o l u t i e van de i n v o e r van z e e p r o d u k t e n , 1 9 5 0 - 7 5 ( h o e v e e l h e i d )

2 ( b) - E v o l u t i e van de i n v o e r van z e e p r o d u k t e n , 1 9 5 0 - 7 5 ( w a a r de )

3 (a) - E v o l u t i e van de uit v o e r van z e e p r o d u k t e n , 1 9 5 0 - 7 5 ( h o e v e e l h e i d )

3 ( b) - E v o l u t i e van d e u i t v o e r van z e e p r o d u k t e n , 1 9 5 0 - 7 5 ( wa a r de )

(28)

B i j l a g e 1 - E v o l u t i e v a n d e z e e v i s s e r i j v l o o t , v i s s e n d v a n u i t B e l g i s c h e h a v e n s , 1 9 6 0 - 7 5 (a )

S c h e e p s k l a s s e n 1 9 6 0 ( b ) 1 9 6 5 1 9 7 0 1 9 7 4 1 9 7 5

I A a n t a l 1 7 6 1 18 6 8 4 2 3 7

p k 1 2 . 5 9 3 1 0 . 4 0 7 8 . 1 6 5 5 . 9 3 4 5 . 2 5 3

5 - 3 5 B . T . B . T . 3 . 6 8 2 2 . 5 7 2 1 . 6 5 6 1 . 1 0 6 9 8 3

I I A a n t a l 1 0 5 1 0 9 9 5 7 3 67

p k 1 5 . 1 3 5 1 7 . 1 7 0 1 8 . 7 9 9 1 5 . 5 2 5 1 4 . 2 8 9

3 5 - 7 0 B . T . B . T . 5 . 3 4 2 5 . 5 0 7 4 . 9 3 4 3 . 7 6 6 3 . 4 1 8

I I I A a n t a l 1 1 8 1 3 5 1 3 9 1 3 5 1 2 9

p k 3 5 . 0 8 3 4 5 . 8 2 9 5 0 . 1 0 2 5 6 . 2 2 8 5 4 . 3 9 4

7 0 - 1 8 0 B . T . B . T . 1 3 . 6 6 0 1 5 . 8 0 4 1 4 . 5 1 7 1 4 . 7 1 1 1 4 . 1 1 4

IV A a n t a l 7 11 1 0 1 6 2 0

p k 4 . 5 9 5 7 . 2 6 0 6 . 4 0 3 11 .‘7 3 0 1 6 . 0 8 0

1 8 0 - 4 0 0 B . T . B . T . 1 . 9 3 1 2 . 5 9 9 2 . 2 3 4 3 . 4 9 0 4 . 4 2 0

V A a n t a l 6 2 3 2 2

p k 6 . 2 1 0 2 . 2 0 0 3 . 5 5 0 2 . 5 5 0 2 . 5 5 0

4 0 0 - 1 . 0 0 0 B . T . B . T . 3 . 3 0 6 9 6 9 1 . 3 8 7 9 6 9 9 6 9

A a n t a l 4 1 2 3 7 5 3 1 5 2 6 8 2 5 5

TOTAAL p k 7 3 . 6 1 6 8 2 . 8 6 6 8 7 . 0 1 9 9 1 . 9 6 7 9 2 . 5 6 6

B . T . 2 7 . 9 2 2 2 7 . 4 5 1 2 4 . 7 2 8 2 4 . 0 4 2 2 3 . 9 0 4

( a ) B r o n : 1) B e s t u u r v a n h e t Z e e w e z e n e n v a n d e B i n n e n v a a r t - J a a r v e r s l a g e n o v e r d e e v o l u t i e v a n d e v i s s e r s v l o o t - T o e s t a n d o p 31 d e c e m b e r v a n e l k j a a r .

2 ) E i g e n s t a t i s t i e k e n .

^ ( b ) W e g e n s d e g e w i j z i g d e i n d e l i n g v a n d e v l o o t , s e d e r t 1 9 7 1 g e b a s e e r d o p d e t o n n e n m a a t i n p l a a t s

\q v a n o p h e t m o t o r v e r m o g e n , w a s h e t n i e t m o g e l i j k i n d e z e t a b e l g e g e v e n s v a n v ó ó r 1 9 6 0 o p t e n e m e n .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de blootstelling aan kleine microplastics werd dezelfde concentratie gebruikt als deze waaraan de mossels onder 5.3.1.1 werden blootgesteld, namelijk 20 microplastics

Bij een verwerving door één van de partijen in onderling overleg die gezamenlijk nog geen 50 % van de eff ecten met stemrecht van de houdsteronderneming houden.. Bij verwerving

Opvallend is dat de moderne soft law-codifi caties die de bouwstenen kunnen worden van een toe- komstig Europees wetboek de leer van het verbod op rechtsmisbruik niet expliciet

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Ongeveer driekwart geeft aan de GBA in alle relevante werkprocessen te gebruiken.De gemeenten die nog niet in alle relevante werkprocessen de GBA gebruiken (28%), geven daarvoor de

Dit document is tot stand gekomen in het kader van de verkenning van de directie B&I, ministerie van BZK, naar de betekenis van ontwikkelingen en trends in de samenleving voor

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

Tijdens de werkperiode zijn de rotgans en de wulp de twee soorten die meest voorkomen langs het dijktraject: de rotgans vooral in april-mei en de wulp in april, maar ook aan het