Het kan helpen om dit spel even voor te doen met 4 kinderen, zodat duidelijk wordt hoe het werkt.

Kijk over je muur

………

Zoek iemand die ...

Deel eerst het werkblad uit en laat iedereen zijn/haar eigen antwoorden opschrijven op de vragen. Geef hiervoor zo’n vijf minuten de tijd. Met het spel gaan we straks op zoek naar anderen, die eenzelfde antwoord hebben gegeven op één van de vragen.

Dit spel is het beste te spelen met een grote groep (liefst ongeveer 15 personen). Speel dit spel daarom met de kringgroepen 6-9 en 9-12 samen. Nodig eventueel de andere kringen ook uit, of ouders, of het zangkoor, of… Dit is wellicht ook een leuke werkvorm voor na een eredienst.

Wanneer iedereen de vragen op het werkblad heeft ingevuld, kan het spel beginnen. Vraag iedereen rond te lopen en iemand te zoeken om een tweetal mee te vormen. Ze mogen ieder één vraag van het werkblad aan de ander stellen. Heeft de ander hetzelfde antwoord als de vraagsteller, dan zet de ander zijn naam bij die vraag op het blad van de vraagsteller en andersom. Je hebt dan een gelijkgestemde gevonden!

Daarna moet het tweetal zich opsplitsen en op zoek naar een nieuwe partner voor de volgende vraag. Wordt er een vraag gesteld waarop het antwoord niet hetzelfde is, bedankt het duo elkaar en gaat verder met zoeken. Je mag niet nog een vraag aan dezelfde partner stellen, voordat je eerst met iemand anders een nieuw duo hebt gevormd!

Het kan helpen om dit spel even voor te doen met 4 kinderen, zodat duidelijk wordt hoe het werkt.

Na ongeveer vijf minuten kun je het spel even stilleggen. Vraag eens hoe het gaat, zijn er al die hun blad bijna vol hebben of wil het juiste helemaal niet lukken? Laat nog even

doorspelen en stop dan het spel.

Bij het nabespreken kun je door plenair de vragen te stellen, proberen alle bladen toch nog vol te krijgen. Misschien zijn er ook wel antwoorden gegeven die niemand anders hetzelfde had? Praat aan de hand van de werkbladen over hoe we van elkaar verschillen en op elkaar lijken. Hadden de kinderen verwacht zoveel te verschillen of overeen te komen?

Kijk over je muur

………

Werkblad; zoek iemand die ...

Vragen: Mijn antwoord Naam van de ander

Lekkerste ijssmaak

Verjaardag maand

Kleur van je ogen

Leukste seizoen

Kleur van je haar

Aantal broertjes of zusjes

Favoriete speelgoed

Leukste kinderkoorliedje

Wat je niet lust

Mooiste kleur

Kijk over je muur

………

Ontmoeting

We nodigen iemand uit die ergens anders in de wereld iets gedaan heeft en daarover iets wil laten zien en vertellen.

Bijvoorbeeld die...:

 Mee heeft gedaan aan het Tunesië project

 In het buitenland heeft gewerkt

 Een indrukwekkende vakantiereis heeft gemaakt

 Actief is voor Wereld wijd voor Kinderen

Het verhaal wekt de nieuwsgierigheid en prikkelt om over die muur heen te kijken.

Na afloop kunnen de kinderen twee vragen opschrijven die ze graag willen stellen. We stoppen de vragen in een pot en geven deze aan de spreker en luisteren naar de antwoorden.

Deze ontmoeting kan ook plaats vinden buiten de kring en/of samen met andere kringen!

Een uitdagende opdracht die verbindingen tot stand brengt en uitdaagt om over die muur heen te kijken en je wereld te verruimen.

Kijk over je muur

………

Lijntjes hebben

Bespreek; met wie ben je verbonden?

Kies allemaal een eigen kleur pen/stift/potlood om mee te schrijven.

Schrijf met deze kleur op een klein blaadje allemaal je eigen naam. Schrijf op andere losse blaadjes ook de namen van de gezinsleden, beste vrienden, enz.

Alle namen op aparte papiertjes dus!

Maak vervolgens kleine papiertjes met voor iedereen belangrijke groepen erop, zoals; familie, schoolvrienden, hockeyvrienden, de kring, enz.

Plak alle papiertjes vervolgens kriskras op een groot vel.

Ga nu samen lijntjes trekken met wie of welke groepen je verbonden bent.

Bespreek na;

 Met wie of welke groep ben je het meeste verbonden? Maak die lijn dik of dikker.

 Met wie of welke groep zou je graag meer of minder verbonden willen zijn?

Kun je uitleggen waarom?

Kijk over je muur

………

Kennen we elkaar?

Materialen: papier/ potloden/ vragen

Kinderen gaan in tweetallen tegenover elkaar zitten. De kinderen tekenen elkaar na en tijdens het tekenen stellen ze zes vragen aan elkaar:

 Welk boek vind jij heel leuk en waarom?

 Wat doe je het allerliefste in je vrije tijd?

 Met wie woon jij thuis?

 Van welke dieren houd je?

 Wat is je lievelingseten?

 Waar ben je bang voor?

Na afloop kunt u de kinderen vragen de ander voor te stellen in de groep.

Let op dit is best moeilijk en spannend!

Kijk over je muur

………

Hoe zou het zijn?

Kijk eens naar het lied jeugdkoorlied nr 7: ‘Hoe zou dat zijn’.

Hoe zou dat zijn

Hoe zou het zijn om in een land te wonen, waar het telkens maar weer oorlog is en je niet meer veilig bent?

Ik denk dat ik erg bang zou zijn.

Hoe zou het zijn om in een land te wonen, waar het allemaal zo anders is

en je ook de taal niet kent?

Ik denk dat ik erg bang zou zijn.

Hoe zou het zijn om in een klas te komen, waar elk kind voor jou een vreemde is en niet één weet wie jij bent?

Ik denk dat ik erg bang zou zijn.

Hoe zou het zijn om naar jou toe te komen en te zeggen: wees maar niet bang, het is goed dat jij er bent.

Hoe zou dat zijn?

 Wat voel je bij dit lied?

De gemeenschap is ook een groep mensen met een ideaal en een opdracht: “In liefde werken aan een menswaardige wereld”.

 Hoe kan deze opdracht er toe bijdragen dat jij en je medemens in vrede kunnen leven?

 Wat heb je daarvoor nodig?

Luister nu eens naar het volgende lied en lees de vertaling.

Kijk over je muur

………

Mathilde Santing zingt:

Beautiful People

You live in the same world as I do But somehow I never noticed You before today

I'm ashamed to say

Beautiful people

We share the same back door And it isn't right

We never met before But then

We may never meet again

If I weren't afraid you'd laugh at me I would run and take all your hands And I'd gather everyone together for a day And when we gather'd

I'll pass buttons out that say

Beautiful people

Then you'd never have to be alone 'Cause there'll always be someone With the same button on as you Include him in everything you do.

Beautiful people

You ride the same subway As I do ev'ry morning

That's got to tell you something We've got so much in common I go the same direction that you do So if you take care of me

Maybe I'll take care of you

Beautiful people Never have to be alone

'Cause there'll always be someone With the same button on as you Include him in ev'rything you do He may be sitting right next to you He may be beautiful people too And if you take care of him Maybe I'll take care of you Maybe I'll take care of you

Vertaling:

Mooie mensen

Jij leeft in dezelfde wereld als ik

Maar op de een of andere manier zag ik je nooit Voor vandaag

Ik schaam me om te zeggen

Mooie mensen

We gaan door dezelfde achterdeur En is het niet goed

We hebben elkaar nooit eerder ontmoet Maar dan

We ontmoeten elkaar misschien wel nooit meer Als ik niet bang was dat je me uit zou lachen Dan zou ik rennen en al je handen pakken En ik zou iedereen verzamelen voor een dag En als we dan verzamelden

Zou ik button's uitdelen waarop stond

Mooie mensen

Dan hoefde je nooit meer alleen te zijn Want er is altijd iemand

Met dezelfde button als jij Voeg hem in bij alles wat je doet

Mooie mensen

Je rijd in dezelfde metro Als ik, elke ochtend

Dat moet je toch iets zeggen We hebben zoveel gemeen Ik ga dezelfde richting als jij Dus als je voor me zorgt Zorg ik misschien voor jou

Mooie mensen

Nooit hoeven ze meer alleen te zijn Want er is altijd iemand

Met dezelfde button als jij Voeg hem in bij alles wat je doet Hij kan misschien recht naast je zitten Hij kan ook een mooi mens zijn En als je voor hem zorgt Misschien zorgt ik voor jou Misschien zorg ik voor jou...

Kijk over je muur

………

Je zult ontdekken dat wat je daarvoor hebt besproken, met lied 7 precies worden vertolkt door wat Mathilde daarin zegt.

 Zou je zo'n button willen maken als in het lied beschreven?

 Wat zou jij er op willen zetten?

 Zou je deze uit willen delen aan de broeders en zusters in de gemeenschap?

Waarom?

Kijk over je muur

………

Het spel overeenkomsten en verschillen

Materialen:

 kaartjes en flipover

Maak eenvoudige kaartjes met daarop van alles waarin mensen kunnen overeenkomen en kunnen verschillen. Bijvoorbeeld: ik lach wel eens, ik heb wel eens verdriet, mijn ouders zijn gescheiden, ik drink cola, ik vind de dienst fijn, ik breng een aanbieding, ik eet ‘s morgens brood. Ik vind geluk belangrijk. Ik vind vriendelijkheid belangrijk. Ik maak ruzie weer goed, ik doe thuis wel eens boodschappen. Het is thuis niet altijd fijn.

Laat een kind een kaartje trekken en aangeven of wat er op het kaartje staat klopt voor hem of haar.

 Vraag aan de andere kinderen of er een overeenkomst of verschil is met hun zelf.

Beslis met elkaar waar het kaartje neer wordt gelegd.

Voor de verzorgers

Bij deze werkvorm gaat het om de kinderen te laten spreken en naar elkaar te laten luisteren.

Als verzorger kun je af en toe een gevoelssamenvatting maken. Bijvoorbeeld: Ik zie dat je dat heel vervelend vond of ik merk dat je er nu nog boos om kan worden. Door samen te vatten laat je merken dat je echt luistert.

Overeenkomsten Verschillen

Kijk over je muur

………

De afsprakenslang

Wij zijn met elkaar een groep. Afspraken zijn belangrijk om goed met elkaar om te gaan.

We maken een afsprakenslang voor de kring.

Afspraken die we belangrijk vinden om een goede kring te vormen met elkaar. We krijgen allemaal drie stukjes slang. We schrijven daarop een belangrijke afspraak. Daarna kiezen we de belangrijkste stukjes uit en vormen de slang met onze afspraken!

Overal waar je een groep vormt zijn regels thuis, op school en mogelijk op de sportschool.

Regels gaan over de manier waarop we met elkaar willen omgaan en zeggen dus iets over wat we belangrijk vinden. Gek hoor, we vinden het belangrijk, maar we moeten er steeds aan herinnerd worden.

Voor de verzorgers

Hang de afsprakenslang op.

Kijk over je muur

………

De functies van groepen

Groepen hebben verschillende functies. Aan de hand van verschillende foto’s voeren we met de kinderen een gesprek.

 We laten een huis zien. Hoe ziet ons huis eruit? Wie wonen daar en wat maakt het een thuis? (wees alert op thuissituaties die niet optimaal zijn en observeer de kinderen en schenk aandacht waar nodig.)

 We laten een schoollokaal zien. Wat gebeurt er allemaal op school? Wat ga je daar doen?

 We laten een recente kringfoto zien. Waarom vormen wij een kring?

Zijn wij een kring? Wat leren wij hier?

 We laten de gemeenschap zien. Wie komen daar, wat gaan we daar doen.

We hebben al vier verschillende groepen genoemd; je gezin, je klas, je kring en je

gemeenschap. Zet allemaal op een vel je eigen naam en zet deze groepen in een woordspin om je naam heen. Hoor je bij nog meer groepen? Denk aan hobby’s, sport, fanclubs, enz.

Schrijf ze ook op het vel.

Ga nu met elkaar in gesprek;

 wat vind je leuk aan een bepaalde groep, wat minder leuk?

 Wat maakt dat de ene groep anders is dan de andere?

 Waarom zouden groepen belangrijk kunnen zijn voor mensen?

Bron ter verdieping:

Boek: ‘Kinderen in de groep’, auteur José Reyntjes. In een groep kunnen kinderen samen plezier beleven, ervaringen delen en iets voor elkaar boksen wat ze in hun eentje niet kunnen. Positieve contacten tussen kinderen bevorderen de sociale ontwikkeling, maar negatieve ervaringen verhogen de kans op sociale teruggetrokkenheid. Leidsters moeten daarom over de vaardigheid beschikken om interacties tussen kinderen in goede banen te leiden. In deze publicatie vindt men handreikingen voor het omgaan met jonge kinderen in groepen. Zowel het reilen en zeilen in de grote groep als interacties tussen kinderen in kleine groepjes worden belicht. ISBN 9789050508407

Kijk over je muur

………

Filosoferen

Filosofeer eens met elkaar over de volgende vragen;

 Wat hebben alle mensen op aarde hetzelfde?

Is iedereen dat met je eens?

 Wat heeft niemand op aarde hetzelfde?

Is iedereen dat met je eens?

 Hoe zou het zijn als iedereen veel meer op elkaar leek?

Waaraan zou je dat merken?

 Hoe zou het zijn als iedereen veel meer van elkaar verschilde?

Waaraan zou je dat merken?

Kijk voor hulp en meer doorvraag-vragen op filofosiejuf.nl

Kijk over je muur

………

Kinderkoorlied ‘Dat kan toch niet’

Kinderkoorlied nr. 13: ‘Dat kan toch niet’ leent zich uitstekend om te verdiepen.

Eerst samen zingen en dan met elkaar in gesprek.

 Waarom is het eng om te roepen ‘Stop’?

 Waarom is het moeilijk?

 Waarom kan pesten niet?

 Wat is denk je het verschil tussen pesten en plagen?

kijk ook in het boek ‘Creatief met kinderkoorliedjes op de kring’ voor extra inspiratie om met dit lied te werken.

Dat kan toch niet!

Pesten, omdat hij zo klein is, pesten, want zij is zo groot.

Pesten, omdat hij niet cool is, pesten, want zij draagt een bril.

Pesten om een klein verschil.

Het is eng om op te komen voor een kind dat wordt gepest.

Het is eng om dan te roepen:

‘Hou nou òp, dit kan toch niet!’

Pesten, omdat hij zo dik is, pesten, want zij is zo dun.

Pesten, omdat hij niet stoer is, pesten, want zij is zo stil.

Pesten om een klein verschil.

Het is moedig op te komen voor een kind dat wordt gepest.

Het is moedig dan te roepen:

‘Hou nou òp, dit kan toch niet!’

Kijk eens anders naar die ander, niet alleen naar het verschil.

En dan moet je toch erkennen:

Pesten, nee, dat kan toch niet!

Kijk over je muur

………

Samenwerken

Materialen:

 een grote rol behangpapier

 kwasten

 verf

 potloden

Laat de kinderen met elkaar een groot schilderij of tekening maken. Dus samen op een groot vel. Het komt nu aan op het in praktijk brengen van wat groepsvorming doet of kan doen.

Laat de kinderen eerst samen werken, zonder dat ze mondeling mogen overleggen.

Wie komt er misschien op het idee om met gebaren te overleggen en samen te werken?

Geef na verloop van tijd aan dat ze mogen overleggen. Doen ze dat ook?

Als alternatief kunnen twee kinderen samen één potlood vasthouden en daarmee tekenen.

Ook hier eerst weer zonder overleg en daarna met overleg.

Bespreek na afloop met elkaar:

 Wat vond je moeilijk?

 Kreeg iedereen zijn zin?

 Wat vind je van het resultaat?

 Wat vond je ervan om samen bezig te zijn?

 Is het belangrijk dat het mooi wordt?

Kijk over je muur

………

Foutjes maken mag

Kijk nog eens terug naar de afsprakenslang.

 Hoe is het gegaan met de afspraken?

 Heeft iedereen zich eraan gehouden?

 Was dat makkelijk of moeilijk?

 Hebben we elkaar geholpen het goede te doen?

 Missen er nog belangrijke afspraken of staan er overbodige op?

 Geef degene die rechts naast je zit een complimentje over hoe hij of zij is om gegaan met de afspraken.

Voor de verzorgers:

Benadruk dat foutjes maken mag, omdat je daarvan leert. Een compliment geven is best moeilijk, dus doe het zelf eerst voor.

Kijk over je muur

………

Elkaar verder leren kennen

We maken gebruik van een binnen- en buitenkring.

Beschrijving:

Alle kinderen krijgen een kaartje waarop ze een vraag schrijven. Een algemene vraag die je aan iedereen zou kunnen stellen en wat je graag zou willen weten van een ander.

Bijvoorbeeld: Wat is je favoriete vakantieland? Vertel eens iets over het laatste boek dat je gelezen hebt? Waar wordt je blij van? Waar wordt je boos van?

Vervolgens gaan de kinderen met hun kaartje in een grote kring staan, waarbij ieder een nummer krijgt, 1 en 2 om en om. De nummers 1 doen een stap naar voren en opzij en richten zich daarna met het gezicht naar de buitenkring (de nummers 2). Iedereen staat nu oog in oog met een ander.

De nummers 1 mogen de vraag van het kaartje lezen, waarbij de nummers 2 antwoord geven.

De nummers 1 mogen doorvragen op de antwoorden van nummer twee. Na twee minuten wordt het gesprek stilgelegd. De nummers 1 en 2 die tegenover elkaar staan ruilen hun kaartjes met elkaar. Alle kinderen krijgen zo een ‘vreemde vraag’ in handen (althans een vraag die ze zelf niet hebben bedacht). De buitenste of binnenste groep draait tegen de klok in één of meerdere plaatsen verder. De nummers 2 mogen nu hun vraag voorleggen aan een nieuwe persoon. Op deze wisseling kun je vele varianten bedenken, steeds krijg je weer een ander kind tegenover je met weer een andere vraag.

Variatie: Doe dit eens met anderen uit de gemeenschap (zomaar na een korte dienst ).

Kortom

· kinderen maken binnen- en buitenkring

· binnenkring stelt een vraag

· buitenkring antwoordt

· binnenkring luistert

· kinderen ruilen van rol en van vragenkaartjes

· binnenkring draait met de klok mee

Sluit de werkvorm af met het benoemen van het waardevolle van ‘elkaar hebben leren kennen’ en het weten dat we allemaal verschillend zijn en toch ook weer niet!

Kijk over je muur

………

Blik terug en maak een top 3

Blik terug op de werkvormen die de afgelopen weken gedaan zijn.

 Maak een top drie van de meest favoriete werkvormen.

Bespreek met elkaar waarom die werkvormen nu zo leuk waren, zo leer je elkaar ook bij de evaluatie nog beter kennen.

Kijk over je muur

………

Goede-voornemens-muur

Bespreek met elkaar:

Dit themablad heet ‘Kijk over je muur’. We zijn bezig geweest met;

 Ontdekken wie wij zijn

 Leren inleven in de ander

 Ervaren dat je samen bent

Je hebt misschien wel gemerkt dat jezelf ontdekken, je inleven en samen leven niet altijd makkelijk is.

Wat wel helpt is om je voor te nemen hoe je verder wilt.

 Wie wil je zijn? Waar wil je aan werken?

 Hoe wil je met de ander omgaan?

 Hoe kun je elkaar helpen?

 Hoe kun je prettig samen leven?

 Wat neem jij je voor?



Schrijf er iets over op, op een ‘baksteen’ en bouw samen een muur op van al deze bakstenen.

 De bakstenen muur kun je echt bouwen, van bijvoorbeeld schoenendozen of lucifer- doosjes. Je goede voornemen kun je dan op een papiertje schrijven of tekenen en erin stoppen.

 Je kunt ook een groot vel volplakken met dubbelgevouwen papiertjes, en als je zo’n papiertje open vouwt je voornemen erin schrijven of tekenen.

 Wie weet is er wel iemand die nog baksteen-behang heeft, dan kun je daar een goede- voornemens-muur van maken!

Zet of hang de muur op in het gebouw en nodig de gemeenschap uit om aan te vullen!