© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 2
Taal actief 3 | Werkblad | groep 7 | Mijn Malmberg
En, wat kan ik voor u doen?
Spreken en luisteren
Jullie gaan een gesprekje bedenken en voeren, zoals in een toneelstuk. Daarna schrijf je het op en voer je het voor de klas op.
Opdracht 1
Bedenk waar het gesprek over gaat. Kies een situatie waarin twee personen voorkomen. Een van die twee heeft een probleem. De ander reageert erop. Je kunt het bijvoorbeeld zo doen:
Probeer samen een goedlopend gesprekje te voeren waarin de dokter duidelijke vragen stelt en de patiënt probeert daar duidelijke antwoorden op te geven. Aan het eind geeft de dokter een oplossing.
Het gesprek hoeft maar ongeveer een minuut te duren, dus houd het kort! Voor het maken en opschrijven heb je 15 minuten.
Je mag ook de volgende duo’s proberen:
• Een klant komt met een pas gekochte camera bij de fotowinkel. Hij is net op wintersport geweest, maar alle foto’s zijn mislukt!
• Een klant komt met een zieke wurgslang bij de dierenarts.
• Een wegenwachtmedewerker arriveert bij een mevrouw die door de dikke laag sneeuw van de weg is gegleden. De sneeuw komt tot haar knieën.
• Bij een sneeuwballengevecht is een kind op een auto gaan staan om beter te kunnen mikken. Er zit nu een enorme deuk in. De eigenaar van de auto komt er net aanlopen.
Jullie kunnen natuurlijk ook zelf de situatie en de personages bedenken. Denk er wel aan dat er een probleem en een oplossing in voor moeten komen!
tip
Een jongen komt bij de dokter omdat hij is uitgegleden op de ijsgladde straat.
Hij denkt nu dat zijn pols is gebroken maar hij weet het niet zeker.
De dokter wil van alles weten over de pols en de pijn en hoe het gekomen is.
En hij gaat de pols natuurlijk onderzoeken.
Nummer één is de patiënt. Nummer twee de dokter. De dokter begint met de volgende zin: ‘Goedemiddag. En, wat kan ik voor je doen?’ De patiënt antwoordt: ‘Dag, dokter.
Ik ben uitgegleden en nu … (nu volgt de klacht).
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 2
Taal actief 3 | Werkblad | groep 7 | Mijn Malmberg
Opdracht 2
Zijn jullie tevreden over het gesprekje? Schrijf het hier dan kort op.
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________
Opdracht 3
Speel het gesprekje na voor de klas!
Klaar?
Als jij in de jury zou zitten, wie kregen dan de prijs voor:
de leukste tekst? ___________________________________________________________
de beste uitvoering? ___________________________________________________________
het duidelijkste probleem? ___________________________________________________________
Kijk naar de woorden op de plaat en vul ze hieronder in de goede zinnen in.
Hoor je een lange klank aan het eind van de klankgroep? Kleur het hokje voor de zin rood. Hoor je een korte klank? Kleur het hokje groen.
1 Denk je eraan, gaan we naar de tandarts.
2 Naar de tandarts, bah, wat een .
3 Je weet toch dat ik daar geen zin in heb!
4 Geen enkele van dit land vindt zoiets leuk.
5 Nee, maar er zijn , jij stelt je wel erg aan!
6 Weet je wat, we eten vanavond lekker gepofte .
ezel-/kikker- woorden
kikkerezel
1 2
de kikker de aardappel
vanmiddag de verschillen de kakkerlak de ezel
kikker ezel
de inwoner de avonturen het drama totaal
Startopdracht
Schrijf de ezel- en kikker-woorden op de goede plaats.
▲
...
...
...
...
...
...
...
...
214606_WB7_A-REV3.qxd 30-11-2010 11:20 Pagina 2