• No results found

PROTOCOL DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PROTOCOL DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2021-2022

PROTOCOL DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN

(2)

Inleiding

Dit dyscalculie-protocol is samengesteld om ouders, leerlingen docenten en onderwijs ondersteuners te informeren over het beleid ten aanzien van ernstige rekenproblemen en dyscalculie op het Scala College.

Inhoud

1. Visie en doelstelling ... 3

2. Wat is dyscalculie ... 3

3. Steunpunt dyscalculie ... 3

3.1 Voor wie is het steunpunt dyscalculie? ... 3

3.1.1 Leerlingen met ernstige rekenproblemen zonder verklaring. ... 3

3.1.2 Leerlingen met een dyscalculieverklaring ... 3

3.2 Wat doet het steunpunt dyscalculie? ... 3

3.2.1 Algemeen ... 3

3.2.2 Dossiervorming ... 3

3.2.3 Werkwijze van het Steunpunt ... 4

4. Handelingsgericht werken ... 4

4.1 Handelingsgericht werken docenten bij ER en dyscalculie ... 6

4.2 Handelingsgericht werken mentoren bij ER en dyscalculie ... 6

4.3 Samenwerking met rekencoördinatoren bij ER en dyscalculie ... 6

5. Procedure dyscalculieonderzoek ... 6

5. 1 Vermoeden vaststellen ... 6

5.1.1 Basisschool, leerling, ouder(s)/verzorger(s), docenten en mentor. ... 6

5.1.2 Steunpunt dyscalculie ... 6

5.2 Vooronderzoek ... 7

5.3 Dyscalculieonderzoek ... 7

6. Faciliteiten ... 8

6. 1 In de onderbouw ... 8

6.2 In de bovenbouw ... 8

7. Bijlagen bij steunpunt dyscalculie ... 9

(3)

1. Visie en doelstelling

Het Scala College vindt het belangrijk dat leerlingen een diploma halen dat past bij hun intellectuele capaciteiten. Soms zijn er hindernissen die ervoor zorgen dat een leerling niet goed tot zijn recht komt. Dyscalculie is zo’n hindernis en kan daardoor in de weg staan van plezier in leren,

succesbeleving en motivatie. We willen als school daarom goed beleid hanteren, teneinde te voorkomen dat leerlingen uitvallen of afstromen tot een niveau dat niet meer bij hen past.

Kinderen met dyscalculie vertonen specifieke leerproblemen op het terrein van rekenen. Deze leerproblemen kunnen niet verholpen worden, maar signalering, erkenning en ondersteuning van leerlingen d.m.v. faciliteiten vergroten de kans op een goede schoolloopbaan.

2. Wat is dyscalculie

Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door ernstige en hardnekkige problemen om rekenfeiten en afspraken snel en juist uit het geheugen op te roepen en toe te passen.

3. Steunpunt dyscalculie

3.1 Voor wie is het steunpunt dyscalculie?

3.1.1 Leerlingen met ernstige rekenproblemen zonder verklaring.

Leerlingen met ernstige rekenproblemen worden door de ouder(s)/verzorger(s) en/of mentor aangemeld bij het steunpunt om na te gaan of de leerling getest moet worden. Ouders en leerlingen worden nauw betrokken bij een plan om rekenproblemen aan te pakken of nader te laten

onderzoeken.

3.1.2 Leerlingen met een dyscalculieverklaring

Leerlingen met een dyscalculieverklaring worden door de ouder(s)/verzorger(s) en/of mentor aangemeld bij het steunpunt. Leerlingen met dyscalculie kunnen speciale faciliteiten en/of ondersteuning toegewezen krijgen. Mentor, leerling en vakdocent delen het ‘rekenplan’ ofwel handelingsplan inzake rekenen. Ouders en eventueel externe onderzoekers/ondersteuners worden daarbij betrokken. De mentor is spil in de communicatie, daarbij geadviseerd en ondersteund door het steunpunt.

3.1.3 Mentoren, vakdocenten en ouder(s)/verzorgers

Het steunpunt is er niet alleen voor leerlingen. Ook mentoren, vakdocenten en ouder(s)/verzorger(s) kunnen met hun vragen en signalen terecht bij het steunpunt.

3.2 Wat doet het steunpunt dyscalculie?

3.2.1 Algemeen

Het steunpunt dyscalculie zorgt samen met de mentor en vakdocenten voor de ondersteuning van

(4)

dossier rond de rekenvaardigheid van een leerling is specifiek van belang voor de regelgeving rond de rekentoets.

3.2.3 Werkwijze van het Steunpunt

Het steunpunt werkt volgens de principes van handelingsgericht werken: planmatig, doelgericht, cyclisch en op samenwerking gericht (met ouders, leerling, mentor, docenten). Vanuit deze principes bewaakt het steunpunt het proces en de voortgang (dossieropbouw, reken-handelingsplannen en overleg) van leerlingen die te maken hebben met ernstige rekenproblemen en/of dyscalculie.

Het steunpunt is aanspreekpunt voor vragen van leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en collega’s met betrekking tot dyscalculie en heeft contact met externe partijen zoals onderzoeksbureaus en orthopedagogen, ten behoeve van diagnostisch onderzoek en handelingsgericht advies. Op iedere vestiging van het Scala is er vanuit het steunpunt een coach/vertegenwoordiger van het steunpunt om mentoren, docenten en teams bij te staan en ervoor te zorgen dat de juiste omstandigheden worden geschapen om de leerling zo goed mogelijk te laten presteren.

Het steunpunt is adviserend en zorgt samen met mentoren en schoolleiding voor de organisatie van onderzoek en toegekende faciliteiten of ondersteuning.

De coaches van het steunpunt zorgen er met de administratie voor dat faciliteiten (incl.

onderbouwing) goed geregistreerd worden in SOM.

Er wordt nauw samengewerkt met rekencoördinatoren m.b.t. signalering van rekenproblemen, het opstellen van rekenplannen en het aanvragen van aangepaste toetsen. Bij het opstellen van rekenplannen kan gebruik gemaakt worden van de hulp van een (externe) RTer. Het steunpunt onderhoudt dit contact en zorgt voor effectieve samenwerking.

Het steunpunt maakt bij de rekencoördinator bekend welke leerlingen met dyscalculie de speciale ER toets willen maken.

Het steunpunt stelt zichzelf op de hoogte van de landelijke ontwikkelingen op het gebied van rekenbeleid, dyscalculie en bijbehorende regelgeving.

4. Handelingsgericht werken

Handelingsgericht werken wordt gekenmerkt door structureel, planmatig en doelgericht handelen. Er wordt gekeken naar wat de leerling nodig heeft om een volgende stap in zijn leerproces te kunnen maken (signalering en analyse). Docent en leerling werken samen aan concrete doelen die worden geëvalueerd en bijgesteld (plannen) . Er is een focus op wat lukt en wat kan bijdragen aan succes (realiseren van ondersteuning en faciliteiten).

Handelingsgericht werken betekent ook samenwerken. Samen met de leerling, met ouders, met het team rond de leerling, de mentor, de rekencoördinatoren, het steunpunt dyscalculie en het intern zorgteam als er meer aan de hand is.

(5)

(6)

4.1 Handelingsgericht werken docenten bij ER en dyscalculie

De docent signaleert rekenproblemen en voert rekengesprekken met de leerling op basis van toetsuitslagen.

De docent maakt gebruik van de signaaltoets om vermoedens van ER en dyscalculie te onderzoeken.

Met docent, mentor, leerling en ouders wordt een plan opgesteld waarin rekendoelen worden opgenomen.

De docent biedt maatwerk ondersteuning aan gebaseerd op doelen in het plan van de leerling.

De reken- en/of wiskunde docent werkt planmatig en doelgericht aan het vergroten van kennis- en vaardigheden van de leerling en betrekt de leerling actief bij het handelingsplan.

De docent staat samen met de mentor, ouders en leerling stil bij behaalde resultaten, analyseert deze en koppelt dit aan nieuwe doelen.

De docent signaleert actief wat goed gaat en wat uitvergroot kan worden om wat lastig is te compenseren. Daarbij wordt gedacht aan extra ondersteuning en mogelijke faciliteiten.

Als het advies is om formulekaarten/rekenkaarten als faciliteit in te zetten, dan oefent de docent hiermee met de leerling zodat de leerling de kaarten mag gebruiken bij een ERtoets.

De docent houdt rekening met de gevolgen van ER en dyscalculie door zich te verdiepen in de beperking/hindernis die dit, ook sociaal emotioneel, voor de leerling met zich meebrengt.

4.2 Handelingsgericht werken mentoren bij ER en dyscalculie

De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) en kan indien nodig hulp inschakelen van het steunpunt.

Bij eerste signalering van ER en/of vermoedens van dyscalculie ziet de mentor toe op planmatig handelen/het handelingsplan en de evaluatie van doelen met vakdocenten, leerling en ouders.

De mentor heeft overleg met de vakdocent en het steunpunt over een eventueel te doorlopen traject en de (toegekende) mogelijke faciliteiten.

De mentor licht vakdocenten in over afspraken en zorgt ervoor dat de informatie in het leerlingvolgsysteem wordt geplaatst.

4.3 Samenwerking met rekencoördinatoren bij ER en dyscalculie

In de onderbouw worden met de rekencoördinatoren de toetsresultaten geanalyseerd.

In de bovenbouw gaat het om samenwerking rond de organisatie van aangepaste examens en het aanvragen van ER toetsen.

5. Procedure dyscalculieonderzoek 5. 1 Vermoeden vaststellen

5.1.1 Basisschool, leerling, ouder(s)/verzorger(s), docenten en mentor.

De basisschool, de leerling, ouder(s)/verzorger(s), vakdocenten en mentoren kunnen betrokken zijn bij het vaststellen van een vermoeden van dyscalculie. De signalen voor eventuele dyscalculie worden door de mentor gemeld bij het steunpunt, waarna de leerling kan worden aangemeld voor een vooronderzoek op school. Wanneer het signaal via een andere weg bij het steunpunt komt, brengt het steunpunt de mentor op de hoogte.

5.1.2 Steunpunt dyscalculie

Vanuit het steunpunt kan aan de hand van de resultaten bij rekenen, wiskunde, en de resultaten van de geijkte toets aangegeven worden welke leerlingen in aanmerking komen voor het vooronderzoek.

De mentor overlegt met ouders of er behoefte is aan een onderzoekstraject een geeft dit door aan het steunpunt. Het steunpunt meldt de leerling aan voor een vooronderzoek.

(7)

5.2 Vooronderzoek

Het vooronderzoek bestaat uit een rekentest waarna de leerling 6 tot 8 weken begeleiding krijgt. Na deze begeleiding wordt er een tweede vergelijkbare toets afgenomen om te bekijken of de

begeleiding effect heeft gehad. Dit vooronderzoek is nodig om te kunnen spreken van

hardnekkigheid. Op basis van de resultaten van het vooronderzoek bepaalt het steunpunt of een dyscalculieonderzoek wenselijk is.

5.3 Dyscalculieonderzoek

Nadat op school is vastgesteld dat het laten uitvoeren van een dyscalculieonderzoek van belang is, wordt de leerling met ouder(s)/verzorger(s) uitgenodigd voor een gesprek om in overleg te bepalen of de leerling daadwerkelijk onderzocht gaat worden.

Nadat ouder(s)/verzorger(s) akkoord zijn met het diagnostisch onderzoek en de betalingsafspraak wordt de leerling aangemeld voor het dyscalculieonderzoek.

Na het onderzoek volgt een gesprek tussen het onderzoeksbureau, de leerling en de

ouder(s)/verzorger(s) om de resultaten uit te leggen. Het rapport van het onderzoek komt in het dossier van de leerling terecht. Het steunpunt zorgt ervoor dat de relevante informatie wordt gedeeld met de mentor en de vakdocenten.

Wanneer er in de eerste klas sprake is van een vermoeden van dyscalculie worden de kosten voor het onderzoekstraject voor een deel door de school betaald. Wanneer in andere leerjaren een vermoeden van dyscalculie ontstaat kunnen ouder(s)/verzorger(s) zelf actie ondernemen om hun kind te laten testen. De school betaalt dan niet mee in de kosten.

(8)

6. Faciliteiten

De dyscalculieverklaring kan een leerling recht geven op extra faciliteiten tijdens de les en bij het maken van toetsen, schoolexamens en het Centraal Examen. De faciliteiten worden geadviseerd door het steunpunt (in overleg met de leerling), waarbij rekening wordt gehouden met het

handelingsgericht advies uit het onderzoek en met wat de leerling zelf aangeeft belangrijk te vinden.

Sommige faciliteiten zullen ook in overleg met de vakdocent worden vastgesteld. De vestigingsdirectie is eindverantwoordelijk voor het toekennen van de faciliteiten.

Bij het toekennen van faciliteiten wordt gebruik gemaakt van de faciliteitenkaart. Zie bijlage.

6. 1 In de onderbouw

In de onderbouw kunnen één of meer van de volgende faciliteiten door het steunpunt geadviseerd worden:

- Extra tijd tijdens toetsen waarbij gerekend moet worden - Gebruik maken van rekenmachine

- Beperkte extra begeleiding

- Opzoekkaarten (onder voorwaarde)

6.2 In de bovenbouw

In de bovenbouw is het gebruik van de rekenmachine voor iedereen toegestaan. Het is mogelijk om extra tijd te krijgen tijdens schoolexamens en het Centraal Examen.

Wanneer bij een leerling wel onderzoek is gedaan maar geen dyscalculie is vastgesteld, worden geen extra faciliteiten toegekend. In overleg met betrokkenen wordt bekeken hoe de leerling toch zo goed mogelijk geholpen kan worden.

Faciliteiten voor het Centraal Examen moeten voor 1 november van het eindexamenjaar

aangevraagd worden via de examensecretaris van de school. Leerlingen mogen uitsluitend van die faciliteiten gebruikmaken die in het voorexamen jaar ook al verleend waren en waarvan is gebleken dat zij tot betere prestaties leiden. Nieuwe faciliteiten worden in het examenjaar dus niet verleend.

(9)

7. Bijlagen bij steunpunt dyscalculie

Bemensing:

Steunpunt Dyscalculie 2021-2022

Nieuwe Sloot onderbouw : Harm van Engeldorp Diamantstraat onderbouw : Mohammed Beladel Diamantstraat bovenbouw : Mohammed Beladel Sacharovlaan bovenbouw : Mohammed Beladel

Achtergrondinfo en handige links:

○ http://www.balansdigitaal.nl/stoornissen/dyscalculie/wat-is-dyscalculie/

○ http://www.masterplandyscalculie.nl/vo.html

Nog toevoegen:

● voorbeeld handelingsplan

● signaaltoets

● signaalwijzer

● faciliteitenkaart (en proces)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit jaar hebben we ervoor gekozen om een film te maken met de kinderen op school en deze in de avond in première te laten gaan, geheel in stijl. De voorbereidingen voor de film

Voor leerlingen met dyscalculie of ernstige rekenproblemen wordt de mogelijkheid geboden tot het afleggen van een aangepaste rekentoets (Op mavo de 2ER-toets en de 2A ER-toets,

De school gaat de resultaten van de taal- en rekentoetsen sturen aan het Centraal Bureau voor de Statis- tiek (CBS) (www.cbs.nl), zodat het gebruikt kan worden voor onderzoek naar

Als er bijzonderheden zijn of u heeft vragen gesteld, wordt u samen met uw kind uitgenodigd voor een onderzoek of gesprek bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige.. De jeugdarts

Bij ons op school is er veel aandacht voor de sociale ontwikkeling van kinderen?. Wij maken hiervoor gebruik van de

Kernwaarden zijn leidende waarden die door de hele school en in de contacten met ouders en externe partners zichtbaar zijn of moeten worden. De gedragingen die wij dan in de

Afgelopen vrijdag (10 december) was het Paarse Vrijdag. Afgelopen jaren was dit vooral op middelbare scholen, HBO's en universiteiten een belangrijke dag, maar ook steeds meer

Deze kaart mag worden gebruikt bij centrale examens waarbij rekenen een rol speelt door kandidaten die in het bezit zijn van een geldige dyscalculieverklaring.. Nieuw