• No results found

ADVIES LUCHT. Rompa Tanneries BV te Lichtenvoorde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVIES LUCHT. Rompa Tanneries BV te Lichtenvoorde"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

ADVIESRAPPORT LUCHT

OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN

Rompa Tanneries BV te Lichtenvoorde

Berekeningen effect voorgestelde maatregelen geur

NIJMEGEN: 9-9-2019

RAPPORTNR: W.Z19.102453.01-GE-2 AUTEUR: Gerald Landman CONTROLE: Albert Willemsen

(2)

2 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

INLEIDING

Rompa/HPT aan de Aaltenseweg 4 te Lichtenvoorde is een inrichting voor de bewerking en verwerking van huiden (Rompa) en de productie van proteïnen (HPT).

Bevoegd gezag is de gemeente Lichtenvoorde.

Revisieprocedure

In 2015 is door de gemeente Oost Gelre in overleg met het bedrijf een revisieprocedure gestart, waarin onder andere de geursituatie zou worden geactualiseerd. Na de ontwerpbeschikking d.d. 14 juli 2016 heeft het bevoegd gezag, naar aanleiding van een door Buro Blauw uitgevoerd second opinion geuronderzoek, het oordeel over de geuremissie- en-immissiesituatie van de inrichting ingrijpend bijgesteld. Op grond daarvan is besloten om een tweede ontwerpbeschikking op te stellen.

Vlak voor publicatie van de tweede ontwerpbeschikking (januari 2019) heeft Rompa/HPT de

revisieaanvraag ingetrokken. Daarna zijn er gesprekken gevoerd over de te treffen maatregelen om de geurbelasting terug te dringen.

Adviesvraag

Gevraagd wordt om de geurbelasting te berekenen waarbij (variant A):

- de emissies van het nathuis en de verladingsemissies nabij het nathuis worden geëmitteerd via een schoorsteen van 30 meter hoog. Geen nageschakelde techniek.

- de verladingsemissie van HPT en de verladingsemissie vanuit de silo tussen nathuis en finishgebouw blijven aanwezig, conform de beschrijving van Buro Blauw;

- de regenkappen van de drooginstallaties HPT worden verwijderd waardoor gerekend wordt met een verticale inpulsstijging;

Daarnaast wordt gevraagd om dezelfde berekening uit te voeren, maar dan met een verhoging van de schoorsteen van de AWZI van 10 meter naar 30 meter (variant B).

Gevraagd wordt om deze te toetsen aan de richtwaarden.

Om het effect van de resterende verladingsemissies inzichtelijk te maken wordt ook variant C doorgerekend. Deze fictieve variant is hetzelfde als variant A, maar zonder de verladingsemissies genoemd onder het tweede gedachtestreepje.

WERKWIJZE

Bestaande geurrapporten

Voorheen was de gehele inrichting genaamd Koninklijke Hulshof’s Verenigde fabrieken bv. In 2001 werd aan Koninklijke Hulshof de vigerende vergunning verleend. Destijds werd in het kader van de vergunningaanvraag door PRA Odournet het geurrapport opgesteld dat als bijlage bij de vergunning werd gevoegd. Het kenmerk van dit rapport is HULS99A2.

Ten opzichte van de toenmalige situatie is een aantal wijzigingen opgetreden. Sinds de

vergunningverlening in 2001 zijn door PRA Odournet reeds verschillende geuronderzoeken uitgevoerd ter actualisatie van het verouderde rapport bij de vergunningaanvraag. In 2007 werd tevens een aantal bronnen opnieuw gekwantificeerd middels de uitvoering van metingen.

(bron: Olfasense B.V., rapportnr. ROTA14A61, 3 mei 2016)

In opdracht van Rompa Tanneries BV is door Olfasense B.V. in 2016 een geactualiseerd geurrapport opgesteld voor Rompa Tanneries B.V. en Hulshof Proteïn Technologies B.V. (HPT) ten behoeve van de aanvraag van een revisievergunning voor de inrichting.

In opdracht van de gemeente Oost Gelre heeft Buro Blauw het geuronderzoek van Olfasense beoordeeld en de geurbelasting in Lichtenvoorde opnieuw vastgesteld.

(bron: Buro Blauw, Rapportnr. BL2018.8695.01-V01, 22-1-2018) Gebruikte verspreidingsmodel

(3)

3 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

Basis voor beide berekeningen is het model1 dat Buro Blauw heeft opgesteld. Dat model is op een aantal punten aangepast.

De aanpassingen voor de berekening in de “vergunde situatie met BBT” betreffen o.a. de hedonische weging en de gebouwmodellering. Voor meer details zie bijlage 1 bij dit rapport.

BEVINDINGEN

Bij variant A wordt er van uit gegaan dat de verladingsemissie van HPT en van de afvalsilo’s van Rompa blijven bestaan. Het gaat om kortdurende emissies, daarom moet getoetst worden aan de hogere percentielen om te bepalen wat de maatgevende geurcontour is.

Voor ‘hinderlijke geuren’ en objecten in de categorie A (wonen) bedragen de richtwaarden conform het Gelders geurbeleid:

 0,5 ou/m3 bij 98 percentiel (donkerblauwe contour)

 1 ou/m3 bij 99,5 percentiel (rode contour)

 2 ou/m3 bij 99,9 percentiel (lichtblauwe contour)

In de onderstaande afbeeldingen wordt de kleurcodering van RO online gebruikt:

1 Modelinfo: geurcontour aanvraag met verlading (finish 1/3), aangemaakt door bram.geensen op 20-3-2017.

(4)

4 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

Verder worden woonbestemmingen aangegeven als rode driehoekjes. Overige verblijfsobjecten worden aangegeven als blauwe driehoekjes. Let op: De objecten zijn gebaseerd op de BAG van 2015.

Uit bovenstaande afbeelding blijkt dat de lichtblauwe contour (2 ou/m3 99,9 percentiel) maatgevend is.

Dit duidt op de aanwezigheid van grote piekemissies.

(5)

5 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

Om de bijdrage van de verladingsemissies in beeld te brengen is hieronder variant C doorgerekend.

Variant C is gelijk aan variant A zonder verladingsemissies.

Met wederom

 0,5 ou/m3 bij 98 percentiel (donkerblauwe contour)

 1 ou/m3 bij 99,5 percentiel (rode contour)

 2 ou/m3 bij 99,9 percentiel (lichtblauwe contour)

 Ter vergelijking 2 ou/m3 bij 99,9 percentiel (lichtblauwe streepjescontour) variant A.

Uit bovenstaande afbeelding blijkt dat het weglaten van de verladingsemissies een groot effect heeft.

De verladingsemissie zijn van groot belang. Zonder verladingsemissies is de blauwe 98 percentiel contour de maatgevende contour.

(6)

6 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

Hierna worden de resultaten voor de berekening van variant B weergegeven. Hierbij is de schoorsteen van de AWZI verhoogd tot 30 meter. Verder is de variant gelijk aan variant A.

Met wederom

 0,5 ou/m3 bij 98 percentiel (donkerblauwe contour)

 1 ou/m3 bij 99,5 percentiel (rode contour)

 2 ou/m3 bij 99,9 percentiel (lichtblauwe contour)

Uit bovenstaand figuur blijkt dat na het verhogen van de schoorsteen van de AWZI de 99,9 percentiel (lichtblauwe contour) maatgevend is.

Het effect van het verhogen van de schoorsteen van de AWZI is wel duidelijk te zien bij de 98 percentiel (blauw) en de 99,5 percentiel (rood) aan de zuidkant van het bedrijf

(7)

7 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

Om de 3 varianten te kunnen vergelijken worden hieronder de maatgevende richtwaardecontouren in één afbeelding getoond.

Met:

 Variant A 2 ou/m3 99,9 percentiel lichtblauw;

 Variant B 2 ou/m3 99,9 percentiel rood;

 Variant C 0,5 ou/m3 98 percentiel blauw.

Uit bovenstaande afbeelding blijkt dat het verhogen van de schoorsteen van de AWZI nauwelijks effect heeft op de omvang van de maatgevende contour (van lichtblauw naar rood). Verder blijkt dat het elimineren van de 2 overgebleven verladingsemissies een redelijk effect heeft op de omvang van de maatgevende contour (van lichtblauw naar blauw).

(8)

8 Adviesrapport Lucht Rompa/HPT Lichtenvoorde

Bijlage 1 Invoergegevens

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vooraleer de mogelijke effecten van de lichtomstandigheden op de diverse EKC-onderdelen apart te bespreken, staan we even stil bij de randvoorwaarden voor het gebruik van

toegankelijke handleiding hiervoor geven Van Katwijk & Ter Braak (2003). Voor het bereiken van een goed resultaat van een dergelijke analyse is het noodzakelijk dat het

The evalution of rate constants for the transport between the respective compartments, and their sizes (i. the amount of cadmium in the com- partment) from the

Diverse factoren spelen een rol bij de beworteling en uitgroei van winterstek van roos, zoals eigenschappen van de moederplant, conditie van moederplant en stek, kwaliteit en

Names of members of OFS Provincial Council 1919-1952; notes by DP van der Merwe; Congress of Central SA Regional Development Society 1950; motor vehicles statistics 1949;

This investigation of the phylogeny was indeed preliminary, as more samples and genes still need to be incorporated and the results interpreted in combination with the

Figure 5.6: Plot of the Sensor Node Idle State Supply Current as Measured by the Sensor Node and the Tektronix DMM4050 Precision Digital Multimeter for 10 Nodes Descriptive

1 After the development of this conceptual framework has been dealt with, phase 3 looked at the role of CPI’s in securing tenure and maps the components of