Hoe schrijf je een stageverslag?
Inhoudsopgave
INLEIDING 3
1 HET VERSLAG
1.1 Wat is nu precies een verslag? 4
1.2 Wanneer moet het verslag klaar zijn ? 4
1.3 Wie kijkt het verslag na? 4
2 ALGEMEEN
2.1 De structuur van het stageverslag 5
2.2 De vormgeving 5
3 HET BEGIN
3.1 De omslag 7
3.2 De algemene gegevens 7
3.3 De inhoudsopgave 8
3.4 De inleiding 9
3.5 Het bedrijf/de instelling 10
3.6 Het organisatieschema 11
3.7 Mijn stage afdeling(en) 11
4 HET MIDDENSTUK
4.1 De beschrijving van de werkzaamheden 13
4.2 Het persoonlijk functioneren 13
4.2.1 Introductie in het bedrijf 13
4.2.2 Functioneren op de afdeling 13
5 HET SLOT
5.1 Conclusie 15
5.2 Indeling van de conclusie 15
5.3 Nawoord 15
5.4 Bijlage 15
SAMENVATTING 16
INLEIDING
Dit boekje gaat over het schrijven van een stageverslag.
Een groot deel van je opleiding vindt plaats in de praktijk. Dit deel werd vroeger stage genoemd, tegenwoordig heet het officieel beroepspraktijkvorming (afgekort tot BPV).
In de praktijk praten we toch meestal over stage.
Zoals je weet, moet je in elk jaar een periode van negen weken stage lopen. Van iedere periode moet een verslag geschreven worden. Dit verslag is niet alleen een weergave van je ervaringen en werkzaamheden maar geeft tevens een inzicht in de organisatie en afdeling waar jij hebt gewerkt.
De instructies worden met voorbeelden aangevuld. Gebruik ze bij het schrijven van het verslag.
1 HET VERSLAG
1.1 Wat is nu precies een verslag?
Een verslag is een schriftelijke weergave van dingen die je hebt gehoord, gezien , gelezen of gedacht. Het is gebaseerd op het verzamelen van gegevens. In je verslag kun je je ervaringen verwerken en vastleggen. Omdat het verslag niet alleen bedoeld is voor jezelf, maar ook voor je praktijkbegeleider en stagedocent, moet je er voor zorgen dat het goed duidelijk leesbaar is voor anderen. Dit doe je door het verslag goed in te delen en helder te formuleren. Zorg ook dat het niet langer is dan nodig.
Een verslag en/of een werkstuk moet voldoen aan duidelijke eisen zoals een goede indeling, een heldere schrijfstijl, een minimale lengte en uit alles moet blijken dat je een eigen mening over het onderwerp hebt.
Het is een manier om dingen te verwerken en vast te leggen.
Het maken van schriftelijke stukken is niet iets wat alleen op school van je wordt
gevraagd. Overal in bedrijven en instellingen worden problemen onderzocht, presenteren mensen hun ideeën aan anderen en worden belangrijke beslissingen genomen op basis van uitgebrachte rapporten.
Wanneer je daarom nu leert om iets op schrift te stellen in de juiste vorm, dan zul je daar later ongetwijfeld je voordeel mee kunnen doen.
1.2 Wanneer moet het verslag klaar zijn?
Je stageverslag moet uiterlijk twee weken nadat je stage is geëindigd worden ingeleverd bij je stagedocent.
Wanneer je het niet tijdig af kunt hebben, neem je zo snel mogelijk contact op met deze docent. Stageverslagen die onvoldoende worden beoordeeld, moeten op aanwijzing van de docent die het heeft nagekeken worden aangevuld. Hier staat een termijn voor van maximaal twee weken.
1.3 Wie kijkt het verslag na?
Zoals al eerder is gezegd, lever je het stageverslag in bij de stagedocent die je op je stageadres heeft bezocht. De stagedocent gaat samen met jou het hele verslag bespreken en beoordelen. Dit kan betekenen dat je aanvullingen moet maken.
De beoordeling van je stageverslag levert samen met de beoordeling van je
stageopdrachten én de beoordeling die je van je stagebegeleider op het stagebedrijf hebt gehad de eindbeoordeling van je stage op.
TIPS
● Begin tijdig met het maken van je stageverslag
● Maak elke dag aantekeningen en maak er aan het eind van de week een korte samenvatting van. Dit is een basis voor je eindverslag.
● Probeer het concept van je verslag halverwege je stage af te hebben, zodat je aan het eind van de stage je hele verslag af hebt.
● Laat het concept eventueel corrigeren door de stagebegeleider, stagedocent, docent Nederlands of door iemand anders.
● Geef een kopie van het stageverslag aan de stagebegeleider (sommige bedrijven willen je verslag vooraf inzien en nakijken op “geheime” informatie)
2 ALGEMEEN
2.1 De vormgeving
Een stageverslag dat er fraai uitziet, leest prettiger. Let daarom op de volgende punten:
● Natuurlijk ga je het verslag maken met een tekstverwerkingsprogramma. Gebruik een zakelijk lettertype, bijvoorbeeld Times New Roman of Arial.
● Maak de bladzijde niet te vol. Houd minimaal links en rechts een ruimte vrij van 2,5 cm en boven en onder van 3 cm.
● Zorg dat elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
● Beter korte dan lange zinnen.
● Laat de kopregels opvallen door ze bijvoorbeeld vet of cursief te maken.
● Je mag een enkele illustratie in je verslag opnemen, als dit goed bij de tekst past.
● Houd voldoende witregels tussen de paragrafen.
● Nummer de pagina's duidelijk en controleer of de inhoudsopgave de juiste nummers weergeeft.
● Probeer zo goed mogelijk Nederlands te schrijven. Vergeet vooral niet je tekst te controleren op typefouten met de elektronische spellingcorrector.
● Het stageverslag is naast zakelijke informatie ook een persoonlijke verslag. Je mag dan ook best schrijven “Ik vind het een prima bedrijf”.
● Laat je verslag nalezen en controleren door iemand anders voordat je het inlevert.
Hij of zij kan niet alleen op spelling controleren, maar ook kijken of het goed te begrijpen is.
2.2 De structuur van het stageverslag
Een stageverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
1. DE OMSLAG;
2. ALGEMENE GEGEVENS;
3. INHOUDSOPGAVE;
4. INLEIDING;
5. GESCHIEDENIS EN ORGANISATIE VAN HET BEDRIJF;
6. DE STAGE-AFDELING
7. DE WERKZAAMHEDEN
8. HET PERSOONLIJK FUNCTIONEREN;
9. CONCLUSIE;
10. NAWOORD;
11. BIJLAGE.
We noemen dit de structuur van het verslag. Deze structuur is weer onder te verdelen in BEGIN (1 t/m 6), MIDDENSTUK (7 en 8) en SLOT (9 t/m 15). In de volgende hoofdstukken worden deze onderdelen stuk voor stuk besproken.
3 HET BEGIN
3.1 De omslag
De omslag is het visitekaartje van je stageverslag. De lezer van het werkstuk krijgt hiermee de eerste indruk van de aandacht die je hebt bestaad aan je verslag.
Deze kaft moet functioneel zijn; d.w.z het moet al iets van het bedrijf of afdeling zeggen waar het stageverslag over gaat (gebruik b.v. een afbeelding van het bedrijfspand of het logo van het bedrijf). Een te drukke omslag kan de lezer afschrikken.
Naast de titel en eventuele illustraties moet op de kaft staan:
● je naam ;
● je klas;
● de periode waarin je stage gelopen hebt;
● de naam van de opleiding waarmee je nu bezig bent.
3.2 De algemene gegevens
De algemene gegevens komen op de eerste bladzijde. We doen dit omdat bij het openslaan van het stageverslag je gelijk alle gegevens hebt van de leerling, het bedrijf en de school.
Onderstaande gegevens moeten beslist verwerkt worden.
VOORBEELD 1
ALGEMENE GEGEVENS:
NAAM STAGIAIRE
NAAM :
ADRES :
POSTCODE :
PLAATS :
TELEFOONNUMMER :
STAGEBEDRIJF
NAAM :
ADRES :
POSTCODE :
PLAATS :
TELEFOONNUMMER :
CONTACTPERSOON :
TELEFOONNUMMER :
STAGEBEGELEIDER :
STAGEPERIODE :
SCHOOL
NAAM : ROC UTRECHT, ICT-Lyceum
ADRES : Amerikalaan 109 POSTCODE : 3526 VD Utrecht TELEFOONNUMMER : 030-2809809
STAGECOORDINATOR :
STAGEDOCENT :
3.3 De inhoudsopgave
De inhoudsopgave is een wegwijzer om op een overzichtelijke manier de lezer wegwijs te maken in je stageverslag. Hierbij is het nodig dat er titels van hoofdstukken en paragrafen worden gebruikt. Ook een paginaverwijzing hoort bij de inhoudsopgave.
Je hebt kans dat bij een niet overzichtelijke en slordige inhoudsopgave de lezer snel het verslag zal wegleggen.
Daarom alleen al moet je op de volgende punten letten:
● Er moet een goed overzichtelijk raamwerk zijn.
De lezer moet direct snappen waar het over gaat
● De hoofdstukken worden weer onderverdeeld in paragrafen.
● Elk hoofdstuk een paragraaf bevat:
Een nummer, een titel en een paginanummer
Net als de andere onderdelen van je verslag (omslag, algemene gegevens,
inhoudsopgave,inleiding enz.) beginnen alle hoofdstukken op een nieuwe pagina. De enige uitzondering op deze algemene regel geldt bij paragrafen. Dit zijn kleine onderdelen van een hoofdstuk.
BIJ EEN NIEUWE PARAGRAAF HOEF JE NIET OP EEN NIEUWE BLADZIJDE TE BEGINNEN.
Helaas gebeurt dit erg vaak. Je krijgt dan bijvoorbeeld 5 tegels op een bladzijde. Dit is niet de bedoeling.
We zullen het wat betreft de inhoudsopgave hierbij laten. Als je dit boekje goed hebt bestudeerd, zul je er vast geen moeite mee hebben.
Op de volgende bladzijde vind je een voorbeeld van een inhoudsopgave. Misschien kun je die wel gebruiken voor je eerste stageverslag
VOORBEELD 2
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING blz. 2.
HOOFDSTUK 1 HET BEDRIJF blz. 3.
1.1 DE GESCHIEDENIS VAN HET BEDRIJF blz. 3.
1.2 WAT IS HET VOOR EEN BEDRIJF blz. 5.
1.3 HET ORGANISATIESCHEMA blz. 6.
1.4 WELKE AFDELINGEN ZIJN ER blz. 7.
1.5 MIJN STAGE-AFDELING blz. 7.
HOOFDSTUK 2 WERKZAAMHEDEN blz. 8.
2.1 UITVOERING VANDE WERKZAAMHEDEN blz. 8
2.2 POST SORTEREN blz. 8.
2.3 DE TELEFOON blz. 8.
2.4 GEGEVENS INVOEREN blz. 9.
2.5 ARCHIVEREN blz. 10.
2.6 TYPEWERK blz. 10.
2.7 ANDERE WERKZAAMHEDEN blz. 11.
HOOFDSTUK 3 MIJN PERSOONLIJK FUNCTIONEREN blz. 12.
3.1 DE INTRODUCTIE blz. 12.
3.2 MIJN EERSTE DAG blz. 12.
3.3 FUNCTIONEREN OP DE AFDELING blz. 13.
3.4 DE OMGANG MET DE COLLEGA’S blz. 13.
3.5 DE BEGELEIDING blz. 14.
HOOFDSTUK 4 CONCLUSIE blz. 15.
4.1 ALGEMENE INDRUK VAN DE STAGE blz. 15.
4.2 WAT HEB IK GELEERD blz. 15.
4.3 WAT WAREN MIJN GOEDE PUNTEN blz. 16.
4.4 WAT WAREN MIJN SLCHTE PUNTEN blz. 16.
4.5 SLOTWOORD blz. 17.
BIJLAGE blz. 18
Uit deze inhoudsopgave blijkt duidelijk dat het verslag uit verschillende onderdelen bestaat.
3.4 De inleiding
De inleiding is eigenlijk het beginpunt van je tekst. Hierin beschrijf je:
● Over wat voor onderwerp het stageverslag gaat:
● Voor wie je het verslag schrijft / in het kader van welke opleiding.
● Je geeft informatie over de opbouw van het verslag, welke hoofdstukken zijn er en wat bespreken ze?
● Een korte samenvatting van de inhoud.
Het geeft al een kijkje in de keuken. Je stelt jezelf voor. Wat mag de lezer verwachten?
Op de volgende bladzijde staat een inleiding voor een stageverslag. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je deze klakkeloos overneemt. Probeer je eigen inleiding te maken. De inleiding zegt iets over jou en over het verslag dat jij hebt gemaakt.
VOORBEELD 3
INLEIDING
Dit verslag gaat over mijn stage-ervaringen over de periode van ………..t/m………….
Deze stage heb ik gedaan in het kader van mijn opleiding aan het ROC UTRECHT. Ik volg daar de opleiding ICT-Lyceum
niveau.. voor medewerker(ster) ICT-beheer.
De opleiding heeft als verplicht onderdeel in elk schooljaar 9 weken stage lopen bij verschillende bedrijven.
Deze stage was mijn….. stage en ik heb deze gedaan bij ………..Ik heb stage gelopen op de afdeling………
In dit verslag zal ik uitgebreid ingaan op de werkzaamheden die ik heb verricht en ik zal iets schrijven over mijn persoonlijk functioneren op de afdeling waar ik heb gewerkt.
Tevens zal ik een beschrijving geven over het bedrijf en hoe het bedrijf is georganiseerd.
Tijdens deze stage was ik vooral van plan om te proberen te werken aan ………..Ik wilde graag ervaringen opdoen met (in)
………….omdat ik van mening ben dat ik door deze ervaring later mijn beroep beter kan uitoefenen.
Tijdens deze stage heb ik als minder plezierig ervaren …………. Ik denk dat dit hoofdzakelijk kwam omdat mijn verwachtingen niet helemaal zijn uitgekomen. Hoe dit allemaal is gegaan, zal ik in mijn conclusie vertellen en ook natuurlijk wat ik heb geleerd en wat ik verder van deze stage heb gevonden.
Ik hoop dat de lezer met plezier dit verslag zal lezen.
Mochten er vragen zijn of opmerkingen dan wil ik deze graag beantwoorden.
Ook suggesties m.b.t. de vormgeving en inhoud van het verslag wil ik graag vernemen zodat ik deze in mijn volgende verslag kan
verwerken.
UTRECHT dd.
(naam)
3.5 Het bedrijf/de instelling
In het hoofdstuk “Het bedrijf” of ”De geschiedenis en organisatie van het bedrijf” moet in elk geval de volgende informatie komen te staan:
1. Het ontstaan van het bedrijf: wanneer is het opgericht, door wie en waarom.
2. De doelstelling van het bedrijf: welke producten maakt het, welke diensten levert het.
3. De organisatie van het bedrijf: uit welke en hoeveel afdelingen bestaat het bedrijf.
4. De beschrijving van de afdeling waar je werkt.
5. Welke software en hardware worden er in het bedrijf gebruikt en waarvoor.
Je vertelt dus iets over het ontstaan van het bedrijf (historie) en hoe de organisatie van het bedrijf eruit ziet. Immers, elk bedrijf heeft zijn verleden, heden en toekomst.
Inzicht krijgen in deze materie kan je een band met het bedrijf geven. Dit kan weer belangrijk zijn voor je functioneren in het bedrijf.
De volgende punten kunnen dus in deze beschrijving komen te staan:
● Hoe is het bedrijf of instelling ontstaan;
● Doel van de instelling/het bedrijf;
● Wat voor soort afdelingen zijn er;
● Wordt er een product gemaakt, of dienst geleverd, zo ja welke;
● In welke branche is het bedrijf werkzaam;
● Is het een groot of klein bedrijf;
● De afdeling waar je werkt enz….
● Welk besturingssysteem wordt er gebruikt op de werkstations/servers;
● Welke administratieve softwarepakketten worden gebruikt;
● Welke beveiligingspakketten enz….
Gebruik zoveel mogelijk je eigen woorden. Natuurlijk mag je best wat schriftelijke informatie verwerken maar doe dit niet te veel. Ga met mensen in het bedrijf praten. Als er een
personeelsafdeling is, vraag een gesprek aan met de personeelsvertegenwoordiger.
Bereid je op dit gesprek voor door van te voren vragen te bedenken en op papier te zetten.
Als er veel informatie over het bedrijf is, bewaar dit dan voor de BIJLAGE.
Deze bijlage komt achterin het verslag.
3.6 Het organisatieschema
De meeste bedrijven hebben wel een organisatieschema (vaak organigram genoemd).Bij dit schema geef je aan op welke afdeling jij hebt gewerkt en hoe jouw afdeling is georganiseerd.
Als het bedrijf of instelling geen eigen schema heeft, dan zul je er zelf één moeten maken.
Ook het ICT-Lyceum kunnen we in een schema zetten.
VOORBEELD 4
UNIT ECONOMIE
DIRECTIE
ADMINISTRATIE EN
ONDERSTEUNEND PERSONEEL DETAILHANDEL ICT-LYCEUM ADMINISTRATIE CONTRACTAFD.
AFDELINGSMANAGER
NIVEAU 2 NIVEAU 3 NIVEAU 4 COORDINATOR COORDINATOR COORDINATOR
ADMINISTRATIEF MEDEWERKSTER DOCENTEN DOCENTEN DOCENTEN
3.7 Mijn stage-afdeling(en)
Bij de beschrijving van de organisatie kun je natuurlijk iets vertellen over de verschillende afdelingen. Dit kan een korte opsomming zijn waarbij je er verder niet al te uitgebreid over hoeft te vertellen.
Wat echter wel erg belangrijk is, is natuurlijk de afdeling waar jij stage loopt. Van deze afdeling ga je een beschrijving geven:
● wat is het doel van de afdeling;
● welke handelingen worden verricht;
● wat is de plaats van de afdeling in de organisatie;
● enz
4 HET MIDDENSTUK
4.1 De beschrijving van de werkzaamheden
Het middenstuk is het hart van je verslag. Als je moeite hebt om zinnen op papier te krijgen, dan is het misschien voor jou gemakkelijker om alles op te schrijven zoals je het zou
vertellen. Neem in gedachten een goede kennis en vertel hem/haar alles. Tijdens deze gedachten ga je schrijven. Later kun je het altijd nog veranderen.
Met de uitwerking van je dagverslagen beschik je over genoeg informatie om een duidelijk en overzichtelijk verslag te geven van de 9 weken stage. Verzamel deze aantekeningen naar gekozen onderwerpen en zet ze ineen logische verband. Werk dit uit tot een goed lopend verhaal. Geef aan hoe je deze werkzaamheden hebt uitgevoerd en of je ook problemen bent tegengekomen bij de uitvoering van deze taken. Hoe heb je dat opgelost. Schrijf niet alleen:
Ik heb het probleem opgelost. Maar beschrijf wat het probleem was en hoe je het hebt opgelost.
4.2 Het persoonlijk functioneren
Natuurlijk gaat het bij het op stage gaan niet alleen om kennis te maken met het beroep en het aanleren van vaardigheden. Er zijn nog vele andere kanten aan het beroep van ICT-er. Het maakt veel verschil of je bij een groot of een klein bedrijf werkt. Ook de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgeoefend, kan van elkaar verschillen. Ook de sfeer en
collegialiteit spelen een rol.
Kortom: je zult moeten ontdekken in welke situatie, omgeving en werkzaamheden jij het beste functioneert.
4.2.1 Introductie in het bedrijf en op de afdeling
De eerste kennismaking met je stageadres is erg belangrijk. Immers, wanneer je je stage periode op een prettige manier begint, is de kans op een fijne en leerzame stage groot.
Ook voor de school is het belangrijk om te weten hoe jij jezelf hebt geïntroduceerd (onderdeel van je opleiding) en hoe je bent ontvangen.
Wij als school kunnen jullie dan misschien nog beter voorbereiden op de stage.
4.2.2 Het functioneren op de afdeling
Bij de beschrijving van de persoonlijk functioneren op de afdeling kun je gebruik maken van vragen die je van tevoren hebt opgesteld.
Vraag ook anderen naar hun mening over jou functioneren en wees niet bang voor kritiek.
Neem geen genoegen met een kort antwoord maar vraag naar HOE en WAAROM. Wees ook kritisch naar jezelf en geef jezelf ook een compliment als je iets goeds gedaan hebt.
Bedenk dat jouw functioneren vaak samenhangt met de vraag of je duidelijk voor ogen hebt wat je nu precies wilt leren en welke mogelijkheden het bedrijf heeft.
Een goede stagevoorbereiding is dan ook belangrijk. De mentaliteit van “ik zal wel zien”
heeft meer teleurstellingen opgeleverd dan positieve reacties.
Hier volgt weer een aantal punten die je kunnen helpen om je functioneren duidelijk te krijgen.
● Wat vond je van jezelf, hoe ging het;
● Hoe ging je met je collega’s om;
● Hoe gingen je collega’s met jou om;
● Was er wel eens kritiek en waarom;
● Hoe vond je dat, was je het ermee eens, waarom;
● Ging je met plezier naar je stage;
● Waarom niet en waarom wel;
● Hoe was je contact met je stagebegeleider(ster);
● Was er genoeg begeleiding, waar bestond die uit;
● Durfde je zelf ook initiatieven te nemen;
● Waar bestonden die uit;
● Zo niet, wat was de reden;
● Hoe was de sfeer op de afdeling, pauze enz….;
● Ben je veranderd door je stage, hoe;
● Werd er ook naar je geluisterd;
● Werd je snel opgenomen door je collega’s
● Was je stil, teruggetrokken, verlegen enz….;
● Heb je dit besproken met je stagebegeleider;
● Zo niet, waarom niet en zo ja, wat zei die ervan;
Op deze manier kun je zelf ook vragen bedenken.
5 HET SLOT
5.1 De conclusie
De conclusie is een vervolg op de inleiding. Het geeft eigenlijk een antwoord op de inleiding.
Je maakt als schrijver de balans op van je stageverslag en je gaat de vragen die je in de inleiding hebt gesteld beantwoorden.
In het kort herhaal je deze nog eens (ook al zijn ze niet allemaal aan de orde geweest). De antwoorden zul je in de beschrijving van de werkzaamheden en persoonlijk functioneren kunnen vinden. Deze vormen immers het hart van je verslag. Hier worden de resultaten van je onderzoek, je vragen en de manier waarop je het allemaal gedaan hebt, vastgelegd.
Je gaat naar aanleiding hiervan een conclusie trekken en eventuele aanbevelingen doen. Dit kunnen vragen zijn die nog niet beantwoord zijn of nuttige tips. Misschien kom je wel tot een heel andere gedragshouding of ga je voortaan anders over dit onderwerp praten. Al deze dingen ga je in je conclusie of slot verwerken. En tot slot mag je nog eens in een slotwoord zeggen hoe je het hebt ervaren om aan je stage verslag te werken en wie je eventueel wilt bedanken.
5.2 Indeling van de conclusie In de conclusie komt te staan:
● Een terugkoppeling naar de inleiding, en de daarin vermelde vragen en opdrachten die je jezelf hebt gegeven
● Hier direct op aansluitend de belangrijkste gevolgtrekking uit het verslag ten aanzien van:
▪ Was de stage zoals je verwacht had?
▪ Je leerervaringen en eventuele bijzondere dingen.
▪ Wat waren mijn goede en minder goede punten.
▪ Is de stageplaats geschikt.
▪ Korte samenvatting van het belangrijkste uit je verslag.
▪ Zou je vast willen werken op de stageplaats? Waarom (niet)?
▪ De invloed van de stage op je beroepskeuze.
▪ Is je idee over het beroep veranderd, hoe?
▪ Wat zijn je plannen voor de volgende stage?
5.3 Nawoord
In het nawoord kun je alles kwijt wat nog niet is gezegd of geschreven. Meestal komen hier de bedankjes en opmerkingen die niet direct verband houden met het verslag.
5.4 Bijlage
In de bijlage staan bepaalde stukken tekst, tekeningen of andere gegevens die te uitgebreid zijn om in je stageverslag op te nemen. Het stageverslag wordt daardoor te veel onderbroken
Je kunt dan in je tekst verwijzen naar bepaalde stukken in de bijlage. Deze stukken tekst geven dan een verduidelijking van de dingen die je beschreven hebt of hebt ondernomen.
SAMENVATTING
Hieronder vind je een korte samenvatting van alles wat we in dit boekje hebben besproken.
Houd bij het verslag rekening met de volgende punten:
1. Het verslag moet duidelijk zijn voor iemand die niets van deze stage afweet.
2. Maak het verslag overzichtelijk. Gebruik de onderstaande verslagindeling:
- Omslag
- Algemene gegevens - Inhoudsopgave - Inleiding - Het bedrijf
- Werkzaamheden
- Persoonlijk functioneren - Conclusie
- Nawoord
- Bijlage
3. Gebruik korte zinnen in goed Nederlands.
● Lopen de zinnen goed?
● Staat er niet te veel “toen en toen”?
● Staan er nog spelfouten in?
● Zit het verslag logisch in elkaar?
4. Je mag in je verslag tekeningen, grafieken of tabellen opnemen als deze de tekst verduidelijken.
5. Schrijf het verslag eerst in grote lijnen op papier en gebruik daarna de computer.