• No results found

Waterschap Aa en Maas, Bestuursakkoord Samen werken aan water, voor nu en later

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Waterschap Aa en Maas, Bestuursakkoord Samen werken aan water, voor nu en later"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Waterschap Aa en Maas, Bestuursakkoord 2015 – 2019   Samen werken aan water, voor nu en later 

Inleiding en doel 

Er liggen in Oost‐Brabant grote opgaven om voldoende beschermd te zijn tegen overstromingen,  problemen met droogte te voorkomen en te zorgen voor natuurlijk, gezond en schoon water. De  uitdaging voor waterschap Aa en Maas is om de ambities waar te maken zonder dat dit leidt tot  onacceptabele kosten. Met dit Bestuursakkoord worden de bestuurlijke accenten voor de  bestuursperiode 2015 – 2019 gegeven.  

Wij streven de volgende missie na: 

Het ontwikkelen, beheren en in stand houden van gezonde, robuuste en veerkrachtige 

watersystemen, die ruimte bieden aan een duurzaam gebruik voor mens, dier en plant in het gebied,  waarbij de veiligheid is gewaarborgd en met oog voor economische aspecten.

In de bestuursperiode 2015 – 2019 staan de volgende doelen centraal:

‐  Het versterken van de samenwerking en de uitvoering in de regio 

‐  Het realiseren van een veilig beheergebied, een robuust en duurzaam watersysteem voor de  verschillende functies en een doelmatige waterketen in dienst van schoon en gezond water.  

‐  Een waterschap van en voor de mensen. De bewoners van het beheergebied moeten weten  wat het waterschap voor hen betekent en invloed kunnen uitoefenen op wat het waterschap  doet.

‐  Betaalbare lasten. Wij zetten er op in dat de totale netto lasten van het waterschap die aan  de burgers en bedrijven in rekening worden gebracht niet meer stijgen dan met het 

inflatieniveau. 

Gemaakte afspraken (bijvoorbeeld rond KRW, DHZ en beregeningsbeleid) komt het waterschap na. 

Het Waterbeheerplan voor de periode 2016 – 2021 wordt onderschreven, binnen de in dit  bestuursakkoord gestelde financiële randvoorwaarden. Dit Bestuursakkoord is, samen met het  (ontwerp) Waterbeheerplan, koersbepalend voor het waterschap. De bestuurlijke accenten zijn in dit  document puntsgewijs weergegeven. Zij vormen de basis voor de jaarlijkse begrotingscyclus en het  kader waaraan bestuursvoorstellen de komende tijd zullen worden getoetst.

Wij zijn ons ervan bewust dat de ambities en de financiële randvoorwaarden zoals ze worden  geschetst in dit Bestuursakkoord, niet volledig matchen. Dit betekent dat er spanning zit op de  ambities. Die spanning is noodzakelijk om tot slimme oplossingen te komen, de organisatie te  prikkelen om zo efficiënt mogelijk te werken en waar mogelijk samenwerkingskansen te verzilveren. 

De spanning tussen ambitie en beschikbare middelen is noodzakelijk om als waterschap optimaal te  kunnen presteren.  

Soms zal de spanning zo groot zijn dat er keuzes gemaakt moeten worden. Belangrijke factoren  hierbij zijn: 

‐  Maatregelen ten behoeve van de veiligheid hebben de hoogste prioriteit.

‐  Afspraken met andere partijen komen we na.

‐  Kosteneffectiviteit van maatregelen (verhouding tussen de benodigde investering in de  maatregel en de mate waarin de maatregel bijdraagt aan het halen van de doelen).

‐  Financiële consequenties en andere risico’s van uitstel of afstel van maatregelen 

(2)

2 Bestuurlijke accenten in onze maatschappelijke rol 

Bestuurlijk samenspel 

Het Algemeen Bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het waterschap. Het is verantwoordelijk  voor het bepalen van de strategische doelen en het beschikbaar stellen van financiële middelen om  deze doelen te realiseren. Het Dagelijks Bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van  zaken. Het bereidt de besluitvorming door het Algemeen Bestuur voor. Vanuit het Algemeen Bestuur  worden functionele en regiocommissies samengesteld die als taak hebben het Dagelijks Bestuur te  adviseren, respectievelijk informatie uit te wisselen met het Dagelijks Bestuur. Bovendien is een  Rekenkamercommissie ingesteld met een vertegenwoordiging uit het Algemeen Bestuur. Deze  Rekenkamercommissie doet onafhankelijk onderzoek naar de juiste besteding van gelden en 

rapporteert hierover aan het Algemeen Bestuur. Alle leden van het bestuur zijn ambassadeur van het  waterschap.  

 

‐  Het waterschap werkt volgens het principe van collegiaal bestuur.

‐  Het Dagelijks Bestuur opereert met slagkracht op basis van heldere mandaatverlening door het  Algemeen Bestuur. 

‐  Het Algemeen Bestuur wordt in een vroegtijdig stadium en tussentijds betrokken bij de 

voorbereiding en uitvoering van projecten. Dit betekent dat de grotere projecten niet alleen voor  besluitvorming over kredieten worden voorgelegd, maar ook gedurende de ontwerpfase 

oriënterend in een functionele commissie worden besproken. 

‐  Het Algemeen Bestuur wordt net als in de afgelopen periode ondersteund door een ambtelijke  functionaris, onder de benaming “griffier”. Er wordt verkend of voor het verlenen van deze  ondersteuning een apart budget gewenst is. 

‐  In de functionele commissies kunnen fracties met twee zetels of minder zich laten 

vertegenwoordigen door iemand van de lijst van de betreffende fractie die geen zitting heeft in  het Algemeen Bestuur. 

‐  De regionale commissies zijn informatief en niet besluitvormend. Elke fractie is 

vertegenwoordigd met maximaal 3 personen in de regionale commissie. Dit kunnen zowel AB‐

leden van de fracties zijn als overige vertegenwoordigers van een fractie. Leden van de regionale  commissie zijn bij voorkeur woonachtig binnen de betreffende regio. In 2015 wordt uitgewerkt  hoe de aansluiting met partners van het waterschap (zoals gemeenten) versterkt kan worden via  de regionale commissies.  

‐  Het Dagelijks Bestuur zorgt ervoor dat de besluitvorming goed wordt gefaciliteerd: heldere,  volledige en tijdige advisering zijn daarbij vanzelfsprekend.  

Een waterschap midden in de samenleving  

Wij zetten in op het vergroten van de zichtbaarheid en de bekendheid van het waterschap. Onze  inwoners mogen weten wat zij terug krijgen voor hun belastinggeld en worden uitgedaagd om hun  mening te geven. Zo kunnen wij met ons werk nog meer aansluiten bij de behoeften uit de 

samenleving. Wij willen een waterschap van en voor de mensen zijn. Een waterschap dat echt  luistert naar de mening van haar inwoners. Een waterschap dat eventuele klachten snel, begrijpelijk  en rechtvaardig afhandelt. 

(3)

3

‐  Alle bestuursleden zetten zich actief in om het werk van het waterschap uit te dragen. 

‐  Het waterschap communiceert (pro)actief naar belanghebbenden. 

‐  In elk project wordt afgewogen of en hoe de participatie van belanghebbenden vorm krijgt,  onder meer door het kopje “participatie” een standaard plek te geven in de formats voor  projectdocumenten.  

‐  In deze bestuursperiode worden er voorwaarden gecreëerd die ertoe leiden dat er minimaal  vijf burgerinitiatieven ontstaan die een positieve bijdrage leveren aan de doelstellingen van  het waterschap. Bewustwording van de wateropgave bij jongeren (onder meer via educatie)  is hierbij een speerpunt.

‐  Er is meer aandacht voor water in bebouwd gebied om zo een groter deel van onze inwoners  te bereiken (afkoppelen, oeverbeheer, klimaatadaptatie, gezondheid, recreatief 

medegebruik). We maken hierover afspraken met gemeenten.

‐  Bij het versturen van de rekening aan onze inwoners maken we duidelijk waar hun geld aan  wordt uitgegeven. Hierbij wordt expliciet ingegaan op grote uitgavenposten zoals de bijdrage  aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma. 

‐  Het proces rond schadeafhandeling wordt verbeterd  door minder zaken door de verzekeraar  af te laten handelen en waar nodig gebruik te maken van een onafhankelijke 

schadecommissie. Verder wordt er expliciet een portefeuillehouder benoemd die de  schadeafhandeling als kerntaak mee neemt.

‐  Alleen regels waar echt regels nodig zijn en die regels daadwerkelijk handhaven. De  regeldruk vanuit het waterschap is al beperkt met de vernieuwing van de keur in 2015. Wij  zullen evalueren waar we nog een stap verder kunnen gaan en denken bijvoorbeeld nog een  slag te kunnen maken in de samenwerking met gemeenten (geen dubbele regelgeving).

‐  Wij zetten versterkt in op het voorkomen dat regels overtreden worden (preventie).

‐  Partijen of particulieren die bezwaar maken tegen of een zienswijze indienen bij plannen van  het waterschap  (zoals een Waterbeheerplan, een Nota Peilbeheer, projectplannen) worden  actief geïnformeerd over wanneer het betreffende plan in een functionele commissie wordt  behandeld en over de mogelijkheid om in te spreken bij zo’n functionele commissie. 

Samenwerking met partners 

Om de ambities waar te kunnen maken is een optimale samenwerking met partners essentieel. In die  samenwerking is flexibiliteit een sleutelwoord.  

 

‐  Wij zoeken bij elke problematiek de meeste optimale samenwerkingsschaal (multischalig  denken en handelen). 

‐  We combineren onze opgaven zoveel mogelijk met de opgaven van onze partners (werk met  werk maken). In deze bestuursperiode zorgen we voor minimaal 7 geslaagde 

projectvoorbeelden. 

‐  Wij geven hoge prioriteit aan projecten die ook bijdragen aan doelen van andere partijen. 

‐  Wij werken met vaste (bestuurlijke) contactpersonen per gebied (gebiedsgericht werken) 

‐  Wij werken met vaste contactpersonen per partner (agrariërs, terreinbeherende instanties /  natuurorganisaties, industrieel bedrijfsleven, medeoverheden) (accountgericht werken) 

(4)

4 Bestuurlijke accenten in het waterbeheer

Veilig en bewoonbaar beheergebied 

Het waterschap biedt bescherming tegen overstromingen vanuit de Maas en vanuit het regionale  watersysteem. Dit doen wij door de dijken goed te beheren en ervoor te zorgen dat ze aan de  normen voldoen. We bieden voldoende ruimte voor water om overlast vanuit het regionale systeem  te beperken. We zorgen voor een goede calamiteitenorganisatie om bij problemen zo adequaat  mogelijk te kunnen handelen.  

 

‐  In 2018 heeft het waterschap zicht op de opgave om op langere termijn (2050) aan de  nieuwe normen van de Deltabeslissing waterveiligheid te voldoen. Het waterschap neemt  hierbij de regie om de opgave in beeld te brengen (toetsing) en te zoeken naar (innovatieve)  oplossingen waarbij het vergroten van de bescherming samen gaat met het invullen van  ruimtelijke opgaven van andere partijen zoals gemeenten (bijvoorbeeld woningbouw). 

‐  Bij het bepalen en invullen van de waterveiligheidsopgave werken wij volgens het principe  van meerlaagse veiligheid met vooral inzet op: 

o Preventie: met dijkverbetering en/of rivierverruiming zorgen we ervoor dat er geen  overstromingen plaatsvinden.

o Verkleinen van de gevolgen van een overstroming door een goede crisis‐ en  rampenbestrijding (o.a. goede evacuatiestrategie en goede samenwerking in de  Veiligheidsregio’s).

‐  In 2018 voldoen alle regionale keringen aan de normen 

‐  Het restant van de opgave rond wateroverlast lossen we zoveel mogelijk op door  kleinschalige maatregelen te koppelen aan onderhoud (bijvoorbeeld  baggeren) of aan  GGOR‐projecten. 

Voldoende water en robuust watersysteem 

Wij streven naar een adequate en duurzame watervoorziening in ons beheergebied voor de diverse  gebruiksfuncties in hun onderlinge samenhang. Dit doen wij door het optimale peil en debiet te  hanteren in beken, kanalen, sloten én in de ondergrond (voorraadbeheer). Droogteperioden hebben  daardoor nu en in de toekomst een zo klein mogelijke impact. 

‐  Een primaire taak van het waterschap is het beheer en onderhoud (bv. maaien en baggeren). 

Het goed uitoefenen van deze taak heeft hoge prioriteit. 

‐  Ook het conserveren van gebiedseigen water heeft hoge prioriteit. 

‐  Wij pakken in de periode 2016 – 2021 alle verdroogde TOP‐gebieden (Natura 2000 en Natte  Natuurparels) aan, met extra aandacht voor de Peelvenen. De benodigde maatregelen in en  rondom de Peelvenen voeren we in de bestuursperiode uit.

‐  Wij zetten in op het volledig uitvoeringsgereed maken van het GGOR‐AHS programma in de  bestuursperiode. Realisatie van in de GGOR afgesproken maatregelen vindt deels plaats in  2020, 2021.  

‐  Een belangrijke rol binnen de uitvoering van deze GGOR’s is, naast extra waterconservering,  de uitrol van het beregeningsbeleid. Door dit op een dynamische manier aan te pakken zien  wij nog verdere vooruitgang voor zowel agrariërs als natuur. Wij zien het huidige 

beregeningsbeleid daarom eerder als een startpunt dan als een eindpunt. 

(5)

5

‐  Met onze partners geven we nadere invulling en uitvoering aan het Deltaplan Hoge  Zandgronden (DHZ). Als onderdeel van DHZ zetten we in op meer conservering van 

gebiedseigen water en pakken we het  vergroten van de wateraanvoer via de Noordervaart  (tot 5,4 m3/s) en de distributie hiervan binnen ons beheergebied voortvarend aan. Het 

"nieuwe water" wordt binnen deze bestuursperiode beschikbaar gemaakt voor de  gebruikers.  

‐  Wij brengen het voorzieningenniveau in beeld, zodat duidelijk is wat van het waterschap mag  worden verwacht op het vlak van de watervoorziening en wat niet.  

‐  Om de verschillende functies in een gebied zo goed mogelijk te kunnen faciliteren maken we  optimaal gebruik van technische mogelijkheden zoals klimaatgestuurde drainage, 

debietgestuurde stuwen en bediening op afstand. De gebiedsbeheerder wordt veel meer  controleur van de techniek dan draaier aan de stuw. 

Gezond en natuurlijk water 

Ons doel is een watersysteem met een goede waterkwaliteit, dat ecologisch goed functioneert en  waar de inwoners en bezoekers van ons beheergebied van kunnen genieten.  

‐  Met realisatie van beekherstel, ecologische verbindingszones, natuurvriendelijke oevers en  vispassages (conform KRW en WBP) zorgen we in de daarvoor aangeduide waterlopen voor  een natuurlijk functionerend watersysteem.

‐  Het draagvlak voor de beekherstelplannen wordt waar mogelijk vergroot, bijvoorbeeld door  de sturingsmogelijkheden intact te laten, zodat ingegrepen kan worden in extreme situaties. 

Een mogelijkheid hiervoor is bijvoorbeeld om stuwen niet te verwijderen, maar (vrijwel  permanent) te strijken. 

‐  Wij zetten versterkt in op ecologisch oeverbeheer (onder andere extensivering beheer  oevers), rekening houdend met functie van de waterloop. Een instrument zoals het “Maai‐

BOS” helpt bij het bepalen wat waar mogelijk is.

‐  De aanpak van diffuse verontreinigingen (waaronder N en P) is een belangrijk aandachtspunt  de komende jaren. Een belangrijk spoor om hier verbeteringen in door te voeren is (naast het  verbeteren van de effluentkwaliteit van zuiveringen) het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. 

We pakken in DAW‐pilots de waterkwaliteitsproblematiek aan door samen met groepen  burgers en bedrijven uit het buitengebied op een pragmatische en betaalbare wijze 

oplossingen te definiëren en daar afspraken over te maken. Er liggen bijvoorbeeld kansen bij  goed bodemmanagement.

‐  Wij behouden en waar mogelijk vergroten de mogelijkheden voor recreatie en recreatief  medegebruik, bijvoorbeeld in de vorm van struinen langs de waterlopen. Wij verdubbelen  het budget voor recreatie zodat hiermee ook het ontstaan van burgerinitiatieven kan worden  gestimuleerd. 

‐  We passen slimme, innovatieve concepten toe en krijgen meer voor elkaar door goede  afspraken met burgers, bedrijven of agrarische collectieven (bijvoorbeeld groenblauwe  diensten).  

‐  Rondom Natte Natuurparels en Natura 2000 gebieden zoeken we naar integrale oplossingen,  gebaseerd op objectieve feiten en criteria. Regels mogen goede integrale oplossingen niet in  de weg zitten, waar dit wel het geval is passen we de regels aan.

(6)

6 Schoon Water 

Water van een goede kwaliteit is een belangrijke voorwaarde voor een gezond waterleven, de  natuur, beregening, drinkwater voor mens en dier en voor de recreatie. Wij hebben met het zuiveren  van het afvalwater veel invloed op de waterkwaliteit. Het waterschap hanteert zoveel mogelijk het  principe “de vervuiler betaalt”. 

 

‐  Nieuwe, verstorende stoffen in het oppervlaktewater (zoals medicijnresten, hormonen,  bestrijdingsmiddelen en microplastics) vormen een serieus probleem. Onderzoek naar de  mogelijkheden om het lozen van deze stoffen te voorkomen heeft prioriteit en wordt  opgestart, dan wel versterkt. Daar waar wij zelf niet bevoegd zijn om vervuiling aan de bron  tegen te gaan, zullen wij onze partners op hun verantwoordelijkheid aanspreken. 

‐  Wij gaan voor een doelmatige afvalwaterketen, waarin wij samen met onze partners de in  het Bestuursakkoord Water afgesproken besparing van minimaal 13% realiseren. Afspraken  hierover met gemeenten leggen we vast, bij voorkeur verbreed met afspraken over andere  onderwerpen (zoals botulisme en blauwalg of over samen optrekken in een integrale  gebiedsontwikkeling).  

‐  Wij zetten de innovatieve ontwikkelingen rond energie‐ en grondstoffenwinning door.  

‐  Wij blijven het afkoppelen van hemelwater door burgers en of bedrijven stimuleren. 

Afkoppelen helpt bij de bewustwording van burgers en draagt bij aan een meer doelmatige  waterketen. Wij passen onze stimuleringsregeling aan zodat deze breder inzetbaar is. 

Middelen 

Organisatie

Een voortdurend veranderende maatschappij vraagt om een professionele, flexibele en extern  gerichte organisatie. De afgelopen jaren zijn hier stappen in gezet. Aan de hand van een organisatie  ontwikkelplan professionaliseren wij nog verder. 

 

‐  Om de ambities waar te maken moet de organisatie nog efficiënter opereren. Dit vraagt  onder meer om innovatieve ontwikkelingen die leiden tot versnelling, verbetering of  goedkopere oplossingen. 

‐  Wij voeren het beleid rond social return actief uit.

‐  De focus ligt op het optimaal laten functioneren van het waterschap in de bestaande vorm. 

Wij stellen de huidige structuur van het waterschap niet ter discussie. 

‐  Er is een adequaat personeelsbeleid met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. 

‐  We zien de drie financiële pijlers (personeel, investeringen en goederen en diensten)  binnen  het waterschap minder als afgescheiden deelgebieden maar veel meer als communicerende  vaten waardoor meer efficiëntie mogelijk is. 

Financiële kaders 

Een belangrijke randvoorwaarde voor de ambities uit het Waterbeheerplan en uit dit 

Bestuursakkoord is dat we de lasten betaalbaar houden. Jaarlijks vindt op  basis van de voorjaarsnota  en programmabegroting bestuurlijke besluitvorming plaats over de uit te voeren maatregelen en de  kostenontwikkeling en tariefstijging die dit tot gevolg heeft.

(7)

7

‐  Het streven is om de totale netto kosten (voor personeel, goederen en diensten en voor  kapitaallasten samen) van 2015 tot en met 2019 niet meer te laten stijgen dan het totale  inflatieniveau over die periode. 

‐  We sturen hierop door bij de begrotingsbehandeling de lastenstijging in enig jaar in principe  te beperken tot maximaal de stijging van het consumenten prijsindexcijfer (CPI) zoals dat  door het CBS bekend gemaakt wordt aan het einde van het tweede kwartaal voorafgaand  aan de begrotingscyclus van het waterschap. 

‐  Er worden jaarlijks bij de begrotingsbehandeling afspraken gemaakt over de toelaatbare  investeringen in relatie tot de ontwikkeling van kosten voor personeel en goederen en  diensten. 

‐  Wij sturen sterk op de schuldenpositie van het waterschap en potentiële rente risico’s op de  midden lange termijn. Waar mogelijk zetten wij in op versneld aflossen van schulden,  bijvoorbeeld bij vrijval van financiële verplichtingen voor SNB. 

‐  Voor maatregelen zoals verdrogingsbestrijding, beekherstel, ecologische verbindingszones en  aanleg van vispassages zien wij een gedeelde verantwoordelijkheid met onze partners. Waar  nodig zullen wij hen hierop aanspreken.  

‐  Wij schuiven zo min mogelijk lasten door naar de toekomst. Werkzaamheden die jaarlijks  terugkomen (zoals bijvoorbeeld baggeren) brengen we geleidelijk geheel onder in de  exploitatie (goederen en diensten). 

‐  Wij zoeken naar innovatieve verdienmodellen, zodat we nog meer aansluiten bij de principes 

“vervuiler betaalt” en het profijtbeginsel. Als voorbeeld noemen we het overwegen om weer  leges voor vergunningen in te voeren. 

‐  Waar mogelijk zetten wij onze opdrachten met zo’n omvang op de markt dat de regionale en  lokale economie daar maximaal profijt van kan hebben.  

Met bovenstaande bestuurlijke accenten hopen wij tegelijkertijd voldoende waarborg te geven voor  continuering van het huidige beleid, maar tevens een aantal significante verbeteringen te hebben  voorgesteld om het waterschap Aa en Maas beter en verder de toekomst in te brengen. Wij gaan de  komende bestuursperiode met u en voor u aan de slag, om de in dit Bestuursakkoord genoemde  voorstellen ook daadwerkelijk te realiseren. 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bovenstaande kenmerken van samenwerking schetsen een complexiteit die alleen maar toeneemt. Er wordt namelijk niet alleen onderling door gemeenten samengewerkt maar gemeenten werken

Daarbij hebben we ons steeds de volgende vraag gesteld: als we willen toewerken naar een stad die ook in 2030 aantrekkelijk is voor inwoners, bezoekers en ondernemers, welke

wetenschap en het feit dat de gemeente bevoegd gezag is voor de openbare veiligheid, willen wij de gemeente Asten vragen om namens Waterschap Aa en Maas, middels een raadsbesluit, de

[r]

Afgestemde handhavingprogramma’s en de landelijke handhavingstrategie borgen in combinatie dat de overheden planmatig gezamen¬lijk optreden, bij het toezicht en bij bevindingen

With the construction of the longitudinal dams in the Waal, I have seen the changes in the banks and the flow conditions of this part of the river. In 2016 (just after

ten minste vier en ten hoogste negen leden, aangewezen door de Drechtraad, met dien verstande dat ten minste de helft van de leden aangewezen wordt uit de collegeleden als bedoeld

Tabel 7-2 Gemiddelde (op basis van twee metingen) vrachten in influent en effluent per jaar per gemeten werkzame stof en gemiddeld verwijderingspercentage van de RWZI Land van