• No results found

Back-ups, belangrijker dan ooit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Back-ups, belangrijker dan ooit"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P 309340 – Afgiftekantoor 9000 Gent X – Tweewekelijks – Verschijnt niet in de weken 28-36

BIBF | Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

INHOUD

p. 1/ Back-ups, belangrijker dan ooit p. 4/ De stijging van de roerende

voorheffing : een blik op het algemeen tarief en de uitzonderingen anno 2017

Back-ups, belangrijker dan ooit

In een tijd waarin dossiers almaar meer virtueel wor- den, alles digitaal wordt en wordt opgeslagen in de cloud, is het goed om enkele elementaire voorzorgs- maatregelen en goede praktijken in herinnering te brengen om uw keuzes inzake uw back-upbeleid op te baseren.

Context

Met het internet en de exponentiële ontwikkeling van de computertechnologie, die steeds krach- tiger en goedkoper wordt, heeft het beroep van boekhouder(-fiscalist) de voorbije jaren grondige en buitengewoon snelle veranderingen onder- gaan.

Voor het voeren van een boekhouding kan men vandaag niet meer zonder een gespecialiseerde toepassing, een boekhoudprogramma, soms ge- koppeld aan een CRM (customer relationship ma- nagement – klantrelatiebeheer) of zelfs een digitale archiefbeheertoepassing, wanneer deze functies niet als modules voorzien zijn in het boekhoudpro- gramma.

We zien ook een algemene trend naar outsourcing (cloud computing), voornamelijk ten gevolge van agressieve marketingcampagnes in die richting, maar ook omdat dit de professional ontslaat van onderhoudstaken die door hem vaak als complex worden beschouwd.  Maar is dat wel zo ?  Is de cloud wel het wondermiddel dat men ons voor- spiegelt ?

Noodzaak en verantwoordelijkheid

Om deze vragen beter te kunnen beantwoorden, moeten we weten wat back-ups precies zijn, waar- om ze nodig zijn en waarom men eventueel ge- noodzaakt kan zijn deze taak uit te besteden aan een dienstverlener (cloud).

De organisatie van een boekhoudkantoor berust bijna volledig op de gegevens in de dossiers.  Als deze geautomatiseerd zijn, zoals tegenwoordig de norm is, steunt deze organisatie voortaan dus op het computersysteem, en meer bepaald op massa- geheugens : harde schijven, SSD’s, USB-sticks.

De handeling die met een duur woord back-up wordt genoemd, is in feite niet meer dan een mid- del om een reservekopie te maken van de gegevens, om op het ergste voorbereid te zijn. Gecrashte har- de schijf, brand, waterschade, diefstal, hacking of computervirus, we komen hier later op terug.

Hoewel vandaag niemand nog twijfelt aan de dwin- gende noodzaak om reservekopieën te maken, moe- ten we er toch op wijzen dat per slot van rekening de boekhouder hier zelf verantwoordelijk voor is. Wanneer u deze taak namelijk uitbesteedt aan een dienstverlener (bv. cloud), wordt niet de ver- antwoordelijkheid overgedragen, maar alleen de contractuele verplichting voor de dienstverlener om de opslag van de gegevens te verzekeren in het kader van een Service Level Agreement (SLA, of dienstenniveau-overeenkomst – DNO).  Zo beperkt

(2)

de verantwoordelijkheid van de dienstverlener zich strikt tot de bepalingen van de overeenkomst, met eventueel de tussenkomst van een verzekering ten belope van een vast te stellen bedrag. Met andere woorden, voor de dienstverlener bent u een klant zoals een ander, een contractnummer. Als hij zelf getroffen wordt door het noodlot, wat niet onmo- gelijk is, verre van, moet hij terugvallen op zijn eigen reservekopieën, of in geval van verlies zijn klanten vergoeden.  Dit zou u echter niet onthef- fen van uw eigen verantwoordelijkheid, en, helaas, niet vrijwaren van de problemen die dit voor u zou kunnen veroorzaken.

Als u er dus voor kiest een beroep te doen op een dienstverlener, dient u deze met zorg te kiezen, na te gaan of hij zelf veiligheidsmaatregelen heeft genomen die aan de strengste normen voldoen, en vooral zeer aandachtig de contractbepalingen te lezen. Net zoals bij een verzekeringscontract, is het vaak pas bij problemen dat men het zich be- rouwt het niet te hebben gelezen. Het is niet omdat het zich in de cloud bevindt dat het mistig moet zijn.

Leg niet al uw eieren in dezelfde mand

De voorbije twintig jaar zijn de prijzen van mas- sageheugens alleen maar gedaald. De prijs per me- gabyte gegevens is letterlijk ingestort, zodat men vandaag harde schijven met hoge capaciteit vindt tegen zeer betaalbare prijzen, in de orde van enkele tientallen euro. Door de ontwikkeling van NAND- flashgeheugens werd het ook mogelijk USB-sticks en SSD-schijven te ontwikkelen tegen zeer demo- cratische prijzen.  Deze zijn licht, schokbestendig en zeer compact.  Ook externe harde schijven via USB, hetzij van het type Winchester of SSD, hebben de markt overspoeld.

Om maar te zeggen dat er vandaag nog weinig excuses zijn om géén extra reservekopieën te ma- ken. En ja, zelfs als u daarbuiten een beroep doet op een dienstverlener, is het wenselijk dat u uw eigen reservekopieën maakt om aan verschillende noden tegemoet te komen.

Soorten back-up en hun toepassing

Er zijn verschillende types en verschillende ni- veaus van back-ups, of van bewaring hiervan. Deze beantwoorden aan verschillende noden, zoals :

– Redundantie : op een goede server (die in elk boekhoudkantoor aanwezig zou moeten zijn) geeft men de voorkeur aan het gebruik van gespiegelde schijven, in ieder geval voor de schijven die de directory’s/eenheden bevatten die op het netwerk gedeeld worden, dit wil zeggen de plaats waar de gegevens worden opgeslagen.  Afhankelijk van hun prijs, zijn de servers al dan niet uitgerust met een speciale schijfcontroller of RAID, waarmee de gegevens op een schijf transparant worden gedu- pliceerd op haar spiegelschijf.  In geval van een hardwarefout (gecrashte schijf) moet dus enkel de falende schijf worden vervangen (wat soms zelfs mogelijk is zonder de server uit te schakelen), waarna de controller op de nieuwe schijf onmid- dellijk de gegevens herstelt die aanwezig zijn op de andere. Het doel hiervan is de continuïteit van de dienstverlening te garanderen.

– Extra-muros : dit is eerder een modaliteit dan echt een type. Nadat een back-upset is gecreëerd, komt het erop aan ervoor te zorgen dat deze op een veilige plaats wordt bewaard, buiten de mu- ren, zodat hij niet kan worden getroffen door de gevolgen van een ramp (brand, inbraak, over- stroming...).  Dit kan ook gebeuren door de ko- pie tussen twee geheugenplaatsen rechtstreeks via een VPN-netwerk (Virtual Private Network) te maken. De installatie van een VPN-netwerk is niet duur, maar het is niet eenvoudig en vereist waarschijnlijk de hulp van een informaticus.

– Back-up van de vorige dag : dit kan belache- lijk lijken, maar meestal is het zo dat wanneer u een bestand verliest, u het de vorige dag nog had.  Naast een andere back-up, is een incre- mentele kopie van de vorige dag dus niet onzin- nig. Dit kan de vorm aannemen van een gewone kopie, maar het is natuurlijk makkelijker hier- voor een klein script te creëren of een klein spe- cifiek programma te gebruiken. Met incremen- teel wordt bedoeld dat de bestanden erin worden gekopieerd die er nog in stonden, of dat oudere versies worden vervangen door de nieuwe.

– Historisatie : met historisatie bedoelen we een onafhankelijke en volledige kopie van een be- stand of een aantal bestanden met de datum van vandaag. Dit betekent dat er elke dag een aparte back-upset van deze gegevens wordt gecreëerd en opgeslagen. Dit zal over het algemeen worden toegepast op groepen bestanden van redelijke omvang, en worden beperkt tot bestanden van vi-

(3)

taal belang, zoals de boekhouding zelf. Het lijkt immers niet verstandig en zelfs niet haalbaar om een historisatie te doen van alle gegevens (gede- materialiseerd archief bijvoorbeeld).  We merken terloops op dat in de overgrote meerderheid van de gevallen de door de dienstverleners geleverde back-ups incrementeel zijn en niet gehistoriseerd, wat veel te grote opslagvolumes zou vereisen.

– NAS : acroniem van Network Access Storage, of via netwerk toegankelijke opslag. Dit is geen type back-up, maar eerder een type van dragers die steeds vaker worden toegepast en die zeer be- taalbaar zijn. In de praktijk zijn het heuse kleine netwerkservers (LAN) die overal toegankelijk zijn vanuit het lokale netwerk en die zelfs als VPN kunnen worden gebruikt om grote hoe- veelheden data op gespiegelde schijven op te slaan.  Ze zijn klein, verbruiken weinig en zijn geschikt voor minimaal twee (apart gekochte) harde schijven. Na een eenvoudige configuratie via een gebruiksvriendelijke interface, kunt u er uw reservekopieën opslaan of alles wat u er maar op wilt zetten. Een dergelijk gebruiksklaar systeem kost vandaag minder dan 500 euro.

Volledig automatisch voorwaar !

Jazeker, met uitzondering van de laatste fase, die erin bestaat regelmatig te controleren of uw back- ups correct zijn uitgevoerd en of de gegevens wel degelijk aanwezig zijn ! Het is best leuk, een pro- gramma dat de back-ups in uw plaats doet en u elke ochtend een gedetailleerd rapport van vijftig pagina’s stuurt. Het probleem is dat u het wellicht na een week al niet meer leest. En de dag dat het rapport foutmeldingen bevat die aangeven dat de back-up niet correct kon worden uitgevoerd, zult u het niet zien.

U zou er omgekeerd voor kunnen kiezen alleen rapporten te ontvangen als er een probleem werd vastgesteld, maar dat is nog niet zo simpel. Voor de software is het feit dat een bestand niet kon wor- den geopend, bijvoorbeeld omdat het vergrendeld was door een andere post, een fout waarvoor een rapport wordt gegenereerd.  Wat wij hier willen zeggen, is dat het niet volstaat een back-upbeleid te hebben, maar dat men regelmatig moet contro- leren of het nog actueel is en of de reservekopieën goed verlopen.  Een verandering van server, toe- voeging van gebruikers, van gedeelde directory’s, verandering van systeemwachtwoord zijn stuk

voor stuk factoren die vaak gevolgen hebben op dit vlak.

Er bestaan goede gratis programma’s

Het is niet altijd nodig zich blauw te betalen aan software om professionele back-ups te maken. Er bestaan een aantal programma’s die de hele reeks van handelingen voor hun rekening nemen, en die toch gratis, licht en gebruiksvriendelijk zijn. Onze favorieten (voor Windows) zijn SyncBack en Cobi- an. Zij maken het mogelijk een aantal kopieer- of synchronisatietaken planmatig uit te voeren, met of zonder compressie, en wat Cobian betreft met of zonder versleuteling van de doelbestanden indien u deze op een server wenst op te slaan of als de ver- trouwelijkheid niet gewaarborgd is (Google Drive, ...). Beide kunnen rechtstreeks vanuit de opdracht- regel worden aangeroepen, waardoor ze kunnen worden opgenomen in scripts met een ruimer op- zet (allerhande onderhoudsdoeleinden).  Deze pro- gramma’s beheren alle aspecten van een back-up : uitvoering van andere taken ervoor/erna, plan- ning, kopiëren/synchroniseren en kennisgeving via e-mail.

In de online versie van dit artikel vindt u een uit- gewerkt voorbeeld (met iconen en een stappen- plan) voor de installatie van SyncBack. De online versie vindt u op onze website www.bibf.be bij de rubriek «documentatie» onder de titel «Gegevens- beveiliging». U heeft rechtstreeks toegang tot deze pagina via de weblink : http://www.bibf.be/Index.

asp?Idx=4876

Tot besluit

U hebt ongetwijfeld begrepen dat het opzet van dit artikel vooral was u erop te wijzen dat men nooit te veel back-ups heeft, net zoals men nooit te gezond kan zijn. In het licht van wat het kost, moet je wel erg onbekommerd of erg zelfverzekerd zijn om na te laten ook zelf back-ups te maken.

Gezien de opflakkering van ransomware, virussen die alle bestanden van een computer of een netwerk versleutelen en daarna een online betaling eisen om de decryptiesleutel te ontvangen, kunnen we u alleen maar aansporen om verschillende back-ups toe te passen en regelmatig de integriteit van uw bestanden te controleren (op een andere computer bijvoorbeeld).  Daarnaast adviseren wij natuurlijk

(4)

op elke computer van het kantoor een antiviruspak- ket dat up-to-date is. Denk eraan dat in 95 % van de gevallen virussen door de gebruikers zelf worden geïnstalleerd nadat ze ermee hebben ingestemd om ze te installeren (hoewel het virus zich als iets heel anders voordoet). Het is dus verstandig altijd twee keer na te denken voor u een programma instal- leert. En misschien is het nuttig het te controleren

met de antiviruswebsite VirusTotal, die het scant met een vijftigtal verschillende antivirusscanners en u zal zeggen of het programma betrouwbaar is. Dit is niet onfeilbaar, maar veel beter dan niets.

Philippe HUYSMANS IT-verantwoordelijke BIBF

De stijging van de roerende voorheffing : een blik op

het algemeen tarief en de uitzonderingen anno 2017

Sinds 1 januari 2017 steeg de roerende voorheffing tot de historische hoge grens van 30%. Deze stijging is een trend die kadert binnen het idee van de tax shift. De wetgever heeft deels aan de hogere taxatie willen tegemoetkomen door bepaalde uitzonderin- gen op het algemeen tarief te formuleren. In onder- staand artikel geven wij een overzicht van de huidige stand van zaken.

Dividenden

Dividenden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1  januari 2017 zijn normaliter onderworpen aan 30 % roerende voorheffing. Dit betekent een stij- ging met 3 % tegenover 2016.

Omwille van de uitbreiding van het toepassingsge- bied van de roerende voorheffing en stijging van het tarief doorheen de voorbije jaren, heeft de wet- gever voornamelijk voor kmo’s in een aantal uit- zonderingen en overgangsregimes voorzien.

VVPRbis-regeling (15 % – 20 %)

Deze regeling is uitsluitend van toepassing op divi- denduitkeringen van kmo’s voor zover het dividend betrekking heeft op aandelen die zijn uitgegeven naar aanleiding van een inbreng in geld (oprich- ting of kapitaalverhoging) vanaf 1  juli 2013. Het kmo-begrip wordt beoordeeld op het ogenblik van

de inbreng, ook al kwalificeert de vennootschap op het ogenblik van de dividenduitkering niet langer als een kmo.

Verder moeten conform artikel  269, §  2 van het WIB  1992 nog de volgende voorwaarden vervuld worden om de verlaagde tarieven toe te passen : – maatschappelijk kapitaal van min. 18 550 euro;

– de aandelen zijn op het ogenblik van de dividend- uitkering volledig volstort;

– enkel voor zgn. «gewone» dividenden (en dus niet voor liquidatie- of inkoopboni);

– enkel voor aandelen die in volle eigendom wor- den gehouden;

– aandeelhouders zijn vanaf de inbreng ononder- broken volle eigenaar;

– de nieuwe aandelen mogen niet preferent zijn ten opzichte van de bestaande aandelen;

– ingebrachte gelden mogen niet afkomstig zijn uit de vastklikoperatie (zie later).

Wanneer aan alle van de hierboven opgesomde voorwaarden voldaan is, kunnen volgende verlaag- de tarieven worden toegepast :

– 20 % roerende voorheffing voor zover de dividen- den afkomstig zijn uit de winstverdeling van het tweede boekjaar volgend op de inbreng;

– 15 % roerende voorheffing voor zover de dividen- den afkomstig zijn uit de winstverdeling van het derde of de latere boekjaren volgend op de inbreng.

(5)

Vastklikregeling (10 % – 14,5 % – 19 % – 25,3 %)

De vastklikregeling werd ingevoerd als overgangs- maatregel bij de verhoging van de roerende voor- heffing op liquidatieboni van 10 % naar 25 % (nu dus 30 %). Aan zowel grote vennootschappen als aan kmo’s werd de mogelijkheid geboden om hun bestaande belaste reserves te incorporeren in het kapitaal mits inhouding van 10 % roerende voor- heffing.

Bij een latere vereffening van de vennootschap zou dan geen additionele belasting/roerende voorhef- fing worden toegepast op het vastgeklikte deel.

Ook voor vennootschappen die niet onmiddellijk een vereffening in het vooruitzicht hadden, bood de vastklikregeling voordelen. Mits naleving van de in de wet vooropgestelde termijnen werd het mogelijk om in de toekomst de vastgeklikte belaste reserves, via een kapitaalvermindering, aan een verlaagd tarief uit te keren.

Tarief Totaal (incl. initiële

heffing)

Termijn kmo’s Termijn grote vennootschappen 17 % (initieel 15 % t.e.m.

31/12/2015)

25,3 % (initieel 23,5 % t.e.m. 31/12/2015)

In jaar 1 en 2 In jaren 1 tot 4

10 % 19 % In jaar 3 In jaar 5 en 6

5 % 14,5 % In jaar 4 In jaar 7 en 8

– 10 % Vanaf 5 jaar Vanaf 9 jaar

Noteer dat voormelde wachttermijnen niet van toe- passing zijn wanneer de vennootschap vereffent.

Volgens de door de FOD Financiën gepubliceerde FAQ omtrent de vastklikregeling, kunnen vennoot- schappen het vastgeklikte deel belastingvrij uitke- ren ongeacht de datum van de vereffening voor zover rekening wordt gehouden met de algemene antimisbruikbepaling van artikel 344, § 1 van het WIB 1992. Zo zal bijvoorbeeld een vereffening we- gens ernstige ziekte of overlijden van de zaakvoer- der niet aan een termijnvereiste onderworpen zijn.

Deze beoordeling betreft uiteraard een feitenkwes- tie die enkel dient onderzocht te worden indien de wachttermijn van 4 (voor kmo’s) en 8  jaar (voor grote vennootschappen) niet wordt gehaald.

Om misbruik te voorkomen werd eveneens be- paald dat elke kapitaalvermindering prioritair op de vastgeklikte reserves wordt aangerekend. Deze bepaling dient op heden nog steeds in het achter- hoofd gehouden te worden wanneer men tot een kapitaalvermindering wenst over te gaan.

Verder mochten de vennootschappen hun normale dividendpolitiek niet onderbreken in het jaar van de inbreng.

Noteer dat het regime een tijdelijke maatregel was die gold voor belaste reserves die uiterlijk op 31 maart 2013 door de algemene vergadering wer- den goedgekeurd. Bovendien diende de inbreng uiterlijk te gebeuren in het laatste boekjaar dat af- sloot vóór 1 oktober 2014. Noteer ook dat er nog

een beperkte verlenging werd geboden voor ven- nootschappen die hun boekjaar afsloten tussen 1 oktober 2013 en 30 maart 2014.

Gewone liquidatiereserve

(10 % – 13,64 % – 24,55 % – 27,27 %)

Volgend op de vastklikregeling, werd een permanen- te overgangsmaatregel in de wet geïmplementeerd om tegemoet te komen aan de principiële taxatie van de liquidatieboni tegen het gewoon tarief (nu 30 %).

Zo kregen kmo’s vanaf aanslagjaar 2015 de moge- lijkheid om een deel of het geheel van hun winsten die tijdens een bepaald boekjaar gerealiseerd werden, op het einde van dat boekjaar te reserveren op een af- zonderlijke subrekening van het passief. De aanleg van de gewone liquidatiereserve gaat gepaard met een taxatie van 10 % en wordt als volgt berekend :

Stel een vennootschap realiseert een boekhoudkun- dige winst van 20 000 euro. Daarvan wordt 10 % heffing afgehouden om via de aanslag in de ven- nootschapsbelasting door te storten aan de schat- kist. Boekhoudkundig dient hiervoor een belas- tingprovisie geboekt te worden in het jaar van de aanleg van de liquidatiereserve. Bijgevolg blijft er nog 18 181,82 euro over om als liquidatiereserve te boeken (check : 18 181,82 euro x 10 % = 1 818,18 euro

= 20 000 euro – 18 181,82 euro). Wanneer de ven- nootschap in één van de daaropvolgende jaren zou vereffenen kunnen de gereserveerde winsten vrij van enige belasting worden uitgekeerd. De reeds be- taalde 10 % vormt dan de eindbelasting.

(6)

Ook kunnen vennootschappen ervoor opteren om de gereserveerde winsten na verloop van tijd uit te keren aan de aandeelhouder(s). In dergelijk ge- val betalen zij slechts 5 % roerende voorheffing op het bedrag van de aangelegde liquidatiereserve mits naleving van een wachtperiode van vijf jaar.

Keren we terug naar ons voorbeeld dan zal nog 909,09  euro (i.e. 18  181,82  euro x 5 %) roerende voorheffing moeten ingehouden worden. In totaal werd er dus 2 727,27 euro aan belasting betaald op een initieel bedrag van 20 000 euro of nog 13,64 %.

De vijfjarige termijn vangt aan vanaf het einde van het belastbaar tijdperk waarin de boeking van de winst als liquidatiereserve werd verricht. Wanneer de wachtperiode niet wordt nageleefd zullen uitke- ringen vanaf 1 januari 2017 onderworpen worden aan een bijkomende belasting van 20 % voor zover de liquidatiereserves werden aangelegd in een be- lastbaar tijdperk dat ten vroegste verbonden is met aanslagjaar 2018. Bijgevolg is de totale belasting- druk gelijk aan 27,27 %. Een liquidatiereserve die wordt aangelegd op de winst per 30 juni 2017 zal nog aan een bijkomende belasting van 17 % kun- nen uitgekeerd worden voor zover de wachtperiode van vijf jaar niet wordt nageleefd. In totaal betaalt men dan 24,55 %.

Er bestaat nog een andere mogelijkheid tot fiscale planning. Indien de aandeelhouders van een ven- nootschap zichzelf tijdens de algemene vergade- ring een dividend wensen uit te keren uit de win- sten gerealiseerd in aanslagjaar 2017 (bijvoorbeeld uit een boekjaar dat afsluit per 31 december 2016) dan zullen zij hierop 30 % roerende voorheffing be- talen. Wanneer ze echter opteren om de winst te re- serveren via de aanleg van een gewone liquidatie- reserve (mits betaling van 10 % aan de schatkist), dan kunnen zij tijdens een vergadering volgend op de algemene vergadering beslissen tot de uitke- ring van een tussentijds dividend, afkomstig van de aangelegde liquidatiereserve en zijn zij dus nog 17 % roerende voorheffing verschuldigd. Bijgevolg betalen zij hierdoor niet 30 % maar 24,54 % heffing in totaal.

Noteer nog dat de liquidatiereserve ook kan ge- boekt worden via een subrekening van de wette- lijke reserves zodanig dat de aanleg van de liqui- datiereserve kan bijdragen tot de opbouw van de verplicht aan te leggen wettelijke reserves. Dit kan interessant zijn aangezien de wettelijke reserves normaliter toch op de balans blijven tot aan de ver-

effening en op deze wijze dan ook bij een vereffe- ning belastingvrij kunnen uitgekeerd worden (de anticipatieve heffing van 10 % vormt immers de eindbelasting).

De aanleg van de gewone liquidatiereserve dient duidelijk in de aangifte vennootschapsbelasting vermeld te worden onder de daarvoor bestemde co- des en in het bijhorend formulier 275A.

Bijzondere liquidatiereserve (10 % – 15 % – 27 %)

Wie goed heeft opgelet, heeft gemerkt dat de win- sten met betrekking tot aanslagjaren 2013 en 2014 uit de boot vielen van voormelde gunstregimes. Om deze ongelijkheid weg te werken is de wetgever hier toch nog in tussengekomen via de invoering van de bijzondere liquidatiereserve voor kmo’s.

Aan vennootschappen werd de mogelijkheid gebo- den om een deel of het geheel van de winsten die ze gerealiseerd hadden in aanslagjaren 2013 en 2014 en die nog op de balans voorkwamen (lees : niet reeds als dividend werd uitgekeerd) alsnog te reserveren op een subrekening van het passief zo- danig dat ook deze winsten later tegen een gunsti- ger tarief konden uitgekeerd worden.

Bij de aanleg van de bijzondere liquidatiereserve diende een anticipatieve heffing van 10 % betaald te worden en diende men een bijzondere aangifte in te dienen. Dit gunstregime is ondertussen uit- gedoofd. Voor aanslagjaar 2013 had men voor de aanleg de tijd tot 15 december 2015 en voor aan- slagjaar 2014 tot 30 november 2016.

Net als bij de gewone liquidatiereserve zal er geen bijkomende belasting meer verschuldigd zijn wan- neer de bijzondere liquidatiereserve wordt uitge- keerd op het ogenblik van de vereffening.

Bij een uitkering als dividend na vijf jaar te rekenen vanaf het einde van het belastbaar tijdperk waarin de aanleg werd verricht dient nog 5 % roerende voor- heffing betaald te worden (in totaal dus 15 % belast).

Keert men de bijzondere liquidatiereserve echter vroeger uit, dan heeft men nog steeds een voordeel bij dergelijke aanleg. Op dat ogenblik moet de ven- nootschap immers 17 % roerende voorheffing in te houden, wat neerkomt op een totale belasting van 27 % in plaats van 30 %.

(7)

Net als bij de gewone liquidatiereserve wordt er van de bijzondere liquidatiereserve melding ge- maakt in de aangifte vennootschapsbelasting en in een bijhorend formulier 275 A.

GVV met investeringen in de zorgsector (15 %)

Dividenden uitgekeerd door vastgoedbeleggings- vennootschappen of gereglementeerde vastgoed- vennootschappen genoten tot 31  december 2015 van het verlaagd tarief van 15 %. Vanaf 1 januari 2016 werd dit uitzonderingsregime afgeschaft en werden ze onderworpen aan het gewoon tarief van 27 %.

Deze verhoging had echter een onverwacht neven- effect op de investeringen in de zorgsector; ze zou mogelijk onrechtstreeks tot hogere facturen leiden voor de bewoners van zorginstellingen. Daarom werd met ingang van 1  januari 2017 voor deze vastgoedbeleggingsvennootschappen of geregle- menteerde vastgoedvennootschappen het tarief terug verlaagd naar 15 % op voorwaarde dat min- stens 60 % van hun investeringen (rechtstreeks of onrechtstreeks) betrekking hebben op vastgoed dat in de EER is gelegen en voor zover dat vast- goed uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd is voor aan de woonzorg of gezondheidszorg aangepaste wooneenheden.

Interesten

Interesten die vanaf 1  januari 2017 worden toe- gekend of betaalbaar gesteld worden normaliter onderworpen aan 30 % roerende voorheffing. Ook hier geldt dus een stijging van 3 % ten opzichte van 2016.

Net als bij de dividenden bestaan er ook met betrek- king tot de interesten enkele uitzonderingen op dit algemeen tarief, de belangrijkste :

Spaarboekjes (0 % – 15 %)

De eerste schijf van 1 880 euro (geïndexeerd, ba- sisbedrag 1  250  euro) van de inkomsten uit ge- reglementeerde spaarboekjes is vrijgesteld voor zover de genieter een natuurlijk persoon is. Het gedeelte van de interesten dat de drempel over- stijgt wordt onderworpen aan 15 % roerende voor- heffing. Voor deze drempel worden de interesten op alle spaarboekjes van de belastingplichtigen

samen bekeken. Op basis van een wettelijke fictie- bepaling worden de interesten gerealiseerd door minderjarige kinderen bij de interesten van hun ouders geteld.

Letermebons (15 %)

De inkomsten afkomstig van de zogenaamde Le- termebons die werden uitgegeven op 4  december 2011 en waarop werd ingeschreven tussen 24 no- vember 2011 en 2 december 2011 genieten van een verlaagd tarief van 15 %.

Verzekeringsbons (0 %)

Voor de inkomsten afkomstig van verzekerings- bons geldt een vrijstelling in volgende gevallen : – wanneer de verzekeringsovereenkomst een

overlijdensdekking bevat die minstens 130 % be- draagt en voor zover de verzekeringsnemer een natuurlijk persoon is die alleen zichzelf heeft verzekerd en de voordelen bij leven enkel voor zichzelf heeft bedongen; of

– wanneer de verzekeringsovereenkomst voor een periode van meer dan acht jaar werd geslo- ten en wanneer de kapitalen of afkoopwaarden effectief meer dan acht jaar na het sluiten van de verzekeringsovereenkomst worden uitbe- taald.

Andere roerende inkomsten

Net als voor de interesten en dividenden werd ten aanzien van de andere roerende inkomsten het tarief van de roerende voorheffing verhoogd van 27 % naar 30 %. Belangrijk is wel dat de inkomsten worden behaald door natuurlijke personen buiten het kader van hun beroepsactiviteit. Anders zou- den het beroepsinkomsten zijn onderworpen aan het progressief tarief.

Er bestaat een belangrijke uitzondering op het algemeen tarief voor auteursrechten en andere naburige rechten. Voor dergelijke inkomsten is het verlaagd tarief van 15 % roerende voorhef- fing van toepassing voor zover ze het grensbe- drag niet overschrijden. Voor aanslagjaar 2017 bedraagt dit grensbedrag 57  590  euro (basisbe- drag 37 500 euro, voor 2018 nog te indexeren).

Mocht een gedeelte van de inkomsten dit bedrag toch overschrijden, dan wordt dat gedeelte wel onderworpen aan het algemeen tarief van 30 %.

Doch, leidt dit daarom niet meteen tot een effec-

(8)

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoor- delijke uitgever : Mirjam VERMAUT, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail : info@bibf.be, URL : http: //www.bibf.

be. Redactie : Mirjam VERMAUT, Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Frédéric DELRUE, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met Wolters Kluwer – www.wolterskluwer.be

tieve heffing van 30 % op dat gedeelte, aangezien er mogelijk nog correcties in de personenbelas- ting dienen te gebeuren. Omwille van de com- plexiteit van de belastbaarheid van deze inkom- sten wensen wij er in dit overzicht niet dieper op in te gaan.

Schematisch overzicht geldende tarieven

Dividenden : basis 30 %

– VVPRbis

– Dividenden uit winstverdeling vóór 2de bj. na kapitaalinbreng 30 %

– Dividenden uit winstverdeling van 2de bj. na kapitaalinbreng 20 %

– Dividenden uit winstverdeling vanaf 3de bj.

na kapitaalinbreng 15 % – Vastklikregeling

– Onderscheid tussen kmo’s en grote vennoot- schappen wat de termijnen betreft

– Verschillende verlaagde tarieven van toepas- sing

– Gewone liquidatiereserve – Bij vereffening 10 % – Na 5 jaar 13,64 %

– Binnen de 5 jaar 24,55 % (aanleg tot aj. 2017) of 27,27 % (aanleg vanaf aj. 2018)

– Bijzondere liquidatiereserve – Bij vereffening 10 % – Na 5 jaar 15 %

– Binnen de 5 jaar 27 %

– GVV met investeringen in de zorgsector – Mits voorwaarden worden nageleefd 15 %

Interesten : basis 30 %

– Interesten op gereglementeerde spaarboekjes – Onder drempel 1 250 euro (te indexeren) vrij-

gesteld

– Boven drempel 1 250 euro (te indexeren) 15 % – Interesten op Letermebons

– 15 %

– Verzekeringsbons

– Onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld

Andere roerende inkomsten : basis 30 %

– Auteursrechten

– Onder drempel van 27 500 euro (te indexeren) 15 %

Mark JORIS en Amber VAN LANDEGHEM Moore Stephens

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een TFTP-server gebruiken voor het maken en terugzetten van een back-up van een configuratie Een FTP-server gebruiken voor het maken en terugzetten van een back-up van een

Het Facilitair bedrijf kan van deze werfreserve gebruik maken voor het invullen van een concrete functie van back-up chef catering in een van de gebouwen van de Vlaamse overheid

Als u over meerdere adresboeken beschikt zal u deze en volgende stappen voor elk adresboek moeten herhalen..

Dit document biedt een voorbeeldconfiguratie voor het implementeren van een ISDN-back-up met drijvende statische routes en biedt basisinformatie over het oplossen van problemen voor

Van de configuratie van de software en andere gegevens die door het Cisco Business Dashboard en de Cisco Business Dashboard Probe worden gebruikt, kan een back-up worden gemaakt

Wanneer de Back-UPS invoerspanning ontvangt, voedt de accuback-up met tegen overspanning beveiligde uitgangen de aangesloten apparatuur.. Tijdens een stroomuitval of

Als je medewerkers (inclusief jezelf!) nooit fouten maken; als uw beveiliging 100% is; als je medewerkers nooit vertrekken; als je nog nooit een ontevreden werknemer hebt gehad

Als u de status van de back-up wilt controleren terwijl er een back-up wordt uitgevoerd, navigeer dan naar back-up > back-upstatus zoals in de afbeelding.