• No results found

Redoxreacties 1 5 havo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Redoxreacties 1 5 havo"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KEMIA.nl

Redoxreacties 1

5 havo

Geef, met behulp van de halfreacties, de reactievergelijkingen van de volgende redoxreacties:

1 Waterstofperoxideoplossing en vast zink. Aanwezige deeltjes: H2O2 | H2O | Zn

Sterkste RED en OX: OX RED

RED: Zn  Zn2+ + 2e1

OX: H2O2 + 2e−  2 OH− 1 +

Zn + H2O2  Zn2+ + OH

-Zinkhydroxide is volgens Binas-45A een slecht oplosbaar zout, dus: Zn + H2O2  Zn(OH)2

2 Een aangezuurde oplossing van kaliumpermanganaat met een oplossing van ijzer(II)nitraat.

3 Een aangezuurde oplossing van kaliumpermanganaat en aluminiumpoeder.

4 Een aangezuurde waterstofperoxideoplossing en vast chroom.

5 Waterstofperoxideoplossing en vast ijzer.

6 Oxaalzuur en een aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing.

7 Vast natrium en water.

8 Geconcentreerd salpeterzuur en vast koper, waarbij een bruin gas ontstaat.

9 Fluorgas dat men door water laat borrelen.

10 Vast goud en een loodnitraatoplossing.

11 Een natriumsulfideoplossing en verdunde salpeterzuur. 12 Een schep vast ijzerpoeder in joodwater.

(2)

KEMIA.nl

Uitwerkingen

2 RED: Fe2+  Fe3+ + e ×5 OX: MnO4− + 8 H+ + 5e−  Mn2+ + 4 H2O ×1 + 5 Fe2+ + MnO4 + 8 H+  5 Fe3+ + Mn2+ + 4 H2O 3 RED: Al  Al3+ + 3e ×5 OX: MnO4− + 8 H+ + 5e−  Mn2+ + 4 H2O ×3 + 5 Al + 3 MnO4− + 24 H+  5 Al3+ + 3 Mn2+ + 12 H2O 4 RED: Cr  Cr3+ + 3e ×2 OX: H2O2 + 2 H+ + 2e−  2 H2O ×3 + 2 Cr + 3 H2O2 + 6 H+  2 Cr3+ + 6 H2O 5 RED: Fe  Fe3+ + 3e ×2 OX: H2O2 + 2e-  2 OH− ×3 +

2 Fe + 3 H2O2  2 Fe3+ + 6 OH− (Fe(OH)3 is slecht oplosbaar)

2 Fe + 3 H2O2  2 Fe(OH)3(s) 6 RED: H2C2O4  2 CO2 + 2 H+ + 2e− ×5 OX: MnO4− + 8 H+ + 5e−  Mn2+ + 4 H2O ×2 + 5 H2C2O4 + 2 MnO4− + 16 H+  10 CO2 + 10 H+ + 2 Mn2+ + 8 H2O 5 H2C2O4 + 2 MnO4− + 6 H+  10 CO2 + 2 Mn2+ + 8 H2O 7 RED: Na  Na+ + e×2 OX: 2 H2O + 2e−  H2 + 2 OH− ×1 + 2 Na + 2 H2O  2 Na+ + H2 + 2 OH− 8 RED: Cu  Cu2+ + 2e ×1 OX: NO3− + 2 H+ + e−  NO2 + H2O ×2 + Cu + 2 NO3− + 4 H+  Cu2+ + 2 NO2 + 2 H2O (NO2 is bruin) 9 RED: 2 H2O  O2 + 4H+ + 4e− ×1 OX: F2 + 2e−  2 F− ×2 + 2 H2O + 2 F2  O2 + 4 H+ + 4 F− 10 Geen reactie 11 RED: S2−  S + 2e− ×3 OX: NO3− + 4 H+ + 3e-  NO + 2 H2O ×2 + 3 S2− + 2 NO3− + 8 H+  3 S + 2 NO + 4 H2O

(3)

KEMIA.nl

12 RED: Fe  Fe2+ + 2e ×1 (waarom geen Fe3+?)

OX: I2 + 2e−  2 I− ×1 +

Fe + I2  Fe2+ + 2 I−

13 RED: 2 S2O32−  S4O62− + 2e− ×1

OX: I2 + 2e−  2 I− ×1 +

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 berekening van het aantal mol chroom dat wordt weggeëtst en van het aantal mol ijzer dat wordt weggeëtst: het aantal mol elektronen delen door het aantal mol elektronen dat door

Men kan berekenen hoeveel ton azijnzuur tenminste moet worden ingekocht voor de acetylering van deze hoeveelheid hout, volgens het Titan Wood proces.. 5p 13 Bereken hoeveel

Onervaren daders die niet beschikken over de netwerken, contacten en infrastructuur die nodig zijn voor het plegen van traditionele georganiseerde misdaad, kunnen hierdoor toch

Hoeveel Joden zich bevonden hebben onder de ruim achtduizendvijfhonderd gevangenen die in totaal tot begin '43 in het kamp Amersfoort ingeschreven zijn, weten wij niet precies;

Over probleem II wordt wèl uitsluitsel verkregen, omdat bij de reactie van de C=O-groep het reducerend vermogen van deze groep verloren zou gaan.. Propenal moet dus reageren

Ga bij elk van de onderstaande situaties na of er een redoxreactie zal verlopen en geef indien dit het geval is de halfvergelijkingen en de totaalvergelijking.. Frits voegt vast

In de eerste jaren wordt de zwelling vaak niet als lymfoedeem herkend, omdat deze dan nog wisselend aanwezig is.. Toch is hier dan al wel sprake van beginnend lymfoedeem, waarbij

² Doelen uit les 11 zijn noodzakelijke ervaringen en geen toetsdoelen, die een basis vormen voor doelen die wel schriftelijk worden