• No results found

Integraal Veiligheidsplan 2017 /2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Integraal Veiligheidsplan 2017 /2018"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Integraal Veiligheidsplan 2017 /2018

Samen naar een integraal Veiligheidsbeleid

Afdeling Bestuur en Managementondersteuning /Openbare Orde en Veiligheid

Datum 24032017

(2)

Inhoudsopgave

Voorwoord 3

1 Inleiding 4

2 Uitgangspunten 6

2.1 Veiligheidsveld 1: Veilige woon- en leefomgeving 6

2.2 Veiligheidsveld 2: Bedrijvigheid en veiligheid 7

2.3 Veiligheidsveld 3: Jeugd en Veiligheid 7

2.4 Veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid 8

2.5 Veiligheidsveld 5: Integriteit en Veiligheid 9

3 Onze veiligheid in 2018: doelstelling en strategie 10

3.1 Onze doelstelling 2017-2018: programma 2 Veiligheid. 10

3.2 Wat gaan wij er voor doen 10

3.3 Hoe gaan wij dat doen? 11

4 Prioriteiten 2017 – 2018 13

4.1 Aanpak overlast jeugd. 13

4.2 Radicalisering / Polarisatie 14

4.3 Ondermijnende/georganiseerde criminaliteit 14

5 Going concern 16

5.1 Vermogenscriminaliteit/High Impact Crimes 16

5.2 Woonoverlast bedreiging en geweld 17

5.3 Veilig ondernemen en recreëren 18

5.4 Verkeersveiligheid 18

5.5 Fysieke veiligheid 18

5.6 Veilige Publieke Taak (VPT) 20

6 Bovenlokale samenwerking 22

6.1 Politie en Openbaar Ministerie 22

6.2 Veiligheidsregio 22

6.3 Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek (OFGV)-samenwerking 22

6.4 Politie en BOA’s 23

6.5 Veiligheidshuis 23

6.6 Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) 23

6.7 Regio Gooi en Vechtstreek 24

7 Coördinatie, beleidscyclus 25

7.1 Ambtelijke en bestuurlijke coördinatie 25

7.2 Beleidscyclus, verantwoording 25

7.3 Financiële consequenties 25

(3)

Voorwoord

De gemeente Gooise Meren wil haar inwoners en ondernemers een veilige omgeving bieden om te wonen, werken en recreëren;

een woon- en leefomgeving waarin de inwoners niet alleen veilig zijn, maar zich ook veilig voelen.

Dit veiligheidsplan bevat ons veiligheidsbeleid voor de periode 2017 en 2018. We geven aan waar de focus ligt, hoe we daar integraal aan gaan werken, met welke partners. Dit

veiligheidsplan dekt het integrale veiligheidsterrein- zowel sociale als fysieke veiligheid.

Dit veiligheidsplan is in samenspraak met interne en externe partners tot stand gekomen.

We hopen dat deze werkwijze de gezamenlijkheid en effectiviteit van de aanpak ten goede komt.

Bij het schrijven van dit integraal veiligheidsplan is zo veel mogelijk rekening gehouden met de ontwikkelingen in de samenleving. Op dit moment is nog niet te voorspellen wat de exacte invloed van deze ontwikkelingen op het veiligheidsbeleid zal zijn. De ontwikkelingen worden nauw gevolgd en daar waar mogelijk wordt samen opgetrokken.

(4)

1 Inleiding

Dit integraal veiligheidsplan is de opvolger van het Jaarwerkplan 2016. In dit veiligheidsplan leggen we nieuwe accenten en kiezen nieuwe prioriteiten. In 2016 hebben wij de

samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen en met externe partners verder voortgezet. Er zijn stappen gezet voor het betrekken van bewoners en ondernemers bij de aanpak. Deze worden in 2017 en 2018 verder uitgebouwd om de gezamenlijke aanpak van nieuwe impulsen te voorzien.

Een integraal veiligheidsplan streeft naar een allesomvattende aanpak die rekening houdt met alle mogelijke factoren die de veiligheid kunnen bedreigen of bevorderen. Een veiligheidsplan waar wij ons gaan richten op een tijdige aanpak van problemen door hier vroegtijdig bij te zijn, door een balans te vinden tussen proactie, preventie en repressie, door het verbinden met zorg en dwang/drang en ons te richten op de aanpak per hotspot, op de plaatsen en tijdstippen waar het nodig is.

Ontwikkelingen

De samenleving ontwikkelt zich, maatschappelijke problemen worden complexer, hierdoor worden ook de veiligheidsvraagstukken complexer en weerbarstiger. Denk daarbij aan radicalisering, oprukkende georganiseerde criminaliteit, maar ook problemen met verwarde mensen die, door het vermijden of niet tijdig ontvangen van zorg, voor zichzelf en anderen een gevaar kunnen vormen. Burgers vragen vaker om aandacht voor onveilige situaties. Zij willen dat de overheid meer preventief handelt. Het is onmogelijk voor de overheid om alles te beveiligen, daardoor is het noodzakelijk om keuzes te maken. De keuze waarop veiligheid wordt ingezet is afhankelijk van de wensen en behoeften van de maatschappij.

Uitgangspunt gemeente Gooise Meren en Visie (Programma 2 Veiligheid)

“ Waar de gemeente meer kan en moet doen betreft het domein ‘burgerschap’, oftewel alles wat de maken heeft met het volgen van (en waarde hechten aan) de regels van goed

samenleven: criminaliteit, overlast en radicalisering. Het college beseft dat investeren op preventie (strategische visie preventie, investeringsprogramma publieke veiligheid en opstellen agenda van preventieve activiteiten) de sleutel is tot niet alleen besparingen, maar ook tot een meer betrokken en zelfredzame samenleving”.

Integraal veiligheidsplan

Bij het opstellen van het Integraal Veiligheidsplan wordt aansluiting gezocht met het regionaal Beleidsplan 2015-2018 van de politie-eenheid Midden Nederland. Beide plannen kennen elk hun eigen doelstelling en dynamiek maar zijn natuurlijk wel gerelateerd aan elkaar. In essentie zijn ze complementair. In ons lokale veiligheidsplan markeren wij onze lokale prioriteiten en de benodigde aanpak daarvan.

De regionale thema’s voor 2017 zijn geprioriteerd in het Ambtelijk Basisteam Driehoek (ABT driehoek Politie Gooi & Vechtstreek, Basisteam Noord). Dit betreft een overleg van de ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid, de politie en het Openbaar Ministerie.

De prioriteiten die vastgesteld zijn de aanpak van:

- radicalisering;

- ondermijnende criminaliteit;

- woninginbraken;

- jeugd;

- personen met verward gedrag.

(5)

In dit Integraal Veiligheidsplan houden we ook rekening met de regionale veiligheidsthema’s.

Waar de thema’s identiek zijn, versterken de lokale, regionale en landelijke aanpak elkaar.

Het integraal Veiligheidsplan behelst de periode 2017 – 2018. In 2018 wordt er een nieuw regionaal Beleidsplan van de politie-eenheid Midden Nederland vastgesteld. Door in 2018 ook binnen de gemeente Gooise Meren een nieuw integraal veiligheidsbeleid op te stellen, kan hier verbinding worden gezocht.

Kernbeleid veiligheid

Voor het opstellen van het integraal veiligheidsbeleid wordt uitgegaan van de VNG methode Kernbeleid Veiligheid 1. Om integraal beleid te ontwikkelen en uit te voeren, biedt deze methode de benodigde structuur. Het kernbeleid veiligheid bestrijkt vijf veiligheidsvelden namelijk:

- Veilige woon- en leefomgeving - Bedrijvigheid en veiligheid - Jeugd en veiligheid - Fysieke veiligheid - Integriteit en veiligheid

1 www.kernbeleidveiligheid.nl

(6)

2 Uitgangspunten

Ter voorbereiding van dit Integraal Veiligheidsplan is een inventarisatie van de huidige veiligheidsproblematiek en de aanpak daarvan uitgevoerd. Belangrijke bronnen waren de Veiligheidsmonitor 2015 van de woonkernen Bussum en Naarden en de Gebiedsscan van de politie. Alvorens te komen tot een nieuw integraal veiligheidsplan is de gemeenteraad gevraagd input te leveren.

De belangrijkste bevindingen per veiligheidsveld in beknopte weergave zijn:

2.1 Veiligheidsveld 1: Veilige woon- en leefomgeving

De Veiligheidsmonitor 2015 laat zien dat het veiligheidsgevoel ofwel de subjectieve veiligheid wat hoger (gunstiger) uitkomt dan in de regio. Het gaat daarbij om indicatoren zoals het rapportcijfer voor de veiligheid van de buurt en het percentage inwoners dat zich ‘wel eens onveilig voelt’ in de eigen woonbuurt.

In de woonkern Bussum wordt rapportcijfer 7.3 voor de veiligheid in de buurt gegeven en in woonkern Naarden rapportcijfer 7.5. (Muiden / Muiderberg heeft in 2015 niet deelgenomen aan de Veiligheidsmonitor)

Het rapportcijfer voor veiligheid in de buurt voor Midden Nederland is 7.2.

Het aantal geweldmisdrijven in Gooise Meren, zoals straatroof, bedreiging, mishandeling en huiselijk geweld, nam in 2016 toe met 22 procent ten opzichte van 2015. Het aantal

geweldmisdrijven ligt wel beduidend lager dan de aantallen in 2013 en 2014. Ook het aantal meldingen jongerenoverlast laat in 2016 een stijging zien van 15% t.o.v. 2015.

Het aantal woninginbraken is over heel 2016 met 8% gedaald ten opzichte van 2015. Deze afname is gelijk aan de regionale ontwikkeling. De eerste zes maanden van 2016 lieten in vergelijking met de eerste 6 maanden van 2015 nog een stijging van 4% zien.

De doelstelling in 2016 met betrekking woninginbraken was:

1) Het creëren van bewustwording bij bewoners over de risico’s op (woning)inbraak 2) Het stimuleren van bewoners maatregelen te nemen tegen (woning)inbraak 3) Ee afname van woning inbraken van 336 in 2014, 313 in 2015 tot 300 in 2016

Op woningcriminaliteit is door Gooise Meren sinds medio 2016 intensief geacteerd binnen het project ‘Gooi vecht tegen woninginbraak’. Dit betrof een gezamenlijke aanpak met buurgemeenten en de politie. Deze aanpak is gericht op preventie hierbij spelen buurtpreventieteams en buurtplatforms en het versterken van burgerparticipatie een belangrijke rol.

De aanpak van zgn. ‘multiproblematiek’ wordt gecoördineerd vanuit de verschillende

overlegvormen zoals het Persoonsgerichteaanpak (PGA) overleg, het ‘Vangnetoverleg’ en het casusoverleg in het Veiligheidshuis. Het Veiligheidshuis coördineert de persoonsgerichte aanpak (‘Top x’) van stelselmatige daders, geweldplegers en overlastveroorzakers. Bij

‘lichtere’ casussen en casussen die te zwaar zijn voor de reguliere aanpak van de

uitvoeringsdienst Sociaal domein of ketenpartners wordt de lokale persoonsgerichte aanpak ingezet. De lokale PGA richt zich op de inwoners die overlast en/of criminaliteit plegen en die een intensieve vorm van ondersteuning nodig hebben welke meerdere domeinen bestrijken.

Dergelijke problematiek kan veelal niet met algemene oplossing beteugeld worden, hiervoor dient maatwerk geleverd te worden.

(7)

Bij het project fietsdiefstallen heeft de gemeente ingezet op preventie en bewustwording.

Het aantal fietsdiefstallen is in 2016 gedaald met 27%.

De doelstelling van 2016 was:

1) het creëren van bewustwording voor het veilig en goed vastzetten van een fiets.

2) een daling van het aantal aangiften diefstal fiets in 2016 van 10% ten opzichte van 2015 bij een gelijkblijvende aangiftebereidheid.

3) een kentering te weeg brengen in het normbesef van de burger ten opzichte van het stelen van een fiets of het kopen van een gestolen fiets.

Om fietseigenaren bewust te maken van hun eigen mogelijkheden om diefstal van hun fiets te voorkomen, zijn preventieteams ingezet. Hierbij is gebruik gemaakt van de campagne

‘Stop fietsendiefstal, gebruik een tweede slot’.

2.2 Veiligheidsveld 2: Bedrijvigheid en veiligheid

In 2016 is er ten opzichte van 2015 een daling te zien van bedrijfscriminaliteit,

(bedrijfsinbraak, winkeldiefstal en zakkenrollerij). Een groot deel van de zakkenrollerij en winkeldiefstallen vindt plaats in het winkelgebied Bussum-Centrum, de bedrijfsinbraken vinden zowel in Bussum als in Naarden plaats.

De publiek-private samenwerking rond veiligheid op bedrijventerreinen, in winkelgebieden en draagvlak bij ondernemers resulteren in vruchtbare Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)- trajecten. Bij dit onderdeel kan worden gewezen op de afspraken die tussen de gemeente, de bedrijvenvereniging FIN (Naarden) en BOV (Bussum), de politie en brandweer zijn vastgelegd in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen. Deze afspraken zijn gemaakt om de veiligheid en leefbaarheid in en rond het Bussumse winkelcentrum en op de Naardense bedrijventerreinen te vergroten.

De overlast rond de horeca en evenementen geven het volgende beeld: weinig overlast en nauwelijks of kleine incidenten. De veiligheid rond evenementen wordt geborgd via de vergunningen.

2.3 Veiligheidsveld 3: Jeugd en Veiligheid

Binnen dit veiligheidsveld vallen de gebruikelijke veiligheidsthema’s in relatie tot jeugd:

‘overlastgevende jeugd’, ‘criminele jeugd/individuele probleemjongeren’, ‘jeugd, alcohol en drugs’ en ‘veilig in en om school’.

De overlast van jeugd vindt door heel Gooise Meren plaats. Er zijn enkele hotspots in Gooise Meren waar omwonenden meer overlast ervaren. Dit betreft verschillende soorten overlast en (kleine) criminaliteit. (geluidsoverlast, vervuiling, oneigenlijk gebruik van speelvelden, vernielingen, alcohol en (soft) drugsgebruik, agressie en gebrek aan aanspreekbaarheid).

De aanpak van jeugdgroepen wordt gecoördineerd vanuit een jeugdoverleg. Hierin participeren de gemeente (OOV/BORG/Mens en Omgeving/VTH), politie, maatschappelijk werk en jongerenwerk. Indien noodzakelijk wordt het jeugdoverleg uitgebreid met andere partners.

Initiatief ligt hiervoor bij Openbare Orde en Veiligheid, hierin wordt nauw samengewerkt met de afdeling Mens en Omgeving.

Het doel is om de jeugdoverlast te verminderen. Er moet een goede verstandhouding zijn tussen jongeren en de buurt. De buurt moet weten bij wie ze terecht kan wanneer er problemen ontstaan die te maken hebben met jeugdoverlast. Een tweede doel is een betere samenwerking tussen de partijen die met jeugd te maken hebben. Door deze samenwerking kan er eerder ingegrepen worden wanneer er problemen ontstaan.

(8)

Als er geconstateerd wordt dat een persoonsgerichte aanpak van belang is wordt in eerste instantie de jongerenwerker ingezet. In de aanpak jeugdoverlast wordt aansluiting gezocht met de afdeling Mens en Omgeving en de Uitvoeringsdienst Sociaal Domein.

De aanpak Jeugd en alcohol

Sinds enige jaren wordt in onze regio een alcoholmatigingsbeleid gevoerd. Gemeenten, GGD en andere partijen hebben dit vormgegeven in het programma Samen aan de Slag riskant alcoholgebruik jeugd. Met dit programma zijn successen geboekt, maar nog steeds zijn er grote groepen jongeren die riskant drinken.

Effectieve preventie van riskant alcoholgebruik jeugd vraagt om op elkaar afgestemde activiteiten op het terrein van educatie en bewustwording, regelgeving én handhaving.

Om het drankgebruik onder jongeren te beperken (te vroeg, te vaak, te veel) biedt de GGD aan scholen voor basis- en voortgezet onderwijs les- en voorlichtingsmateriaal en gastlessen aan.

2.4 Veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid

De objectieve verkeersveiligheid vertoont een stijgende lijn – het aantal verkeersongevallen binnen Gooise Meren vertoont een lichte toename.

Uit de veiligheidsmonitor blijkt dat verkeersoverlast een aandachtspunt is in Gooise Meren, met name, te hard en agressief rijden en parkeren. In de veiligheidsmonitor scoort Gooise Meren hoger dan landelijk. In 2015 ervaren de bewoners in de woonkern Bussum 36,5 % verkeersoverlast en in Naarden 25,6,%. Landelijk ligt het percentage op 30,5%.

Bij de gemeente en politie komen meldingen binnen van verkeersoverlast met name met betrekking tot parkeren en hard en agressief rijden binnen de 30 km zone.

Naar aanleiding van de politieke avond heeft de politie aangegeven dat snelheidscontroles in 30 km/uur-gebieden geen prioriteit hebben bij de politie en het Openbaar Ministerie. Zij staan op het standpunt dat de wegbeheerder door middel van een adequate inrichting de naleving van de limiet moet afdwingen. Bij de 30-km zones in de nabijheid van een school, worden de scholen gevraagd mee te werken aan de bewustwording campagne voor ouders die de kinderen naar school brengen de ouders worden aangesproken op zijn/haar

verantwoordelijkheid voor kwetsbare verkeersdeelnemers.

Rampenbestrijding en crisisbeheersing

Het regionaal crisisplan beschrijft de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden met betrekking op de bestrijding van crises en rampen. Het omvat ook afspraken die we maken met andere betrokken partijen over hoe zij aansluiten op onze operationele organisatie. Het regionaal crisisplan is gericht op verdere kwaliteitsverbetering van de crisisbeheersing met heldere afspraken over verantwoordelijkheden. Het unieke is dat dit plan is geschreven voor Gooi en Vechtstreek én voor Flevoland. Gemeenten en

crisispartners kunnen zo eenduidig met elkaar samenwerken. Vervolgens is naar aanleiding hiervan het Organisatieplan Bevolkingszorg (2013) geschreven waarin de beide

veiligheidsbesturen aangegeven hebben één gezamenlijke kolom Bevolkingszorg in te richten. In de (warme) crisisorganisatie middels regionale bezetting van de kernfuncties op piket of vrije instroom en in de voorbereidende (koude) organisatie middels detachering voor invullingen van taken op het gebied van planvorming, interregionaal opleiden, trainen en oefenen van kernfunctionarissen , beleid etc.

Lokaal moeten de gemeenten zelf zorgen voor de bemensing en aansturing van de processen Bevolkingszorg. Dit moet(structureel) geregeld zijn en deze lokale functionarissen moeten opgeleid, getraind en geoefend zijn voor hun taak, waardoor de kennis en ervaring op dit gebied op niveau blijft of zelfs wordt verhoogd.

(9)

In 2016 heeft er een evaluatie bevolkingszorg plaatsgevonden, de aanbevelingen uit deze evaluatie zal door een projectgroep in 2017 worden verwerkt in plannen en worden

doorgevoerd daar waar mogelijk. Tevens hebben alle gemeenten in Gooi en Vechtstreek en Flevoland een audit gedaan om te kijken waar zij staan op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing.

In 2017 zal het organisatieplan bevolkingszorg lokaal (verder) worden geïmplementeerd, het Gemeentelijk Crisis Centrum zal na de verbouwing van het gemeentehuis worden ingericht en de (nieuwe) medewerkers worden opgeleid, getraind en geoefend. Daarnaast zullen de aanbevelingen vanuit de audit bevolkingszorg uit 2016 worden meegenomen en daar waar mogelijk geïmplementeerd.

Binnen het veiligheidsveld ‘Fysieke veiligheid’ is de regionale brandweer Gooi en Vechtstreek betrokken bij het belang van brandveiligheid in Gooise Meren.

In 2016 zijn verschillende Brandveilig Leven maatregelen in de gemeente uitgerold, in eerste instantie gericht op risicogroepen en de “rode gebieden”, die vanuit het Regionaal

Dekkingsplan naar voren gekomen zijn (overschrijdingen normtijden). Doel is het verhogen van het veiligheidsbewustzijn en het versterken van de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen.

Voor de risicobeheersing wordt gewerkt met de Beleidsvisie Externe Veiligheid. Deze bevat richtlijnen voor acceptatie, verantwoording en compensatie van bestaande en nieuwe risico’s. De crisisbeheersingsorganisatie wordt samen met de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek en de gemeenten vormgegeven.

2.5 Veiligheidsveld 5: Integriteit en Veiligheid

Een speerpunt in de regionale veiligheidsstrategie (thema Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit), is het zicht op lokale ondermijning te vergroten. Om dit te realiseren wordt door het RIEC in de periode 2016-2018 voor iedere gemeente die dat wil, een

ondermijningsbeeld opgemaakt. Voor Gooise Meren zal in januari 2018 een start worden gemaakt met het opstellen van een ondermijningsbeeld.

Polarisatie en radicalisering

Polarisatie en radicalisering zijn nog steeds onderwerpen van discussie en studie.

Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van de segregatie (langs etnische en religieuze lijnen).

Radicalisering is het proces, waarbij een persoon of groep in toenemende mate bereid is de consequenties te aanvaarden van de strijd voor een samenleving die niet strookt met onze democratische rechtsorde. Daarbij kan het om zeer diverse vormen van radicalisering gaan, zoals geloof maar ook politieke extremisme.

Verhouding tussen polarisatie en radicalisering

Er zijn geen eenduidige verbanden tussen polarisatie en radicalisering. Zo kan een gepolariseerde samenleving bijdragen aan een vruchtbare voedingsbodem voor onverdraagzame radicale ideologieën. Maar er kan sprake zijn van perioden van sterke polarisatie, terwijl er toch geen radicalisering plaatsvindt.

Aanslagen van radicalen kunnen leiden tot achterdocht en wantrouwen tussen bevolkingsgroepen en zo polarisatie in de hand werken. Maar dit soort dramatische gebeurtenissen kunnen ook mobiliserend werken voor mensen in de verschillende

gemeenschappen. Zo was in Noorwegen na de aanslagen van beide kanten te horen dat de polarisatie te ver is gegaan.

(10)

3 Onze veiligheid in 2018: doelstelling en strategie

We zagen hiervoor dat er in belangrijke opzichten sprake is van een acceptabel

veiligheidsniveau in Gooise Meren. Op indicatoren zoals woningcriminaliteit, fietsdiefstal, voertuigcriminaliteiten blijven er altijd bedreigingen, hierbij kunnen we niet

achteroverleunen. De indicatoren geweldsdelicten, meldingen jongerenoverlast en

vernielingen zijn opvallende stijgers in 2016. Het gaat daarbij om verschijnselen die in meer of mindere mate samenhangen met ‘sociale kwaliteit’: geweld, drank en drugsoverlast, onveiligheidsgevoel en criminogene structuren.

Een van onze ambities richting 2018 is een goed samenwerkingsverband bewerkstelligen met bewoners, hen nadrukkelijk betrekken bij onze aanpak en beter in positie brengen. Hen ondersteunen bij het zelf keren van negatieve tendensen. Bewoners zijn per definitie een cruciale actor in het veiligheidsbeleid, maar dat geldt zeker bij de geschetste combinatie van verschijnselen zoals intimidatie en geweld, drank- en drugsoverlast en onveiligheidsgevoel.

De gemeente Gooise Meren wil een concrete vooruitgang boeken in de objectieve en subjectieve veiligheid. Dit geldt in het bijzonder voor onze prioritaire veiligheidsthema’s:

1) aanpak overlast jeugd;

2) radicalisering en polarisatie;

3) ondermijnende criminaliteit.

3.1 Onze doelstelling 2017-2018: programma 2 Veiligheid.

 De gemeente Gooise Meren wil haar inwoners en ondernemers een veilige woon- en leefomgeving bieden om te wonen, werken en recreëren; een woon- en leefomgeving waarin de inwoners niet alleen veilig zijn, maar zich ook veilig voelen.

 De gemeente Gooise Meren werkt samen met haar partners binnen het verband van de Veiligheidsregio met als doel inwoners beter te beschermen tegen risico's en betere hulpverlening en nazorg te bieden bij rampen en crises.

3.2 Wat gaan wij er voor doen

Programma preventie

Vaststellen en uitvoeren van het programma Preventie in samenwerking met in- en externe partners. In 2017 zal een integraal veiligheidsplan opgesteld worden, waarin de aanpak van overlast en onveiligheid in de alledaagse woon- en leefomgeving nadrukkelijk wordt verbreed naar preventie. Bewonersparticipatie en wijkgericht werken worden hierbij als belangrijke verbindingen gezien. Bij de uitwerking van het veiligheidsbeleid is het van belang het thema

‘subjectieve veiligheid’ (de overlast- en veiligheidsbeleving van onze inwoners) goed mee te nemen.

Bij het uitwerken van de geprioriteerde thema’s sluiten wij aan bij de ambitie voor 2017 We wensen dat het rapportcijfer voor de veiligheid van de woonbuurt stijgt van

respectievelijk 7,5 (Naarden) en 7,3 (Bussum) naar tenminste een 7.6 en dat het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen woonbuurt in 2018 is gedaald van respectievelijk 13,7 (Naarden) en 11,8 (Bussum) naar maximaal 11. We meten de ontwikkeling op deze indicatoren met behulp van de Veiligheidsmonitor.

(11)

Het lokaal implementeren van een crisis en rampenplan

De veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek hebben in 2011 gezamenlijk één Regionaal Crisisplan vastgesteld. In het Organisatieplan Bevolkingszorg (2013) hebben de beide veiligheidsbesturen aangegeven één gezamenlijke kolom Bevolkingszorg in te richten, in de (warme) crisisorganisatie middels regionale bezetting van de kernfuncties op piket of vrije instroom en in de voorbereidende (koude) organisatie middels detachering voor invullingen van taken op het gebied van planvorming, interregionaal opleiden, trainen en oefenen van kernfunctionarissen, beleid et cetera.

Lokaal moeten de gemeenten zelf zorgen voor de bemensing en aansturing van de processen Bevolkingszorg. Dit moet(structureel) geregeld zijn en deze lokale functionarissen moeten opgeleid, getraind en geoefend zijn voor hun taak, waardoor de kennis en ervaring op dit gebied op niveau blijft of zelfs wordt verhoogd.

Ten tijde van een ramp, crisis of zwaar incident neemt het gemeentehuis een belangrijke plaats in binnen de rampenbestrijding. Het gemeentehuis verandert dan in het gemeentelijk Coördinatiecentrum (GCC). In het GCC functioneren het Gemeentelijk Beleidsteam en worden de gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen aangestuurd. Met het maken van een huisvestingsplan wordt inzichtelijk gemaakt hoe de gemeente Gooise Meren ten tijde van een ramp facilitair georganiseerd is.

Als prestatie-indicator hanteren we dat 90% van de medewerkers die een functie hebben in de lokale bevolkingszorg geoefend en/of getraind is.

3.3 Hoe gaan wij dat doen?

1. Zelfredzaamheid en eigenverantwoording van inwoners en ondernemers;

Dit is van belang bij het thema ‘Ondermijning’ maar ook bij andere veiligheidsthema’s (‘Veilig ondernemen en recreëren’). Ook de deelname van bewoners is cruciaal in het

veiligheidsbeleid, dit doen we door de bewonersparticipatie te bevorderen.

Wij investeren in ‘awareness’ van ondernemers en inwoners en in hun kennis en kunde ten aanzien van preventie.

2. Preventie

We gaan uit van een combinatie van preventie en repressie maar leggen het accent op preventie. We willen zoveel mogelijk aan de voorkant van en veiligheidsproblematiek acteren, zowel op het gebied van het sociale domein als het fysieke domein.

3. Resultaatgericht en gebiedsgerichte aanpak;

Wij treden op bij aantastingen van de veiligheid, handhaven waar nodig, zetten slimme combinaties van preventieve en repressieve maatregelen in; hiermee zetten we stappen voor de beheersing en verbetering van de veiligheid én investeren in vertrouwen van inwoners.

Wij pakken de gebieden aan waar problemen zijn en grijpen direct in waar nodig is.

4. Samenwerking met (veiligheids)partners;

- Samenwerking ‘intern’

We continueren en verbeteren waar nodig de verbindingen met flankerend beleid

waaronder zorg- en welzijnsbeleid, ruimtelijk beleid en economisch beleid; we bewaken dat

‘veiligheid’ goed aangesloten blijft bij de decentralisaties in het sociale domein, die belangrijke raakvlakken hebben met het veiligheidsdomein;

(12)

- Samenwerking ‘extern’

We zorgen ervoor dat onze samenwerking met externe partners op orde is en blijft, lokaal en bovenlokaal; politie, Openbaar Ministerie, woningcorporaties, de Omgevingsdienst,

Veiligheidsregio, RIEC en de Regio zijn kernpartners in veiligheid; we zoeken en verbeteren de samenwerking op thema’s waarop dit nodig is;

(13)

4 Prioriteiten 2017 – 2018

In dit hoofdstuk werken wij de prioriteiten uit. We belichten de hoofdlijnen van de aanpak in de komende tijd, het flankerend beleid en onze doelstelling.

4.1 Aanpak overlast jeugd.

De meldingen jeugdoverlast nemen jaarlijks toe, van 410 in 2015 naar 472 in 2016.

Dit thema heeft een behoorlijke impact op de kwaliteit van wonen en leven in onze

woonkernen. Uit informatie van de politie en de jongerenwerkers blijkt dat het grootste deel van de overlast bestaat uit overlast van hinderlijke jongeren. Het gaat niet alleen om de overlast die door buurtbewoners wordt ervaren maar ook om problematische gedragingen zoals (kleine) criminaliteit en alcohol en drugsgebruik.

Hoofdlijn 2017-2018

De gemeente voert de regie op de aanpak van problematische jeugdgroepen. In de aanpak werken verschillende (lokale) ketenpartners samen. Kernpartners zijn in ieder geval de gemeente, politie en jeugd- en jongerenwerk. Afhankelijk van de lokale setting en problematiek kunnen ook andere partners aansluiten.

Bij de aanpak van jeugdoverlast zal wijkgericht gewerkt gaan worden. Hierbij zal een start gemaakt worden in de wijk “Keverdijk-Tuindorp” en vervolgens naar de wijk “Eng”. Er zal met meerdere afdeling vanuit de gemeente worden samengewerkt om de leefbaarheid in de wijk te vergroten. Bij overlast treden we snel op, zetten vroegtijdig passende maatregelen in.

Contact met jeugd, buurt, scholen en ouders is daarbij een onderdeel.

We kiezen bij de aanpak jeugdoverlast nadrukkelijk voor combinatie van preventie en repressie. Activiteiten worden gericht op het versterken van buurnetwerken door bewoners met elkaar in contact te brengen en overlast bespreekbaar te maken. We bewaken

ontwikkelingen en signalen rond jeugdoverlast in het overleg jeugdoverlast. Hierin

participeren de belangrijkste partners. In dit overleg wordt besloten in welke mate er sprake is van problematisch groepsgedrag of dat er nader ingezoomd dient te worden op een individuele lid van de groep. Indien er sprake is van problematisch groepsgedrag of een persoonsgerichte aanpak zal een start worden gemaakt met een plan van aanpak. Hierbij kan ook sprake zijn van opschaling naar het Veiligheidshuis.

Belangrijk is de balans van veiligheid en zorg – jeugd is zelden ‘zomaar’ problematisch.

Onderwijsinstellingen worden betrokken via het ZAT overleg. We beogen in komende tijd het overleg jeugdoverlast een betere invulling te geven.

De Regio Gooi en Vechtstreek voert de jeugdgezondheidszorg uit en is uit dien hoofde partner bij dit thema.

Flankerend beleid

- sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie - vergunning- en handhavingsbeleid

- Algemene Plaatselijke Verordening

- inrichting en beheer van de openbare ruimte - wijkgericht werken

- aanbestedingen en subsidiebeleid

(14)

Doelstelling 2017/2018

- afname van de meldingen jeugdoverlast en –criminaliteit;

- jeugdoverleg professionaliseren door middel van wijkgerichte aanpak.

Indicatoren Bron Huidige situatie Doel 2018

% bewoners dat vaak overlast door groepen jongeren ervaart (VM)

VM 2015 41,2% in Bussum 40,2% in Naarden

40%

Aantal meldingen jeugdoverlast RVS 472 in 2016 450 in 2018

4.2 Radicalisering / Polarisatie

(Dreigende) radicalisering en polarisatie (spanningen tussen groepen in de samenleving) vraagt om bijzondere aandacht en alertheid. Wij zijn met name alert op signalen van Jihadisme, extremisme binnen de Islam en rechts radicale dreigingen.

In 2017 zal ingezet worden op het opzetten van een regulier en strategisch

bondgenotenoverleg. Verbindingen met maatschappelijke organisaties worden gelegd, aangehaald en onderhouden. Een verbinding die gebruikt kan worden in vragen en zorgen om radicalisering, maar ook informatie over andere onderwerpen moeten gedeeld kunnen worden. Deze verbindingen willen wij gebruiken om signalen van radicalisering te herkennen en te duiden, zodat deze vroegtijdig kunnen worden onderkend en opgepakt.

Tevens nemen wij deel aan regionale overleggen met onze (externe) partners zoals andere gemeenten en OM. In deze overleggen wordt informatie gedeeld en afgestemd om signalen van radicalisering en polarisatie in een vroeg stadium met alle zakelijke partners te delen en voortijdig op te kunnen handelen.

Hoofdlijn 2017- 2018

- deelname in overleg met externe partners

- organiseren van regulier en strategisch bondgenotenoverleg Doelstelling 2017/2018

- inzicht krijgen in de mate van radicalisering binnen de gemeente Gooise Meren;

- afstemmen interne en externe partners;

- opzetten regulier en strategisch bondgenotenoverleg.

4.3 Ondermijnende/georganiseerde criminaliteit

Veel gemeenten hebben te maken met verschillende vormen van ondermijnende,

georganiseerde criminaliteit. Het gaat om fenomenen zoals drugsgerelateerde criminaliteit, witwaspraktijken, mensenhandel. Een fenomeen dat sterk de aandacht heeft getrokken in afgelopen tijd en eveneens onder dit thema valt, zijn de Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).

Deze fenomenen hebben een ondermijnende werking.

Een speerpunt in de regionale veiligheidsstrategie (thema Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit), is het zicht op lokale ondermijning te vergroten. Om dit te realiseren wordt in samenwerking met het RIEC in 2018 voor de gemeente Gooise Meren een

ondermijningsbeeld opgemaakt. Het doel is het vergroten van de bewustwording en het detecteren van signalen van criminele investeringen en activiteiten, waaronder

verwevenheid met de bovenwereld.

De gemeente wil in 2017 starten met de voorbereiding hiervan.

(15)

Hoofdlijn 2017-2018

Concreet wordt er in 2017 – 2018 gewerkt aan bewustwording, waarbij er systematische aandacht (proactief kijken, zoeken en op basis van incidenten) komt voor het signaleren van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Begin 2018 wordt er in samenwerking met het RIEC een ondermijningsbeeld voor gemeente Gooise Meren opgesteld.

Op basis van het ondermijningsbeeld is het mogelijk, indien nodig, om in te zetten op

‘handhavingsknelpunten’ die van toepassing zijn op kwetsbare branches in gemeente Gooise Meren. Hierbij is integrale handhaving het meest effectief.

Doel ligt primair in ‘hinderen, verstoren, tegenhouden’ van georganiseerde ondermijnende criminaliteit in gemeente Gooise Meren, waarbij er voorzien wordt in een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit.

Belangrijke aanknopingspunten zijn vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Bijvoorbeeld het uitvoeren van en het toezicht houden op de BIBOB-toets bij vergunningen binnen geselecteerde branches. Het toezicht houden op de naleving van regels en waar nodig wordt de handhaving geïntensiveerd. Eventueel formuleren we extra voorschriften, generiek of in vergunningen.

Cruciaal bij de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit is awareness van de aard en risico’s van de fenomenen waar het om gaat, en van het risico ongewild faciliterend op te treden als gemeente. Hier wordt in 2017 en 2018 zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau ingezet.

De bewoners en ondernemers worden eveneens bij deze aanpak betrokken. Ook zij worden geconfronteerd met deze fenomenen, lopen risico’s en ervaren overlast. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het doen van melding (al dan niet anoniem) van misstanden en

bedreigingen. Bewoners en ondernemers kunnen ons helpen de anonimiteit van de ondermijning te verkleinen.

Flankerend beleid

- vergunning en handhavingsbeleid - aanbestedingen een subsidiebeleid - sociaal beleid

- beleid van externe partners dat hier relevant is, met name het landelijke en regionale politie- justitiebeleid, gericht op aanpak van vermogenscriminaliteit.

Doelstelling 2017/2018

- inzicht krijgen in de ondermijnende criminaliteit in Gooise Meren;

- vergroten van de bewustwording en het detecteren van signalen van criminele investeringen en activiteiten.

(16)

5 Going concern

Naast prioritaire thema’s onderscheiden we ‘going concern’ thema’s. Deze thema’s zijn eveneens van strategisch belang in ons veiligheidsveld maar behoeven geen bijzondere doorontwikkeling of intensivering. In dit hoofdstuk werken we deze overige strategische thema’s uit. We belichten de hoofdlijn van de aanpak en de doelstelling.

5.1 Vermogenscriminaliteit/High Impact Crimes

Binnen dit thema zijn met name woningcriminaliteit (woninginbraak), voertuigcriminaliteit (diefstal uit/vanaf auto) en bedrijfscriminaliteit (bedrijfsinbraken, zakkenrollen en

winkeldiefstallen). Het huidige veiligheidsniveau op dit thema in Gooise Meren is niet zorgwekkend, maar dit kan gemakkelijk veranderen. Gooise Meren is gelegen aan

verschillende uitvalswegen en daardoor extra vatbaar voor mobiele criminelen. We blijven prioriteit geven aan dit thema.

Hoofdlijn 2017-2018

In onze aanpak staat preventie, samen met bewoners, ondernemers en woningcorporaties voorop. Bewoners zijn potentieel de meest invloedrijke actor bij dit thema, zowel individueel (via bijvoorbeeld verbetering van hang- en sluitwerk) als collectief (via vormen van

buurtpreventie / Buurtplatform of Wijkraden). Wij zetten in op een betere invulling van deze preventieve rol van bewoners. Dit doen wij onder meer via voorlichting en advisering en het stimuleren van deelname aan buurtpreventie en ander buurtinitiatieven zoals WhatsApp- groepen.

Ondernemers betrekken we via initiatieven zoals het Keurmerk Veilig Ondernemen.

Woningcorporaties zijn reeds een belangrijk partner op veiligheidsterrein – dat bouwen we verder uit rond het item woninginbraak.

Flankerend hieraan geven wij invulling aan toezicht in de openbare ruimte en veilige inrichting en beheer van de openbare ruimte (verlichting, groenonderhoud).

Naast preventie is repressie vanzelfsprekend van belang. Maatregelen van de politie zijn onder meer de inzet van het regionale inbraken-team en landelijke campagnes zoals het donkere dagen offensief.

Flankerend beleid

- sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie, - wijkgericht werken,

- inrichting en beheer van de openbare ruimte, - vergunning- en handhavingsbeleid.

- beleid van externe partners gericht op aanpak van vermogenscriminaliteit.

Doelstelling 2017-2018

- Het criminaliteitsvolume op deze delicten is aanvaardbaar en beheersbaar.

- De samenwerking met onze partners (inclusief bewoners) verder uitbreiden.

- Er wordt meer bewustwording gecreëerd bij bewoners over de risico’s van dergelijke criminaliteit.

- Bewoners worden gestimuleerd om zelf maatregelen te nemen.

- Burgerparticipatie en burgerinitiatieven worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

Indicator Bron Huidige situatie Doel 2018

Aantal woninginbraken RVS 289 in 2016 250

Voertuig criminaliteit RVS 367 in 2016 320

(17)

5.2 Woonoverlast bedreiging en geweld

Woonoverlast, overlast drank en drugs, bedreiging en andere vormen van geweld

(waaronder huiselijk geweld) komen geregeld voor in de kernen. Bewoners voelen zich ook minder veilig. Dit zijn verschijnselen die we prioriteit moeten geven, in het licht van onze ambitie om een gemeente te zijn die haar inwoners en ondernemers een veilige woon- en leefomgeving wil bieden.

Hoofdlijn 2017-2018

Uitgangspunt is versterking van de gemeenschap zelf. Dit vraagt natuurlijk om een goede samenwerking met onze inwoners en ondernemers. Maar ook om goede verbindingen tussen het domein veiligheid en het sociale domein. Veiligheid en zorg kunnen in deze maatschappij niet los van elkaar worden gezien.

Als gemeente moeten we ingrijpen en handhaven bij zware overlast, intimidatie en geweld.

Dat doen we samen met onze partners waaronder politie en instellingen. We zorgen dat we de zorgtaken op orde hebben. Kwetsbare situaties en huishoudens moeten tijdig in beeld worden gebracht en worden daar waar noodzakelijk interdisciplinair opgepakt. Eventueel wordt opgeschaald naar het Veiligheidshuis. Wat betreft huiselijk geweld bewaken we de kennis en kunde van eerste lijns-professionals en passen het Tijdelijk huisverbod toe. Het AMHK (Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling) is vanaf 2015 een belangrijke uitvoeringspartner.

Voor woonoverlast wordt in Gooise Meren vanaf 2017 buurtbemiddeling ingezet. Deze zijn toepasbaar bij lichte vormen van overlast. Het doel is het bevorderen van zelf oplossend vermogen en zelfredzaamheid. Ook de buurtpreventies, buurtplatforms en wijkraden kunnen een bijdrage leveren. Een belangrijke inspanning hierin is het wijkgericht werken, hierbij kunnen de bewoners een bijdrage aan de kwaliteit van de gemeenschap leveren. Als gemeente zijn wij bereikbaar en aanspreekbaar. Dit is van belang voor participatie en uiteindelijk voor het veiligheidsgevoel van de burger.

Flankerend beleid

- sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie;

- wijkgericht werken;

- inrichting en beheer van de openbare ruimte;

- vergunning- en handhavingsbeleid.

- beleidsplan Bescherming en Opvang Doelstelling 2017-2018

Een verbetering (objectief en subjectief) van de sociale kwaliteit, te bereiken door een combinatie van preventie en repressie en inspanning van overheidswege en de gemeenschap zelf. Deze indicatoren worden gemeten via de Veiligheidsmonitor die eind 2017 gehouden wordt.

Indicator Bron Huidige situatie Doel 2018

% inwoners dat vaak sociale overlast ervaart RVS/ VM Bussum 9,3 Naarden 8,5

≤ 8,5 voor Gooise Meren Rapportcijfer veiligheid in de buurt RVS/ VM Bussum 7,3

Naarden 7,5

≥ 7,5 voor Gooise Meren

(18)

5.3 Veilig ondernemen en recreëren

Op bedrijventerreinen en in winkelgebieden, bij uitgaan en evenementen doen zich momenteel in bescheiden mate aantastingen van de veiligheid voor. Het aantal

bedrijfsinbraken is in 2016 licht gestegen (2%), overlast rond uitgaan en evenementen is er nauwelijks. Bij toerisme en recreatie doen zich geen complexe handhavingsvraagstukken voor.

Hoofdlijn 2017-2018

We blijven investeren in de samenwerking met de ondernemers. Bij dit onderdeel kan worden gewezen op de afspraken die tussen de gemeente, de bedrijvenvereniging FIN (Naarden) en BOV (Bussum), de politie en brandweer zijn vastgelegd in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen om de veiligheid en leefbaarheid in en rond het Bussumse winkelcentrum en op de Naardense bedrijventerreinen.

We treden handhavend op waar nodig. Het kan gaan om overlast rond horeca , overlast of onvoldoende veiligheidsmaatregelen bij evenementen. We zorgen voor beleidskaders voor vergunningverlening en handhaving. Zo wordt de komende tijd stappen gezet voor een nieuw evenementenbeleid en een vernieuwd horecabeleid.

Bij ontwikkeling of herstructurering van bedrijventerreinen houden we rekening met

vereisten uit oogpunt van veiligheid. Dit zijn natuurlijke momenten om daarin te investeren.

Doelstelling 2017 -2018

Verbeteren samenwerking met ondernemers én heldere kaderstelling en handhaving van overheidswege.

5.4 Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid kent een objectieve en een subjectieve component. Bij objectieve verkeersveiligheid gaat het om verkeersongevallen en de risico’s daarvan. De subjectieve component betreft de ervaren verkeersoverlast. We zien dat de we in beide opzichten alert moeten blijven. De basis is als geheel goed maar er doet zich verkeersonveiligheid voor in en rond bepaalde kernen en trajecten, in het bijzonder voor doelgroepen zoals schoolgaande jeugd. De ervaren verkeersoverlast is ook substantieel – voor onze inwoners is dit

ongetwijfeld een belangrijk thema.

Hoofdlijn 2017-2018

Bij eenvoudige zaken wordt volstaan met hulpverlening en worden geen gegevens meer geregistreerd. Het beeld van 2016 geeft voor de kernen Bussum en Naarden geen afwijkend beeld in vergelijking tot de voorgaande jaren.

Voor de verkeersveiligheid wordt het beleid van 2016 voortgezet.

Doelstelling 2017-2018

Integrale aanpak van objectieve en subjectieve verkeersveiligheid, geborgd in de

verschillende relevante beleidsdomeinen. We houden de basis op orde, interveniëren op plekken waar dat nodig is.

5.5 Fysieke veiligheid

Binnen dit thema onderscheiden we drie sub-thema’s: brandveiligheid, externe veiligheid en crisisbeheersing.

(19)

- Brandveiligheid

We blijven onverminderd inzetten op het ‘werken aan brandveiligheid’: (1) risicobeheersing:

het voorkomen van incidenten en vooraf ‘inperken’ van schadelijke gevolgen van incidenten;

en (2) incidentbestrijding ofwel effectieve repressie en daarop toegesneden preparatie.

Belangrijke uitvoeringspartners zijn de Omgevingsdienst de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek.

Hoofdlijn 2015-2018

Na een periode van regionalisering en het ‘zetten’ van één organisatie (Nieuw Rood, 2013) richt de Brandweer Gooi en Vechtstreek zich nu op een toekomst in lijn met de landelijke brandweerstrategie (Landelijke visie ‘Brandweer over Morgen’, 2010) waarin wordt gewerkt aan de doelen ‘Minder branden, minder slachtoffers en minder schade’. Belangrijk daarbij is het vinden van een nieuwe balans tussen repressie en risicobeheersing. Waar tot voor kort de focus lag op het bestrijden van branden, ligt deze nu meer en meer op het voorkomen en beperken van branden. Het bewust maken van de samenleving van de risico’s en het

stimuleren van haar zelfredzaamheid, zijn hierbinnen belangrijke aspecten (Brandveilig Leven). De prioriteit ligt daarbij op de belangrijkste risico’s; de gebieden in de gemeente waar de repressieve brandweerzorg niet voldoet aan de wettelijke normen (de “rode gebieden”).

In deze gebieden worden extra brandveiligheidsmaatregelen getroffen, als compenserende maatregel. Ook wordt extra aandacht besteed aan risicogroepen, waar naar verhouding vaker brand voorkomt of de gevolgen van brand ernstiger kunnen uitpakken. Dit geldt bijvoorbeeld voor gezinnen met kinderen, welvarende inwoners en kwetsbare groepen, zoals thuiswonende verminderd zelfredzame senioren. Om zo effectief mogelijk te kunnen

opereren, werkt de brandweer nauw samen met diverse partnerorganisaties.

Doelstelling 2017-2018

De burger bewust te maken van de risico’s van brand en hoe deze zijn te voorkomen. Deze bewustwording wordt vooral gerealiseerd door advisering en voorlichting. Hiervoor gaat de regionale brandweer verder met de ingezette kanteling binnen de organisatie van

Risicobeheersing naar Brandveilig Leven. Op het gebied van de wettelijke

Risicobeheersingstaken (advies en toezicht) bereidt de brandweer zich, samen met gemeenten en andere partners, voor op de introductie van de Omgevingswet in 2019.

- Externe veiligheid

In onze gemeente zijn negen ‘externe veiligheidsinrichtingen’ gevestigd. Dit zijn

ondernemingen waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Het betreft één Brzo-inrichting (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) en acht inrichtingen die onder het zgn. Bevi (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen) vallen. Daarnaast is er vervoer van gevaarlijke stoffen via weg, spoor, buisleiding en water.

Hoofdlijn 2017-2018

Belangrijke uitvoerende taken ten aanzien van de externe veiligheidsinrichtingen worden vervuld door de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Als gemeente zijn wij echter het bevoegd gezag en moeten wij kritische afwegingen maken over acceptatie en compensatie van risico’s. Bij veranderend groepsrisico door vergunningverlening moeten wij daarover conform het Bevi bestuurlijk verantwoording afleggen. Wij dienen alle externe veiligheidsrisico’s (van inrichtingen maar ook van vervoer van gevaarlijke stoffen) door te vertalen in ruimtelijke ordening (waaronder bestemmingsplannen) en in de vereiste kwaliteit van de crisisbeheersing.

Het belang van deze lokale (regie)rol is eigenlijk alleen maar toegenomen als gevolg van de schaalvergroting van onze uitvoeringspartners (Veiligheidsregio en Omgevingsdienst). Basis voor de invulling van onze regierol is onze Beleidsvisie Externe Veiligheid (2011).

(20)

Ook bij dit thema geldt dat onze maatschappelijke partners een cruciale rol hebben. Dit geldt om te beginnen voor de vergunninghouders. Maar daarnaast ook breder. Wij investeren in risicobewustzijn en zelfredzaamheid via risicocommunicatie. Dit doen wij samen met de Veiligheidsregio.

Doelstelling 2017- 2018

We geven volwaardig invulling aan onze rol in de risicobeheersing van gevaarlijke stoffen, versterken die waar nodig en mogelijk. De risico’s zijn bekend, effectief door vertaald en per saldo beheersbaar.

- Crisisbeheersing

De gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie is een van de vier kolommen van de

multidisciplinaire crisisbeheersingsorganisatie. Onze taak is het deze gemeentelijke kolom, Bevolkingszorg, gestalte te geven. We stellen daarvoor draaiboeken op, bemensen de gemeentelijke processen, realiseren logistieke randvoorwaarden en leiden op, trainen en oefenen.

Hoofdlijn 2017-2018

Kernpunt van onze missie in komende jaren is het verder gestalte geven aan de kolom Bevolkingszorg in al zijn facetten en conform de Wet Veiligheidsregio’s. Zodat rampen en crises de vereiste aanpak krijgen en de gemeentelijke kolom optimaal kan functioneren in de wisselwerking met de andere kolommen. Om een sterke en volwaardige partner binnen de multidisciplinaire crisisbeheersingsorganisatie te zijn, hebben we besloten om samen met de andere gemeenten in onze regio de kolom Bevolkingszorg te gaan professionaliseren.

Dit betekent dat wij op de meest optimale manier gaan samenwerken met de

Veiligheidsregio’s Flevoland en Utrecht. Aan de ‘acute’ onderdelen van de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie geven we regionaal (‘bovenlokaal’) invulling.

Bijzondere aandacht hebben Opleiding, Training en Oefening (OTO). Cruciaal is vakbekwaamheid, van sleutelfunctionarissen maar ook van de ‘lagen’ daaronder (procesdeelnemers).

Doelstelling 2017-2018

We hebben een professionele crisisbeheersingsorganisatie ‘staan’ die zonder twijfel in staat is de Bevolkingszorgtaken adequaat uit te voeren. De functionarissen zijn getraind, opgeleid en geoefend.

Dit in combinatie met ambtelijke en bestuurlijke betrokkenheid en urgentiebesef.

5.6 Veilige Publieke Taak (VPT)

Mensen die binnen de publieke taak hun werk doen zoals verpleegkundigen, politiemensen, medewerkers bij gemeentelijke loketten en leraren, worden regelmatig geconfronteerd met agressie en geweld. Dat heeft effect op het functioneren van de man of vrouw zelf, maar ook op de uitvoering van taken zoals hulpverlening, zorg, scholing en toezicht. De kwaliteit van de dienstverlening neemt af, het vertrouwen in de overheid kan aangetast worden.

Landelijk en regionaal wordt actie ondernomen om dit verschijnsel aan te pakken. Ook in Gooise Meren doen zich incidenten voor, en is er alle belang bij om een duidelijke lijn uit te zetten. Er mag geen twijfel bestaan over de betrouwbaarheid van ons eigen handelen.

Door ondertekening van het ‘Convenant VPT’ hebben de voormalige gemeentebesturen zich als werkgever met een publieke taak aangesloten bij de afspraken die in het convenant zijn vastgelegd. Deze afspraken sluiten aan op het vastgestelde agressieprotocol en op de opleiding en trainingen die aan het personeel worden aangeboden.

(21)

Hoofdlijn 2017-2018

We zetten in op het zichtbaar, bespreekbaar en hanteerbaar maken van agressie en geweld tegen onze medewerkers, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Het onderwerp moet bekend worden, gaan ‘leven’. We creëren randvoorwaarden voor een effectieve omgang met en aanpak van incidenten.

Doelstelling 2017-2018

- Beleid, gericht op het voorkomen van en zo nodig optreden tegen agressie verankeren;

- Werknemers aansporen agressie en geweld te melden;

(22)

6 Bovenlokale samenwerking

6.1 Politie en Openbaar Ministerie

In de nieuwe constellatie van de Nationale Politie valt de gemeente Gooise Meren onder het basisteam Gooi Noord, samen met de gemeenten Blaricum, Laren, Huizen en Weesp. Het basisteam Gooi en Vechtstreek Noord voert de reguliere politietaken uit: criminaliteit voorkomen en bestrijden, de openbare orde bewaken, strafbare feiten opsporen en hulpverlening bij nood.

Het Openbaar Ministerie is een landelijke organisatie verdeeld over tien arrondissementen.

Deze zijn gelijk aan de tien regionale eenheden van de politie.

Het Openbaar Ministerie doet strafzaken af en is daarnaast ook preventief en proactief bezig:

samen met de ketenpartners werpt zij barrières op tegen crimineel gedrag.

In het zogenaamde ‘driehoeksoverleg’ bespreken de burgemeesters van Gooise Meren, Blaricum, Laren, Huizen en Weesp, de Officier van Justitie en de basisteamchef periodiek lopende zaken, actuele bedreigingen en gezagsvraagstukken met betrekking tot de inzet van de politie.

6.2 Veiligheidsregio

De Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek bestaat uit de multidisciplinaire organisatie veiligheidsbureau (crisisbeheersing en rampenbestrijding) en de monodisciplinaire organisaties brandweer, GHOR en bevolkingszorg.

De Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek (VRGV) voert taken uit ten aanzien brandweerzorg, externe veiligheid/risicobeheersing, rampenbestrijding. Een belangrijk accent is de

rampenbestrijding: de Veiligheidsregio verzorgt de multidisciplinaire coördinatie op en tijdens de rampenbestrijding.

De visie en de aanpak van de Veiligheidsregio rond genoemde thema’s – brandweerzorg, externe veiligheid/risicobeheersing, rampenbestrijding worden beschreven in het

Beleidsplan 2016-2020 van de Veiligheidsregio. Dit wordt in afstemming met de gemeenten binnen de regio opgesteld.

Het personeel van de brandweer is in dienst bij de veiligheidsregio. Het personeel van de GHOR is in dienst van de Regio Gooi en Vechtstreek (Resultaatverantwoordelijke Eenheid GGD). Het personeel dat wordt ingezet voor bevolkingszorg wordt gedetacheerd vanuit de deelnemende gemeenten of ingehuurd via een uitzendconstructie. Het veiligheidsbureau heeft geen formatie: de benodigde personele capaciteit wordt ter beschikking gesteld door de brandweer, de GHOR, bevolkingszorg en de politie.

6.3 Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek (OFGV)-samenwerking De OFGV verzorgt namens de provincies Flevoland en Noord-Holland en namens 13 gemeenten in Flevoland en Gooi en Vechtstreek milieutaken op het gebied van

vergunningverlening, toezicht en handhaving. De deelnemers kiezen voor een verbetering van de kwaliteit en de integraliteit van de uitvoering van de taken door deze onder te brengen in deze omgevingsdienst. De uitvoering wordt bij deze dienst belegd met het behoud van eigen bevoegdheden van alle deelnemers.

De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek heeft oog voor en bevordert de omgevingskwaliteit. De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek is de dienst die in

(23)

Flevoland en een gedeelte van de provincie Noord-Holland, namelijk Gooi en Vechtstreek, in opdracht van de deelnemende partijen gemeenten en provincies, adequaat uitvoering geeft aan vergunningverlenings-, toezicht- en handhavingstaken op het gebied van de fysieke leefomgeving. De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek wordt door de deelnemers beschouwd als hun eigen milieuafdeling.

6.4 Politie en BOA’s

De werkzaamheden van politie en BOA’s hebben veel raakvlakken. Van belang is afstemming van beide taakaccenten: politie en BOA’s kunnen elkaar dan optimaal versterken. In

komende tijd wordt verder gewerkt aan een betere samenwerking en informatie- uitwisseling.

6.5 Veiligheidshuis

Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden, die partners uit de strafrechtketen, de zorgketen, gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit.

Het Veiligheidshuis coördineert de persoonsgerichte aanpak van jeugdige en volwassen veel- en meerplegers, harde kern- of risicojongeren, daders van huiselijk geweld en notoire overlastveroorzakers.

De ketenpartners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit.

Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen.

Ingezet wordt op gedragsverandering, recidivevermindering en verbetering van de kwaliteit van leven van de delinquent. Men gaat dadergericht, gebiedsgericht en probleemgericht te werk.

In de Veiligheidshuizen participeren onder andere:

- Gemeenten - Politie

- Openbaar Ministerie

- Raad voor de Kinderbescherming - Reclasseringsorganisaties

- Welzijnsorganisaties

Het Veiligheidshuis gaat uit van een persoonsgerichte levensloop-benadering van de

doelgroepen, door sleutelfunctionarissen bijeen te brengen. Deze manier van samenwerken leidt tot het effectiever terugdringen van veel voorkomende criminaliteit en door burgers ervaren overlast. De meerwaarde van het samenwerkingsverband zit in de aansluiting van de preventieve en repressieve aanpak en de aansluiting met het nazorgtraject.

6.6 Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC)

Bij het RIEC wordt in regionaal verband samengewerkt bij de aanpak van

ondermijnende/georganiseerde criminaliteit onder het Convenant Bestuurlijke en

Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen. Als uitvloeisel daarvan wordt de gemeente lokaal ondersteund door het RIEC. Het RIEC helpt ons bedreigingen met betrekking tot

georganiseerde criminaliteit tijdig te herkennen en van de juiste aanpak te voorzien.

(24)

6.7 Regio Gooi en Vechtstreek

De Regio is een samenwerkingsverband van de zeven gemeenten in Gooi en Vechtstreek.

Bestuurders van gemeenten werken nauw samen om actuele zaken op te pakken. In de Regio vindt de gezamenlijke beleidsvoorbereiding met de gemeenten plaats.

Vanuit het Fysiek Domein richt de samenwerking met de gemeenten zich op de uitwerking van de fysieke speerpunten van de regionale samenwerking en acteert hiervoor in netwerken of initieert belangenbehartiging. Dit gebeurt richting de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en de omliggende regio’s. Met name op het gebied van mobiliteit en ruimte, milieu en duurzaamheid, economische zaken en innovatie, en op het gebied van cultuur, toerisme en recreatie.

Vanuit het Sociaal Domein richten de vraagstukken zich op het terrein van wonen, werken, onderwijs, zorg, welzijn en ondersteuning, jeugdgezondheidszorg/GGD en maatschappelijke opvang.

De ambtenaren en adviseurs van de gemeenten en de Regio ondersteunen hierbij en brengen adviezen en voorstellen uit die na afstemming worden behandeld in de colleges en de gemeenteraden. Enkele uitvoerende taken zijn regionaal, als uitvoerende

organisatieonderdelen, ondergebracht. De organisatieonderdelen werken op basis van een programma dat is vastgesteld door de gemeenten.

Uitvoerende eenheden zijn onder meer de Grondstoffen- en Afvalstoffendienst GAD, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst GGD, de Regionale Ambulance Voorziening RAV, Jeugd &

Gezin en Veilig Thuis.

(25)

7 Coördinatie, beleidscyclus

7.1 Ambtelijke en bestuurlijke coördinatie

De ambtelijke coördinatie van het veiligheidsbeleid ligt bij de adviseurs Openbare Orde en Veiligheid. Deze onderhoudt de contacten met de bij onderdelen van het veiligheidsbeleid betrokken afdelingen.

De bestuurlijke coördinatie van het veiligheidsbeleid ligt bij de portefeuillehouder (burgemeester). Burgemeester en medewerkers OOV voeren maandelijks overleg over veiligheids- en IVP-gerelateerde zaken. Een maal per maand vindt er afstemming op het niveau van het politiebasisteam plaats. Eveneens driemaal per jaar is er afstemming op het niveau van de politie-eenheid Midden Nederland basisteam Gooi Noord.

7.2 Beleidscyclus, verantwoording

Dit Integraal Veiligheidsplan (IVP) is operationeel van aard: het geeft een overzicht van uit te voeren acties/maatregelen rond de thema’s in het IVP. Daarnaast heeft het veiligheidsplan een ‘dynamisch karakter’ in de zin dat het tussentijds bijgesteld kan worden indien

omstandigheden (zoals nieuwe bedreigingen) daarvoor aanleiding geven. Over de voortgang en resultaten van het IVP en de eventuele bijstellingen wordt jaarlijks gerapporteerd aan de Raad. Dit gebeurt via de budgetcyclus.

7.3 Financiële consequenties

In dit Integraal Veiligheidsplan worden de geplande activiteiten rond de prioritaire en going concern-thema’s opgesomd. Voor veel activiteiten geldt dat er geen nieuwe financiële consequenties zijn, ten opzichte van de begroting van 2017. De financiële consequenties ten behoeve van de uitvoering van het IVP 2017-2018, staan in de begroting. Dekking geschiedt uit de begrotingspost programma 2: Veiligheid. Indien nodig zal bij nieuwe activiteiten aan de hand van een separaat voorstel budget gevraagd worden aan de gemeenteraad.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We zagen hiervoor dat er in belangrijke opzichten sprake is van een acceptabel veiligheidsniveau in Gooise Meren. Op basis van politiecijfers toont de veiligheid in Gooise Meren

casussen en casussen die te zwaar zijn voor de reguliere aanpak van de uitvoeringsdienst Sociaal domein of ketenpartners wordt de lokale persoonsgerichte aanpak ingezet. De lokale

Dit complexe proces én de doorwerking ervan in onder meer overlastcijfers zijn nog niet uitgekristalliseerd: gemeenten en partners werken hard aan een juiste en effectieve aanpak

Wij hebben gebruik gemaakt van de beleving van veiligheid in onze gemeente onder onze inwoners, dorpsraden en ondernemers.. Dit door onder meer een digitaal

Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem op school voor de leerkracht als de ouders, de kinderen, de gepeste kinderen, de pester en de ‘zwijgende’

In dit jaar hebben de teams de bestaande en nieuwe taken binnen het sociaal domein voor het eerst uitgevoerd voor de gemeenten.. Dit vergt een nieuwe manier

Aalsmeer - In de Doopsgezinde kerk worden aanstaande zondag 15 december twee musicals uitge- voerd voor en door kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.. De eerste voorstelling

De rol van aanjager brengt ons op het volgende dilemma. Het programma Sociale Kwaliteit wil nieuwe initiatieven stimuleren met kortlopende subsidies. Terwijl veel