• No results found

Europese projecten in gemeenten GOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Europese projecten in gemeenten GOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Europese projecten in gemeenten

GOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE

GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S

(2)
(3)

Europese projecten in gemeenten

Goede voorbeelden van projecten in kleine en middelgrote gemeenten, gecofinancierd door Europese subsidieprogramma’s

(4)

Colofon

Auteur Sjoerd Wijnsma

Projectleider

Helen Schuurmans (VNG)

Vormgeving en opmaak Dimdim, Den Haag juli 2012

(5)

Voorwoord

Voor u ligt een publicatie met voorbeelden van projecten van kleine en middelgrote gemeenten die Europese cofinanciering hebben ontvangen. Met deze publicatie hopen wij kennisuitwisseling te bevorderen en spelen wij in op de vraag van gemeenten naar de mogelijkheden om gebruik te maken van deze fondsen.

Mijn dank gaat uit naar alle bestuurders, gemeenteambtenaren en projectleiders die bereid waren hun ervaringen met Europese subsidies met ons te delen.

Ik wens u veel inspiratie toe bij het lezen over deze projecten!

Ralph Pans

Voorzitter Directieraad VNG

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord 3 Inleiding 5

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Gemeente Westland: 4B in Waalblok 6

Gemeente Brummen: Centrumplan Eerbeek – Oranje Nassauplein 10

Interreg IVA

Gemeente Hellevoetsluis: Muren en Tuinen 12

Interreg IVB

Gemeente Hardenberg: iAge 16

Gemeente Noord-Beveland: Build with CaRe 18

Interreg IVC

Gemeente Assen: Integrated Measures for an Energy Efficiency Approach 22

Europees Sociaal Fonds (ESF)

Gemeente Gennep: Ondersteuning bij het vinden van een baan 24

Gemeente Goes: Aan de slag in Zeeland! 26

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Gemeente Meppel: Landschapsprogramma Broekhuizen 28

Gemeente Peel en Maas: Hart voor Maasbree – Multifunctioneel Centrum 30

Probleemgebiedenvergoeding agrariërs Midden-Delfland 33

Europees Visserij Fonds (EVF)

Gemeente Urk: Blue Port Urk 34

Europa voor de Burger

Gemeente Groesbeek: Vincult 38

Gemeente Haaren: European Charter 40

Leven Lang Leren – Comenius

Gemeente Tynaarlo: Samenwerkingsverband Tynaarlo-Pitesti 44

Vijfde kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling

Gemeente Heerhugowaard: Suncities – Stad van de Zon 46

(7)

Inleiding

In deze publicatie wordt een aantal projecten van kleine en middelgrote gemeenten besproken die cofinanciering hebben ontvangen van de Europese Unie. De projecten zijn gefinancierd uit

verschillende fondsen (periode 2007-2013) waardoor een gevarieerd palet van projecten is ontstaan. De ervaringen van deze ‘Best Practices’ kunnen u op weg helpen om ook voor uw project subsidie van de Europese Unie te krijgen!

Op de linkerpagina staan ‘facts and figures’ van de projecten met een korte introductie van het Europese subsidieprogramma, de bedragen en de looptijd, de projectpartners, een inhoudelijke introductie van het project en de belangrijkste (verwachte) resultaten. Op de rechterpagina staat een interviewverslag met de betrokken projectleider(s) en in enkele gevallen ook met de betrokken bestuurder. Zij vertellen over de voor- en nadelen en de toegevoegde waarde van het uitvoeren van een Europees gefinancierd project.

Tijdens het opstellen van deze verzamelbundel viel een aantal zaken op:

Voor veel projecten betekent de Europese cofinanciering dat er een financieel gat op de begroting van de projecten gevuld kan worden. Maar naast dit financiële aspect ervaren veel gemeenten ook andere voordelen. Het delen van kennis in samenwerkingsverbanden helpt veel gemeenten het beleid en de gemeentelijke prioriteiten te realiseren. Samenwerkingsverbanden geven gemeenten de kans zich te profileren en de regio breed onder de aandacht te brengen.

De administratieve lasten en de bureaucratie die Europese subsidies met zich meebrengen kunnen een nadeel zijn. Aan de andere kant dwingt een goede administratie je gestructureerd en geordend te werken. Dat betekent dat je zelf ook veel meer grip hebt op je project en dit ook veel beter intern en extern kan verantwoorden, bijvoorbeeld naar bestuurders.

De kern van een succesvolle aanvraag is je goed te verdiepen in de doelstellingen van het Europese programma en alleen een aanvraag te doen als je project goed matcht met dit programma. Oriënteer je van tevoren goed over de aanvraag en maak gebruik van de kennis van anderen.

Wat kan de VNG voor u betekenen?

Directie Europa van de VNG adviseert over de Europese programma’s. Zo produceert zij een Europese subsidiewijzer met daarin alle informatie over Europese subsidies waarvoor gemeenten in aanmerking komen. Deze subsidiewijzer is digitaal beschikbaar op de website van de VNG. U kunt een hardcopy bestellen via informatiecentrum@vng.nl.

De VNG heeft voor alle ambtenaren van gemeenten die werken met Europa een Europa ambtenarennetwerk opgericht. U kunt zich aanmelden voor het forum van dit netwerk op www.europanetwerk.nl. Op dit forum wordt u op de hoogte gehouden van de laatste Europese ontwikkelingen, partnersearches en subsidiemogelijkheden en kunt u ervaringen uitwisselen met collega’s.

(8)

4B water in Waalblok

Gemeente Westland

Fonds: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil de Europese Unie het regionaal concurrentievermogen versterken. Hoe dat gebeurt wordt vooral op nationaal niveau bepaald. De EU heeft, voor de periode 2007-2013, innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap als belangrijkste thema’s vastgesteld. Nederland wil dit Europese beleid zoveel mogelijk laten aansluiten bij bestaand nationaal beleid.

Er zijn vier regionale programma’s opgesteld waarin het Europees/nationaal beleid is vertaald in regionale prioriteiten. (http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.cfm)

Website: http://www.gemeentewestland.nl/Smartsite.shtml?id=101965 Thema: Duurzaamheid, innovatie

Partners:

• Gemeente Westland • Provincie Zuid-Holland

• LTO Glaskracht • Tuinbouwondernemers in het gebied

• Hoogheemraadschap van Delfland

Totaal budget van het project: circa € 11,2 miljoen EU-bijdrage: € 1.698.600

Totale kosten project gemeente Westland: circa 1,1 miljoen Looptijd: 01.11.2010 – 31.03.2014

Het project

Het pilotproject Waalblok 4B-concept water combineert meervoudig ruimtegebruik voor waterberging met het vrijwel sluiten van de waterketen en een duurzaam hergebruik van bedrijfsafvalwater. De 4 B’s staan voor het Bergen van regenwater, het Bufferen van bedrijfsafvalwater en proceswater, het Bereiden van gietwater door zuivering van dit afvalwater en het Begieten van teelten. In dit zogeheten ‘4B concept Water’ vindt waterberging plaats onder kassen en wordt drainage- en afvalwater met een innovatieve combinatie van technieken geschikt gemaakt voor gietwatertoepassing. In het Westland hebben diverse gebieden een zogenaamd Centraal Afval- en Drainagewater systeem. Hiermee is de centrale inzameling van bedrijfsafvalwater eenvoudig te realiseren. Het eerste onderdeel van het 4B concept in het gebied Waalblok is inmiddels gerealiseerd. Het betreft de aanleg van kelders onder kassen (meervoudig ruimtegebruik), waarin berging van oppervlakte- of regenwater en van gietwater plaats kan vinden. De tweede hoofdactiviteit betreft het omzetten van bedrijfsafval- en drainagewater in gietwater met een gecombineerde waterzuive- ringsinstallatie, ook wel ‘gietwaterfabriek’ genoemd. De bijdrage uit EFRO betreft deze hoofdactiviteit. In het pilotproject werkt de gemeente Westland samen met het Hoogheemraadschap van Delfland, de provincie Zuid-Holland, LTO Glaskracht en de tuinbouwondernemers in het gebied. De realisatie zal plaatsvinden door de (nieuwe) ‘Coöperatie waterzuivering Westland U.A.’ waarmee door de gemeente bindende afspraken worden gemaakt.

Resultaat

Het pilotproject zorgt voor milieuwinst en draagt er aan bij dat een betere concurrentiepositie voor de glastuinbouwsector ontstaat. Het project levert een bijdrage aan het oplossen van de waterbergingsbehoefte, zorgt voor vermindering van risico op wateroverlast, verbetering van waterkwaliteit, voldoende gietwater van goede kwaliteit, vergroting van zelfvoorzienendheid van het gebied, nieuwe financieringsconstructies voor water (Publiek Private Samenwerkingsvormen) en energiebesparing op transport en productie. Het pilotproject is één van de projecten van het ‘Programma Duurzame Greenport Westland-Oostland’. Dit is een programma van projecten waarbij nieuwe technieken of inzichten worden ontwikkeld of op praktijkschaal worden toegepast op het gebied van de waterhuishouding en van energie.

(9)

Ervaringen van teamleider projecten Chantal Scheers en projectleider Aad Laverman

Er zijn twee belangrijke aanleidingen geweest voor het project. Allereerst is er een historisch tekort aan oppervlaktewater in het Westland en is er sprake van wateroverlast. Daarnaast wordt omgekeerde osmose hier veel toegepast. Dat betekent dat er grondwater wordt opgepompt en wordt gefilterd als gietwater voor de teelten. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen worden weer terug in de grond gepompt. De voorspelling was dat dit terugpompen van afvalstoffen vanaf 2013 niet meer toegestaan zou zijn en dat er een andere manier van waterzuivering gezocht moest worden. De gemeente Westland heeft samen met de tuinders naar oplossingen gekeken. Daaruit is het 4B concept (bergen, bufferen, bereiden en begieten) voortgekomen.

Een van de speerpunten van het collegewerkprogramma is dit initiatief vanuit de samenleving.

Het project is niet alleen voor de tuinders maar vooral ook door de tuinders. De gemeente bouwt en exploiteert dan ook de ‘waterfabriek’ niet zelf. De tuinders hebben een coöperatie opgericht van waaruit ze dit project ontwikkeld. De gemeente faciliteert alleen.

Vanwege vele partijen die betrokken zijn is het belangrijk dat een partij het project trekt.

De gemeente heeft ervoor gekozen om dit in de beginfase te doen vanwege de belangrijke maatschappelijke functie van het Westland. Westland is het grootste en dichtbebouwde glastuinbouwgebied van de wereld en de derde economische motor van Nederland na de Rotterdamse haven en Schiphol. De tuinbouw vormt de kern van de gemeente en daarom wil de gemeente investeren in de innovatieve en vooruitstrevende bedrijven. De gemeente heeft de subsidie aangevraagd en staat garant voor de risico’s. Nu de kaders van het project steeds duidelijker worden, proberen we dat risico voor een deel ook over te dragen aan de coöperatie van de tuinders.

Ondanks de gevolgen van de crisis, die ook de tuinders raakt, blijft het draagvlak groot. Met dit nieuwe systeem heb je een constante kwaliteit van gietwater hetgeen zich vertaald in betere

teeltopbrengsten. Verder maakt de sector zich klaar voor de toekomstige emissie-eisen. LTO Glaskracht speelt een belangrijke rol om de tuinders enthousiast te maken en te houden voor het project.

De aanvraag

Beleidsmedewerkers economische zaken van de gemeente bekijken de mogelijkheden van Europese subsidieprogramma’s en vergelijken dat met de beleidsdoelen van de gemeente. Er was extra geld nodig en het project past goed binnen de doelstellingen van de Europese Commissie. Tussen de melding van het project ten behoeve van de subsidie en de daadwerkelijke aanvraag heeft vrij veel tijd gezeten, vanwege diverse onzekerheden binnen het project. Daarnaast kent de ‘waterfabriek’ een gewenste exploitatieduur van 40 jaar, hiervoor moest een geschikte constructie gevonden worden. De daadwerkelijke aanvraag heeft een voorbereiding (oriënterende gesprekken, opstellen projectplan) gekend van circa een half jaar. Verlening van de subsidie vond na enige aanpassingen en aanvullingen op de aanvraag plaats.

Overzicht van het plangebied

(10)

Voor- en nadelen

Europese subsidies zijn vaak erg lastig in de verantwoording. Vanuit onze eerdere ervaringen met EFRO hebben wij de keus gemaakt de aanvraag te gebruiken voor harde investeringen zoals de bouwmaterialen. Dat is namelijk eenvoudiger te verantwoorden dan bijvoorbeeld ambtelijke uren.

Verder is de aanvraag altijd een weergave van de situatie/inzicht op dat moment terwijl het project vaak heel dynamisch is. Dit kan leiden tot een afwijking ten opzichte van de aanvraag, bijvoorbeeld toch andere concrete projectresultaten. Goedkeuring van een dergelijke afwijking vergt de nodige tijd en energie en zorgt voor onzekerheid, terwijl voortgang van het project cruciaal is vanwege de beperkte subsidieperiode. Het ‘managen’ van de subsidie wordt soms een apart taak binnen het project. De subsidie heeft het project wel mogelijk gemaakt. Zonder de subsidie hadden we geen stap kunnen zetten om innovatie en duurzaamheid extra te promoten in de tuinbouwsector.

(11)
(12)

Centrumplan Eerbeek – Oranje Nassauplein

Gemeente Brummen

Fonds: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil de Europese Unie het regionaal concurrentievermogen versterken. Hoe dat gebeurt wordt vooral op nationaal niveau bepaald. De EU heeft, voor de periode 2007-2013, innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap als belangrijkste thema’s vastgesteld. Nederland wil dit Europese beleid zoveel mogelijk laten aansluiten bij bestaand nationaal beleid. Er zijn vier regionale programma’s opgesteld waarin het Europees/

nationaal beleid is vertaald in regionale prioriteiten. (http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.cfm)

Website: www.centrumplaneerbeek.nl

Thema: Herinrichting openbare ruimte, duurzaamheid Partners: Gemeente Brummen; provincie Gelderland Totaal budget van het project: € 900.000

EU-bijdrage: € 450.000 (50%) Looptijd: 01.02.2011 – 31.12.2012

Het project

Vanuit de samenleving bestaat al langere tijd de roep om het centrum van Eerbeek op te knappen. Toen twee ontwikkelaars grond kochten in het centrum is er samen met de gemeente een masterplan

‘Centrumgebied Eerbeek’ gemaakt voor het centrum van Eerbeek. Hoewel het Oranje Nassauplein eigenlijk enigszins buiten het centrumgebied ligt, heeft het plein een belangrijke functie door zijn winkels maar ook als ontmoetingsplein.

Bewoners en ondernemers hebben er dan ook altijd op aangedrongen het plein mee te nemen in het masterplan voor het hele centrum. Voor de

herinrichting van dit plein is Europese subsidie aangevraagd. De winkeliers en bewoners aan het plein hebben actief bijgedragen aan de plannen voor de inrichting van het plein. De gemeente heeft gevraagd of de winkeliers samen met de bewoners zelf met plannen wilden komen voor de inrichting.

De gemeente had alleen een paar randvoorwaarden gesteld, zoals het beschikbare budget en het feit dat een ondergrondse wateropvangvoorziening gerealiseerd moest worden om wateroverlast ten gevolge van hevige regenval te kunnen beperken.

Resultaat

Het Oranje Nassauplein ligt lager dan de omgeving en had daarom al meerdere jaren last van wateroverlast bij hevige regenbuien. Een groot ondergronds waterreservoir moet deze problemen oplossen. Voor de zomer van 2012 moet dit reservoir klaar zijn. Daarna wordt begonnen met het vervangen van de riolering en aan de betere uitstraling van het plein waardoor het plein een nog belangrijkere ontmoetingsplek wordt en het ondernemersklimaat verbeterd. In samenwerking met Veilig Verkeer Nederland is er ook gekeken naar de mogelijkheden om het plein veiliger te maken.

Werkzaamheden aan het Oranje-Nassauplein

(13)

Ervaringen van projectleider Justin Asma (IM-RO bv)

Bij het maken van een masterplan voor het centrum van Eerbeek hebben we er direct voor gekozen om het Oranje Nassauplein mee te nemen in de plannen. Het plein, dat net buiten het centrum ligt, heeft naast het winkelaanbod een belangrijke sociale functie. Bij de plannen voor de herinrichting van het plein zijn direct de bewoners actief betrokken. Hierdoor hebben we nu een breed gedragen ontwerp liggen, waardoor de overlast van de werkzaamheden ook geaccepteerd wordt.

De herinrichting van het plein is de hoofdmoot van het project maar daarnaast is duurzaamheid ook belangrijk. Het ondergronds waterreservoir dat wateroverlast moet tegengaan is hiervan een voorbeeld.

Tegelijk met het maken van het masterplan hebben we een financiële doorrekening gemaakt in de vorm van een grondexploitatie. Daardoor kwamen we er al snel achter dat we een groot tekort hadden op de totale grondexploitatie. Door te sleutelen aan de plannen, zonder aan de kwaliteit te tornen, hebben we geprobeerd de kosten te drukken. Op een gegeven moment was dit niet verder haalbaar en zijn we in gesprek gekomen met de provincie Gelderland. De provincie heeft toen een toezegging gedaan dat ze wel een bijdrage wilden leveren aan het centrumplan in de vorm van subsidies. Investeringbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) en EFRO zijn daarvan de belangrijkste.

De aanvraag

Het Oranje Nassauplein heeft niet alleen een fysieke maar ook een sociale binding met het

centrumplein. Doel van het centrumplan is het geven van een kwaliteitsimpuls aan het centrum van Eerbeek. Als gemeente kun je het ondernemersklimaat versterken door te zorgen dat de openbare ruimte goed op orde is. Een gezellig plein, waar het prettig winkelt, maakt het ondernemersklimaat op het plein sterker. Deze versterking was een belangrijk argument om in aanmerking te komen voor de EFRO gelden.

Voor je een goede aanvraag hebt liggen, ben je een halfjaar verder. Gelukkig ging de toekenning vrij snel, twee maanden na de aanvraag kregen we deze toekenning. Wij hebben, samen met onze subsidieadviseur een projectplan geschreven, waarna de subsidieaanvraag is ingediend. Daarbij heeft ook regelmatig contact plaatsgevonden met de ambtenaren van de provincie die verantwoordelijk zijn voor de verdeling van de EFRO gelden. Het projectplan moest iets aangescherpt worden voordat de definitieve aanvraag kon worden ingediend.

Het is belangrijk om van te voren je investeringsramingen goed op orde te hebben. Dat was lastig omdat we dit in eerste instantie op basis van kengetallen hebben moeten doen. Deze kengetallen vormden ook de basis voor het budget dat er voor de ondernemers en bewoners beschikbaar was voor de herinrichting van het plein.

Voor- en nadelen

Zonder de subsidie hadden we dit project natuurlijk niet kunnen uitvoeren. We hebben goede afspraken met de provincie gemaakt over de verantwoording. Vanuit Europa is er veel controle op je administratie en zijn er hoge eisen over de inrichting van je projectadministratie. Door de afspraken die we gemaakt hebben kunnen we dit nu goed doen.

De reactie uit het veld, van de ondernemers en bewoners, is heel positief. Ik heb er vertrouwen in dat het draagvlak voor het project blijft, mits ook in de uitvoering voldoende aandacht wordt besteed aan de belangen van omwonenden en ondernemers.

(14)

Muren en Tuinen – Restauratie

verdedigingswerken Hellevoetsluis

Gemeente Hellevoetsluis

Fonds: Interreg IVA – Twee Zeeën Programma

Grensoverschrijdende samenwerking -Interreg IVA- gaat over samenwerking tussen overheden, maar ook tussen andere private en publieke organisaties.

Het Twee Zeeën Programma wil samenwerking over de grens stimuleren tussen noordwest Frankrijk, Vlaanderen, zuidoost Engeland en zuidwest Nederland. Het programma kent drie prioriteiten;

het ondersteunen van een economisch competitief, aantrekkelijk en toegankelijk gebied; een gezonde en veilige omgeving bevorderen en ontwikkelen; verbetering van de leefkwaliteit. (www.

interreg4a-2mers.eu)

Website: www.wallsandgardens.eu

Thema: Interregionale samenwerking, cultuur/historisch erfgoed Partners:

• Frankrijk: Département du Nord (leadpartner); Ville de Bergues;

Ville de Cassel; Ville de Gravelines; Ville du Quesnoy; Ville de Lille; Communauté de Communes du Montreuillois; Ville de Saint-Omer; Ville de Watten; Département du Pas de Calais;

CAUE du Nord

• België: Provincie West-Vlaanderen; Stad Brugge; Stad Ieper;

Stad Veurne; Kempens Landschap

• Nederland: Zeeuws Maritiem muZEEum; gemeente Vlissingen;

Waterschap Scheldestromen; gemeente Hellevoetsluis

• Groot-Brittannië: Essex County Council; Medway Council Totaal budget van het project: € 10.563.314

EU-bijdrage: € 5.281.657

Totale kosten project in de gemeente Hellevoetsluis: € 726.316 Looptijd: 01.07.2011 – 30.06.2014

Het project

Tijdens de Gouden Eeuw was de vesting van Hellevoetsluis een belangrijke oorlogshaven en de stad bleef dit tot aan de Tweede Wereldoorlog. In 1880 werd Kazerne Haerlem op de vesting gebouwd.

Door verkeerd herstel in het verleden, door roestend metaal en door vorst heeft de gevel van de kazerne veel schade opgelopen. Een restauratie was noodzakelijk en de gemeente heeft ervoor gekozen om de hele vesting, de kleinste van Nederland, grondig te restaureren. Het Europese samenwerkingsverband ‘Muren en Tuinen’ wordt gebruikt om kennis uit te wisselen en ideeën op te doen. Workshops en werkbezoeken moeten deze kennisuitwisseling bevorderen tussen de partners die bestaan uit vestingsteden, waterschappen, regio’s, kennisinstituten en musea.

Resultaat

De gemeente wil van de vesting een aantrekkelijke trekpleister voor toeristen en recreanten maken.

Tegelijkertijd wil de gemeente dit stukje geschiedenis, die niet specifiek voor Hellevoetsluis is, maar ook nationale waarde heeft, bewaren. Hellevoetsluis was in de jaren ’70 en ’80 een groeigemeente en om de nieuwe inwoners aan de stad te binden is er altijd veel aandacht besteed aan de vaderlandse geschiedenis.

Op 26 juni heeft Z.K.H. de Prins van Oranje de gerestaureerde verdedigingswerken geopend.

De verdedigingswerken van Hellevoetsluis

(15)

Ervaringen van burgemeester Corstiaan Kleijwegt, projectleider restauratie Veronique Stern en projectleider buitenruimte Rainco van Egmond

Met het Europese geld is er geld beschikbaar gekomen om naast de restauratie van de kazerne en de kazematten, het gebied ook te kunnen aankleden en het toegankelijker te maken voor bezoekers.

Juist de bijzondere dingen die je kunt doen met de aankleding van de vesting vindt Europa erg leuk en belangrijk. Zoals een expositie over oplossingen van conflicten in een tijdsbeeld met het gebruik van cortenstaal, een heel modern middel. In dit samenwerkingsverband kun je dit soort ideeën ook heel goed met elkaar uitwisselen. Door de subsidie konden we extra aanlichting realiseren en kan er een ruimte van ongeveer 80 vierkante meter worden ingericht als een soort bezoekerscentrum.

Daarnaast zullen door vrijwilligers rondleidingen worden gegeven door het gebied. Een universiteit zal onderzoek doen naar het (ecologisch) beheer van vestingwallen en de resultaten hiervan kunnen door andere vestingsteden in het samenwerkingsverband gebruikt worden. De partners in het project zullen in hun informatievoorziening verwijzen naar elkaar. Toen we net in het verband zaten voelden we ons een kleine schakel in het geheel, ondanks dat we een relatief hoog bedrag hadden gekregen. Dat komt ook omdat we met zoveel partners zijn (22). We zijn naar alle bijeenkomsten gegaan en je merkt dat je steeds meer gevoel krijgt bij elkaars projecten. In het begin was het onvoldoende bekend wat de partners precies deden en dat vormde toch een barrière. Nu zie je steeds meer de verbanden tussen de verschillende projecten.

De aanvraag

We hebben subsidie aangevraagd bij het Rijk voor een groot restauratieproject om te laten zien dat het ons ernst was en we hebben duidelijk gemaakt dat we bereid waren er zelf ook veel geld in te steken. Voor de subsidie van het rijk moet de gemeente zelf ook een deel bijdragen. Gelukkig had de gemeente zelf al geld gereserveerd voor de restauratie. Toen we dan ook van het Rijk en van Europa geld kregen, waren wij natuurlijk bijzonder blij! Overigens moet de gemeente voor de subsidie van Europa ook co-financieren.

Tijdens een congres over droogdokken in Japan heeft de burgemeester een ontmoeting gehad met de toenmalige directeur van het Zeeuws Maritiem muZEEum. Zij waren al betrokken in het ‘Muren en Tuinen’ project samen met de gemeente Vlissingen. Gemeente Vlissingen heeft ons toen benaderd met de vraag of we mee wilden doen. Door mee te doen aan het Europese samenwerkingsverband kwamen er vele mogelijkheden bij om nog meer te doen aan het toeristische en cultuurhistorische aspect. Omdat de inschrijving bijna voorbij was hebben we heel snel een voorstel gedaan. We hadden het geluk dat het oorspronkelijke projectvoorstel terug was gestuurd voordat het goedgekeurd kon worden. Een van de kritiekpunten was dat er te weinig deelnemers waren uit Nederland en met name uit Zuid-Holland. Wij pasten dus uitstekend binnen dit samenwerkingsverband en na onze aanmelding is de projectaanvraag goedgekeurd.

Voor de aanvraag hebben we hulp gekregen van onze partner gemeente Vlissingen. Zij hebben meer ervaring en zijn ook regio coördinator. Nu we er beter inzitten, wordt ons steeds duidelijker waar we op moeten letten. Zo hebben we gemerkt dat er heel nauwkeurig gewerkt moet worden en niet alles direct geaccepteerd wordt. Zowel wij als de leadpartner hebben een first level controller en daarna worden de stukken door Europa gecontroleerd. Dat luistert allemaal erg nauw. Gelukkig hebben we wat ervaring met een ander Europees Project, Yacht Valley (werkloods Droogdok en een watersportservicecentrum).

Voor- en nadelen

Van Europa krijg je pas geld nadat je zelf al geld hebt uitgegeven voor de planvorming en bereid bent 50% cofinanciering te doen, “spiering uitzetten om kabeljauw te vangen”. Ook kost een

(16)

samenwerkingsverband veel tijd, omdat je al die bijeenkomsten moet bezoeken, contacten moet onderhouden en de uitgebreide administratie op orde moet brengen. In het begin was het lastig om te weten welk gezicht bij welke stad hoorde omdat er vaak wisselende vertegenwoordigers waren.

Inmiddels stabiliseert zich dat en door de werkbezoeken ter plaatse leer je de verantwoordelijken ook kennen. Kennis en ervaringen uitwisselen met hen is verrijkend. De inrichting van de vesting is aantrekkelijker nu dan wanneer we het zonder Europees geld en de kennisuitwisseling hadden gedaan en daarmee is het doel van de restauratie nog sterker en beter gerealiseerd.

De vesting van Hellevoetsluis is in het begin van de 17de eeuw aangelegd en was bedoeld om de vloot te beschermen.

Zeehelden zoals Michiel de Ruyter, Piet Hein en Maarten Tromp lagen in Hellevoetsluis voor de rede en van hieruit is Michiel de Ruyter in 1667 de Medway opgevaren om grote schade toe te brengen aan de marinehaven Chatham. Toen in 1870 de Frans-Duitse oorlog uitbrak en het Nederlandse leger gemobiliseerd werd, bleek de vesting sterk verouderd.

Daarom werden de Fronten I en II (het zuidwestelijke deel van de vesting) samengevoegd om er een kustbatterij te kun- nen realiseren en verrezen er gebouwen voor het onderbrengen van manschappen en de opslag van kruit en munitie.

In 1880 is de ‘bomvrije’ kazerne Haerlem gebouwd, die de manschappen moest onderbrengen, echter vrij snel nadat de kazerne was opgeleverd werd de brisant granaat geïntroduceerd. Tegen de krachten van dit nieuwe wapen was de kazerne niet bestand, zodat de term bomvrij niet meer van toepassing was.

(17)
(18)

iAge

Gemeente Hardenberg

Fonds: Interreg IVB – North-Sea Programme

Het Interreg IVB programma heeft als doel het versterken van de samenwerking op transnationale thema’s.

De focus van dit programma ligt in de thema’s innovatie, milieu, toegankelijkheid van de regio en duurzame stedelijke ontwikkeling. Het Noordzee Programma richt zich op projecten uit regio’s rond de Noordzee en heeft 4 prioriteiten; meer innovatie, het verbeteren van het milieu, het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio’s en het creëren van duurzame en competitieve gemeenschappen. (www.northsearegion.eu)

Website: www.iageproject.eu

Thema: Krimp, vergrijzing, actief ouder worden Partners:

• Nederland: Provincie Drenthe (leadpartner); Zorg Innovatie Platform; Hanzehogeschool Groningen;

gemeente Hardenberg

• België: Provincie Oost-Vlaanderen, Intercommunale Leiedal

• Groot-Brittannië: University of Abertay Dundee • Denemarken: University College of Lillebaelt

• Duitsland: Wirtschaftsakademie Schleswig-Holstein • Noorwegen: University of Agder Daarnaast zijn er 8 subpartners waaronder de gemeente Aa en Hunze

Totaal budget van het project: € 2.800.000 EU-bijdrage: € 1.300.000

Totale kosten project in de gemeente Hardenberg: € 260.000 Looptijd: 02.01.2012 – 31.12.2014

Het project

In het project iAge werken overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samen om ouderen zo lang mogelijk actief te houden. Op deze manier willen de partijen tegemoet komen aan de problemen van de vergrijzing op de arbeidsmarkt, in de zorg en op de woningmarkt. ICT speelt hierin een belangrijke rol. Het project richt zich op slimme oplossingen die aansluiten bij de wereld van ouderen, en die ertoe bijdragen dat ouderen langer gezond en actief hun zelfstandigheid kunnen behouden. De pilot LifeLongLivingOnline in Dedemsvaart (gemeente Hardenberg) heeft als doel om ouderen betere mogelijkheden te bieden om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. ICT wordt hiervoor als middel ingezet. Het is de bedoeling dat een groep van 50 ouderen (ouder dan 75) zelfstandig of met hulp leert omgaan met nieuwe mogelijkheden van ICT, domotica en sociale media. Deze middelen moeten zorg op maat mogelijk maken en toegang bieden tot sociale ondersteuning. Ook wordt op deze manier een nieuw sociaal netwerk opgezet. Om de ouderen te leren omgaan met deze middelen, wordt tevens een groep 55-plussers opgeleid. Ook huisartsen, zorgverleners, welzijnswerkers, mantelzorgers en vrijwilligers moeten leren omgaan met de nieuwe middelen en mogelijkheden.

Resultaat

Aan het eind van het project moet 80% van de pilot-groep van 50 ouderen gebruik maken van de digitale mogelijkheden die in de pilot worden aangeboden. Dit moet leiden tot meer efficiënte en effectieve zorg- en dienstverlening door maatwerk. Ook moet 80 % van de pilotgroep vinden dat de omstandigheden om langer zelfstandig te blijven wonen zijn verbeterd. Op het gebied van zorg moet de pilot, mede door hiermee samenhangende projecten, significante verbeteringen opleveren in bijvoorbeeld afname van het aantal

ziekenhuisopnames. Door de resultaten van dit experiment (o.a.) te verbinden met de transnationale pilots van het Trimbos Instituut (ICT behoeften en problemen ouderen) en Universiteit Abertay Dundee (ontwikkeling toolbox) vindt een verrijking van kennis en ervaring plaats. De aldus verkregen kennis levert vervolgens weer belangrijke input op voor toepassingen van de resultaten op lokale en grotere schaal, zodat ouderen langer grip op hun leven houden.

(19)

Ervaringen van subsidiecoördinator Hans Migchelbrink

Vanaf juni 2011 ben ik betrokken geraakt bij het project. Daarvoor waren de eerste contacten met het buitenland al gelegd door de leadpartner. iAge past goed bij de al bestaande projecten in de gemeente, zoals ‘Gezonde Gemeente’ een omvangrijk project voor alle leeftijden. Daarnaast passen de doelstellingen goed bij de verandering in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ik heb daarom contact gezocht met de leadpartner en onze eigen afdeling werk, welzijn en educatie.

Het is belangrijk goed te weten of je beleid past bij de speerpunten van het Europees beleid. Als je op Europees niveau een rol wilt spelen, moet je bekend zijn met de Europese speerpunten en vervolgens binnen je eigen netwerk op zoek naar aanknopingspunten met je eigen beleid. Via mijn netwerk kwam ik in contact met de provincie Drenthe. Ik wist dat ze met dit idee bezig waren en ik heb contact gezocht met onze eigen afdeling werk, welzijn en educatie, om te kijken of we aanknopingspunten zagen met ons eigen beleid. Die waren er volop. Hardenberg krijgt net als andere gemeenten te maken met vergrijzing en krimp. Als je wilt dat mensen op een prettige manier oud kunnen worden, moet je iets veranderen. iAge kan ons daarmee op weg helpen. Mensen willen langer zelfstandig wonen. In de zorg dreigt een tekort aan personeel. ICT en moderne communicatiemiddelen kunnen helpen om de zorg efficiënter in te richten. Hiermee bereiden we ons voor op de toekomst.

De aanvraag

Binnen de kaders die de leadpartner gesteld heeft, hebben we een beschrijving gemaakt van onze plannen. De lead partner heeft samen met een extern bureau duidelijke instructies gegeven om ons goed aan de opdracht te houden en niks over het hoofd te zien. Een goede leadpartner is erg belangrijk. Voor een goede slaagkans is het bovendien belangrijk dat de kwaliteit van het consortium goed is. Dat betekent dat het niet alleen moet bestaan uit over heden, maar ook uit kenniscentra en bedrijven. De samenwerking met de partners verloopt goed. Ik ben er erg tevreden over dat het duidelijk

is met welke partners je inhoudelijk kunt samenwerken. Alle partners maken gebruik van dezelfde kenniscentra en dat maakt het consortium sterk. Zo maken we gebruik van een buitenlandse universiteit die een toolbox ontwikkelt. Alle partners maken gebruik van deze kennis en leveren ook input aan de universiteit. Daarmee kom je ook tegemoet aan de eis van Europa dat het project een toegevoegde transnationale waarde heeft.

Voor- en nadelen

Het belangrijkste motief voor de gemeente Hardenberg om mee te doen is het verwerven van kennis, kwaliteit, een hogere kwaliteit van je beleid en ook versnelling en realisering van je beleid. Daarnaast levert het een netwerk op waar je later weer van kan profiteren.

De uitgebreide administratie die Europa vraagt kost veel tijd. Deze bureaucratie heb ik als groot nadeel ervaren omdat dat het moeilijker maakt de beleidsafdeling te motiveren en gemotiveerd te houden. Gelukkig wegen de voordelen ruimschoots op tegen dit nadeel.

iAge partner meeting op 18 april 2012 in Hardenberg

(20)

Build with CaRe

Gemeente Noord-Beveland

Fonds: Interreg IVB – North-Sea Programme

Het Interreg IVB programma heeft als doel het versterken van de samenwerking op transnationale thema’s.

De focus van dit programma ligt in de thema’s innovatie, milieu, toegankelijkheid van de regio en duurzame stedelijke ontwikkeling. Het Noordzee Programma richt zich op projecten uit regio’s rond de Noordzee en heeft 4 prioriteiten; meer innovatie, het verbeteren van het milieu, het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio’s en het creëren van duurzame en competitieve gemeenschappen. (www.northsearegion.eu)

Website: www.buildwithcare.eu; www.natuurlijkwissenkerke.nl Thema: Duurzaamheid, energie

Partners:

• Zweden: Region Västra Götaland (leadpartner)

• Groot-Brittannië: Aberdeen City Council; Dundee College;

Southend; University of East Anglia;

West Suffolk College

• Duitsland: AZB, Hamburg; Bremer Energie Konsens; G19 (Staatliche Gewebeschule für Bautechnik);

IBA, Hamburg; Innovationsstiftung Schleswig-Holstein; Stadt Oldenburg; TUHH; ZEBAU

• Nederland: Gemeente Groningen; Provincie Groningen;

Gemeente Noord-Beveland

• België: Oost Vlaanderen

Totaal budget van het project: € 7.419.752 EU-bijdrage: € 3.709.876

Totale kosten project in de gemeente Noord-Beveland: € 170.000 (50% EU – 50% eigen bijdrage) Looptijd: 01.08.2008 – 31.03.2012

Het project

Gemeente Noord-Beveland gaat in het kader van het samenwerkingsverband “Build with CaRe” duurzame passiefhuizen bouwen. Het project uit het Interreg IVB Noordzee programma is een samenwerkingsverband van 18 organisaties uit 5 verschillende landen. Samen streven de deelnemers naar een lager energieverbruik in zowel nieuwe als bestaande gebouwen. Leadpartner van dit project is de regio Västra Götaland uit Zweden. CaRe staat voor Carbon Reduction en geeft het doel van het project duidelijk weer. Duurzaam bouwen moet zorgen voor een verlaging van het energieverbruik en daarmee de CO2 -uitstoot. De bijdrage van gemeente Noord-Beveland bestaat uit de bouw van 59 passiefhuizen. Passiefhuizen zijn huizen die zo energiezuinig mogelijk zijn. Vooral door goede isolatie hebben deze huizen een verbruik van minder dan 15 kWh/m² bruto per jaar. De gemeente heeft een ruimte beschikbaar gesteld waarin aannemers/ondernemers voorbeelden van hun duurzame isolatietechnieken plaatsen, zodat bewoners en geïnteresseerden kunnen zien wat de mogelijkheden zijn. Daardoor kan er ondanks de financiële crisis en de huidige situatie op de woningmarkt toch een start gemaakt worden met duurzaam bouwen in de gemeente.

Resultaat

De gemeente wil graag dat bewoners van de nieuwe huizen zelf hun verhaal vertellen, juist omdat zij het beste kunnen vertellen over hun ervaringen. Door de situatie op de woningmarkt zijn de huizen nog niet gebouwd en daarom is er een expositieruimte ingericht waarin aannemers de nieuwste mogelijkheden laten zien op het gebied van duurzaam bouwen en restaureren. Wellicht worden de eerste 5 huizen dit jaar gebouwd en dan is voor de gemeente dit project al erg succesvol.

Tom Vermin (links) en wethouder Adrie van der Maas

(21)

Ervaringen van projectleider Tom Vermin en wethouder Adrie van der Maas.

De gemeente Noord-Beveland is al langere tijd bezig met het concept duurzaamheid door opzoek te gaan naar andere projecten zodat wij zelf duurzaamheid handen en voeten konden geven in de gemeente. Wij voelden ons roepende in de woestijn en schreeuwden om informatie van andere projecten ter inspiratie. Via de provincie Zeeland zijn we dit samenwerkingsverband op het spoor gekomen. Omdat er bij de Zweedse leadpartner een Nederlander werkt verliep het contact makkelijker.

Het is jammer om te zien dat de overheid achterblijft en dat het bedrijfsleven vaak verdere stappen durft te nemen op het gebied van duurzaamheid. Terwijl de kosten op langere termijn wel veel lager zijn; focus op de total cost of ownership. Ook in de gemeente Noord-Beveland vormden de hoge investeringskosten een belemmering. Wij vinden het erg belangrijk dat binnen de eigen gemeente de neuzen dezelfde kant op staan. Dankzij de ervaringen in het samenwerkingsverband hebben we kunnen laten zien dat er rond de projecten geen onrealistisch gehalte of ‘geitenwollen sokken’ sfeer hoeft te hangen. Door het samenwerkingsverband hebben we vele voorbeelden gezien en daarom konden we ons eigen project veel concreter opzetten en werd het draagvlak veel groter. Als je de verschillende conferenties bezoekt wordt het je op een gegeven moment duidelijk dat er iets moet veranderen en dat je met elkaar veel kunt bereiken tegen geringe kosten. Duurzaamheid moet hand in hand gaan met doelmatigheid en haalbaarheid en moet ook passen in de sobere financiële context in de huidige economische crisis. Dat past ook goed bij het karakter van onze gemeente.

De wijk die wij willen bouwen krijgt een behoorlijke prikkel door een korting op de bouwkavel van 10.000 euro voor elke bouwer die een passsief bouwen certificaat kan laten zien. Daardoor kan een groot deel van de meerkosten gedekt worden waardoor je stuwend het duurzame bouw concept

‘passief bouwen’ kan lanceren. Door de kennis bij de provincie en in het Europese netwerk konden we onze vragen kwijt. In Duitsland zagen we, terwijl het maar drie uur rijden is, een wereld van verschil waarin duurzaam bouwen al veel verder is. We zagen daar een flatgebouw van 5 jaar oud met een energierekening van 18 euro per jaar per appartement. Duitse bouwvakkers worden voortdurend bijgeschoold in duurzame bouwmethodes. Deze dingen hebben we kunnen meenemen naar Noord-Beveland.

De aanvraag

De hele voorbereiding heeft een paar maanden geduurd. Er moest bijvoorbeeld een “Letter of Support”

geschreven worden voor de leadpartner. Naar aanleiding van een beschrijving over wat we willen onderzoeken en bereiken, hebben we naar partners gezocht met projecten die goed aansloten op ons project. Het was moeilijk om in te schatten hoeveel tijd en geld we in het project zouden steken.

Daarom hebben we ook bij onze aanvraag “low profile” ingezet, met lage bedragen om te voorkomen dat Brussel geld terug zou vragen als iets fout gaat. Bij de aanvraag moet je gewoon je gezond verstand gebruiken en niet het onmogelijke willen. Door een bescheiden opstelling konden we ook onze beloften nakomen. Nadat het plan was goedgekeurd kwamen de rapportages en zijn we bij de verschillende partners gaan kijken. Door voornamelijk te absorberen hebben we gemerkt dat er nog grenzen zijn in Europa. Terwijl in Nederland bouwbedrijven nog tegen administratieve rompslomp aanlopen bij duurzame bouw zijn ze in Duitsland veel verder met regelgeving.

Voor- en nadelen

Het project draagt bij aan innovatie, duurzaamheid en transnationale kennisuitwisseling, drie belangrijke onderwerpen voor de Europese Commissie. Build with CaRe heeft het duurzaamheidsimago van de gemeente heel erg bevorderd. De subsidieaanvraag is goed verlopen, hoewel het soms lastig was om in je gemeente bepaalde mogelijkheden in te richten die Brussel vraagt. Er moest bijvoorbeeld een eigen rekeningnummer worden gemaakt zodat daar het geld van de subsidie gestort kon worden. Door

(22)

mensen uit de organisatie te betrekken bij het proces, door ze bijvoorbeeld mee te nemen naar een congres, waren dit soort dingen een stuk makkelijker.

Je bent afhankelijk van partners, wanneer die niet alles in orde hebben kan het programma tijdelijk stilstaan. Je moet je flexibel opstellen, door alle vergaderingen en conferenties ben je vaak van huis weg op onregelmatige tijden. Natuurlijk praat je niet de hele tijd over duurzaam bouwen maar kun je soms ook gezellig een biertje drinken met elkaar. Voor ons staat vast dat we het niet hadden willen missen, we hebben er ontzettend veel van geleerd. Zeker als kleinere gemeente is het leuk om te zien dat er meer is dan alleen de regio en het Nederlandse.

(23)
(24)

Integrated Measures for an Energy Efficient Approach

Gemeente Assen

Fonds: Interreg IVC

Het Interreg IVC programma is bedoeld om

kennisuitwisseling tussen verschillende regio’s te stimuleren en faciliteren door bijvoorbeeld studiebezoeken, seminars en onderzoeken. Het programma kent verschillende prioriteiten; Innovatie en kenniseconomie en milieu en risicopreventie. (www.interreg4c.eu)

Website: http://interreg4c.eu/showProject.html?ID=54883 Thema: Duurzaamheid, energie

Partners:

• Nederland: Nicis Institute, Den Haag (leadpartner);

Gemeente Assen

• Roemenië: Ministerie van regionale ontwikkeling en toerisme; Oradea Metropolitan Area.

• Hongarije: VÁTI Hungarian Nonprofit Limited Liability Company for Regional Development and Town Planning; Mid-Pannon Regional Development Company.

• Denemarken: Danish Building Research Institute; City of Copenhagen, Urban Design Department.

• Portugal: GEBALIS – Management of Lisboa Social Housing; Spatial Planning and Urban Development General Directorate, Lissabon.

Totaal budget van het project: € 1.652.888,48

Totale kosten project in de gemeente Assen: € 229.514,48 (75% EU – 25% eigen bijdrage) Looptijd: 01.01.2012 – 30.06.2014

Het project

Gezamenlijk willen de partners vanuit het Integrated Measures for an Energy Efficient Approach (IMEA) project uit het Interreg IVC programma lokale en regionale overheden ondersteunen in het nemen van een proactieve rol in het verbeteren van de energiezuinigheid van bestaande gebouwen.

Op dit moment blijft de rol van gemeenten voornamelijk in de pilot sfeer hangen. De vervolgstap van pilots naar een bredere invoering blijft een moeilijk punt, omdat budgetten en capaciteit hiervoor ontoereikend zijn. Dit traject wil hier verandering in brengen door bijvoorbeeld goede financierings- constructies te vinden waarbij kosten en baten bij dezelfde partij worden neergelegd. Nu is het vaak zo dat 1 actor investeert en een ander profiteert. Wanneer de woningstichting bijvoorbeeld investeert om woningen duurzamer te maken profiteert de huurder door een lagere energierekening. In het samenwerkingsverband kunnen de deelnemers laten zien wat ze tot nu toe gedaan hebben en ideeën opdoen bij andere projecten.

Resultaat

Gemeente Assen wil de stap maken van pilots naar een hoger schaal niveau. Niet meer het subsidiëren van het verduurzamen van kleine groepen woningen, maar concreet een bijdrage leveren aan de realisatie van een keten van bedrijven die zonder subsidies woningen verduurzaamt. Op termijn moet het traject zonder inspanningen van de overheid kunnen draaien.

Wethouder Alex Langius overhandigt een maatwer- kadvies aan een inwoner van Assen

(25)

Ervaringen van projectleider Alfred Middelkamp

De rol van gemeente Assen in dit project ligt voornamelijk in onze expertise in ketenbenadering.

Omdat wij installateurs, adviseurs en financierders bij elkaar brengen kunnen die kennis uitwisselen over hoe je bewoners bewuster kunt maken van energieverbruik en hun werkzaamheden op elkaar afstemmen. Tijdens deze ontmoetingen zijn ook de mogelijkheden besproken over hoe je gebruik kunt maken van nieuwe technieken, zoals sensortechnologie. Het project past goed bij de visie van gemeente Assen, maar vooral de timing is erg goed. Wij waren al langer bezig met dit concept en het Europese programma sluit voor 80 procent aan op ons eigen programma. Je moet een dergelijk project alleen aangaan als je een goede match hebt. Via een collega had ik gehoord van dit project en na een bezoek aan Brussel bleek dat het goed paste bij ons eigen programma. Nadat we een tiental pilot projecten hadden afgerond waren we toe aan de volgende stap. Omdat we met dit project meedoen, worden we ook gedwongen goed na te denken over deze volgende stap.

Doordat je veel gestructureerder werkt kun je intern veel beter vertellen waar je mee bezig bent en wat het doel is. Om alle Europese partners op 1 lijn te krijgen worden er veel aanpassingen gemaakt op het plan waardoor het plan veel minder scherp is geworden. Het belangrijkste kritiekpunt van de beoordelingscommissie was dan ook dat de termen te algemeen waren.

Het contact binnen het samenwerkingsverband verloopt heel goed. Je ziet wel dat er deelgroepjes ontstaan zijn omdat je met bepaalde mensen meer overeenkomsten hebt dan met anderen. Wij zitten heel erg op de lijn van energie besparing, anderen weer veel meer op schone energiebronnen.

Door die verschillen hebben wij meer contact met de partners in Denemarken en veel minder met de Roemeense partners. Het is belangrijk een open contact te hebben en de bereidheid om alles eerlijk met elkaar te delen, dus niet alleen de succesverhalen.

De aanvraag

Toen alle deelnemers bekend waren heeft de leadpartner een bureau ingeschakeld dat gespecialiseerd is in het invullen van subsidieaanvragen. Een voordeel van de subsidie is dat we nu een deel van de kosten van ons eigen project vergoed krijgen. Hierdoor krijgen we meer ruimte die we goed kunnen gebruiken voor een goede projectopzet, juist nu in deze financieel moeilijke tijden. Door goed te kijken naar wat partners doen en al gedaan hebben en te kijken wat we daar voor onszelf in kunnen meenemen, verwacht ik veel uit het project te kunnen halen.

In totaal zijn we nu ruim 1,5 jaar bezig met dit project. Afgelopen december hebben we een voorwaardelijke toekenning gekregen, er moet nog 5% bezuinigd worden op de begroting en er moeten een aantal dingen aangepast worden. We hadden graag 1 januari willen beginnen, maar door deze aanpassingen zal dat wat later worden. Omdat het duurzaam wonen programma vanuit de gemeente al loopt en er een grote overlap is met het Europese traject, maakt dat niet uit, we hoeven niet op de start van het Europese programma te wachten.

Voordelen en nadelen

Door het vele rapporteren wordt je werk een stuk bureaucratischer. Tegen verwachting in bleek dat de Europese en Nederlandse verantwoording niet hetzelfde was waardoor je een dubbele administratie hebt. Dat geeft soms het gevoel dat je meer bezig bent met het schrijven over het project dan met het project zelf. Tot april hebben we heel intensief gewerkt aan de aanvraag en het duurde tot december voor er een reactie kwam van de Europese Commissie. Dat is jammer want in de tussentijd veranderd er natuurlijk wel veel, waardoor het plan niet meer up-to-date is. Zowel intern als extern geeft het project status. Door de officiële naam en het logo gaan mensen er echt voor zitten. Door deze samenwerking heb je nu ook internationaal contacten, iets wat voor een lokale overheid een uitzondering is.

(26)

Ondersteuning bij het vinden van een baan

Gemeente Gennep

Fonds: Europees Sociaal Fonds (ESF); prioriteit 1, actie A (langdurig werklozen weer aan het werk) Het Europees Sociaal Fonds ondersteunt nationaal beleid bij:

• het bereiken van volledige werkgelegenheid;

• het verbeteren van de arbeidskwaliteit;

• het bevorderen van integratie van de beroepsbevolking;

• het verkleinen van de verschillen in werkgelegenheid tussen Europese regio’s.

Subsidies uit het ESF worden verdeeld aan de hand van een nationaal plan, het Operationeel programma ESF. Het Nederlandse Operationeel programma kent 3 prioriteiten; ‘Vergroten

arbeidsaanbod’, ‘bevordering aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘vergroting aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal’.

Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in verschillende acties. (http://ec.europa.eu/esf/home.

jsp?langId=nl)

Website: http://www.gennep.nl/wonen-en-leven/ondersteuning-bij-het-vinden-van-een-baan_3825/

Thema: Participatie op de arbeidsmarkt

Partners: Gemeente Gennep; Gemeente Mook en Middelaar Totaal budget van het project: € 918.000

EU-bijdrage: € 366.000 (40%) Looptijd: oktober 2010 – april 2012

Het project

Door de crisis is in 2009 het uitkeringsbestand van de gemeente Gennep gegroeid met ongeveer 25 procent. Voor een kleine gemeente als Gennep is dat een grote klap en er is vanaf dat moment gezocht naar mogelijkheden om meer mensen aan het werk te krijgen. Met de ESF subsidie richt de gemeente zich op arbeidsbelemmerden en 55-plussers. In dit project werd bijna de helft van het zittende bijstandsbestand bereikt.

We hebben vooral gekeken naar wat een werknemer wel kan, zodat dat deel geactiveerd kan worden. Dat is geborgd in de gehanteerde methode. Juist aan deze geïsoleerd geraakte groep, de harde kern van het bijstandsbeleid, werd tot dusver te weinig aandacht besteed.

Resultaat

Er zijn 11 van de 107 deelnemers aan het project die een vaste baan hebben gekregen en 9 mensen hebben een indicatie gekregen waarmee ze nu op de sociale werkplaats aan het werk kunnen. Van de mensen voor wie dit allebei niet is gelukt hebben 38 mensen een vaste vrijwilligersbaan gekregen.

Aan de slag in het MKB

(27)

Ervaringen van projectleider Eric de Maeyer

Al eerder hebben we in de gemeente een ESF project gedraaid samen met andere gemeenten in Noord Limburg. We hadden daar in een bepaalde richting geïnvesteerd maar dit bleek niet het gewenste resultaat te krijgen en we zochten naar een nieuwe richting om succesvol te investeren.

In de gemeente staat een bijzondere sociale werkplaats die zich van oudsher richtte op mentaal gehandicapten en daarin een regiofunctie vervulde. Vroeger stonden in de omgeving vele instituten voor mentaal gehandicapten. Doordat de instituties grotendeels vervangen zijn door extramurale vormen van begeleiding, is het SW-bedrijf van karakter veranderd. Zijn infrastructuur zijn we als gemeente steeds meer aan het inzetten om de bijstandspopulatie te laten dalen. Omdat dat meer geld koste dan in het participatiebudget beschikbaar was hebben we naar andere financieringsmogelijk- heden gezocht.

De zorg voor de zwakkere groepen in de samenleving is erg belangrijk in de gemeente. Dat zie je niet alleen terug bij de gemeente zelf maar ook bij de plaatselijke ondernemers. Een supermarkt hier heeft bijvoorbeeld mensen in dienst van een zorginstelling die nauwelijks productiviteit opleveren maar wel meedoen met de maatschappij en smoel geven aan het bedrijf. De zorg voor de mensen die het verst van zelfstandig functioneren in de samenleving afstaan vindt de gemeente belangrijk. Actie A van het ESF richt zich juist op 55-plussers en op arbeidsbelemmerden en past daarom heel goed bij deze gemeente en haar inwoners.

De aanvraag

De eerste voorbereidingen voor het project zijn begonnen in augustus 2010 en op 27 oktober is de aanvraag ingediend. Op de inhoud hoefden wij ons project eigenlijk niet aan te passen. Je zit natuurlijk met de doelgroep omschrijving van het ESF, maar dit paste goed bij de doelgroep die wij wilden benaderen. Om een goede aanvraag in te dienen hebben wij ons laten adviseren door een adviesbureau. Dat is ook een punt van kritiek voor mij naar de Europese Unie. De aanvraag is zo ingewikkeld dat je dat als gemeente nauwelijks zelf kunt doen. De beschikking kwam op 18 januari. De subsidieperiode is 18 maanden gerekend vanaf het moment dat je je aanvraag indient. Dat betekent dat je de eerste drie maanden van je project niet weet of je geld krijgt om je project uit te voeren.

Andere partijen waarmee wij samenwerken wilden pas beginnen nadat de beschikking kwam. Dat betekent dat we de eerste drie maanden ook niet bezig konden met voorbereidend werk en dat het project pas kon beginnen op 18 januari.

Voor- en nadelen

De ESF subsidie is een in hoge mate op de tekentafel bedacht fenomeen. Met veel eisen aan uren en stempels op facturen en weinig eisen aan een praktisch eindresultaat. De administratieve lasten voor de gemeente zijn buitenproportioneel zwaar. Ik heb het als een groot nadeel ervaren dat je voor of tijdens je project niet kunt toetsen of je aan al deze administratieve eisen voldoet. Nadat we onze eindverantwoording hebben ingediend kan het zijn dat Europa zegt dat onze administratie niet voldoet aan de eisen en de subsidie niet uitbetaald wordt. Er blijft dus een risico boven de markt zweven, negatieve energie in plaats van positieve energie. Wij zouden liever meer tijd en energie hebben gestoken in onze doelgroep en minder in de administratie. Dat zie je ook terug in de kostenbalans, die knakt te ver door naar overhead. Ons doel was dat zoveel mogelijk mensen hoger op de participatie ladder kwamen en dat is goed gelukt. Zonder de hulp van de ESF subsidie hadden we dit nooit kunnen bereiken. Dat maakt het project, ondanks de tijd die in het administratieve deel zit, toch tot een succes.

(28)

Ik kan aan de slag in Zeeland!

Gemeente Goes

Fonds: Europees Sociaal Fonds (ESF); prioriteit 1, actie J (bestrijden en voorkomen jeugdwerkloosheid) Het Europees Sociaal Fonds ondersteunt nationaal beleid bij:

• het bereiken van volledige werkgelegenheid;

• het verbeteren van de arbeidskwaliteit;

• het bevorderen van integratie van de beroepsbevolking;

• het verkleinen van de verschillen in werkgelegenheid tussen Europese regio’s.

Subsidies uit het ESF worden verdeeld aan de hand van een nationaal plan, het Operationeel programma ESF. Het Nederlandse Operationeel programma kent 3 prioriteiten; ‘Vergroten arbeidsaanbod’, ‘bevordering aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘vergroting aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal’.

Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in verschillende acties. (http://ec.europa.eu/esf/home.jsp?langId=nl)

Website: http://www.goes.nl/inwoner/nieuws_41559/item/europese-subsidie-voor-aanpak- jeugdwerkloosheid_128805.html

Thema: Aanpak Jeugdwerkloosheid Partners:

• Alle 13 gemeenten uit de arbeidsregio Zeeland met Goes als centrumgemeente en penvoerder.

• Bouwopleiding Zeeland

• Viazorg

• UWV • Werk & Vakmanschap

• Het Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het bedrijfsleven (Colo)

• Vakcentrum Schilderen Zuid-West

• Stichting Vakopleiding Infra

• Regionaal Meld- en Coördinatiepunt en (RMC’s) • Goflex

• Regionaal Opleidingencentrum (ROC) Totaal budget van het project: € 4.248.925 Maximale EU-bijdrage: € 1.200.000

Totale kosten project gemeente Goes: € 397.011 Looptijd: 29-12-2009 – 29.09.2012

Het project

Op aanvoering van toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma is er een Actieplan Jeugdwerkloosheid Zeeland opgesteld. De 30 arbeidsmarktregio’s kregen geld om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. De gemeente Goes heeft, als penvoerder voor de arbeidsmarktregio Zeeland en als centrumgemeente, ESF subsidie aangevraagd voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid bovenop het toegekende bedrag van het Rijk. Het geld van dit project is en wordt aan verschillende deelprojecten besteed, uitgaande van de drie subregio’s in de provincie Zeeland. Het geld is ingezet voor arbeidstrajecten voor jongeren, extra stageplaatsen en leer/werk-banen.

Daarnaast zijn er overeenkomsten getekend met sectorpartners en zijn er arrangementen ontstaan tussen kenniscentra en het bedrijfsleven.

Resultaat

Voor de crisis waren er ongeveer 1.000 jongeren werkloos in de provincie Zeeland. Eind 2009 was dit aantal als gevolg van de crisis opgelopen tot 1.300. Als er niet geïnvesteerd zou worden in de bestrijding van de werkloosheid was de prognose dat dit aantal kon oplopen tot 2.000. Doel van het Actieplan

Jeugdwerkloosheid Zeeland was het stabiliseren van jeugdwerkloosheid op het aantal van 1000. Het feitelijk aantal werklozen schommelt de afgelopen twee jaar tussen de 800 en 1.200. Per 1 juli 2012 bedraagt het aantal jeugdwerklozen 840 personen. Daarnaast hebben gemeenten en bedrijfsleven elkaar gevonden in de samenwerking in de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Het project is als succesvol ervaren.

(29)

Ervaringen van projectleider René Boone en projectmedewerker Dike Grossouw

Gemeente Goes is aangewezen als centrumgemeente voor arbeidsmarktregio Zeeland en heeft het geld van het Rijk en uit het ESF gekregen voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid in Zeeland.

Namens de regio heeft Goes de aanvraag ingediend en is de gemeente ook verantwoordelijk voor de verantwoording na afloop van het project.

Het Actieplan Jeugdwerkloosheid is voorgelegd aan alle 13 Zeeuwse gemeenten. Alle gemeenten zijn akkoord gegaan omdat met deze aanpak en de extra budgetten een impuls gegeven kon worden aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Hierdoor werden inzetten mogelijk gemaakt om te voorkomen dat door de crisis een generatie jongeren verloren zou gaan voor de arbeidsmarkt, met als gevolg een beperking van de persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden.

De aanvraag

In september 2009 is het actieplan van de arbeidsmarktregio Zeeland ingediend bij de

staats secretaris SZW, in november 2009 is goedkeuring verleend en is de operationalisering begonnen.

Rond die tijd werd ook duidelijk dat het actieplan in aanmerking kwam voor geld uit het ESF. De aanvraag

is in 2009 ingediend en vanaf dat moment is de eerste tranche (€ 500.000) gaan lopen. In overleg met brancheorganisaties, het UWV en Colo (Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het bedrijfsleven) zijn arrangementen voor jongeren en sectoren tot stand gekomen. De tweede tranche (€ 700.000) is in het voorjaar van 2011 toegekend. De uiteindelijke toetsing van het project vindt na afloop plaats en is voor de eerste tranche bijna afgerond. Eind juni 2011 is de eerste tranche afgelopen, in september is de einddeclaratie ingediend en in november heeft de controle plaatsgevonden. Het rapport van bevindingen is in juli 2012 ontvangen. De tweede tranche loopt tot en met 29 september 2012.

Voor- en nadelen

In een situatie van economische crisis moet creatief en slagvaardig opgetreden kunnen worden.

Met het geld van het Rijk kon dit omdat als enige eis is gesteld dat het geld wordt besteed aan jeugdwerkloosheid. Omdat bij ESF de interne administratie scherpe bewaking vergt, leidt dit tot bureaucratie en extra kosten van de projectorganisatie. Dit kan leiden tot spanning tussen gerichte inzet van budget voor jongeren tegenover interne en indirecte uitgaven ten behoeve van een administratieve verantwoording. Dat vraagt een goede afweging en goede samenwerkingsafspraken vooraf. Het per arbeidsmarktregio bundelen van budgetten leidt tot slagkracht en een stimulans tot samenwerking. Een centrale benadering biedt ook synergiemogelijkheden. Het betekent wel dat gemeenten niet individueel en autonoom over de beschikbare middelen kunnen beschikken. Per saldo heeft het Actieplan Jeugdwerkloosheid een belangrijke functie vervuld.

Deelnemers die na het Oriëntatietraject Techniek van Werk en Vakmanschap en het ROC Westerschelde kozen voor een opleiding procestechniek

(30)

Landschapsprogramma Broekhuizen

Gemeente Meppel

Fonds: Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Op basis van de Lissabonstrategie is er beleid ontwikkeld dat de groei, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling in plattelandsgebieden moet stimuleren. Plattelandsontwikkeling is breder dan alleen landbouw en richt zich ook op waterbeheer, recreatie, milieu en landschap. Elke lidstaat heeft een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) opgesteld. In het POP zijn, op basis van de EU doelstellingen, vier Nederlandse prioriteiten vastgesteld: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector; verbetering van het milieu en het platteland; verbetering van de leefbaarheid van het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie; en het invoeren van de LEADER aanpak (zoveel mogelijk ruimte voor een plaatselijke benadering). (www.regiebureau-pop.nl)

Website: http://www.meppel.nl/default/menuleveninmeppel/natuurenlandschap/

landschapsprogramma/id_16275293

Thema: Leefbaarheid platteland en instandhouding van erfgoed en landschap.

Partners: Gemeente Meppel; Landschapsbeheer Drenthe; Provincie Drenthe Totaal budget van het project: € 420.800

EU-bijdrage: € 181.800 Provincie Drenthe: € 32.400 Overige partijen: € 12.400 Gemeente Meppel: € 194.200 Looptijd: 01.01.2009 – 01.03.2011

Het project

Met het Landschapsprogramma Broekhuizen wil de gemeente Meppel het gebied Broekhuizen opknappen en duurzaam laten onderhouden. Dat betekent bijvoorbeeld dat samen met de bewoners in hun directe omgeving hagen en bomen worden gesnoeid en poelen en vennen schoongemaakt.

Ook zijn nieuwe hagen, boomgaarden en laanbomen geplant. Samen met

Landschapsbeheer Drenthe en bewoners zijn er afspraken gemaakt om ook in de toekomst dit gebied te onderhouden. Bewoners konden zelf bepalen, onder een aantal randvoorwaarden, wat ze wilden doen, om de betrokkenheid te vergroten.

Resultaat

In het gebied zijn 30 erven aangepakt, ca. 8,5 kilometer houtwallen en singels en ca. 5,5 kilometer bomenrijen en lanen hersteld, in ca. 10 hectare bos is de Amerikaanse vogelkers bestreden, zijn wegplantingen aangepakt, 16 landhekken geplaatst en 7 poelen en vennen opgeschoond. Ruim 90 procent van de bewoners heeft meegewerkt aan het programma. Dit kan variëren tot het planten van een boom op het erf tot het onderhoud van een houtwal.

De planting van een beuk als openingshandeling.

(Foto: Daan Prest)

(31)

Ervaringen van projectleider Carolien van de Bles

Al langere tijd hadden we een Landschapsbeleidsplan in de gemeente Meppel voor het verbeteren van het landschap in het buitengebied. Bij het aantreden van een nieuw college in 2006 is er nieuwe aandacht gekomen voor het aanbrengen van een aantal landschapsverbeteringen. Omdat in 2006 ook het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) uitkwam, heeft het college besloten geld vrij te maken voor het Landschapsprogramma. Met als start het gebied Broekhuizen. Op basis van een aanbesteding is Landschapsbeheer Drenthe als partner in het proces gekozen. Landschapsbeheer Drenthe had ook al langere tijd ervaring met dit soort projecten in de omgeving.

Landschapsbeheer Drenthe heeft informatiebijeenkomsten georganiseerd voor bewoners om samen met hen een werkplan te maken voor de erven, akkers en weilanden. Daarin werden concrete plannen gemaakt over landschapsverbeteringen en werden er afspraken vastgelegd over het onderhoud. Deze beheersovereenkomsten zijn bedoeld om ook in de toekomst het gebied in goede staat houden. Dat is voor ons ook de kracht van het programma, dat bewoners zelf, onder randvoorwaarden, konden bepalen wat zij willen en belangrijk vinden. Een aannemer heeft vervolgens deze plannen uitgevoerd. Daarnaast heeft de gemeente haar eigendommen, zoals wegbeplanting, vernieuwd.

Dit project is een goed voorbeeld hoe de gemeente haar landschapsbeleid wil invullen. Per gebied willen we het landschap op deze manier in de hele gemeente verbeteren.

De aanvraag

Wij hebben niet heel bewust gekozen voor een Europese subsidieaanvraag. In 2006 zijn wij met ons plan langsgegaan bij de provincie Drenthe, die juist op dat moment in overleg was met het rijk over de taken en de financiële middelen van provincies. In 2008 werd bekend dat de provincie een bijdrage wilde leveren en ze hebben toen met ons gekeken wat de mogelijkheden waren voor een Europese subsidie.

Eind 2008 is de aanvraag gestuurd en die is vrij snel daarna goedgekeurd. Wij hebben gekeken naar wat buurgemeenten al eerder hadden gedaan aan dit soort projecten en we hebben veel overleg gehad met de provincie zodat we een goede aanvraag konden indienen.

Voor- en nadelen

De verantwoording van het project is achteraf moeilijker dan we dachten. Zo hadden we al tijdens het project een bepaalde manier om uren te verantwoorden en de kosten voor deze uren te ramen. Dit was nooit een probleem, maar ondertussen zijn de regels strenger geworden. De verantwoording zoals we die deden, was bij de eindverantwoording van het gehele project niet meer goed genoeg. Dat kost extra tijd en inzet van een financieel specialist. Veel deelnemers aan het project, die zelf uren in het project hadden gestoken, moesten in formulieren aangeven hoeveel tijd ze hadden besteed. Dat alles maakt dat aan de administratieve kant meer nadelen zaten dan aan de inhoudelijke kant. Omdat onze aanpak goed paste bij de doelstellingen van de Europese Commissie waren daar geen problemen. Door de financiering van de Europese Unie werd het project haalbaar en was de gemeenteraad ook bereid mee te betalen. Je bent genoodzaakt om een hele goede administratie bij te houden, maar dat betekent ook dat je organisatorisch goed werkt. Ik vond dat een groot voordeel. Ik verzamelde aan de voorkant de benodigde informatie in een projectmap, zodat ik de voortgang van het project kon volgen en het project uiteindelijk ook goed kon verantwoorden.

Achteraf kijk je naar het bedrag dat je hebt gekregen, het resultaat en het werk dat je ervoor gedaan hebt. Het was het waard, ook omdat het een forse bijdrage was. Maar een volgende keer kijk je wel meer kritisch of de aanvraag van Europese subsidie opweegt tegen de inspanning die je ervoor moet leveren.

(32)

Hart voor Maasbree – Multifunctioneel centrum

Gemeente Peel en Maas

Fonds: Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Op basis van de Lissabonstrategie is er beleid ontwikkeld dat de groei, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling in plattelandsgebieden moet stimuleren. Plattelandsontwikkeling is breder dan alleen landbouw en richt zich ook op waterbeheer, recreatie, milieu en landschap. Elke lidstaat heeft een plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) opgesteld. In het POP zijn, op basis van de EU doelstellingen, vier Nederlandse prioriteiten vastgesteld: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector; verbetering van het milieu en het platteland; verbetering van de leefbaarheid van het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie; en het invoeren van de LEADER aanpak (zoveel mogelijk ruimte voor een plaatselijke benadering). (www.regiebureau-pop.nl)

Website: http://www.peelenmaas.nl/

index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=3677 Thema: Basisvoorzieningen platteland, leefbaarheid Partners: Gemeente Peel en Maas

Totaal budget van het project: € 474.500 EU-bijdrage: € 100.000

Looptijd: 26.06.2011 – 01.03.2015

Het project

Eind 2010 is de centrumvisie Hart voor Maasbree

vastgesteld door de gemeenteraad van Peel en Maas. Een centrumvisie die middels een interactief proces samen met de gemeenschap tot stand is gekomen en hierdoor een

breed draagvlak kent. Met de centrumvisie wordt een antwoord gegeven op meerdere leefbaarheidsvraag- stukken die al enige jaren in Maasbree spelen.

Met het vaststellen van de centrumvisie is eind 2010 gestart met de verdere uitwerking en realisatie van het centrumplan. Onderdeel hiervan betreft de realisatie van een multifunctioneel centrum, dat voorziet in de ontwikkeling van een brede school een multifunctionele accommodatie (MFA), een tussengelegen multifunctioneel plein en aanpalende parkeervoorzieningen. Voor het multifunctionele centrum is Europese subsidie gekregen.

Resultaat

Het vernieuwde plein tussen de brede school en de multifunctionele accommodatie moet een

ontmoetingsplein worden voor de inwoners van Maasbree. Er is bewust gekozen om tussen deze twee grote maatschappelijke functies rondom het plein wisselwerking te laten plaatsvinden. Zowel de gymzaal als de aula van de school komen in de MFA. ’s Avonds kunnen deze ruimtes namelijk gebruikt worden door verenigingen. Overdag wordt het plein gebruikt als speelplein voor de school. Dit openbare plein wordt echter door iedereen gebruikt. Het plein is voorzien van een trap die ook als tribune gebruikt kan worden.

Zo kunnen de verenigingen die een plek krijgen in de MFA hiervan gebruikmaken voor hun optreden. Naast dit vernieuwde plein worden in het centrum nog twee andere pleinen heringericht. Elk plein krijgt zijn eigen sfeer en gebruik aan de hand van drie thema’s: ontmoeting, ontwikkeling en ontspanning. Deze drie thema’s vormen de rode draad van het project.

Maasbreenaren bespreken de plannen op een dorpsavond

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is voor alle deelnemers duidelijk waar het project over gaat, welk probleem op tafel ligt of welk doel wordt gesteld, wat binnen het proces de rol van burgers zal zijn en

De combinaties wisselen per project en sommige projecten bestrijken heel veel van de genoemde terreinen, terwijl andere projecten zich op een of twee van

De mate waarin de gemeente intern op Europa georganiseerd is, de mate waarin men van Europese wet- en regelgeving op de hoogte is – dit is overigens slechts marginaal (maar voor

De aansprakelijkheid en zeker de directe consequenties bij enige aanwijsbare nalatigheid of ondermaatse uitvoering door de gemeenten zijn (nog) ver te zoeken. De

Samen met de middelgrote gemeenten die partner zijn van Platform31, het M50 netwerk en andere partners, verdiept Platform31 het kennis en de inzichten op de.. vraagstukken

13.2 Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan personeel, stakingen, ziekte van personeel, verlate aanlevering of ongeschiktheid van voor de uitvoering van

In het Belovezhskaya Puscha National Park gaan we dan weer op zoek naar wisenten in de gemengde oerbossen.. Kortom: een reis vol

 De deelname van Polis leden in Europese projecten actief ondersteunen en zo onderzoek en innovatie rond transport toegankelijker maken voor steden en regio’s!.  Optreden