Belastingtarieven-2022.pdf PDF, 230 kb

Raadsvoorstel

EMBARGO tot donderdag 30 september, 15.00 uur

Onderwerp

Belastingtarieven 2022

Steller/telnr.

Arjan Hageman / 7092

12

Classificatie ● Openbaar ○ Geheim

Portefeuillehouder

Benjamins

Langetermijn agenda (LTA) Raad

LTA ja: Maand Jaar LTA nee: Niet op LTA

Voorgesteld raadsbesluit

de raad besluit:

I. de OZB-tarieven voor eigenaren woningen, eigenaren niet-woningen en gebruikers niet-woningen vast te stellen op respectievelijk 0,1634%, 05644% en 0,4543% van de WOZ-waarde;

II. scholen voor voortgezet onderwijs vrij te stellen van de OZB;

III. de tarieven van de afvalstoffenheffing voor éénpersoonshuishoudens, tweepersoonshuishoudens en drie of meerpersoonshuishoudens met 1,92% te verlagen en vast te stellen op respectievelijk € 254,88, € 298,20 en

€ 362,04;

IV. het tarief van de rioolheffing met 0,81% te verlagen van € 142,33 naar € 141,18;

V. de Verordening hondenbelasting 2021 in te trekken;

VI. op de tarieven voor de parkeervergunningen de nominale compensatie voor 2022 van 1,8% toe te passen en deze extra te verhogen met € 15,00 voor de zone binnenstad-diepenring en € 5,00 voor de overige parkeervergunningen (excl. Haren);

VII. de tarieven voor het parkeren op straat te verhogen met € 0,05 per 30 minuten en de boete voor het rood staan bij parkeerapparatuur te verhogen van € 65,30 naar € 66,50;

VIII. de legestarieven voor de omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten, mede door het aanpassen van BTW en daarmee vooruitlopend op de aanpassing van de Financiële verordening, met 0,88% te verhogen;

Samenvatting

Deze tarievennota bevat de voorstellen voor de belastingtarieven 2022. In deze voorstellen stijgt de OZB met 4% maar dalen de afvalstoffen- en rioolheffing met resp. 1,92% en 0,81%. Per saldo stijgen de woonlasten met 0,85%. Ter uitvoering van de door de raad aangenomen motie ‘Afschaffen hondenbelasting’ wordt voorgesteld de Verordening hondenbelasting in te trekken. Verder wordt voorgesteld de tarievenstructuur voor de gemeentelijke begraafplaatsen te herzien en de begrafenisrechten met 8,67% te verhogen. Op de tarieven van de precariobelasting, brug- en havengeld, marktgeld en parkeervergunningen is een inflatiecorrectie van 1,8% toegepast. De tarieven van de parkeervergunning voor de zone binnenstad-diepenring zijn daar bovenop met € 15,00 verhoogd en de overige parkeervergunningen (van de oude gemeente Groningen) met € 5,00. Tenslotte worden voorstellen gedaan om de kostendekkendheid van de horecaleges, de leges terrasvergunning, de leges vergunning seksbedrijven en de leges voor vergunningen Huisvestingswet op te trekken naar het niveau van volledige kostendekking. Bij de horecaleges en de leges terrasvergunning gebeurt dit in drie jaarlijkse stappen.

B&W-besluit d.d.: 28-09-2021

Afgehandeld en naar archief Paraaf

Datum

2

Vervolg voorgesteld raadsbesluit

IX. de legestarieven voor de omgevingsvergunning voor andere activiteiten dan bouwactiviteiten, mede door het aanpassen van BTW en daarmee vooruitlopend op de aanpassing van de Financiële verordening, met 1,8% te verhogen;

X. de horecaleges en de leges terrasvergunning in drie jaarlijks gelijke stappen te verhogen met in totaal resp.

73% en 11%;

XI. de leges voor vergunningen voor seksbedrijven en voor de in de Huisvestingswet 2014 geregelde vergunningen te verhogen met resp. 18% en 275%;

XII. de leges voor splitsingsvergunningen te verlagen van € 287,90 naar € 268,70;

XIII. de vermissingsleges rijbewijs te verlagen van € 43,70 naar € 9,00;

XIV. de tarieven voor de gemeentelijke begraafplaatsen gemiddeld met 8,67% te verhogen en de tarievenstructuur overeenkomstig de bij dit voorstel gevoegde ontwerpverordening begrafenisrechten 2022 te herzien;

XV. op de tarieven van de precariobelasting, het brug- en havengeld en de marktgelden de nominale compensatie voor 2022 van 1,8% toe te passen;

XVI. de in ontwerp overgelegde belastingverordeningen met de daarin opgenomen tarieven voor het jaar 2022 vast te stellen en in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2022;

XVII. dit besluit bekend te maken via overheid.nl;

2. het raadsvoorstel vast te stellen.

Aanleiding en doel

Doel van dit voorstel is te komen tot vaststelling van de belastingtarieven voor 2021.

Kader

Gemeentewet

Argumenten en afwegingen

De belastingtarieven worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de verwachte loon- en prijsstijgingen. De indexering voor 2022 is 1,8%. Hieronder treft u onze verdere belastingvoorstellen voor 2022 aan. Het eerste deel van dit voorstel ziet op de woonlasten (OZB, afvalstoffen- en rioolheffing). Het tweede deel bevat de overige belastingvoorstellen.

1. Woonlasten

1.1. OZB

De OZB-opbrengst 2022 stijgt door de volumetoename (600 duizend euro) en de reguliere indexatie van 1,8% (1,735 miljoen euro). Daarnaast zijn enkele maatregelen genomen die betrekking hebben op de OZB voor 2022:

- Bij de begroting 2020 is voor de jaren 2021-2023 besloten tot een jaarlijkse stijging van de OZB met 1% (820 duizend euro).

- Onderdeel van de Hervormingen 2020-2023 is de taakstelling ‘Afvalinzameling en -verwerking ten bedrage van 532 duizend euro en te realiseren met ingang van 2021. In 2021 kon deze besparing echter nog niet gerealiseerd worden.

Op basis van een geactualiseerd afvalbeheerplan verwachten we dat we, door schaalvoordelen en een goede samenwerking met bewoners, de besparing in 2022 wel kunnen realiseren. We verwerken de besparing in de afvalstoffenheffing vanaf 2022 en realiseren deze door een verhoging van de OZB. Deze uitruil zal gemiddeld genomen niet tot een lastenverzwaring leiden.

- De hondenbelasting wordt per 2022 afgeschaft en de inkomstenderving wordt gecompenseerd door een verhoging van de OZB met 1,1 miljoen euro.

- De hierna toegelichte vrijstelling voor scholen voor voortgezet onderwijs leidt tot een lagere OZB opbrengst van 1,374 miljoen euro. Hier staat een lagere te betalen vergoeding aan de scholen tegenover (budgetneutraal).

Vrijstelling scholen

Wij stellen u voor de in de Verordening onroerende-zaakbelastingen opgenomen vrijstelling voor basisscholen uit te breiden met een vrijstelling voor scholen voor voortgezet onderwijs. De vrijstelling voor basisscholen is een

efficiencymaatregel die het onnodig rondpompen van geld voorkomt. Gemeenten zijn wettelijk verplicht de OZB voor

scholen voor hun rekening te nemen. Zij ontvangen de middelen ten behoeve van de OZB uit het Gemeentefonds. Door

de vrijstelling kan de aanslagoplegging voor basisscholen achterwege blijven. Voor scholen voor voortgezet onderwijs

geldt eenzelfde wettelijke vergoedingsregeling geldt als voor basisscholen. De praktijk is dat we de OZB-aanslagen

opleggen aan de scholen die het bedrag na betaling bij ons declareren. Per saldo levert deze aanslagoplegging niets op.

3 Wij stellen voor 2022 de volgende OZB-tarieven voor:

- eigenarenbelasting woningen 0,1634% van de WOZ-waarde - eigenarenbelasting niet-woningen 0,5644% van de WOZ-waarde - gebruikersbelasting niet-woningen 0,4543% van de WOZ-waarde

In de OZB-tarieven voor niet-woningen is een opslag van 6% begrepen voor het Fonds Ondernemend Groningen (Het Fonds).

1.2. Afvalstoffenheffing

Voor 2022 geldt voor de afvalstoffenheffing een vast tarief naar huishoudengrootte (1 persoons, 2 persoons en 3 en meer persoons). Kosten stijgen door meer investeringen in glas- papier- en afvalbakken in 2021, een verhoging van de bijdrage aan het afvalbrengstation door onder andere prijsstijgingen in de verwerking van diverse afvalstromen en meer inhuur van uitzendkrachten, stijging van salariskosten (indexatie), extra inhuur voor afvalpreventieprojecten en - campagnes en hogere kwijtscheldingslasten. Tegenover deze stijging van de lasten staat een sterke daling van de lasten door een nieuw contract met afvalverwerker Omrin. Om tot een 100% kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing te komen, kan het gemiddelde tarief voor de afvalstoffenheffing met 1,92% worden verlaagd.

Wij stellen u voor de tarieven van de afvalstoffenheffing als volgt vast te stellen:

1 persoonshuishouden € 254,88

2 persoonshuishouden € 298,20

3 of meerpersoonshuishouden € 362,04

1.3. Rioolheffing

De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing verhaald. Gemeenten hebben naast de zorgplicht voor stedelijk afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. De opbrengst van de rioolheffing heeft als uitgangspunt 100% kostendekkendheid. De belangrijkste functie is dus het genereren van inkomsten om de voorziening mogelijk te maken. De rioolheffing wordt aan de eigenaar opgelegd. Aan de batenkant is er ten opzichte van 2021 sprake van een stijging van 239 duizend euro doordat het aantal aansluitingen gaat toenemen (vooral nieuwbouw) tot 131.100. De lastenkant stijgt minder door een lager rentepercentage dan in 2021 waardoor de rentelasten over de investeringen van eerdere jaren afnemen.

Wij stellen u voor het tarief van de rioolheffing in 2022 te verlagen van € 142,33 naar € 141,18 (daling met 0.81%).

1.4. Ontwikkeling woonlasten

Jaarlijks presenteert het COELO een overzicht van de woonlasten in de grote gemeenten. Daarin worden de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens weergegeven. Hieronder is de ontwikkeling van de woonlasten vanaf de herindeling weergegeven:

Woonlasten 2019 2020 2021 2022

OZB 328,04 377,90 395,40 411,20

Afvalstoffenheffing 333,36 333,36 369,00 362,04

Rioolheffing 151,00 148,89 142,33 141,18

Totale woonlasten 812,40 860,15 906,73 914,42

De woonlasten voor een meerpersoonshuishouden stijgen met 0,85%.

2. Overige belastingvooorstellen

2.1. Hondenbelasting

In de motie ‘Afschaffen hondenbelasting’ heeft u ons gevraagd om bij de begrotingsbehandeling te komen met een

voorstel tot afschaffing van de hondenbelasting en de dekking voor de wegvallende inkomsten te zoeken in de OZB voor

woningen en niet-woningen. De set bijgevoegde verordeningen bevat een verordening tot intrekking van de Verordening

hondenbelasting per 1 januari 2022. Om de wegvallende inkomsten hondenbelasting van € 1,1 mln. te compenseren

stellen we voor de OZB voor zowel woningen als niet-woningen met 1,2% te verhogen (bij een woning met een waarde

van 200 duizend euro is de OZB-stijging € 3,50). Hiermee geven we uitvoering aan de door u aangenomen motie.

4 2.2. Parkeerbelasting

Op de tarieven voor de parkeervergunningen is de inflatiecorrectie van 1,8% toegepast. Daarnaast zijn de tarieven van de parkeervergunning voor de zone binnenstad-diepenring met € 15,00 verhoogd en de overige parkeervergunningen (van de oude gemeente Groningen) met € 5,00. De ‘Harense’ parkeervergunningen zijn alleen geïndexeerd.

De tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuur zijn niet geïndexeerd maar verhoogd met € 0,05 per 30 minuten.

Hierdoor kunnen we ronde bedragen blijven hanteren. De straten (direct) rondom winkelcentrum Paddepoel brengen we naar een tarief van € 2,50 per uur (max 2 uur).

We lopen daarmee vooruit op de invoering van betaald parkeren in Paddepoel in de loop van 2022. Zo voorkomen we dat deze plekken straks qua tarifering uit de pas lopen met de overige plekken op straat in Paddepoel. Deze

tariefswijziging betekent overigens dat de plekken rondom het winkelcentrum goedkoper worden. Een dagkaart voor Martiniplaza/Leonard Springerlaan wordt € 12,50. Dat is een tariefsverhoging van € 2,50. Deze tarieven hebben we in een eerdere ronde niet meegenomen. Dat herstellen we nu.

Het wettelijke maximum voor de boete die gemeenten in rekening mogen brengen voor het rood staan bij

parkeerapparatuur wordt met ingang van 1 januari 2022 verhoogd van € 65,30 naar € 66,50. Wij volgen de verhoging van het wettelijk maximum. In de tarieventabel bij de Verordening parkeerbelastingen is een onderbouwing van de kosten voor de parkeercontroles opgenomen waaruit blijkt dat het gerechtvaardigd is het maximumtarief toe te passen.

2.3. Leges Algemeen

In de Legesverordening zijn veel verschillende diensten van een tarief voorzien. Voorbeelden zijn paspoorten, rijbewijzen, huwelijksvoltrekkingen, omgevingsvergunningen, evenementenvergunningen en drank- en horecavergunningen. De diensten waarvoor leges worden geheven zijn in de Legesverordening op samenhang geclusterd. Dit heeft geleid tot een onderverdeling in drie clusters van samenhangende diensten:

- Titel 1 Algemene dienstverlening;

- Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning/Wabo;

- Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn.

Onder titel 1 vallen met name de legestarieven voor diensten van Burgerzaken (paspoorten, rijbewijzen en huwelijksvoltrekkingen).

Onder titel 2 vallen de legestarieven voor diensten die verleend worden onder de noemer ‘omgevingsvergunning’

(voorheen bouwvergunning).

Onder titel 3 vallen de legestarieven voor diensten die uitsluitend verleend worden aan ondernemers zoals de alcoholvergunning, de evenementenvergunning en de vergunning voor seksbedrijven.

Binnen titel 1 is kruissubsidiëring toegestaan. Zo mag bijvoorbeeld het tarief voor huwelijksvoltrekkingen meer dan kostendekkend worden vastgesteld ter compensatie van een niet kostendekkend tarief voor paspoorten. Ook binnen titel 2 is kruissubsidiëring toegestaan. Bij de invoering van de omgevingsvergunning in 2010 was het weliswaar de wens van de wetgever dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring zou worden toegepast en niet met

dienstverlening daarbuiten. Maar inmiddels heeft de rechter geoordeeld dat kruissubsidiëring tussen titel 1 en titel 2 toegestaan is. Niet kostendekkende tarieven voor de diensten die vallen onder titel 1 mogen dus gecompenseerd worden door meer dan kostendekkende tarieven voor de omgevingsvergunning. Op grond van de Europese Dienstenrichtlijn is binnen titel 3 kruissubsidiëring niet toegestaan. Voor elk van de tarieven van titel 3 geldt de norm van maximaal 100%

kostendekking.

Leges omgevingsvergunning

In uw vergadering van 11 november 2020 over de begroting 2021 heeft u het amendement ‘Kostendekkendheid leges’

aangenomen. Hiermee zijn voor 2021 de leges omgevingsvergunning verhoogd en is de kostendekkendheid van de titel 1 en 2 samen opgetrokken naar 100%. Ook voor 2022 volgen wij de lijn van volledige kostendekking voor de titels 1 en 2 samen. Bij toepassing van de nominale compensatie van 1,8% zou de kostendekkendheid van de leges in titel 1 en 2 samen uitkomen boven de opbrengstlimiet van 100% kostendekking. Om dat te voorkomen, blijft de nominale compensatie bij de leges omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten beperkt tot 0,88%. De leges

omgevingsvergunning voor andere activiteiten dan bouwen zoals het kappen van bomen en het aanleggen van een in- of

uitrit zijn wel met 1,8% verhoogd.

5 BTW bij leges omgevingsvergunning

Gemeenten mogen btw op inkopen (waaronder inhuur van personeel) opnemen in de onderbouwing van hun kosten ten behoeve van de leges omgevingsvergunning en die btw ook meennemen in het legestarief. Door de btw op die inhuur mee te nemen in het tarief van de leges omgevingsvergunning wordt ten opzichte van het eerder gepresenteerde meerjarenbeeld een voordeel van 600 duizend euro gerealiseerd. Dit bedrag valt vrij in de algemene middelen.

Met de toerekening van btw aan de kosten lopen we vooruit op een voorstel tot wijziging van de Financiële Verordening 2019 dat we u binnenkort zullen aanbieden.

Leges vallend onder titel 3 van de Legesverordening

Afgezien van de leges voor evenementenvergunningen heeft uw raad in 2014 voor elk van de tarieven van titel 3 de norm op 100% kostendekking gesteld. Voor de leges die niet kostendekkend zijn, doen wij hierna voorstellen om dit uitgangspunt te realiseren.

Horecaleges

Hieronder valt in de eerste plaats de alcoholvergunning. Die vergunning is nodig om een horeca- of slijtersbedrijf te mogen uitoefenen. Ook de vergunning voor het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank en de

exploitatievergunning (o.a. voor coffeeshops) vallen hieronder. De vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend en dat betekent dat de leges eenmalig verschuldigd zijn. Wel is het zo dat als de situatie wijzigt (bijv. een andere

leidinggevende) de vergunning daarop aangepast moet worden. Ook daarvoor moeten leges betaald worden maar er gelden dan lagere tarieven. Om te komen tot volledige kostendekking moeten de horecaleges met 73% worden verhoogd. De horecaondernemers zijn zwaar getroffen zijn door de gevolgen van de COVID-beperkingen. Daarom stellen wij u voor de volledige kostendekking niet in één keer te realiseren maar in drie stappen. In 2022 stijgt het tarief dan van € 440,40 naar € 548 (+24%) en de extra opbrengst bedraagt € 28.000.

Leges terrasvergunning

Horecazaken in het centrum die een terras willen exploiteren, hebben een terrasvergunning nodig. Buiten het centrum kan worden volstaan met een melding (voor die melding mogen geen leges geheven worden). De vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend. Als de situatie wijzigt moet een nieuwe vergunning aangevraagd worden. Om te komen tot volledige kostendekking moeten de leges met 11% worden verhoogd. Ook deze leges willen wij niet in één keer maar in drie jaarlijkse stappen verhogen. Dit betekent voor 2022 een tariefstijging van € 523 naar € 542 (+ 3,6%) en een extra opbrengst van € 1.000.

Leges vergunning seksbedrijven

Hierbij gaat het om de leges voor het verlenen en verlengen van vergunningen voor de exploitatie van prostitutiebedrijven, seksbioscopen e.d. Wij stellen voor deze leges in één keer te verhogen naar volledige

kostendekking. Hiervoor moet het tarief met 18% worden verhoogd. Het tarief voor de vergunning voor de exploitatie van een prostitutiebedrijf stijgt dan van € 2.180 naar € 2.572. De extra legesopbrengst bedraagt € 3.000.

Leges vergunningen Huisvestingswet 2014

Voor een deel van de woningvoorraad in de gemeente geldt een vergunningplicht voor het onttrekken van woonruimte aan de woningvoorraad, het samenvoegen van woonruimte, het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte en het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten. Deze vergunningplicht heeft tot doel de

woningvoorraad op peil te houden. Wij stellen voor deze leges in één keer te verhogen naar volledige kostendekking.

Hiervoor moet het tarief met 275% worden verhoogd. Het tarief voor de vergunningen op grond van de Huisvestingswet 2014 stijgt van € 706,85 naar € 2.650. De extra legesopbrengst bedraagt € 99.000.

Leges splitsingsvergunning

De splitsingsvergunning is nodig om een gebouw te mogen splitsen in appartementsrechten. De baten van de leges die hiervoor geheven worden zijn iets hoger dan de aan de vergunningverlening toegerekende lasten. Het tarief moet met

€ 19,20 worden verlaagd van € 287,90 naar € 268,70 om binnen de opbrengstlimiet te blijven. De opbrengstderving als gevolg van deze tariefverlaging is te verwaarlozen.

Leges ontheffingen Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels. Winkeliers die daarvan willen afwijken, hebben een

ontheffing van de gemeente nodig. De leges voor deze ontheffingen zijn niet kostendekkend maar we verwachten voor

2022 slechts enkele aanvragen om een ontheffing. Een voorstel tot tariefverhoging krijgt dan een willekeurig karakter

omdat één aanvraag meer of minder al tot een geheel andere uitkomst leidt. Daarom laten wij in dit geval een voorstel

tot tariefverhoging achterwege.

6 Hieronder is het financiële effect van de voorgestelde tariefverhogingen weergegeven:

Soort Leges Extra opbrengst 2022 2023 2024 e.v.

Leges alcoholvergunning 83.000 28.000 55.000 83.000

Leges terrasvergunningen 4.000 1.000 3.000 4.000

Leges vergunningen seksbedrijven 3.000 3.000 3.000 3.000 Leges vergunningen Huisvestingswet 99.000 99.000 99.000 99.000

Totaal 189.000 131.000 160.000 189.000

Leges vermissing rijbewijs

Vanaf 1 juli 2021 is het mogelijk om bij de RDW een verlies of diefstal van een rijbewijs te melden en de vermissing te laten registreren. Dit gaat via DigiD. De RDW brengt voor deze dienstverlening geen kosten in rekening. Voor de mensen die geen DigiD hebben, blijft de mogelijkheid bestaan om bij de gemeente een verklaring van vermissing af te leggen. Voor het registreren van een vermissing van een rijbewijs vragen we nu conform de Legesverordening € 43,70.

Gelet op bovengenoemde ontwikkelingen stellen we voor dit tarief te verlagen naar € 9,00. Hierdoor hebben mensen zonder DigiD een alternatief tegen een redelijk tarief.

Mensen die bij ons de vermissing van hun rijbewijs komen melden, gaan we actief informeren over de mogelijkheid van een digitale melding via de RDW zonder dat daar kosten aan verbonden zijn.

2.4. Begrafenisrechten

Een van de speerpunten van de Groninger visie op gemeentelijke begraafplaatsen is het bieden van keuzemogelijkheden.

Keuzemogelijkheden in locatie en uitstraling van begraafplaatsen, soort graf, type grafbedekking enzovoort. Deze keuzemogelijkheden vertalen zich ook naar verschillen in tarieven. Een deel van de huidige verschillen is echter door (historische) ontwikkelingen ontstaan en heeft geen logisch verband met de inhoudelijke verschillen. Met de

voorgestelde tarieven voor 2022 herstellen we dit en komen we tot een logisch stelsel aan tarieven voor de gemeentelijke begraafplaatsen dat aansluit bij de inhoudelijke verschillen en overeenkomsten. In grote lijnen leidt deze herziening tot een daling van de tarieven voor de begraafplaatsen in Haren en Ten Boer.

Tenslotte vereenvoudigen we het stelsel van onderhoudstarieven voor grafbedekkingen door de circa 80 verschillende tariefcombinaties terug te brengen naar 9 verschillende tarieven.

We hebben voor deze herziening de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Een gelijkblijvende 100% kostendekking. Verlaging van een tarief vergt dan verhoging van een ander tarief en andersom. We zorgen ervoor dat de hiermee verband houdende tariefverhogingen beperkt blijven in aantal en omvang;

- De differentiatie in tarieven voor grafhuur is gebaseerd op een indeling naar ligging en uitstraling van de begraafplaatsen. Dit geldt zowel voor gewone graven als urnengraven.

We hanteren hierbij de volgende indeling in begraafplaatsen:

Categorie Omschrijving Begraafplaatsen Tarieffactor

1 Eenvoudige begraafplaatsen op goedkope locaties van de gemeente

Hoogkerk en Noorddijk 0,5 2 Parkachtige begraafplaatsen op goedkopere

locaties van de gemeente.

Selwerderhof en begraafpark Ten Boer

1 3 Parkachtige begraafplaatsen op duurdere

locaties van de gemeente

Eshof, Harenerhof en Zuiderbegraafplaats

1,5 4 Monumentale begraafplaats op een duurdere

locatie van de gemeente.

Esserveld 3

- We hanteren op alle begraafplaatsen dezelfde verhouding tussen tarieven voor 1, 2 en 3 verdiepingsgraven en

maken dit verschil circa 20 % groter dan voorheen. We doen daarmee recht aan de meerwaarde van een meer-

verdiepingsgraf. Overigens blijven de tarieven voor een 2 verdiepingsgraf hiermee nog steeds 60 % lager dan

wanneer 2 graven naast elkaar moeten worden gehuurd, zoals op sommige begraafplaatsen het geval is.

7 - We hanteren op Hoogkerk en Selwerderhof dezelfde verhouding tussen het grafhuurtarief voor onbepaalde tijd en

het grafhuurtarief voor bepaalde tijd.

- We hanteren op alle begraafplaatsen dezelfde huurtermijn van 30 jaar bij de eerste uitgifte van een graf voor bepaalde tijd. Tot nu toe was dat voor de Eshof en de Harenerhof 20 jaar.

- De tarieven voor het begraven zelf en voor de vergunning en inschrijving zijn voor alle begraafplaatsen gelijkgetrokken omdat de hiermee samenhangende kosten ook overal hetzelfde zijn.

In grote lijnen leidt deze herziening tot een relatieve daling van de tarieven voor de begraafplaatsen in Haren en Ten Boer. Een 2 verdiepingsgraf in Haren wordt weliswaar duurder, maar dit wordt gecompenseerd door de langere huurtermijn. De kosten van een een-verdiepingsgraf op Selwerderhof dalen en een meer-verdiepingsgraf wordt daar duurder. Met name door het gelijk trekken van het begraaftarief in de hele gemeente worden de kosten voor begraven in Hoogkerk hoger. Door het lage huurtarief blijft dit echter veruit de goedkoopste begraafplaats in Groningen.

Een correctie in de overheadtoerekening voor medewerkers op het loket begraafplaatsen leidt tot een correctie van de tarieven voor begraafplaatsen. Samen met de gemeentelijke tariefindex (1,8%) ontstaat hierdoor een totale gemiddelde verhoging van de begraafrechten met 8,67% ten opzichte van 2021.

2.5. Precariobelasting

Wij stellen u voor de tarieven van de precariobelasting te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,8%.

2.6. Brug- en havengeld

Wij stellen u voor de tarieven van het brug- en havengeld te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,8%.

2.7. Marktgelden

Wij stellen u voor de tarieven van de marktgelden te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,8%.

Maatschappelijk draagvlak en participatie

-

Financiële consequenties

De financiële effecten van de tariefvoorstellen zijn verwerkt in de begroting 2022.

Overige consequenties -

-

Vervolg

De besluiten van de raad worden bekend gemaakt via overheid.nl en treden op 1 januari 2022 in werking.

Lange Termijn Agenda

-

Met vriendelijke groet,

burgemeester en wethouders van Groningen,

burgemeester, secretaris,

Koen Schuiling Christien Bronda

Dit raadsvoorstel is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.