• No results found

woonadres: woonadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, van de Wet basisregistratie personen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "woonadres: woonadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, van de Wet basisregistratie personen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wijziging van Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 houdende de invoering van het woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen

Ambtelijk concept voor internetconsultatie

1

Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 houdende de invoering van het woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen

Voorstel van wet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen in te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

- woonadres: woonadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, van de Wet basisregistratie personen;

B

Artikel 1.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a tot en met c worden vernummerd tot eerste tot en met derde lid.

2. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

2. beschermd wonen, voor zover hij in verband met psychische of psychosociale

problemen niet in staat is zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te handhaven in de samenleving.

Beschermd wonen wordt aan hem verstrekt door:

a. ingeval aan hem eerder beschermd wonen is verstrekt en er minder dan twaalf maanden zijn verstreken sinds het eindigen van dat beschermd wonen en de melding:

het college van de gemeente dat laatstelijk aan hem beschermd wonen heeft verstrekt; of, indien hiervan geen sprake is

b. ingeval hij in de vijf jaren voorafgaand aan de melding:

1°. opvang heeft genoten; of

2°. heeft verbleven bij een jeugdhulpaanbieder of pleegouder in de zin van de Jeugdwet; of

(2)

Wijziging van Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 houdende de invoering van het woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen

Ambtelijk concept voor internetconsultatie

2

3°. heeft verbleven in een justitiële jeugdinrichting in de zin van artikel 3a van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen; of

4°. heeft verbleven in een inrichting in de zin van de Penitentiaire beginselenwet;

of

5°. heeft verbleven in een instelling in de zin van artikel 1.1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet forensische zorg; of

6°. heeft verbleven in een accommodatie in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg; of

7°. heeft verbleven in een accommodatie in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten; en

ten behoeve van het verblijf, genoemd onder 1° tot en met 7°, zijn woonadres is gewijzigd:

het college van de gemeente waar hij onmiddellijk voorafgaand aan deze wijziging zijn woonadres had; of, indien hiervan geen sprake is

c. het college van de gemeente waar hij zijn woonadres heeft; of, indien hiervan geen sprake is

d. het college van de gemeente waar hij in de vijf jaren voorafgaand aan de melding laatstelijk zijn woonadres had; of, indien hiervan geen sprake is:

e. het college van de gemeente tot wie hij zich wendt.

C

Artikel 2.3.5, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. van degene die op grond van artikel 1.2.1, tweede lid, onderdeel b, daarvoor in aanmerking komt, om een maatwerkvoorziening ten behoeve van beschermd wonen;

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. van een ingezetene van Nederland om een maatwerkvoorziening ten behoeve van opvang.

D

In artikel 2.1.4a, vierde lid, wordt “één of meerdere maatwerkvoorziening” vervangen door “één of meerdere maatwerkvoorzieningen”.

E

In artikel 5.1.3, eerste lid, wordt “voor de uitvoering van artikel 2.1.42.1.4a, 2.1.4b of 2.1.5” vervangen door “voor de uitvoering van artikel 2.1.4, 2.1.4a, 2.1.4b of 2.1.5”.

Artikel II

PM Samenloopbepalingen Artikel III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

(3)

Wijziging van Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 houdende de invoering van het woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen

Ambtelijk concept voor internetconsultatie

3

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij algemene maatregel van bestuur worden gevallen bepaald waarin het college van burgemeester en wethouders een afschrift van een beslissing als bedoeld in artikel 2.59 om op

De verplichtingen die in dit artikel zijn opgenomen voor de minister van Justitie of de griffier van de rechtbank te ’s-Gravenhage dan wel van de Hoge Raad om mededelingen of

Indien een aanspraak op bijzonder partnerpensioen is ontstaan als gevolg van een scheiding voor 1 januari 2021 heeft de pensioenuitvoerder tot 1 januari 2023 het recht om

De commissaris van de Koning kan informatie waarop hij een verplichting tot geheimhouding heeft gelegd, verstrekken aan provinciale staten, gedeputeerde staten, de rekenkamer en een

Inwoners van de gemeente Bergen met een (tijdelijke) functiebeperking, waardoor zij tijdelijk niet in staat zijn om een warme maaltijd te bereiden.. De kortingsregeling is

Anders dan bij verzoeken die zien op de registratie van levenloos geboren kinderen, zal de registratie van kinderen die geleefd hebben, maar zijn overleden voor eerste

Indien de gemeenteraad van oordeel is dat een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, voor het bestrijden van

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,