• No results found

Consultatieverslag ontwerpbesluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (pakket 2016-3)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Consultatieverslag ontwerpbesluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (pakket 2016-3)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Consultatieverslag ontwerpbesluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (pakket 2016-3)

Onderwerp van de consultatie

De internetconsultatie zag op het ontwerp besluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014. In het Nationaal Frequentieplan 2014 is de bestemming opgenomen van de landelijke commerciële radio in de FM-band tot en met 1 september 2017. Daarnaast is in dat plan de bijbehorende koppeling van de vergunningen in deze FM-band aan de vergunningen voor digitale radio tot en met 1 september 2017 vastgelegd. Ten behoeve van de verlenging van de

vergunningen voor landelijke commerciële radio in de FM-band en de verlenging van de koppeling aan de digitale vergunningen, diende dit Nationaal Frequentieplan te worden gewijzigd.

Looptijd van de consultatie

Het ontwerpbesluit is in de periode van 26 april tot en met 6 juni 2016 aangeboden voor internetconsultatie. Deze termijn van zes weken hield verband met de omstandigheid dat het besluit is voorbereid met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Voorgelegde vraag of vragen

Er zijn geen specifieke vragen met betrekking tot het ontwerpbesluit voorgelegd. In het algemeen is een reactie gevraagd op het ontwerpbesluit.

Opbrengst van de consultatie (hoeveel reacties en (globaal) van welke doelgroepen)

In totaal zijn 13 reacties ontvangen. Het overgrote deel van deze reacties waren afkomstig van bestaande radio-omroepen.

Wat is op hoofdlijnen met de opbrengst gedaan (benoem, indien van toepassing, de belangrijkste veranderingen in het voorstel en toelichting)

Een aantal van de zienswijzen had betrekking op de verlengbaarheid van de niet-landelijke commerciële vergunningen in de FM-band en de wens dat deze vergunningen geveild zouden worden. Aangezien het besluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 niet de keuze omvat voor de verdeelsystematiek van deze vergunningen, zijn deze zienswijzen bij de verdere vormgeving van het definitieve besluit niet betrokken. Datzelfde geldt voor opmerkingen die veeleer verband houden met de voorschriften die aan de vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio in de FM-band verbonden worden of zouden moeten worden. Ook die opmerkingen raakten niet aan het geconsulteerde ontwerpbesluit aangaande wijziging van het Nationaal Frequentieplan.

Een respondent heeft aandacht gevraagd voor nieuwkomers. In reactie daarop is gewezen op de voorgenomen veiling extra frequentieruimte voor digitale radio (restruimte in laag 4 en laag 7).

Een respondent ondersteunt de vergroting van de transmissiekwaliteit voor digitale etherradio en wijst erop dat de huidige kwaliteit van DAB+ onvoldoende is om luisteraars de overstap te laten maken naar DAB+. Een andere respondent geeft aan dat de transmissiecapaciteit voor digitale radio juist niet vergroot dient te worden. Dit laatste standpunt wordt niet gedeeld. Voor het succes van de digitalisering is het van belang dat DAB+ ten opzichte van de FM en andere technieken een aantrekkelijk alternatief wordt. De dekking van de landelijke FM is over het algemeen redelijk goed. Om luisteraars te laten overstappen is een extra prikkel nodig. Dit kan een hogere kwaliteit zijn en/of innovatie ondersteunende diensten. Dit volgt ook uit het advies van Kwink.

Ook hier is er op gewezen dat nog extra DAB+-ruimte, die niet is gekoppeld (aan de FM), zal worden geveild.

Een respondent heeft verzocht om een duidelijke afschakeldatum voor analoge etherradio, met dien verstande dat alleen een datum die niet te ver in de toekomst ligt de uptake van DAB+ op kortere termijn kan bevorderen. Ten aanzien daarvan is opgemerkt dat, hoewel er goede stappen zijn gezet richting digitalisering, DAB+ zich nog in de early adopter fase bevindt. Ook uit

ervaringen in andere landen blijkt dat digitalisering minder snel gaat dan aanvankelijk gedacht.

Het bepalen van een afschakeldatum van FM is op dit moment dan ook niet aan de orde. Het heeft de voorkeur om samen met de sector, met de industrie en samen met andere landen te werken

(2)

aan een traject naar een Europese afschakeldatum. Het vraagt om een gezamenlijke inspanning om tot een dergelijke streefdatum te komen en zal verder worden opgepakt in het door EZ geïnitieerde platform Digital Radio NL.

Voor het overige hebben respondenten laten weten dat zij zich kunnen verenigen met het ontwerpbesluit.

Het definitieve besluit van 23 juni 2016 is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2016, 35540).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het geval een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in de artikelen 21, 22, eerste lid, of 23c, eerste lid, betrekking heeft op een woon- of verblijfsruimte of het gebouw

Tot slot wijst de pensioenfederatie erop dat door de wijziging van artikel 38 van de Pensioenwet (inwerkingtreding per 1 januari 2016) er een verschil ontstaat in de gegevens

Vanaf 1 september 2017 tot 1 september 2022 is de frequentieruimte behorend bij één FM-vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep gekoppeld met 1/9 deel van de capaciteit

Indien de minister ten aanzien van de vergunning kavel B27 vaststelt dat, uitgezonderd de aanvragers waarvan de aanvraag op grond van de artikelen 5, 11 of 12 is afgewezen, de

Ten behoeve van verlenging van vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio in de FM-band en commerciële radio in de AM-band en de verlenging van de koppeling aan de

De bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 3 november 2014, DGETM-TM / 14179469, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 2014

Tijdens de consultatie zijn vier vragen voorgelegd. 1) De beleidstheorie heeft als uitgangspunt dat via (zorg)inhoudelijke afspraken besparingen voor een bepaalde groep

5.447F In the band 5 250-5 350 MHz, stations in the mobile service shall not claim protection from the radiolocation service, the Earth exploration-satellite service (active) and