• No results found

Circulaire economie Groen denken en kiezen. Indeling HST ONDERWERP OMSCHRIJVING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Circulaire economie Groen denken en kiezen. Indeling HST ONDERWERP OMSCHRIJVING"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Circulaire economie

Groen denken en kiezen

2.5.1

Indeling

HST ONDERWERP OMSCHRIJVING

1 Duurzaam en maatschappelijk ondernemen (MVO)

- Uitleg begrippen: circulaire economie, duurzaamheid en verduurzaming

- Gereedschap MVO:

» Cradle to Cradle (C2C)

» People, Planet, Profit (PPP) opdracht 1

2 De Tien geboden van

duurzaamheid opdracht 2 en 3

3 Cradle to Cradle (C2C)

- Uitleg gedachtegoed C2C

- Technische- en biologische kringloop - Overzicht C2C in een notendop opdracht 4, 5, 6 en 7

4 People, Planet, Profit (PPP)

- Uitleg gedachtegoed

- Uitwerking People, Planet en Profit - Overzicht PPP in een notendop

5 Voorbeelden voor

duurzame invulling opdracht 8

6 Global Goals

SDG’s waarin aandacht voor mensenrechten, economische groei, vrede, veiligheid, klimaat en onderwijs centraal staan.

opdracht 9

7 Donuteconomie Cirkel van Kate Raworth: de aarde als 1 compleet systeem met meerdere ecosystemen

8 Donutspel

9 Uitleg Kans & Balans spel Opdracht 10

Duurzaamheid en WMOGereedschappen voor WMOpraktijkGlobal GoalsDonuteconomie

(2)

1. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen

Er is veel aan het veranderen in onze wereld. Om onze toekomst veilig te stellen is het belangrijk dat we op een andere manier leren kijken en keuzes maken. Het is van belang dat we ons niet alleen bezig houden met vandaag, maar ook met wat daarna komt. Er is sprake van een nieuwe economie, ook wel de circulaire economie genoemd.vIn de nieuwe economie telt de mens (People), de aarde (Planet) en het geld (Profit).

Termen als ‘nieuwe economie’ en ‘duurzaamheid’ wat houden die precies in?

Nieuwe economie of circulaire economie Centraal staan mens, aarde en het geld.

Klant is mondiger en bewuster. Er ontstaat een beweging van consumin- deren. Er is behoefte aan een duurzamer leefomgeving en het delen van producten en diensten.

Duurzaamheid

Hoe kunnen we de wereld het beste inrichten en organiseren zodat latere generaties ook een goede kwaliteit van leven hebben. Kort gezegd: ‘op de lange duur continueren’.

De term ‘nieuwe economie’

In onze huidige consumptiemaatschappij zijn bedrijven vooral bezig om zoveel moge- lijk producten te verkopen en de mensen zijn bezig veel te consumeren en te verza- melen. Door sociale media en internet worden we veel beter geïnformeerd over de toestand van de wereld.

Aanleiding voor de nieuwe economie zijn zaken zoals:

• de wereld is aan het verstedelijken

• technologie wordt steeds slimmer en sneller

• de mens wil steeds meer duurzaam leven

Voorbeelden:

1) Daan Rozengaarde smockstofzuiger, lichtgevende verf

2) Zonneparken, elektrische auto’s (Tesla), energiezuinige gebouwen

3) Boyan Slat combineert technologie en ondernemerschap om de plastic soep in de oceaan op te ruimen.

4) Sociale banken (zoals Triodos bank) die alleen zaken doen met organisaties die een gezond milieu & gezonde natuur ondersteunen.

5) Energieleveranciers: energie vanuit een schone/groene bron.

De term duurzaamheid

Als je geld wilt (blijven) verdienen in de nieuwe economie, moet je als dienstverlener nieuwe trends (veranderingen in de maatschappij) signaleren en aanvoelen.

Je moet je diensten aanpassen aan de behoefte van de markt. Duurzame ontwikke- ling sluit aan op de behoefte van nu. We hebben het dan over duurzaam en maat- schappelijk verantwoord ondernemen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt afgekort als MVO.

Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen loont!

• het bespaart kosten

• verbetert de concurrentiekracht van een bedrijf

• het draagt bij aan een goede reputatie

• de wereld wordt er beter van

Waarom duurzaam ondernemen?

Als samenleving beginnen we in te zien dat we de biodiversiteit, natuurlijke voorraden en grondstoffen van de aarde aan het uitputten zijn. Als de grenzen bereikt zijn, hoe moet het dan verder wanneer de wereldbevolking aanzienlijk zal toenemen en mil- jarden mensen het consumentisme nastreven van onze westerse samenleving. Ligt er een economisch interessante toekomst of juist een ecologisch dramatische toekomst in het verschiet?

Verduurzaming

Dit is een continu proces van verbetering van (milieu)prestaties, sociale omstandigheden, dierenwelzijn en economische resultaten in het gehele productieproces en de gehele productieketen.

(3)

Door maatschappelijk verantwoord te ondernemen en bewust duurzame keu- zes ambachtelijk te verbinden, zullen we een bijdrage kunnen leveren aan een betere kwaliteit van leven in de meest brede zin. In het onderstaande plaatje zijn Duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) gekoppeld aan praktische werkwijzen om hieraan invulling te geven en toe te passen.

´Cradle to Cradle´ en ´People, Planet, Profit´ zijn praktische voorbeelden van duur- zaamheid en MVO. C2C en PPP zijn gereedschappen om tot duurzaamheid en MVO te komen. In de volgende hoofdstukken worden de begrippen ´Cradle to Cradle´,

´People, Planet, Profit´, duurzaamheid en MVO verder besproken en toegelicht.

Kijk naar je eigen leeromgeving. Wat heb je nodig om je lekker te voe- len binnen dit lokaal (huiskamer/atelier/lesruimte) of een andere plek.

Denk bv. aan veiligheid of warmte. Hoe kan de natuur of groen je hier- bij helpen?

Maak hier een moodboard of mindmap van.

Gebruik bv pinterest hiervoor.

Opdracht 1

Duurzamere leefomgeving

1 OF MEER OPDRACHT

Eigen keus:

alleen of in een 2-tal

TOOL:

Pinterest Tekening

2. De Tien geboden van duurzaamheid

De Bijbel kent de 10 geboden. Eigenlijk had er een elfde gebod aan toegevoegd moe- ten worden: “Gij zult de aarde niet bevuilen". Over duurzame ontwikkeling heeft men de onderstaande 10 geboden geformuleerd:

Regel 1 Reduce Re-use, Re-cycle

Reduce

Koop geen spullen die je niet nodig hebt. En wanneer je die vaatwasser, grasmaaier of vriezer koopt, schaf dan het meest efficiënte model aan.

Re-use

Koop gebruikte artikelen en haal het laatste gebruik uit alles wat je bezit.

Re-cycle

Doe het maar weet dat het het laatste is wat je moet doen uit deze triple R. (Dus eerst reduce en re-use).

Regel 2 Blijf dicht bij huis

Werk dicht bij huis om de pendelafstand zo kort mogelijk te houden. Eet voedsel uit de buurt. Begunstig lokale ondernemers; sluit je aan bij lokale organisaties

Regel 3 Geen vebrandingsmotoren

Verbrandingsmotoren vervuilen en gebruik ze zo minimaal mogelijk.

Regel 4 Kijk wat je eet

Kijk wat je eet. Mijdt waar mogelijk voedsel dat is gekweekt met bestrijdingsmiddelen of afkomstig is uit intensieve veehouderijen. Hiermee voorkom je het verspreiden van giftige stoffen in onze lichamen, het land en in het water.

Regel 5 Ondersteun kleine bedrijven

Kleine bedrijven hebben weinig middelen om hun activiteiten op milieugebied te ver- beteren. Stimuleer en ondersteun ze via je keuze in je consumptie. Sta achter regelge- ving vanuit de overheid.

Regel 6 Doordachte innovaties

Ondersteun doordachte innovaties in de vervaardiging en productie. Hint: Het boren naar olie is niet langer een innovatie.

(4)

Regel 7 Prioriteer

Denk het beste na wanneer je de grootste zaken koopt. Maak jezelf niet gek door als maar bezig te zijn met kleinigheden. Plastic draagtassen weigeren is waardevol, maar het is het meer waard aandacht te besteden aan een energievretende koelkast.

Regel 8 Stem

Politieke betrokkenheid maakt het mogelijk dat milieuvriendelijk beleid wordt ver- spreid. Zonder steun van het publiek zwemmen bewuste mensen tegen de stroom in.

Regel 9 Bewuste keuzes

Zorg dat je je niet schuldig hoeft te voelen door bewuste afwegingen en keuzes te maken.

Regel 10 Basis plezier in het leven

Wees blij met de immateriële zaken die je hebt met de zaken van jou alleen en de zaken die behoren aan niemand van ons. Die zaken die we niet zelf kunnen maken en die we nooit kunnen bezitten als water, lucht, vogels, bomen zijn de basis van het plezier in het leven. Zonder ze zijn we niets.

Zet de Tien geboden in je eigen volgorde neer. Welke vind jij het meest belangrijke gebod naar welke je het minst belangrijk vindt.

Bediscussieer jouw volgorde in het gevormde groep met elkaar.

Maak een overzicht welke volgorde jullie als groep de Tien geboden zouden indelen.

Presenteer het overzicht centraal aan de andere groepen

Opdracht 2

Tien geboden duurzaamheid

1 OF MEER OPDRACHT

alleen, daarna discussie in groepen

TOOL:

compositie en vormleer associëren

De natuur is een leidende inspiratiebron voor ons als vormgever van de openbare ruimte. De vormen, bouw en beeldtaal van elementen uit de natuur kunnen gebruikt worden om nieuwe ideeën te ontwikkelen en ontwerpen te maken.

Bijvoorbeeld:

• Stengels van de Wisteria (blauwe regen):

• associëren met trekkracht, wurging, slingeren

• Bladeren van de Gunnera (mammoetblad):

• associëren met overkappen, dak, schuilen, onderwereld, geborgenheid

Verzamel buiten zelf plantaardig materiaal. Zoek evt. beeld van een andere plant of plantaardig materiaal (bv alleen een blad) en beschrijf de vorm.

Zoek hier passende woorden bij. Wat vertelt deze plant je? Wat voor beweging zie je? Hoe zou je dit kunnen inzetten als thema voor een nieuw idee? Vertel wat je gevonden hebt aan de andere leden van jouw groep.

Beschrijf vorm

Passende woorden

Beweging

Inzet als thema

Opdracht 3

Natuur is leidend

1 OF MEER OPDRACHT

alleen, daarna discussie in groepen

TOOL:

compositie en vormleer associëren

(5)

3. Cradle to Cradle (C2C)

Het gedachtegoed van C2C is dat afval = voedsel en afval bestaat niet. Bij C2C zijn voor hergebruik van producten 2 kringlopen van toepassing, een technische en een biologische kringloop. Beide kringlopen hebben hun eigen proces en doelstellingen.

Dit is in onderstaand schema weergegeven.

Ontwerpfase

Een product of dienst moet niet van de wieg naar het graf maar van wieg tot wieg.

We moeten zoeken naar manieren om uit rest-stromen andere producten en/of toe- passingen te maken.

In de ontwerpfase kun je keuzes maken op het gebied van materialen en constructies, welke hergebruik in een technische of biologische kringloop mogelijk maken. Dat wat je maakt moet dus in de 1e en/of in de 2e kringloop terechtkomen.

Intelligenter ontwerpen

Om dit te verwezenlijken moeten we onze producten, constructies, logistieke proces- sen, gebouwen en steden aanzienlijk intelligenter ontwerpen.

Door het toepassen van Cradle to Cradle zijn:

• producten na gebruik volledig te ontmantelen in waardevolle grondstoffen

• is de consument geen/minimale vervuiler meer

• kringlopen geïntegreerd in onze steden en gebouwen

Cradle to Cradle is daarmee een duurzaamheidconcept en veel meer nog een nieuw economisch model en businessconcept.

Cradle to Cradle producten dienen aan 3 vereisten te voldoen:

1) De productmaterialen dienen volkomen veilig te zijn voor mens, plant en dier.

2) De productmaterialen dienen met kwaliteitsbehoud later opnieuw te kunnen wor- den gebruikt in de biosfeer (de natuur) of de technosfeer (onze samenleving).

3) Het product moet makkelijk en snel te ontmantelen zijn, zodat de materialen aan hun volgend leven kunnen beginnen.

De eerste ervaringen met het Cradle to Cradle concept bij stedelijke ontwikkelingen en de industrie laten zien dat het een bijzonder winstgevend concept is. Meerdere partijen zijn de afgelopen jaren met de ontwerpcriteria van Cradle to Cradle aan de slag gegaan.

Uit hun voorbeelden blijkt dat:

• Producten die ´simpel´ en makkelijk te ontmantelen zijn ook makkelijker geproduceerd kunnen worden. De productie wordt daardoor eenvoudiger.

• Productie gebruikt minder energie.

• Is vaak goedkoper.

• Grondstoffen kunnen bovendien opraken of schaars worden (en dus duurder worden) zodat hergebruik van materialen die hun volwaardige kwaliteit behouden ook om die reden economisch aantrekkelijk wordt.

(6)

Het Cradle-to-Cradle principe kijkt op een andere manier naar bestaande dingen. Het ziet afval ineens als voedsel of als iets waar je een nieuw pro- duct van kunt maken. Een vormgever van de openbare ruimte kan zo ook anders kijken naar de natuur. Wat is het en wat kan het zijn? Hiervoor moet je je kunnen verplaatsen in iets of de plek waar je je bevindt.

Vraag jezelf bijvoorbeeld eens af hoe je met je schoenen op het gras staat. Hoe verbind je je met de bodem eronder? De regenwor- men die het bladafval opeten en tot organische stof maken? Of de schimmeldraden?

Kruip in de huid van een dier en stel je voor hoe dit dier leeft. Hoe kijk je dan naar jouw omgeving?

Opdracht 4, optie 1 Je verplaatsen

in iets anders

1 OF MEER OPDRACHT

alleen daarna discussie in groepen

TOOL:

Kunst van het verplaatsen

Aan alles wat we om ons heen zien geven we woorden, betekenis. Een appel is bv rond en een banaan krom. Maar kun je ook andere dingen zien in die appel? Welke kleur heeft de schil precies? Is deze overal het- zelfde? Zitten er beurse plekken op? Doet dat je aan iets anders den- ken? Een blauwe plek die je een keer zelf had en zo zeer deed? Of de vieze smaak van beurse appel? Herinnert de gele kleur van de banaan je aan een zonnige vakantie of de M van McDonalds? Waarom is die eigenlijk geel? En wat kan ik daarmee?

Leren associëren is steeds opnieuw anders leren kijken naar hetzelfde.

Je verwonderen over de verschijningsvorm en telkens opnieuw iets anders zien. Het verrijkt je woordenschat, ideeën en denkkader om tot oplossingen te komen die niemand anders had kunnen bedenken dan jij. Een goede vaardigheid voor een stylist of designer.

Op tafel liggen een reeks voorwerpen. Kijk naar het voorwerp en schrijf op het bijgevoegd blad papier wat er in je opkomt. Draai het om en loop door naar het volgende. Doe hier hetzelfde. Maar…als jouw woord al is opgeschreven door iemand anders…verzin dan een nieuw woord.

Ronde 1

Er zijn 8 objecten. Je hebt 20 seconden per object.

Ronde 2

Bekijk elk object nog een keer maar dit maal vanuit gevoel (bv warm, koud, hard, zacht, ribbelig etc) of een zintuig (hoe ruikt het of hoe zou het kunnen ruiken, proeven, klinken etc).

Ronde 3

Neem de tijd de oogst van jou en je klasgenoten per object te bekijken.

Staan er associaties bij waar jezelf nooit was opgekomen?

Opdracht 4, optie 2

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet - leren associëren

1 OF MEER OPDRACHT

alleen evt in duo

TOOL:

Plantaardig materiaal op tafels

(7)

Verstedelijking

In de architectuur en stedenbouw zoekt Cradle to Cradle vanaf het begin van de ont- werpfase naar de meerwaarde die natuurlijke materialen, (energie)bronnen en eco- systemen kunnen hebben voor de vastgoedontwikkeling. Door een grotere ruimtebe- hoefte voor verkeer, wonen, recreëren, industrie etc. ontstaan knelpunten ten aanzien van landschappen die transformeren, stadsontwikkeling en klimaatverandering. Om een voorbeeld te geven: de metropoolregio Amsterdam groeit harder dan de rest van het land en zal dat de komende jaren blijven doen. Dit veroorzaakt dat er druk ont- staat op een gezonde en veilige leefomgeving.

Tegenwoordig worden gebouwen zo ontworpen dat ze eenzelfde functie vervullen als bomen in de natuur. Deze gebouwen:

• geven zuurstof af

• nemen CO2 op

• destilleren water

• zuiveren de lucht van stofdeeltjes

• veranderen elk seizoen van kleur

• creëren microklimaten en genereren door gebruik en opslag van zon- en aardwarmte meer energie dan ze zelf nodig hebben.

Natuur en groen is een belangrijk deel van onze samenleving. Groen biedt ruimte, verbindt en zorgt voor een betere leefbaarheid. Doordacht bouwen en beheren van onze stedelijke en landelijke omgeving vraagt om een brede, geïntegreerde aanpak.

Kijk met een groene bril en zoek de ruimte.

Hieraan wordt invulling gegeven door onderwerpen zoals:

• groene daken

• daktuinen

• groene gevels

• braakliggende terreinen opgroenen

• waterbuffering

• stadslandbouw

• ‘natuur inclusief bouwen’

• biodiversiteit

• milieudata

Voorbeelden van C2C-concept:

Uitdagingen om volgens de principes van Cradle-to-Cradle anders om te gaan met onze omgeving zijn er op elk schaalniveau. Zo ook voor de stad. Oplossingen die hier worden toegepast kunnen je inspireren om als vormgever openbare ruimte in jouw eigen omgeving andere ont- werpoplossingen, producten of diensten te bieden.

• Ga naar de website www.voordewereldvanmorgen.nl

• Kies Blog – Groene Stad

• Zoek een groene stad. Bestudeer deze en beschrijf in een kort verslag (max A4) wat/hoe deze stad Cradle-to-Cradle is.

• Presenteer dit volgende week aan de groep.

Opdracht 5

De Groene Stad als C2C inspiratiebron

1 OF MEER OPDRACHT

In duo daarna pitch aan de groep TOOL:

Website

(8)

Gelet op de grote problemen die we hebben met betrekking tot de hittestress, CO2 uitstoot, luchtkwaliteit in het algemeen, verdroging, stedelijke waterbalans, etc. dra- gen dergelijke initiatieven bij aan het verminderen of oplossen van die problemen.

Tegenwoordig woont 50% van de mensheid in de stad. Iedereen wil graag wonen en leven in een gezonde en veilige omgeving. Contact met de natuur in al zijn uitingen is goed voor onze gezondheid en voor het leefklimaat in de stad. Samenleven met de natuur is onze toekomst, de stadsbewoners zijn medeverantwoordelijk voor het voort- bestaan van de natuur.

Voorbeelden voor het beïnvloeden van een gezonde en veilige leefomgeving zijn:

• nestkasten voor vogels en vleermuizen integreren in de gevels,

• luchtkwaliteit verbeteren,

• plekken creëren die de sociale samenhang in de wijk bevorderen,

• de beplanting aanpassen aan de diersoorten etc.

C2C in een notendop gedachtegoed met kenmerk:

Afval = voedsel, afval bestaat niet

Bestaat uit:

• Technische kringloop

• Biologische kringloop

3 vereisten productiematerialen:

• veilig voor mens, dier en plant

• opnieuw te worden gebruikt met kwaliteitsbehoud in bio- en technosfeer

• makkelijk te ontmantelen zijn

C2C is:

• duurzaamheidconcept

• nieuw economisch model

• businessconcept

Handige links voor meer verdieping C2C https://www.youtube.com/watch?v=XbVvUp8frnU

Nu wij van een lineaire economie moeten overgaan naar een circulaire is het idee C2C van groot belang. Duur: 49 minuten

Nederlandstalig of ondertiteld

https://www.youtube.com/watch?v=5IAkZD1X0iA Korte uitleg van het C2C principe

Duur: 5 minuten Belgische TV

http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2006-2007/afval-is-voedsel-deel-1.html Uitzending van C2C waarmee het in NL begon.

Nederlandstalig

Zoek 3 producten of diensten die via het principe C2C bedacht en ont- worpen zijn.

Geef van deze 3 producten of diensten nu aan welke onderdelen in de technische of biologische kringlopen terecht komen.

Werk dit overzichtelijk uit.

Opdracht 6 C2C-principe

1 OF MEER OPDRACHT

alleen TOOL:

internet

(9)

4. People Planet, Profit (PPP)

Door de overgang van industrieel tijdperk naar een kennis- en informatiemaatschap- pij moeten we anders leren denken en ontwikkelen. De veranderingen zullen andere kennis en vaardigheden vragen. Wat voorzien wordt is onder meer dat routinematig productiewerk langzaam zal verdwijnen (o.a. door robotisering). De arbeidsmarkt zal flexibeler worden en meer gericht zijn op ZZP’ers, de technologie zal een grote impact hebben en als laatste: de scheidslijn tussen werken en leven zal vervagen. Dit zijn voorspellingen die gedaan worden omtrent de economie van de 21ste eeuw.

De onderstaande benodigde en te ontwikkelde vaardigheden zijn zeer wenselijk als je wilt functioneren binnen de nieuwe economie:

• kritisch denken,

• samenwerken en onderzoeken,

• actief handelen,

• over de grens kunnen kijken,

• denken en handelen,

• communicatief en sociaal sterk

• oplossend vermogen ,

• ICT-vaardig.

Voor de nieuwe economie betekent dit dat we onze activiteiten op een zodanige duurzame manier moeten uitvoeren, dat ze niet alleen winst opleveren maar ook rekening houden met het milieu en goed zijn voor de mens.

Bij duurzaam ondernemen volgens het People, Planet, Profit (PPP) principe is de vraag niet wat is het goedkoopste of wat levert het meeste geld op, maar ook wat levert het meeste waarde op voor het milieu en de mens. Met duurzaam ondernemen dra- gen we bij aan een gezonde en veilige leefomgeving.

Het duurzaam ondernemerschap is daarmee geënt op de pijlers:

People, Planet, Profit.

Oftewel goed voor de mens, milieubewust en economisch verantwoord.

Een ecologische voetafdruk zegt iets over hoe jij jouw omgeving gebruikt en hergebruikt. Hoeveel consumeer je? Kan dit ook minder of anders? De mensheid in zijn geheel heeft op dit moment een hele grote voetafdruk: we gebruiken 3,5 keer de aarde aan grondstoffen.

Terwijl we maar 1 aarde hebben.

Denk jij wel eens na over wat jij achter laat?

Bekijk je eigen gedrag. Hoe sta jij met je voeten op de aarde? Hoe zou je hier op willen staan? Hou je rekening met planten en dieren?

Verander je weleens afval in een nieuw product?

Stap 1

Hoeveel x de aarde verbruik jij op dit moment?

Ga naar de website van het WNF en doe de test.

http://voetafdruktest.wnf.nl/

Stap 2

Bekijk nogmaals de Tien geboden van duurzaamheid (blz 6).

Kies hier één gebod uit dat je aanspreekt, vertaal dit naar een mindmap.

Stap 3

Verbeeld jouw kijk op jouw ecologische voetafdruk in een collage.

Laat hierin zien hoe jij om wil gaan met jouw omgeving. Wees hier- bij een inspiratiebron voor anderen. Presenteer dit aan elkaar in een tentoonstelling.

Opdracht 7

Positieve voetprint

1 OF MEER OPDRACHT

alleen daarna presentatie aan de groep in een ten- toonstelling aan het ein- de van deze periode

TOOL:

Website Collage

(10)

We leggen nu per onderdeel uit waar de PPP’s voor staan.

People

Dit gaat met name over sociale omstandigheden, ‘goed voor de mens’ en participatie.

Sociale omstandigheden

• Welzijn

• Motiveren van medewerkers

• Ketenbewustwording

• Duurzaamheidsgedachte

“Goed voor de mens”

• Arbeidsomstandigheden

• Veiligheid

• Onderwijs

• Cultuur

• Gedrag

• Traditie

Participatie

Duurzame communicatie tussen klanten, werknemers en derden zijn van belang.

Medewerkers meenemen in dit proces en bewustmaken over duurzaamheid, om zo een groen team te creëren, door:

• Medewerkers vragen om mee te denken.

• Organiseren van bijeenkomsten waarin medewerkers geïnspireerd raken en

• de kans krijgen zich vaardigheden eigen te maken.

• Stel een groenteam samen van enthousiaste medewerkers, die de

• kar-trekkers zijn voor verschillende initiatieven.

Planet

Onder ‘planet’ verstaan we alles wat samenhangt met natuur, milieu, ruimtelijke orde- ning en energie, oftewel de impact van de mens op de natuurlijke omgeving.

Waar hebben we het dan allemaal over?

Opraken van grondwater

Meer dan 97% van het vloeibare zoet water bevindt zich niet in rivieren of meren, maar onder de grond. Grondwater wordt slechts traag of helemaal niet aangevuld – in het laatste geval spreken we over ‘fossiel water’, omdat het net als fossiele brand- stoffen een niet hernieuwbare grondstof is.

De watervoorraden dreigen nog sneller op te raken dan de resterende voorraden olie, gas en steenkool.

Wateroverlast

Door veel verharding en in korte tijd grote hoeveelheden neerslag ontstaat waterover- last. Er moeten wateropvangmogelijkheden en ´watervertraging´ worden gecreëerd.

Hemelwater wordt via wadi´s en grindputten vertraagt afgevoerd naar grondwater of waterzuivering. Hiervoor zijn subsidies voor gebruik van waterdoorlatende verharding en opvang en hergebruik van hemelwater.

Zure regen (verzuring)

Door zwavelfilters te plaatsen in auto´s en zwavel uit fossiele brandstoffen (olie, kolen en gas) te halen is er nog maar minimaal sprake van ´verzuring´.

(11)

Vervuiling van oppervlaktewater en zeeën Veel ecosystemen zijn afhankelijk van zoetwater.

De vervuiling heeft tot gevolg:

• dat organismen die erin voorkomen bedreigd worden of verdwijnen.

• zorgt vervuiling ervoor dat het steeds moeilijker en duurder wordt om schoon drinkwater te winnen voor menselijk gebruik.

Rivieren, meren en andere zoete wateren kunnen worden vervuild door menselijke activiteiten, onder meer in de landbouw, industrie en huishoudens.

Soms is de vervuiling afkomstig uit andere landen, soms is ze het resultaat van binnen- landse activiteiten.

Wanneer bij regenbuien veel regenwater komt in rioleringsstelsels, kan het gebeuren dat ongezuiverd afvalwater via een overstort geloosd wordt in het oppervlaktewater.

Ontbossing

Ontbossing is het verdwijnen van bos door handelingen van mensen voor commerci- ele doeleinden, of om land te winnen voor landbouw of voor woningbouw.

Ontbossing kan verstrekkende negatieve gevolgen hebben:

• Dieren en planten kunnen verdwijnen

• Gehele ecosystemen kunnen ontregeld en uitgeroeid worden.

• Leiden tot overstromingen van rivieren. Wortels van bomen die voorheen het regenwater (en de vruchtbare bovenlaag) vasthielden, kunnen dit niet meer. Het water stroomt direct naar de riolen/rivier toe.

Door duurzaam bosbeheer, herbebossing en bewustere keuzes te maken in hout- soorten en duurzaamheidsklassen kan ontbossing worden tegengegaan.

Klimaatverandering

Het klimaat verandert, doordat de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Volgens wetenschappers is de mens daarvoor grotendeels verantwoordelijk. De gemiddelde temperatuur stijgt doordat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer (vooral CO2) sterk toeneemt. CO2 komt vrij bij gebruik van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen.

Een oplossing is duurzame energie zoals:

• zonne-energie

• windenergie

• witte steenkool (stuwmeren).

Op gunstige dagen komt 100% van het elektraverbruik in Duitsland uit duurzame energie. Alternatieve brandstoffen:

1) Biobrandstoffen. Veel landen zetten hier op in. Ze worden echter gewonnen uit maïs, suikerriet, tarwe, palmolie, soja en dat zijn ook grondstoffen voor voeding en voor aanleg de plantages wordt en weer regenwoud gekapt.

2) De hybride auto of de volledig elektrische auto is bezig aan een opmars. Voor vlieg- tuigen is dit op kortere termijn nog geen uitkomst.

3) Waterstof. Gebruikt in auto´s, dit is nog in ontwikkeling.

4) Zonne energie: zonneparken, Smart-grid (energienetwerk in Europa, inclusief opge- wekte energie van particulieren.

Luchtverontreiniging (smok)

Er worden veel eisen gesteld vanuit Europese wet en regelgeving. Auto´s moeten voldoen aan diverse milieueisen (APK, let hier ook op). Brandstoffen worden schoner (Aspen). Gebruik van elektrisch auto´s. Er is de afgelopen 30 jaar door de Industrie grote reductie bereikt van emissies naar de lucht.

Grondstoffen en uitputting

Recycling van metalen groeit niet uit luxe. China heeft zeldzame metalen die gebruikt worden voor elektronica zoals tv´s en mobieltjes en deze mogen niet geëxporteerd worden. Deze moeten binnen China worden be- en verwerkt, waardoor veel fabrikan- ten verplicht zijn hun fabrieken in China neer te zetten. Mobieltjes worden nu ingeza- meld en hergebruikt.

Voorspellingen voor uitputting:

Lood 17 jaar tot uitputting wereldvoorraad Tin 19 jaar tot uitputting wereldvoorraad Koper 26 jaar tot uitputting wereldvoorraad IJzererts 58 jaar tot uitputting wereldvoorraad Bauxiet 71 jaar tot uitputting wereldvoorraad

(12)

Afval

Afval wordt gescheiden en krijgt grotendeels een 2e leven (‘afval bestaat niet’).

Ook zie je dat het product van de fabrikant blijft en na de gebruiksperiode bij de klant weer terugkomt bij de fabrikant, of dat het product via een statiegeld regeling wordt ingezameld en hergebruikt. Hierdoor is het afvalprobleem voor een deel onder controle.

• Nog maar een klein deel van afvalstroom wordt verbrand waarbij restwarmte wordt hergebruikt.

• Werken met hoogwaardige plastics wat veel productie en hergebruik mogelijkheden geeft.

• Stenen vermalen tot repak.

• Afvalhout verstoken in kachels en de warmte opslaan in waterbuffer en hergebruikt

• Grond wordt gezeefd, natuurlijk bemest en hergebruikt.

Profit

Binnen de PPP-gedachte heeft Profit ook een functie waarbij de lokale economie gebaat is.

Zo is het de verantwoordelijkheid van een onderneming om voor:

• voldoende werkgelegenheid te zorgen

• te investeren in kennis

• zuinig om te springen met (liefst hernieuwbare) energie- en grondstofbronnen.

• het is in het belang van de onderneming dat deze een concurrerende positie op de markt kan innemen, waarbij er voldoende inkomen wordt gegenereerd om de onderneming voort te zetten.

PPP in een notendop

Manier om het bedrijf op een duurzaam maatschappelijk verantwoord te ondernemen.

People:

• sociale omstandigheden

• arbeidsomstandigheden

• participatie

Planet:

alles wat samenhangt met natuur, milieu, ruimtelijke ordening en energie

• grondwater

• wateroverlast

• zure regen

• vervuiling oppervlaktewater en zeeën

• ontbossing

• klimaatverandering

• luchtverontreiniging

• grondstoffen

• afval

Profit: lokale economie

(13)

5. Voorbeelden voor een duurzame invulling

‘Om te voorkomen dat problemen ontstaan, moet je werken aan bronmaatregelen’.

Dit is de basis voor duurzaamheid.

Het is van belang niet alleen je eigen werkzaamheden te bekijken, maar ook te den- ken in de keten met alle betrokkenen (stakeholders, alle betrokkenen die in verbinding staan met jouw bedrijf in de keten).

Alle betrokkenen in de keten ga je in kaart brengen en analyseer je. Deze informatie geeft inzicht in mogelijke verbeteringen. Hieronder een aantal voorbeelden (in de keten, inclusief stakeholders).

Duurzame invulling

Ontwerpen

Tijdens het ontwerpen houdt je rekening met de ecosysteem diensten en bouw je natuur inclusief. De (materiaal/constructie) keuzen maken vanuit een C2C gedachte.

Tevens kun je keuzes maken ten aanzien van:

• verbeteren van de biodiversiteit

• een gezondere leefomgeving, milieu, neutraal

• vergroten sociale verbondenheid

• en de waardevermeerdering van het onroerend goed.

Afscheidingen

Afscheidingen als een soort petarchitectuur zien en daar zonnepanelen, wateropvang en beplanting in integreren. De plantkeuze is gericht op biodiversiteit en ecologisch groenbeheer.

Plastic

Gebruik gerecycled plastic of hoogwaardige plastics

Hout en verbindingen

• Oud hout of bamboe gebruiken of andere bouwmaterialen toepassen

• Gebruik andere houtverbindingen i.p.v. RVS-schroeven

Water zuiveren

Hergebruik en opvangen van water door bijvoorbeeld rietfilters of voor waterdoorla- tende verharding te kiezen met grindputten.

Grond

De grond die je gebruikt, waar haalt de leverancier het vandaan, zit daar een grondla- bel aan?

Transport

Hoe is het transport geregeld? Gebruik van een benzineslurper of een elektrisch vervoersmiddel?

Duurzaamheid en machines

Minder milieubelasting door kwalitatief goed gereedschap te kopen, periodiek onder- houd te plegen en door onbruikbaar gereedschap in te zamelen voor hergebruik.

Leveranciers

Hoe koopt dit bedrijf in en hoe betrouwbaar is hij op het gebied van C2C, prijs/kwaliteit, leverbetrouwbaarheid, certificaat soort echtheid, etc. Samenwerkingsverbanden aangaan (NL. Greenlabel ) om verantwoorde keuzes te maken en of gezamenlijk in te kopen.

Opdrachtgevers

Staan ze open voor duurzaamheidgedachten of hebben ze een andere visie op dit onderdeel? Wil je alleen werken voor opdrachtgevers die groen en duurzaam denken?

Werknemers

Je moet de werknemers scholen in het C2C denken. Ook de werknemers moeten het beleid en de visie over groen denken uitdragen en de opdrachtgever hierin mee- nemen en bewust maken. Krachten bundelen en talenten van elkaar gebruiken.

Verschillenden disciplines verbinden.

Derden die voor je werken

Je maak keuzes en beoordeelt ze d.m.v. een vragenlijst. hoe gaan ze om met het mili- eu, producten en diensten; hoe groen en hoe is de prijsverhouding. Prikkel anderen.

Zeg dat ze dit jaar nog kunnen leveren, maar volgend jaar hun bedrijf groener inge- richt moeten hebben.

Overheid (wetgever)

Overheden, bedrijven en publieke organisaties investeren in de inrichting en vergroe- ning van de ruimte, omdat ze daarmee waarde toevoegen voor de gebruikers en de omgeving. Experimenteer zo nodig met iets wat niet binnen de wet valt en communi- ceer dit met de overheid (proefproject / gedoogsituatie)

Collega-ondernemers

Samenwerking met collega-ondernemers kan duurzaamheid bevorderen.

(14)

6. Global Goals

De Duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals ook wel de SDG’s genoemd) zijn bepaald door alle landen die zijn aangesloten bij de Verenigde Naties.

Ze werden opgesteld in 2015 en lopen nog tot 2030. De SDG’s zijn de opvolgers van de millenniumdoelen die gericht waren op ontwikkelde landen.

De SDG’s zijn ambiteuzer en gelden voor alle landen. Zo is er aandacht voor mensen- rechten, economische groei, vrede, veiligheid, onderwijs en klimaat. Deze thema’s zijn ook voor Nederland relevant. Denk aan kleding die je koopt, welke gemaakt is in lan- den als India en Ethiopië. De uitstoot van Nederlandse industrie die een bijdrage levert aan de wereldwijde klimaatverandering.

De beeldtaal van de SDG’s helpen om gemeenschappelijk duurzame activiteiten op te zetten. Ook helpen de doelen duurzame ontwikkeling meetbaar te maken.

Handige link voor meer verdieping Global Goals SDG4-leren voor morgen

https://www.lerenvoormorgen.org/cooperatie/sdg4

Hierin vind je de ontwikkelingsdoelen van de SDG’s, ook ten aanzien van het gehele onderwijs.

Filmpje Happy Activist

https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:ugcPost:6545219309772263424

Bekijk het filmpje van de 'Happy Activist'. Bedenk met elkaar een initia- tief waar de wereld om je heen wat beter van wordt en jij wat blijer.

Opdracht 8

Duurzame invullingen

1 OF MEER OPDRACHT

allen

(15)

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14 www.globalgoals.org

of magneetje Global Goals Aan welke Global Goals zou jij willen wer- ken? Maak een keuze, stel prioriteiten.

Gebruik de stalen strip om de Global Goals op jouw volgorde van belangrijkheid of haalbaarheid aan te brengen.

Beargumenteer waarom.

1

2

3

4

Opdracht 9 Global goals

1 OF MEER OPDRACHT

alleen, daarna discussie in groepen

(16)

15

16

17

Mijn argumentatie waarom ik voor deze prioritering heb gekozen:

7. Donuteconomie

Inmiddels zijn we ons ervan bewust dat we in een Antropoceen tijdperk leven. Het Geologische tijdperk waarin wij als mens een schadelijke invloed hebben op het kli- maat en de atmosfeer. Dit vraagt ontwikkeling van een andere zienswijze op de relatie tussen mens en de natuur. Een leefomgeving in balans. Om samen te werken aan een betere toekomst voor iedereen, is het nodig om de Globale Goals in evenwicht met elkaar te realiseren.

Kate Raworth heeft met de introductie van de donuteconomie visueel inzichtelijk gemaakt hoe we meer verantwoording kunnen nemen voor onze planeet. In het tem- po waarin onze huidige consumptiemaatschappij zich ontwikkelt verbruiken we 4 wereldbollen. Terwijl er in onze samenleving nog steeds sprake is van tekorten en overschotten.

(17)

In de donuteconomie beschouwt Kate de aarde als één compleet systeem, dat bestaat uit meerdere ecosystemen. Door ecosystemen integraal te verbinden en natuur inclusief te bouwen kunnen we de natuurwaarde vergroten en klimaat proble- matiek proberen te hanteren.

Ecologie en economie moeten samengaan. Het donutmodel kan hier aan een bijdrage leveren om keuzes en integraliteit te bewerkstelligen.

De donut zelf is veilig, rechtvaardig en duurzaam. Hierbinnen produceert, consumeert en leeft iedereen zonder schade aan de natuur of klimaat toe te brengen. Er is vol- doende voedsel, werk, scholing, gezondheid en democratie. En we lenen maar één wereldbol.

Toelichting Donuteconomie

De binnenste ring van de donut is het sociale fundament, wat minimaal nodig is voor welzijn. In het gat binnenin zitten de tekorten.

De buitenring van de donut geeft het ecologische plafond aan voor een gezond eco- systeem, een duurzame economie en een samenleving in balans.

Daarbuiten treden verschijnselen als luchtvervuiling, klimaatverandering, uitgeputte bodem, etc op.

8. Donutspel

Door het Kans & Balansspel te spelen en keuzes te maken uit de aangereikte toege- paste oplossingen kun je zelf een integraal, natuurinclusief en klimaatadaptief model samenstellen, waarin de thema’s biodiversiteit, water, temperatuur, lucht en voedsel een plek krijgen. Het spel kan gespeeld worden op iedere locatie. Zo kun je samen kansen ontdekken en uitdagingen als hittestress, afname van biodiversiteit, luchtver- vuiling, voedselverspilling / productie en wateroverlast oplossen.

In de doos vind je het spelbord in 4 delen en 50 puzzelstukken met toe te passen oplossingen. Hiermee kun je met elkaar een "donut" samen stellen.

Meer weten?

Het boek: Donuteconomie, In zeven stappen naar een economie voor de 21ste eeuw van Kate Raworth, Uitgever Nieuw Amsterdam, EAN 9789046824795.

Uitzending van VPRO tegenlicht, www.vpro.nl

In de bewustzijnskoffer vind je een boekje met de titel ‘Natuurinclusief bouwen’ voor meer achtergrond informatie.

9. Uitleg Kans & Balans spel

Doel van het spel

Door het Kans & Balans spel te spelen en keuzes te maken uit de aangereikte toege- paste oplossingen kun je zelf een integraal, natuurinclusief en klimaatadaptief model samenstellen, waarin de thema’s biodiversiteit, water, temperatuur, lucht en voedsel een plek krijgen. Het spel kan gespeeld worden op iedere locatie. Zo kun je samen kansen ontdekken en uitdagingen als hittestress, afname van biodiversiteit, luchtver- vuiling, voedselverspilling / productie en wateroverlast oplossen.

Voorbereiding

In de schuifla vind je 50 puzzelstukken met toe te passen oplossingen om met elkaar een "donut" samen te stellen. Het spelbord vind je in vier delen in de koffer. Leg deze eerst vlak op de tafel tegen elkaar aan.

(18)

Spelregels

Met het bestuderen van de bewustwordingskoffer heb je door een andere bril naar de leefomgeving leren kijken. Gebruik je vernieuwde inzichten, ervaring en inspiratie.

Je kunt ook direct met dit spel beginnen. Speel het spel om samen de leefomgeving waar je je nu bevindt te verrijken. Stel doelen, maak keuzes en kies de juiste toege- paste oplossingen voor deze plek.

1. Spreek van tevoren een tijd af. Trek minimaal 30 minuten voor dit spel uit.

2. Speel dit spel met minimaal 3 personen. Maximaal 6-8 personen.

3. Bestudeer en sorteer de 50 puzzelstukken op de 5 thema's.

4. Bekijk de plek waar je je bevindt. Constateer kansen en mogelijkheden voor een leefomgeving.

5. Bespreek de kansen, overleg en maak een keuze. Er passen 16 puzzelstukken in de donut.

6. Leg de puzzelstukken met de afbeelding naar boven.

7. Bouw samen aan een klimaatadaptieve en natuurinclusieve leefomgeving.

8. Hoe slimmer je de combinaties van thema's kiest, hoe integraler je de leefomgeving verrijkt.

9. Als de "donut" is gelegd en de balans is gevonden, keer de puzzelstukken met de afbeeldingen om en bestudeer samen welke uitdagingen (of problemen) je hebt opgelost. Welk voelbare effecten je bereikt en voor wie of wat dit van betekenis is.

10. Wil je tot actie over gaan? Maak dan met deze bouwstenen een plan of ga direct tot uitvoering over!

Speel het Kans & Balans spel. Lees goed de uitleg door.

Opdracht 10

Kans & Balans spel

1 OF MEER OPDRACHT

Als groep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit moeten zorgen voor een meer gelijk speelveld op de Europese interne markt en zelfs in een mondiale markt, waardoor alle actoren in de waardeketen aan dezelfde ambitieuze

Circulaire economie: moet een hernieuwbare dimensie bevatten de overgang van de lineaire economie (‘ontginnen, maken, weggooien’) met eindige grondstoffen naar een economie

Het biedt veel kansen voor ondernemers door meer ketensamenwerking, minder grondstoffenverbruik en afval, toegang tot nieuwe grondstoffen uit afval....

2. Voor toetsing van de kwaliteit van CSR- en circulair beleid in de managementcyclus verwijst hij naar een geobjectiveerde werkwijze, afgeleid van ISO26000, COSO of ander

Voor de Nederlandse economie biedt een transitie naar een circulaire economie verschillende kansen: een grotere onafhankelijkheid van de import van grondstoffen, nieuwe

Sinds 2018 gebeurt er in Vlaanderen voor het eerst vrij uitgebreid onderzoek naar de impact van de transitie naar een circulaire economie op de werk- gelegenheid, onder andere in

De ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid en energie hebben gevolgen voor de manier waarop wij onze omgeving inrichten. We willen gebruik maken van de kennis en ideeën van

Dinsdag 27 november: Masterclass Circulaire Economie (kennissessie 2) Dinsdag 15 december: Masterclass Circulaire Economie (praktijksessie 1) Dinsdag 18 januari: