COMMISSIE VOOR DE
BESCHERMING VAN DE
PERSOONLIJKE LEVENSSFEER
ADVIES Nr 15 / 96 van 26 juni 1996 ---
O. ref. : A / 96 / 015 / 16
BETREFT : Voorontwerp van koninklijk besluit waarbij het "Centre hospitalier hutois"
wordt gemachtigd toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.
---
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 29;
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, gewijzigd bij de wetten van 15 januari 1990, 19 juli 1991, 8 december 1992, 24 mei 1994, 21 december 1994 en 30 maart 1995;
Gelet op de adviesaanvraag van 13 mei 1996 vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken, door de Commissie ontvangen op 24 mei 1996;
Gelet op het verslag van mevr. C. Jansen, Brengt op 26 juni 1996 het volgende advies uit :
AD95 - / 2 I. VOORWERP VAN ADVIESAANVRAAG :
---
De adviesaanvraag betreft een voorontwerp van koninklijk besluit waarbij het "Centre hospitalier hutois" wordt gemachtigd toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Het voorontwerp van koninlijk besluit steunt op artikel 5, tweede lid, a) van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Dit artikel bepaalt dat :
"De Koning, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ingesteld bij de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, kan bij in Ministerraad overlegd besluit: a) de toegang uitbreiden tot instellingen van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervullen; de Koning wijst deze instellingen nominatief aan;..."
De toegang wordt gevraagd voor de informatiegegevens bedoeld bij artikel 3, eerste lid, 1E tot 6E, 8E en 9E, en tweede lid, van voornoemde wet van 8 augustus 1983.
De doeleinden van de aanvraag zijn de identificatie van de patiënten en de inning van de bedragen, die deze laatsten of, in voorkomend geval, hun rechthebbenden, verschuldigd zijn voor de prestaties die werden verricht door het Centrum.
II. ONDERZOEK VAN HET VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT : __________________________________________________________________
Het "Centre hospitalier hutois" is een intercommunale vereniging die is opgericht onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Het wordt geregeld bij de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales, bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 5 november 1987 betreffende de intercommunale verenigingen waarvan het rechtsgebied de grenzen van het Waalse Gewest niet overschrijdt, alsook bij de bepalingen van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, in de mate dat deze bepalingen niet ontoepasbaar worden verklaard door de statuten van het "Centre hospitalier hutois".
Dit centrum kan beschouwd worden als een instelling van algemeen belang die, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, a) van de wet van 8 augustus 1983, met toestemming van de Koning toegang kan verkrijgen tot het Rijksregister.
Onderzoek van de doeleinden :
De Commissie sprak zich voordien al uit tegen de toegang van twee ziekenhuizen tot de informatiegegevens van het Rijksregister voor dezelfde doeleinden als diegene die aangehaald worden in de huidige aanvraag. De Commissie rechtvaardigde haar standpunt door de noodzaak tot het naleven van het proportionaliteitsbeginsel, zoals dit wordt vermeld in artikel 5 van de wet van 8 december 1992. Volgens dit beginsel mogen persoonsgegevens slechts verwerkt worden als ze, uitgaande van die doeleinden, niet overmatig zijn (zie advies nr. 08/92 van 16 juni 1992 betreffende het "Centre hospitalier universitaire de Liège" en advies nr. 08/96 van 3 mei 1996 betreffende het "Centre hospitalier Peltzer - La Tourelle").
AD95 - / 3 De gevraagde gegevens blijken, in casu, niet absoluut onontbeerlijk voor de uitvoering van opdrachten van algemeen belang die door het centrum worden nagestreefd, maar enkel nuttig voor de verbetering van het houden en het bijwerken van het patiëntenbestand en het terugvorderen van de door de patiënten verschuldigde bedragen.
De wetgever heeft het aantal overheden en instellingen die toegang werd verleend tot het Rijksregister willen beperken. Indien er een toelatingsvergunning bezorgd zou worden aan een dergelijk centrum, zou deze eveneens moeten worden toegekend aan alle ziekenhuizen van het land die een aanvraag zouden indienen, en dit overeenkomstig de gelijkheids -en niet- discriminatiebeginselen. Dit blijkt niet verenigbaar met het onderliggende idee van artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983, volgens welk slechts een bepaald aantal overheden en instellingen machtiging tot toegang zouden moeten hebben.
Om deze redenen acht de Commissie het noodzakelijk haar rechtspraak in deze zaak te bevestigen.
OM DEZE REDENEN,
Brengt de Commissie een ongunstig advies uit.
De secretaris, De voorzitter,
(get.) J.PAUL. (get.) P. THOMAS.