1
Duizeligheid
Duizeligheid
Met deze patiënteninformatie informeren we u over het ontstaan en de verschillende vormen van duizeligheid. Hierin kunt u lezen wat duizeligheid is, hoe het ontstaat en welke vormen van duizeligheid er zijn. Ook bespreken we wat er aan duizeligheid is te doen.
Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij.
Heeft u na het lezen van deze patiënteninformatie nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling Fysiotherapie. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar
beantwoorden uw vragen graag.
Deze patiënteninformatie is bestemd voor patiënten met duizeligheidsklachten. Hierin kunt u lezen wat duizeligheid is, hoe het ontstaat en welke vormen van duizeligheid er zijn.
Ook bespreken we wat er aan duizeligheid is te doen. Deze patiënteninformatie is een gemeenschappelijke uitgave van de polikliniek KNO, polikliniek Neurologie en afdeling Fysiotherapie van Tergooi.
Wat is duizeligheid?
Iedereen is wel eens duizelig geweest. Toch is het moeilijk het begrip duizeligheid te omschrijven. In het algemeen verstaan we onder duizeligheid het gevoel dat u beleeft wanneer de relatie tot de ruimtelijke omgeving is verstoord.
Normaal gesproken krijgt ieder mens voortdurend informatie over de ruimte om zich heen en over de positie die het lichaam daarbinnen inneemt. Die informatie is afkomstig van de volgende zintuigsystemen.
De evenwichtsorganen. Het evenwichtsorgaan is gelegen in het rotsbeen en vormt 1.
met het binnenoor het slakkenhuis. Het evenwichtsorgaan is gevoelig voor de stand
2
van het hoofd en voor veranderingen van de bewegingssnelheid van het hoofd.
Het tweede belangrijke zintuig dat onze oriëntatie beïnvloedt, is de ogen. Dit weet 2.
iedereen uit eigen ervaring: als je de ogen sluit, is lopen of stilstaan moeilijker.
Ten slotte beschikken we over het zogenoemde ‘diepe’ gevoel in spieren en pezen.
3.
Vooral de signalen uit de benen en de nek geven informatie over de stand van het lichaam en van het hoofd ten opzichte van het lichaam.
Al deze informatie – van de evenwichtsorganen, de ogen en het diepe gevoel – wordt verwerkt in de hersenstam en de kleine hersenen. Vandaaruit gaan prikkels naar de
spieren van het lichaam, zodat we houding en evenwicht kunnen aanpassen en bewaren. Er gaan ook signalen met informatie naar de grote hersenen waar het bewustzijn zit. Wanneer daar verkeerde of nog niet bekende signalen binnenkomen, ontstaat het gevoel van
duizeligheid. Duizeligheid is dus de ervaring van een gevoel, dat op zichzelf – net zoals pijn – niet kan worden gemeten.
Van pijn weten we vaak waar het vandaan komt. Van duizeligheid meestal niet, en dat maakt het zoeken naar de oorzaak van de klacht soms erg lastig. De drie meest
voorkomende vormen van duizeligheid zijn:
de Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid (BPPD);
de cervicogene duizeligheid;
de ziekte van Menière.
Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid (BPPD)
BPPD is een vorm van draaiduizeligheid. De klachten bestaan uit telkens terugkerende, kortdurende aanvallen van draaiduizeligheid. Een aanval wordt uitgelokt door het hoofd in een bepaalde richting te draaien. Het omdraaien in bed, achterover gaan liggen of overeind komen, bukken, opzij en omhoog kijken en dergelijke zijn uitlokkende momenten die draaiduizeligheid veroorzaken. Het kan soms enkele seconden duren voordat de
duizeligheid na het omdraaien begint. Tijdens een aanval ziet de persoon met BPPD de omgeving om zich heen draaien en heeft hij/zij moeite om in balans te blijven. De klachten kunnen in de beginfase zeer hevig zijn, waarbij ook misselijkheid kan optreden. De
klachten zijn vaak ’s ochtends het hevigst en door gewenning kunnen zij in de loop van de dag of na een aanval afnemen. BPPD is de meest voorkomende vorm van duizeligheid. Het komt voor vanaf de jongvolwassen leeftijd. De meeste mensen met BPPD bevinden zich in de leeftijdsgroep van vijftig tot zeventig jaar. BPPD is een onschuldige maar lastige vorm van draaiduizeligheid die meestal na verloop van tijd weer overgaat.
Waardoor ontstaat BPPD?
Ieder mens heeft achter elk oor een evenwichtsorgaan. Elk evenwichtsorgaan heeft drie halfcirkelvormige kanalen welke met elkaar in verbinding staan met een ’vliezig zakje’. De kanalen en ’het vliezig zakje’ zijn gevuld met vloeistof. Bij BPPD drijft een soort gruis in het achterste halfcirkelvormige kanaal van één of beide evenwichtsorganen. Hierdoor raakt de functie van het evenwichtsorgaan gestoord.
3
Wat is eraan te doen?
Voor BPPD bestaat een oefenprogramma van veertien dagen.
Herhaal elke oefening vijf keer.
Houd elke stand tien seconden vast.
Doe dit twee keer per dag.
Houd de ogen open tijdens het oefenen.
Cervicogene duizeligheid
Cervicogene duizeligheid wordt veroorzaakt door de stand van de cervicale wervelkolom en de stand van het hoofd. De klachten kunnen ontstaan door een trauma van de nek, artrose of spierspanning. Via
spierspoelen in de nek wordt onder meer informatie gegeven aan het hele evenwichtsstelsel.
Oefenprogramma cervicogene duizeligheid, stapoefeningen
Kleine stapjes zetten, op één lijn stappen, dat wil zeggen de hiel tegen de tenen zetten.
Idem en klein ’ja’ knikken.
Idem en klein ’nee’ schudden.
Idem en groot ’ja’ knikken.
Idem en groot ’nee’ schudden.
Het is de bedoeling dat u minstens veertien dagen oefent. De oefeningen voert u twee keer
4
per dag met de ogen open uit, vijf minuten per keer.
Ziekte van Menière
Voor de ziekte van Menière is geen speciaal oefenprogramma, wel adviseren we u hier goed rust te nemen en voor weinig hypertonie (spierspanning) te zorgen in het nek-, schouder- en hoofdgebied.
Tot slot
Als u nog vragen heeft, kunt u tijdens kantooruren telefonisch contact met ons opnemen via de afdeling Fysiotherapie, T 088 753 14 50. Neemt u bij problemen buiten kantoortijd contact op met uw huisarts.
Contact
Neurologie - Polikliniek T 088 753 12 50 F 088 753 12 58 klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur
Verpleegafdeling - Neurologie/Neurochirurgie B26 T 088 753 22 05
24 uur bereikbaar