• No results found

De raad besluit de “Tweede wijziging Legesverordening 2015” vast te stellen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De raad besluit de “Tweede wijziging Legesverordening 2015” vast te stellen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Agendapunt : 07.

Voorstelnummer : 03-014

Raadsvergadering : 5 maart 2015

Naam opsteller : Dimitri Druiven

Informatie op te vragen bij : Dimitri Druiven tst. 269 Portefeuillehouder(s) : R. Zeeman

Zaaknummer : BB15.00006

Registratienummer : RAAD140236

Onderwerp: Vaststelling "Tweede wijziging Legesverordening 2015"

Aan de raad,

Beslispunt: − De raad besluit de “Tweede wijziging Legesverordening 2015” vast te stellen.

1. Waar gaat dit voorstel over?

Aan uw raad wordt voorgesteld de “Tweede wijziging Legesverordening 2015” vast te stellen.

Hierdoor wordt het mogelijk om een tijdelijke vrijstelling te hanteren voor de heffing van leges voor omgevingsvergunningen voor bestaande bebouwing op het strand.

Eerder besluit:

In januari 2014 is het “Toetsingsbeleid Bouwbesluit voor bebouwing op het strand” door het voorgaande college vastgesteld. Door dit besluit is het mogelijk geworden om

omgevingsvergunningen af te geven voor alle bestaande bebouwing op het strand. Het is de bedoeling dat in 2015 voor alle bestaande bebouwing een omgevingsvergunning wordt aangevraagd en afgegeven.

Om uitvoering te geven aan dit besluit zijn alle eigenaren van de bestaande bebouwing geïnformeerd. In de voorbereiding op dit traject is gebleken dat de huidige legesverordening niet kan worden gehanteerd. Toepassing van de bestaande tarieven zou leiden tot een onredelijke en onbillijke heffing. Om deze reden is onderzocht in hoeverre een aanpassing van de Legesverordening wenselijk zou zijn. Het hanteren van een vrijstelling wordt daarbij als beste optie geacht zoals blijkt uit onderstaande weergave van de mogelijke opties.

Bestaande tariefstelling:

Conform de Legesverordening bedraagt het tarief voor de aanvraag van een omgevingsvergunning een percentage van de nieuwbouwkosten. De aard, leeftijd,

bouwkundige omstandigheid en diversiteit in de aanwezige bebouwing maakt het eenduidig vaststellen van de nieuwbouwkosten echter onmogelijk. Daarbij bestaat er geen

normenkader voor nieuwbouwkosten waar aan getoetst kan worden zoals dit voor meer reguliere bouw wordt gehanteerd. Hierdoor kan willekeur ontstaan waardoor geconcludeerd kan worden dat een evenredige heffing conform de Legesverordening niet mogelijk is.

Begunstigende tariefstelling:

Zoals omschreven is het eenduidig bepalen van de nieuwbouwkosten niet mogelijk. Om deze reden zou gedacht kunnen worden aan een aparte tariefstelling. Bijvoorbeeld een vast tarief per aanvraag of gebaseerd op het aantal vierkante of kubieke meters. Ook hierbij kan gelet op de aard, leeftijd, bouwkundige omstandigheid en diversiteit in omvang van de aanwezige bebouwing een onevenredige heffing ontstaan.

Pagina 1 van 3

(2)

Vrijstelling:

Gelet op de eerder genoemde opties kan het opnemen van een vrijstelling als oplossing met de minste juridische risico’s gelden. Voor het opnemen van een vrijstelling dient echter wel een objectieve rechtvaardiging aanwezig te zijn. Deze rechtvaardiging is gelegen in de noodzaak om het eerder genoemde “Toetsingsbeleid Bouwbesluit voor bebouwing op het strand” vast te stellen. Door het vaststellen van dit beleid wordt bekrachtigd dat

bebouwingssituatie op het strand dusdanig van de rest van de gemeente afwijkt dat een verbijzondering valt te rechtvaardigen. Als tweede argument kan worden aangevoerd dat er door de gemeente jarenlang geen maatregelen zijn genomen om een eenduidige

vergunningverlening mogelijk te maken.

Benadrukt wordt dat de voorgestelde vrijstelling alleen van toepassing is op het verlenen van vergunningen voor de bestaande situatie als in 2014. Nieuwbouw en wijzigingen worden getoetst aan de normale regelgeving en worden belast conform de reeds geldende tariefstelling. Naar verwachting worden alle benodigde vergunningen voor de bestaande bebouwing in 2015 verleend. De voorgestelde vrijstelling wordt dan ook niet meer opgenomen in de Legesverordening 2016.

2. Wat besluit de raad/wat krijgt de raad als hij “ja” zegt?

De raad stelt de “Tweede wijziging Legesverordening 2015” vast.

De wijziging heeft tot gevolg dat een tijdelijke vrijstelling voor de heffing van leges voor het aanvragen van omgevingsvergunningen voor bebouwing op het strand wordt opgenomen.

3. Waarom wordt dit onderwerp nu aan de raad voorgelegd?

raadsbevoegdheid:

kaderstellend:

4. Wie heeft er allemaal met de beslissing van de raad van doen?

Na vaststelling treedt de wijzigingsverordening met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2015. Alle in 2015 ontvangen aanvragen voor omgevingsvergunningen voor strandbebouwing zullen hierdoor zijn vrijgesteld voor de heffing van leges voor zover deze betrekking hebben op de bebouwingssituatie als in 2014.

Regionale samenwerking

komt hier niet voor in aanmerking omdat: de heffing van leges een zelfstandige bevoegdheid van de gemeente is. Opgemerkt wordt dat de gemeente Castricum een gelijksoortige vrijstelling heeft opgenomen in de Legesverordening.

Burgerparticipatie: nee, zonder overleg met adviseurs burgerparticipatie

Externe communicatie: ja

In een publicatie van het digitale gemeenteblad wordt bekend gemaakt dat de

wijzigingsverordeningen zijn vastgesteld. Tevens wordt dit verwerkt op overheid.nl. De eigenaren van de strandbebouwing worden individueel geïnformeerd.

Extern overleg gevoerd met: Eigenaren strandbebouwing

Pagina 2 van 3

(3)

5. Waaruit bestaan de andere mogelijkheden om het doel te bereiken? N.v.t.

6. Wanneer wordt de beslissing van de raad uitgevoerd, gerealiseerd en wanneer wordt de raad daarover gerapporteerd?

Na bekendmaking van de wijzigingsverordening treedt deze in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2015.

7. Welke middelen zijn met dit voorstel gemoeid?

Door het toepassen van de vrijstelling zal naar verwachting voor 50 vergunningsaanvragen geen leges worden geheven. In de programmabegroting 2015 is geen rekening gehouden met opbrengsten leges door verlening van vergunningen voor strandbebouwing. Het toepassen van de vrijstelling zal dan ook geen effect hebben op de geraamde opbrengst.

Zijn er externe subsidiebronnen en welke zijn dit?

overige risico’s: geen.

8. Waarom moet de raad dit besluit met deze mogelijke oplossing nemen?

Door het nemen van dit besluit wordt een onevenredige en onbillijke heffing voorkomen.

Daarbij wordt bijgedragen aan de wens van het college om de bestaande strandbebouwing te formaliseren middels verleende vergunningen.

Bijlagen:

1) Raadsbesluit "Tweede wijziging Legesverordening 2015";

2) Collegebesluit 20 januari 2014 “Toetsingsbeleid Bouwbesluit voor bebouwing op het strand”

Bergen, 20 januari 2015 College van Bergen

H.G.T Brouwer drs. H. Hafkamp

secretaris burgemeester

Pagina 3 van 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2.5.1.3 Indien de teruggaaf, bedoeld in de onderdelen 2.5.1.1 en 2.5.1.2, betrekking heeft op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedoeld in hoofdstuk 2.8,

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het (illegaal) vellen (kappen) of (illegaal) doen vellen (kappen) van houtopstand, waarvoor

2.1.3 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt1.

Agendapunt 8: Voorstel betreft het vaststellen van de gewijzigde concept Nota ‘Strand voor iedereen’ en de Nota van inspraak... Agendapunt 9: Voorstel betreft het vaststellen van

De nieuwe maximumtarieven zijn geldig per 1 januari 2015. Om de gewijzigde tarieven voor de leges te kunnen heffen dient uw raad de “Eerste wijziging Legesverordening 2015” tijdig

Vergelijking bestaande en voorgestelde tarieven zoals vermeld in het voorstel tot “Eerste wijziging Legesverordening 2015”.. Hoofdstuk 2 Reisdocumenten Was

€ Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van