• No results found

Zwitserland zomerkamp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zwitserland zomerkamp"

Copied!
76
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

zomerkamp 10 tot 24 juli 2006

Zwitserland

(2)

2

Inhoud

Inleiding ... 3

Terugblik van de voorzitter ...4

Gebiedsbeschrijving ...5

Kroniek van het KNNV kamp Disentis...6

Meer dan tien… ...10

Vlinderen in Disentis...11

Vogelwaarnemingen in Disentis 1 ...12

Paddenstoelen...13

Rhyssa persuasoria...15

Het Concert ...16

Wandeltocht rondom Stagias ...17

Zondagavond 16 juli 2006 ...18

Schatjes van de Passo du Lucomagno ...20

Tekenexcursie ...21

Bonte-avond-lied ...22 Bijlagen:

1 Excursie overzicht 2 Waarnemingen planten

3 Toelichting planten en vegetaties excursie nr. 8, 14 juli 2006 4 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel 14 juli 2006 bew formatie 5 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel 14 juli 2006 bew ecologie 6 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel A 14 juli 2006

7 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel B 14 juli 2006 8 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel C 14 juli 2006 9 Waarnemingen vlinders

10 Waarnemingen vogels 11 Waarnemingen overig

12 Deelnemers

Foto voorpagina: P.G.

(3)

3

Inleiding

Dit verslag is een weergave van de sfeer, de natuurbeleving en het natuuronderzoek tijdens het KNNV-zomerkamp nummer 8-1 2006, periode 11 tot en met 24 juli. Bestemming Camping TCS Fontanivas te Disentis in Graubünden, Zwitserland. Aan het kamp werd deelgenomen door 20 volwassenen en 2 jongeren. Het kampbestuur bestond uit: Gerard Verroen voorzitter, Herman ten Grotenhuis administrateur, Hans Fortuin en Sytse Tjallingii excursieregelaars.

In het verslag

Gerard V. geeft aan hoe het was om voorzitter te zijn van Disentis 1. Hans beschrijft het

kampeergebied. Marlies maakte een kroniek van het kamp. Gerard H had Gerard V iets beloofd en dat leverde zijn “Meer dan tien….” -

beschrijving van orchideeën op. We kijken terug met Sytse naar de vogels. Bert wijst ons op de bijzonderheden van de paddenstoelen. Klaske en Herman omschrijven Disentis 1 als een feest voor vlinderaars. Frouke geeft een beschrijving van de sluipwespen op de camping.

Hans vatte zijn indrukken van het kamp samen in een gedicht. Peter maakte een sfeerverslag van de Stagias-excursie. Marlies noteerde wat we deden op de zondag dat er volgens het programma niets gedaan werd. Gerard H. neemt ons mee op speurtocht naar “zijn schatjes”. Een tekenexcursie is een aanrader schrijft Marlies.

Van “De familie Bakker” is het Boven-in-de- bergen-lied dat ze voor de bonte avond hebben gemaakt.

In de bijlagen

In de bijlagen zijn het excursie overzicht, de waarnemingstabellen en de deelnemerslijst te vinden.

De plantenlijst is gecontroleerd en aangevuld door Hans en Jan. Toegevoegd heb ik nog de waarnemingen van het 2e kamp in Disentis. De lijst is daardoor uitgebreid met 96 soorten. Van de hand van Peter zijn 5 vegetatietabellen met toelichting.

Klaske en Herman zorgden voor de vlinderlijst.

De tekeningen zijn van Marlies (met

uitzondering van de 3 portretten op blz 18).

Wies Nijhuis November 2006

(4)

4

Terugblik door de voorzitter

Het was een genoegen om voorzitter te mogen zijn van dit kamp. Een prima administrateur, twee uitstekende excursieregelaars en een kleine, maar zeer gevarieerde groep deelnemers maakten het voorzitterschap gemakkelijk.

Achteraf heb ik mij afgevraagd of er wel een voorzitter nodig was, want alles liep op rolletjes.

Tekenend voor dit kamp vond ik de laatste kampdag: eerst met z'n allen een bergwandeling van een halve dag maken, tegen het eind van de middag met z'n allen naar een verderop in het dal gelegen restaurantje lopen - toch een dik half uur wandelen - en daar gezamenlijk eten, met na afloop weer de wandeling terug naar het kamp. En of dat niet genoeg was, vervolgens nog samen de rest van de avond doorgebracht met koffiedrinken en napraten.

Het begin van het kamp was nog wat stram: ten eerste waar zet ik mijn tent neer, of in dit geval, waar mag ik mijn tent plaatsen. De camping beheerder had ons nadrukkelijk de begrenzing van 'ons' terrein aangegeven, en iedereen wilde in de kring naast, en dus niet voor, elkaar staan.

Gevolg: passen en meten, hier en daar een tent verzetten, en soms zelfs de aangegeven grens overschrijden. En ja, dan die zon! Natuurlijk is het heerlijk om mooi zomerweer te hebben in je vakantie. Maar als je om 7 uur al uit je tent gebrand wordt door de zon, die bovendien pas tegen 19 uur achter de bergen verdwijnt en al die tijd je tent verwarmt, dan is het te begrijpen dat sommigen daar een probleem mee hebben.

Op het terrein zelf was geen schaduw, wel onder de bomen naast het kampeerveld: daar was het overdag dus behoorlijk druk. In mijn logboek begint elke dag met een typering van het weer en dat was in deze vakantie iedere dag hetzelfde, namelijk 'een zonnige, hete,

(zomer)dag'. Pas de laatste dagen volgde dan 'onweersdreiging in de namiddag'. En toch moesten we gebruik maken van de convo, namelijk tijdens de bonte avond op de

voorlaatste kampdag! Het bleef maar regenen en onweren die avond.

Heerlijk was het om na een excursie even het 'zwembad' in te kunnen gaan. Dit bergmeertje op de camping wordt gevoed door een uit de bergen komende beek (=smeltwater) en de watertemperatuur was aanvankelijk laag. Maar elke dag werd het water warmer, en op de laatste vakantiedag kon ik toch ruim een half uur in het water blijven. Hoe dan ook, ik friste er steeds heerlijk van op. Andere deelnemers gingen soms met stoel en al in de langs ons

terrein stromende Vorderrhein zitten, voeten in het water, koud biertje in de hand.

En dan de excursies. Zoals gezegd twee excursieregelaars hadden we, en die hadden hun huiswerk goed gemaakt. Als we alle excursiemogelijkheden af wilden werken, hadden we nog eens twee weken nodig heb ik van hen begrepen. En daarbij was dan nog geen rekening gehouden met de uitgebreide

excursiemogelijkheden aan de zuidelijke kant van de Lukmanierpas, in het kanton Tessin! Dit hebben de deelnemers aan dit kamp zelf ontdekt, en prompt werden ook daar enkele excursies geregeld.

Al met al hebben we een groot gebied rondom Disentis bekeken, en dat heeft gezorgd voor een grote variatie in de excursies, zowel horizontaal (tot 25 km van het kamp), als vertikaal (tot zo'n 2700 meter hoogte).

Ook over de opbouw was nagedacht: de eerste dag niet teveel omhoog, maar wennen aan de omgeving en de bergen. Daarna elke dag wat hoger en moeilijker, met als letterlijk hoogtepunt de tweedaagse huttentocht.

foto: I.A.

Ook dit kamp was er weer volop aandacht voor de natuur: de plantenwereld (en ook de

orchideeënwereld*) werd uitvoerig bestudeerd, en 's avonds werden de vegetatieverschillen toegelicht (kalkrijk, kalkarm, zuur milieu), de insektenwereld werd bewonderd (met voor sommigen als hoogtepunt de op ons kamp rondvliegende grote weerschijnvlinder en de keizersmantel, die beiden op onze schouder of hand kwamen zitten), de paddestoelen die we vonden werden bekeken en waar mogelijk benoemd, de geologie van het gebied werd in een avondlezing toegelicht.

Voor mij was dit een zeer geslaagd kamp.

Gerard Verroen

*) Volgens G.H. dient tussen beide ‘werelden’ een onderscheid gemaakt te worden

(5)

5

Gebiedsbeschrijving

Disentis ligt in het westelijke puntje van het kanton Graubunden in Zwitserland aan de bovenloop van de Rijn (Rein anteriur). Deze heeft een ongeveer west-oost lopend dal uitgeslepen dat naar het noorden, westen en zuiden begrensd wordt door gebergte dat hoogten bereikt van meer dan 3000 m en waar verscheidene gletsjers op liggen. Disentis is vanuit oostelijke richting bereikbaar via het dal en vanuit westelijke en zuidelijke richting via passen, resp. de Oberalppass en de

Lukmanierpass. Vanuit het noorden is alleen te voet via (hoge) passen toegang mogelijk.

Geologisch gezien en globaal genomen bestaat de westelijke uitstulping van Graubunden, waar Disentis in ligt, uit twee granietische massieven. Direct noordelijk van de Rijn het Aarmassief en zuidelijk het

Gotthardtmassief. Tussen deze massieven en direct zuidelijk van de Rijn zijn twee andere, qua gesteente afwijkende ‘massieven’

ingeklemd, het Tavetscher Zwischenmassief en de Urseren-Garverazone. Vooral deze laatste twee zijn als gevolg van de alpiene plooiing, die een gevolg was van het botsen van een zuidelijk 'aanstormende' aardschol op een noordelijke, sterk geplooid en soms, zoals

in het veld op enkele plekken goed te zien was, versplinterd en vergruisd.

Het gesteente, dat voornamelijk een

granietische herkomst heeft en uit zeer oude tijden stamt, is i.h.a. zuur van karakter, wat zijn weerslag heeft op de er groeiende planten.

Vooral noordelijk van de Rijn is dat te merken.

Zuidelijk, zeker in de omgeving van de Lukmanier pas en langs het dal van de Medel komen ook basische en soms kalkhoudende gesteenten uit minder veraf gelegen perioden aan de oppervlakte met de bijbehorende flora.

Zoals meestal in de bergen zijn de flanken begroeid met naaldbos, dat geëxploiteerd wordt. Langs het riviertje de Flem, bij Brigels is nog een stukje oernaaldwoud te vinden.

Hogerop komt men in al dan niet beweide en minder steile bergweiden terecht. Hier komen ook enkele natuurlijke meren voor, zoals bijvoorbeeld, bij de Oberalppas, de Tomasee waar de Rijn aan zou ontspringen. In de omgeving van deze meertjes, maar ook op andere vlakke plaatsen hebben zich veentjes ontwikkeld. Bij de Oberalp- en de

Lukmanierpas zijn ook stuwmeren aanwezig.

Hans Fortuin

(de rode blokjes slaan niet op ons kamp)

(6)

6

Kroniek van het KNNV kamp Disentis, 11 – 24 juli 2006

Samengesteld en op de bonte avond voorgelezen door Marlies Tjallingii

Dinsdag 11 juli

De eerste dag

Kennismaken met de omgeving Vanuit het kamp naar Cavardiras Zittend op het terras van Pign Padua Naast planten, vlinders en vogels Ook kerken en kapellen

Zingen

Akoestiek: hoe klinkt dat Anthonius van Padua Met kind op de arm

De onthoofde heilige Placidius in de kloosterkerk Wat zou het verhaal zijn?

Woensdag 12 juli De tweede dag

Een grote tocht op weg naar Alp Lupegna Een tweesprong leidt tot verwarring Peter was verdwenen

Sytse loopt terug Is hij in zwijm?

Of gaat hij zijn eigen weg?

Bovenop de berg zitten we in de schaduw Onder een 5-stammige den, indrukwekkend Ans is ons kwijt

Ze was al bij het kruis

Met fluiten en roepen komen we elkaar weer tegen Ook horen we de “Alpenkruispieper”

Zo ontstaan de namen van planten en dieren De afdaling is warm en vermoeiend

Ik heb knikkende knieën.

Donderdag 13 juli Derde dag De lunchpauze

Na een enorme klim tegen een grashelling op Was dit een deel van de afspraak:

Zo’n steile hete klim

Zonder pad, met zweten en hartkloppen

We verkoelen ons met de voeten in een waterbak

Het water is zo koud dat we alleen even er in gaan en dan meteen weer er uit!

Op de terugweg zien we 100-den erebia’s En het plakkaat zonnedauw

Een prachtige tocht

’s Avonds om 9 uur beginnen de juni-kevers Rond onze oren te zoemen

Ik ontdek dat er naast mei-kevers ook juni- en juli-kevers zijn.

Ze zijn erg verschillend van elkaar

We hebben tot nu toe steeds actieve juni-kevers gehad om deze tijd.

Als ze vlakbij mijn oren zijn, hoor ik een heel laag gezoem of gebrom

We hebben veel vlinders gezien op het weggetje Ze zaten op elkaar

Wat is daar te vinden?

Klaske: “Als ze op elkaar zitten, komen er volgend jaar kleine vlindertjes”

Oh ja?!

(7)

7 Vrijdag 14 juli

De Vierde dag

We gaan met 4: Jan, Ingrid, Sytse en Marlies met de gondel in Disentis

Eigenlijk gaan we achter de groep aan Die de dag er voor is geweest.

We hebben geluk: om 10.15 is er een stoeltjes lift omhoog We lopen de Muotta op.

Sneeuwvelden met soldanella’s

Prachtige paarse kleine klokjes met franje Een pad over de top

Links en rechts uitzicht in de verte en naar beneden Hier en daar grote keien!

foto: I.A.

Zaterdag 15 juli voor mij een dag die gedenkwaardig is:

de verjaardag van mijn moeder en mijn broer De vijfde dag

De hele groep gaat naar de Oberalppass

Gesplitst in twee groepen: een rondwandeling naar de Camut Belangrijke vraag:

Kruip je genietend of geniet je kruipend Ben ik een kruiper of een doorloper Na een kwartiertje gaan we pauzeren Zegt Peter, teruglopend om een uur of een.

Of we nu snelle genieters zijn Of langzame genieters

Tijdens het einde van de lunch haalt de eerste de tweede groep in De vanille orchideeën zijn fantastisch.

Zondag 16 juli Zesde dag Rustdag

Dat dacht je maar

Snoept de groep nu de mooie excursies op Van de volgende week?

De Lukmanierpas is een gewild excursiedoel Maandag verder

Sytse en ik treffen Peter bij Pign Padua Waar we een knickebocker royal eten MMM!

We zijn naar Cavardiras gelopen Treffen in het pension de eigenaars aan die trots de kamers laten zien.

Misschien toch nog iets om zondag de 23ste te eten met de hele groep?

Prachtig rondje bij de choc foto: P.G.

Maandag 17 juli Dag zeven

Op weg naar Aquacalda 12 kilometer Een wandel excursie, die deels kruipt Prachtige vergezichten

Een warm meer

Met sneeuw en soldanella’s

(8)

8 Moeilijke afdaling

Frouke kust het gras met de neus, een meneer zegt:

“Ihre Begeleiterin ist gestürzt”

Toch houdt ze goed vol en komt ook naar beneden.

Dinsdag 18 juli Dag acht

Weer naar de Lukmanierpass Wandeling 4 naar Dötra Wat een bomen die Arves

Met 5 naalden als een bosje bijeen Indrukwekkende wortelstelsels

En door eekhoorns aangevreten Arve appels Bij de choc vraagt Jan

“Hebben jullie ook kwartels gehoord?”

Gerard vraagt: “Wat zeg je?” duidend op: zo doof als een kwartel Woensdag 19 juli

Dag negen

Gerard Verroen gaat weer naar de Lukmanier pas met schatkaart Om de chamorchis te vinden

Hij vindt er meer dan één en

Maakt een nieuwe schatkaart voor Gerard Harteveld met een D op het eind

de D van Dinslage

Woensdag 19 en Donderdag 20 juli Dag negen en tien

Met 7 mensen op huttentocht Het is een prachtige tocht

Het geeft ons de mogelijkheid om ’s middags nog een extra tocht te maken

’s Avonds eten we samen een heerlijk maal,

daarna vermaken we ons met het tekenen van portretten Of dat nu lijkt is niet zo belangrijk

Prachtige uitzichten op de passen

Terugtocht op donderdag is niet zo gemakkelijk als gedacht, Toch hadden we dat allemaal al berekend: 700 meter dalen

Vrijdag 21 juli Dag elf

Kring onder de paraplu’s

Voorzitter vindt het punt zonder plu Een glanskop, volgens Willie, staat goed!

Tocht naar het oerbos, zonder boswachter, die wordt pas weer in september actief

Dan maar zelf de berg op naar het bos!

Zaterdag 22 juli foto A.H.

Dag twaalf

Teken excursie in Mompé Medel

De anderen alweer naar de Lucmanierpass Prachtig om te zitten in zo’n klein en rustig dorpje

Heerlijk ontspannen en meteen wat mijmeren over de bonte avond Sytse en ik ’s middags op weg naar het sportcentrum

(9)

9 Maarten is de eerste in de Ronde van Quinhai Lake in China op 1’’

voorsprong

Morgen is de laatste etappe Iedereen leeft mee!

De bonte avond

We eten met elkaar, van half zes tot half elf Dan nog één dag

De mooiste excursie als allerlaatste En dan afscheid op maandag

We boften met het weer op deze hoogte

Meegenieten met de familie Tjallingii foto: W.N.

Zondag 23 juli Dag dertien

We gaan met de hele groep Langs de Vorderrhein

Allemaal lopend omhoog naar Mompé Medel

Vanuit het kampterrein nog een excursie die we nog niet maakten.

In het dorpje bezoeken we het kerkje

We zingen (voor de akoestiek, voor onszelf of/en elkaar) en zijn stil De laatste dag van dit KNNV kamp

Veel geleerd en gedeeld in deze groep van 22 actieve vakantie houders Maandag 24 juli

Dag veertien

We ruimen de tenten op, zetten ze op een andere plek of nemen ze mee in de auto

Ieder gaat weer zijns of haars weegs Tot een volgende keer

Marlies Tjallingii

Getypt en gedeeltelijk nog aangevuld op 14 augustus 2006

foto: Herman Verschuren, kamp 2

(10)

10

….

door Gerard Harteveld

Belofte maakt schuld.

Veel soorten orchideeën mochten we niet verwachten in dit westelijke stuk van Graubünden. De

verspreidingskaarten in de thuisgeraadpleegde “Die Orchideeëen der Schweiz und angrenzender Gebiete”

temperden ons enthousiasme vrij snel. Als er meer dan tien soorten orchideeën gevonden werden, zou ik daar een verslagje van doen, beloofde ik de voorzitter. Het was een uitdaging die de teller pas bij de achttien stopte, waarmee we best voldaan zijn.

Vooral de tweede week toen het onderzoeksterrein verlegd werd naar het meer zuidelijk gelegen, kalkrijker gebied rond en ten zuiden van de Lukmanierpass, nam de variëteit aan soorten toe.

Het is ook daar dat we de

Chamorchis alpina (Dwergorchis) vonden op 16 juli op de Lukmanierpass 1940 m: één solitair polletje op het tunneldak en een twintigtal bij elkaar zo’n tien minuten lopen zuidelijker. (Over de zoekacties staat een apart stukje elders in het verslag.) Een van de

hoogtepunten omdat hij niet echt gemakkelijk te vinden is en niet talrijk. Makkelijker te vinden was de

Coeloglossum viride (Groene nachtorchis) Lukmanierpass 1940 m die op het tunneldak en bijna vanuit de auto op de parkeerplaats bij het hotel waar te nemen was. Daar werd eveneens de

Nigritella nigra (Zwarte vanilleorchis) op 16 juli prachtig in bloei in flinke aantallen aangetroffen. Met de Luftseilbahn naar Caischavedra op 1860 m was hij ook.

Aanvankelijk vergeefs op zoek naar Gerard Verroens vindplaats van de Dwergorchis vonden we op 20 juli op wandeling 3 *) een prachtexemplaar van de niet zo veel voorkomende

Nigritella rubra (Roze vanilleorchis). In sommige boeken als een ondersoort van de N. nigra beschouwd, hoewel hij twee weken eerder bloeit en er duidelijke vormverschillen zijn in de petalen en de lip.

N. nigra, de naar boven gerichte lip is driehoekig De petalen zijn half zo breed als de sepalen

N. rubra, lip naar boven gericht, eivormig, aan de basis ingesnoerd en zakjesvormig opgerold.

De petalen zijn even breed als de sepalen.

Op de camping bloeide al gauw een Epipactis helleborine (Brede wespenorchis). Later troffen we meer exemplaren aan van deze vrij algemene soort die forse afmetingen kan hebben.

*)Naturkundliche Wanderwege des Lucomagno

De tweede week werden de eerste waarnemingen van de fraaie, paarsrode, harige

Epipactis atrorubens (Bruinrode wespen-orchis) gemeld o.a. ten zuiden van de Lukmanierpass (Alto Pertusio) op 18 juli. Van de Handekenskruiden vonden we de vaak de

Dactylorhiza fuchsii (Bosorchis) op diverse locaties in rijke kleurschakeringen. De stevige

Dactylorhiza majalis (Brede orchis) in een moerassig plasje bij Alpe Casacca, op 18 juli, bij tientallen, vaak al wat gedeeltelijk uitgebloeide exemplaren. De derde Dactylsoort, de

Dactylorhyza incarnata (Vleeskleurige orchis) was o.a. ook daar ten zuiden van de Lukmanierpass (Alto Pertusio), langs het riviertje Brenno, op 18 juli. Al waar eveneens veel, fraaie

Gymnadenia conopsea (Grote muggenorchis) stonden. eerder gevonden bij de Bergluftseilbahn Dusentis, op 9 juli. Verder weg moesten we reizen voor dat ene exemplaar van de

Gymnadenia odoratissima (Welriekende

muggenorchis) dat stond te pronken in het gedempte licht van het bos bij Brigels op 20 juli. Vlakbij stond de al bijna uitgebloeide

Neottia nidus-avis (Vogelnestje) en een solitaire Platanthera chlorantha (Bergnachtorchis). Aan de rand van Disentis stond de verwante

Platanthera bifolia (Welriekende nachtorchis). De algemeen voorkomend, maar vaak voorbijgelopen

Listera ovata (Grote keverorchis) ontbreekt niet op de waarnemingenlijst. Het enige Standelkruid dit kamp was de

Orchis Ustulata (Aangebrande orchis) bij Dötra op 1749 m. op 14 juli. Vlak naast hem stond verrassend een exemplaar van de

Traunsteinera globosa (Kogelorchis) . Later vond men in die contreien er meer (enkele tientallen), die twee dagen daarna al uitgebloeid raakten.

Ten slotte de

Pseudorchis albida (Witte Muggenorchis) Op de Oberalppass (7 juli) en bij de Berglift (9 juli) lieten ze zich bewonderden met vele exemplaren.

-0-0-0-

Chamorchis alpina Koude kan hem

echt niet deren boven op de Alpenrots

Testicolo graminole:

Dwerg met kloten, apentrots

(11)

11

Vlinderen in Disentis

Vlinderen in Disentis is een feest, zeker als je in de periode van 10 juli tot en met 24 juli elke dag prachtig weer krijgt. Waar je ook loopt, langs een beek, over bergweitjes, langs warme, droge bermen, overal zie je vlinders.

Gelukkig waren Herman en ik niet de enige vlinderaars in het kamp, Michel, Loes, Jetty en Cheryl konden er ook wat van. In totaal hebben we meer dan 75 soorten vlinders op naam gebracht. Een paar hoogtepunten wil ik hier beschrijven.

Op 12 juli gingen we naar Mompé Medel, een dorpje dat we vanaf de camping kijkend naar het westen, zien liggen. Om er te komen moeten we door een smal tunneltje, de eerste keer is dat wel spannend. Als we de auto’s parkeren bij het kerkje, roept de plaatselijke herbergierster dat we verder naar boven een

“echte” parkeerplaats zullen vinden. Dus op naar de “echte”.

We lopen langs een zeer warm pad de berg op en worden omringd door kleine zwarte

vlindertjes. Het is een overdagvliegende nachtvlinder, Odezia atrata, vertaald als de Rouwspanner of Kervelspanner. Deze laatste naam duidt de waardplant Kervel aan. Overal gaat het vlindertje zitten, zelfs op onze armen en benen. De Erebia’s doen overigens hetzelfde.

De Morgenrood (vuurvlinder) zien we op prachtige gele bloemen als Streepzaad en Guldenroede. Af en toe krijgen we de Rode vuurvlinder te zien, net zo vurig als de

Morgenrood. En jawel, op een Distel komt heel even de Kolibrivlinder nectar drinken.

Vlinders die we in Nederland tegen kunnen komen zien we hier ook: Icarusblauwtje, Bruin zandoogje, Koevinkje, Hooibeestje en Gele luzernevlinder. Het grote verschil is dat ze hier in talrijke aantallen om ons heen vliegen, terwijl we in Nederland die ene vlinder al speciaal vinden.

Op de middag moeten we langs een warm pad dalend terug naar de parkeerplaats. Op en rond het pad fladderen de Erebia’s, vooral de Grote erebia en de Zomererebia zijn goed vertegenwoordigd. Soms zitten er grote groepen bij elkaar de mineralen uit de stenen op te nemen.

Bijna aan het eind van de wandeling vliegt ons de Koninginnepage voorbij. Wat is ze toch mooi! En dan vinden we ook nog de rups van de Koninginnepage op Wilde peen. Dat geeft een plezierig en voldaan gevoel, volgend jaar zullen er weer Koninginnepages in Disentis zijn.

foto: K. en H. ten G.

Wat hoger in de bergen komen we de vlinders tegen die daar thuis horen. In de lijst zijn ze te vinden met het voorvoegsel Alpen- of Berg- ervoor.

De mooiste waarneming was voor ons het Noordelijk mansschildblauwtje. Nadat Herman het gevangen had, zag ik meteen dat ik dit vlindertje nog nooit gezien had. Het blijkt voor te komen in kleine populaties op afzonderlijke plaatsen, vaak samen met het Alpenblauwtje.

Dat hebben we hier niet gevonden. De waardplant is Mansschild, en wat bleek, het plantje dat we nog op naam moesten brengen was Dwergmansschild. In dit geval dus eerst de vlinder op naam gebracht en daarna het plantje.

Op dezelfde wandeling brachten we ook de Gletsjervlinder op naam. Jammer was dat deze vlinder al heel veel schubben was kwijtgeraakt.

Daardoor was hij niet fotogeniek, maar het was wel onze eerste vondst van deze vlinder en dat maakt het voor ons bijzonder.

Onze ontmoeting met een Bergmarmot was speciaal, maar daar zal Erik vast iets meer over vertellen, tenslotte was hij degene die het beest het eerst opmerkte. Om hem goed op de foto te kunnen krijgen, heeft Jan nog wat steentjes gegooid, maar de marmot was onverstoorbaar en bleef zitten waar hij zat.

Op onze laatste wandeling, zondag 23 juli vanaf Mompé Medel terug naar de camping hadden we een ontmoeting met heel veel Landkaartjes. Waarschijnlijk waren ze net uit de pop gekropen, het waren er zeker meer dan 10. Allemaal nectar peurend uit Engelwortel.

Alleen bleek er een zeer groot exemplaar tussen te zitten en jawel, de Grote

weerschijnvlinder. Jammer genoeg niet zo dichtbij dat er een foto gemaakt kon worden.

(12)

12 De foto’s van de Grote weerschijnvlinder

waren echter al eerder in de week gemaakt toen er een exemplaar van deze soort in de ochtend op de schouder van Jan kwam zitten en er een aantal foto’s gemaakt zijn van het blauwe overhemd van Jan met deze mooie

Klaske en Herman ten Grotenhuis

grote vlinder erop. Misschien stuurt iemand de foto op voor het verslag.

Twee weken vlinderen in Disentis en het verveelt nog niet. Maar we moeten dan ook weer een jaar teren op alles wat we zo mooi te zien kregen, dus vlinders…….tot de volgende keer.

Vogelwaarnemingen in Disentis 1

Zoals te verwachten valt een bescheiden lijst met weinig spectaculaire vogelsoorten. Dit is vooral ook te wijten aan het feit dat er zoveel bloemen en vlinders te zien waren dat er niet veel oog was voor de vogels. Met een enkel oor warden dan toch nog wel wat

vogelgeluiden opgepikt, zodat de meeste bosvogels er wel op staan. Opvallend waren de mannetjes vinken die zo mak waren dat ze tussen de tenten door liepen. Hoger in de bergen boven de boomgrens was de waterpieper opvallend, wat groter dan de boompieper en de graspieper. De baltsroep is wat langer dan de graspieper maar iets minder uitgebreid dan de boompieper. De streepjes op de borst ontbreken grotendeels in de zomer.

Typische soorten als de alpenheggenmus en de rotslijster wel naar uitgekeken, maar niet ontdekt.

Toch waren er nog wel meer leuke

waarnemingen, zoals de waterspreeuw die vlak bij het kamp vele malen gedurende het

hele kamp gezien is. Natuurlijk kent iedereen deze opvallende vogel snel. De waterspreeuw is een herkenbare vogel met een donkerbruin verenkleed en een opvallende witte borst. De vogel heeft korte vleugels en vliegt met snelle slagen, vaak laag over het water.

Waterspreeuwen zitten regelmatig op een steen in het water. Het voedsel van de waterspreeuw bestaat voornamelijk uit waterinsecten, die op de bodem van

snelstromende riviertjes gevonden worden. Bij het zoeken naar voedsel duikt de vogel geheel onder water en loopt vervolgens over de bodem, waarbij de kop tegen de stroming ingehouden wordt. Hierdoor drukt de stroming de vogel tegen de bodem, een effect dat de vogel versterkt door de staart omhoog te houden. Voor het leven onder water heeft de waterspreeuw onder andere een beweegbare klep boven de neusgaten en een vlies bij de ogen zodat opspattend water niet in het oog komt. Dit plaatje had ik graag zelf geschoten:

(13)

13 Ik kwam nog een leuk stukje informatie over

het zien van de waterspreeuw. Wij hebben verscheidene keren de waterspreeuw zien voedselzoeken. De Waterspreeuw is de enige zangvogel die een groot deel van zijn leven onder en in het water doorbrengt. Hij is dan ook gebonden aan heldere, snelstromende rivieren, zoals de Vorderrein. Hij kan zwemmen en over de bodem van ondiepe, snelstromende beken lopen op zoek naar zijn favoriete voedsel, dat bestaat uit

insectenlarven, kevers, bootsmannetjes en kokerjufferlarven. Deze spoort hij op door stenen onder water om te draaien. Hij loopt het water in en vervolgt zijn weg dan onder water om voedsel te gaan zoeken. Door voortdurend met zijn vleugels te slaan bewerkstelligt hij dat hij beneden blijft.

Soms pikt hij langs de kant naar de talrijke vliegen op en tussen de stenen, maar heel vaak duikt hij onder water. Gemiddeld zo’n 1600 maal per dag wat betekent dat hij per dag

zo’n twee uur onder water doorbrengt! Dat levert een probleem op: omdat water van dichter materiaal is dan lucht heeft water een grotere brekingsindex dan lucht en heb je een andere lens nodig dan voor lucht. Toch heeft de waterspreeuw hier een fantastische aanpassing: Hij kan zijn lens van vorm veranderen, zodat hij zowel in lucht als in water goed kan zien. Een unieke aanpassing die mogelijk is doordat het oog van de waterspreeuw een buitengewoon zachte lens bezit en enkele bijzonder sterke spieren, hetgeen tezamen voorziet in een

verbazingwekkend mechanisme om onder water te kunnen zien. Als de vogel onder water gaat, verliest het hoornvlies van het oog onmiddellijk het scherpstellend vermogen. Dit wordt echter goed gemaakt door de lens die enorm opbolt. Aldus kan de vogel even goed onder water zien als erbuiten

Toch heel erg leuk deze herinnering van de waterspreeuw aan ons kamp.

Sytse Tjallingii

Paddenstoelen

1. De bundelcollybia heet ook wel harige collybia en de steel is inderdaad vooral onderaan behaard.

2. Het dwergwieltje is een zeer klein paddenstoeltje met op het hoedje in het midden een donkere stip.

3. De kale aardappelbovist heeft geen steel en lijkt een beetje op een kleine aardappel.

4. De tolzwam heeft aan de onderkant van de hoed hoekige poriën en op de hoed concentrische cirkels.

5. De cantharel is een vanouds zeer eetbare en smakelijke paddenstoel, maar is in Nederland zeldzaam geworden.

6. De geringde vlekplaat groeit op (koeien)mest; de steel heeft een ring.

7. Het vuurzwammetje is prachtig rood gekleurd.en groeit in het gras; de soort hoort bij de wasplaten;

soorten met vaak prachtig heldere kleuren..

8. De roodgerande houtzwam zit met grote hoeden aan naaldbomen; soms hangen er vochtdruppels

aan.

9. De zwavelgele melkzwam bevat een melkachtig vocht dat aan de buitenlucht sterk geel verkleurt.

10. De ruitjesbovist zit ook zonder steel op de grond; de schubjes laten een ruitvormig patroon achter.

11. De melkboleet is een buisjeszwam met witte druppels aan de buisjes.

12. De fopzwam is een bruine paddenstoel die mensen gemakkelijk verwarren met andere soorten;

vandaar deze naam.

13. De porfierboleet heeft een prachtig grijszwarte kleur op bijna alle onderdelen.

14. De roodbruine slanke amaniet is een bijzonder sierlijke paddenstoel, maar zonder ring (wel bij de meeste andere amanieten).

15. De roodbruine schijntrechterzwam heeft ongeveer dezelfde kleur als de vorige soort, maar plaatjes die op de steel aflopen.

16. De berkenboleet heeft een steel met donkere schubjes erop.

17. De gladstelige heksenboleet heeft buisjes met rode poriën; bij aanraking vindt blauwkleuring plaats.

Bert Tolsma

(14)

14 foto’s: A.H.

foto: F.E.

foto: P.G.

(15)

15

Rhyssa persuasoria

Rhyssa persuasoria – een grote sluipwesp die regelmatig bij enkele sparren te zien was.

Al op de eerste dag viel mijn oog op de vele sluipwespen bij een bepaalde boom. natuurlijk waarschuw je dan ook de anderen in de

veronderstelling dat zoiets vaak maar heel eventjes te zien zou zijn. Tot onze verbazing bleef de boom elke dag weer bezoek krijgen van deze sluipwespen. De sluipwespen, op hun beurt kregen regelmatig bezoek van de deelnemers van ons kamp. Zelfs 's avonds om 11 uur werden er met de hulp van een zaklantaren nog sluipwespen gezien.

Het verloop van de boorwijze wordt in Grzimeck deel 2 uitvoerig beschreven: Het wijfje tast met haar antennen het hout af tot zij een plaats vindt waar zij een gastheer vermoedt. Dan richt zij haar achterlijf met de legboor eerst schuin en ten slotte verticaal omhoog. Vervolgens klapt zij de legboor om en plaatst deze eveneens verticaal met de punt op het hout. Omdat de legboor (45 mm) langer is dan haar lichaam (34 mm) kan zij deze houding alleen innemen wanneer zij haar poten dicht bijeen plaatst en ze strekt. Hierbij is het belangrijk dat het eerste paar poten korter is dan het derde paar (15 mm : 30 mm).

foto’s : F.E.

Een enkele keer was er een veel kleiner exemplaar te vinden. Dat zal dan een mannetje geweest zijn. Aan het vele hars kan men zien dat deze spar verzwakt is.Bij een dergelijke boom was het een komen en een gaan van de sluipwespen.

De legboor is nu nog door de beide kleppen van de legboorschede omgeven, maar zodra het boren begint, worden deze teruggeslagen tot ze ongeveer parallel zijn aan het lichaam.

foto’s I.A.

Deze sluipwespen stonden heel hoog op de poten en ze hadden een heel lange legboor. Van deze insecten zijn veel foto's gemaakt en het werd steeds

interessanter, want opeens zagen we iets wits in de kromming van de legboor. Van Ingrid zijn de foto's waarop zo mooi te zien is hoe om de legbuis een beschermende schede uit twee delen aanwezig is ( de draden die zo sterk gekromd zijn).Deze houtsluipwesp behoort tot de familie Ichneumonidae welke 30.000 soorten bevat.

De sluipwesp Rhyssa persuasoria is bijna 40 mm lang.

Hij heeft lange roestkleurige poten.

Frouke Escher

Naarmate de legboor dieper in het hout dringt en het boven het hout uitstekende deel kleiner wordt, brengt het wijfje met kleine pasjes het voorste deel van haar lichaam naar voren. Als de legboor ca. 10 mm diep in het hout is gedrongen, begint de wesp met trippelende bewegingen eerst langzaam, dan steeds sneller om de legboor heen te draaien. In het begin gaat de legboor dan nog nauwelijks vooruit; zodra echter de draaiende bewegingen van de wesp sneller worden, zakt hij zienderogen verder in het hout en in veel kortere tijd dan nodig was voor de eerste 10 mm is hij verdwenen.

Het zijn nuttige dieren want ze houden het aantal houtwespen in toom.

(16)

16 HET CONCERT

Iemand roept: “ Mens, reageer!”

Ik word wakker en slaap niet meer.

Hoor in de verte een leeuwerik, ook al wakker, net als ik;

zingt het licht toe in zijn lied, dat ginds daagt, maar hier nog niet.

Verder stilte, slechts de Rijn stoeit met stenen, groot en klein.

Slaperig, maar plotseling treedt een lijster in de ring.

“Ruwie, ruwie”, fluit van dichtbij zijn keel de rust aan flardenij.

Hij ’s cantus firmus van ’t orkest dat weldra alle slaap verpest,

want merel, roodborst, zwartkop gaan er nu ook wakker tegenaan.

Adagio, presto, hoog en laag, door elkaar en luid of vaag, dragen ze elk aan de stampij hun onmiskenbaar thema bij.

Het kamp, de camping zwijgen stil en ook het daglicht is nog pril.

De kleuren zijn nog steeds bedaard, de lucht is fris en onbezwaard, als langzaam ’t vogelkoor ontbindt:

de voertijd van het broed begint.

Stilletjes gaan ogen open en de eerste mensen lopen.

Uit de douches klinkt gespetter, mensenstemmen, blij gekwetter.

En ineens hupt ook de zon over de berg. “Ha, warmtebron !”

Tafeltjes voor het ontbijt

verschijnen, brood wordt toebereid, thee gezet, melk gedronken, plannen voor de dag beklonken.

Ieder gaat z’n eigen gang,

de dag wordt mooi, de dag is lang.

Maar dàn is daar ineens het uur voor excursies, avontuur.

’t Tempo stijgt, geloop, inpakken - zweet doet vel en kleren plakken – de ontbijtboel aan de kant, smeren tegen zonnebrand:

wat een ieder nu verricht is gelijk- en doelgericht:

volgetuigd en top-gereed klaarstaan aan dezelfde meet.

Was het vorige bedrijf ,

waarvan ik zo ’t vervolg beschrijf, een soort van scherzo dat kwam na de intro van ’t concertthema, nu volgt daarvan de doorwerking in ’t schild’ren van een wandeling.

Het kamp stroomt leeg, geanimeerd, druk in gesprek, gemotiveerd voor de natuur, vol studiezin gaat men de tocht aan. Dat houdt in berg op en af, veel bloemen zien en vlinders, ze benoemen en dus veel stilstaan, kijken en met plaatjes vergelijken.

’t Gezelschap krijgt daardoor weldra iets van een trekharmonica.

Terwijl de ene verder wil staat de ander voor ‘dat ene’ stil.

Het heeft iets strijdigs, concertants:

trekdrang contra soortendans.

Vandaar het beeld van een concert, vooral als je het wijder trekt.

Want niet alleen ‘zingt’ elk zijn lied als ’s ochtends vogels, maar ook biedt het weer, ’t gebergte, ’t kampement volop contrast en soms torment.

De zon die ons met hitte slaat, maar ook van ’t licht genieten laat.

’t Gebergte met zijn grimmigheid dat niettemin de mens verleidt, want schoonheid biedt en wandelschik, brengt ook ontberingen en schrik.

Floor- en fauna’s overdaad, die zuchten doet en steunen laat, maar ook verrukt en inspireert, maakt ons dus prettig getroubleerd.

En ’s avonds, wie de afwas doet en wachten, wachten, wachten moet, met lede ogen ziet h/zij aan

hoe vol de camping komt te staan.

Maar gek genoeg geeft dat ook rust, want iedereen schijnt zich bewust, dat zo alleen te leven valt,

als men maar chilt en lalt noch bralt.

Zo delen we in een geheel, wereld geheten, waarin veel twee kanten heeft en ook nog door elkaar heen kruist, als’ t vogelkoor.

Ten antwoord op die woelige zee deint ’s mensenziel maar dapper mee.

Al naar gelang men hekel heeft of nader inzicht voorrang geeft zet men zich af of geeft men mee.

Hans Fortuin

(17)

17

14 juli 2006: Wandeltocht rondom Stagias (1600 meter)

Ik begon zonder al te veel verwachtingen aan deze tocht op een hoogte van ongeveer 1600 meter. Het was een korte wandeling van ongeveer 4 kilometer. Maar ja, hoe voelt dat, als je oog verblind wordt door velden vol Gevlekte orchis, Witte muggenorchis, Valkruid, droogbloemen (Gnaphalium norvegicum), Adderwortel. Zou er genoeg tijd zijn om bij al dit oogverblindend moois stil te staan? Of zou de groepsdynamiek het kruipen, wat ik graag doe, onmogelijk maken. In een mum van tijd waren niet alleen de plantenkruipers

enthousiast, ook de insectenliefhebbers kwamen in hun element. Overal vormden zich groepjes die het heerlijk vonden om stil te staan bij wat stond en rondvloog. Dan weer werd er een stukje gelopen, dan weer een stukje gekropen. Op deze manier duurde de korte wandeling langer als verwacht, en dat naar ieders grote tevredenheid. De sfeer was goed. Er viel geen wanklank te ontdekken. Het gebied werd gekenmerkt door stukken bos en open weiland, zeer afwisselend, met als ultieme karakteristiek vochtige tot natte plekken waar sprake was van natte heide en hoogveenachtige vegetaties. Later bleek, na het geologische verhaal van Hans, het

foto: P.G.

Ja, het leven was goed, daar bij Stagias. Ik denk dat velen zich deze excursie niet meer een twee drie zullen herinneren na het vele moois, ook op grote hoogte, dat daarna nog aan onze ogen voorbijtrok. Maar bij het lezen van dit korte verslag met de plantjes en beestjes erbij denk ik dat deze dag weer levendig bij iedereen in de herinnering zal komen. Leve Stagias.

voorkomen van ondoorlatende lagen in deze berghelling goed te verklaren.

Peter Grubben

foto: I.A.

(18)

18

Zondagavond 16 juli 2006

Op deze dag was er geen georganiseerde excursie, ieder ging haar of zijns weegs. Tja en er waren toch de nodige excursies, een bron van ideeën voor de komende week voor de excursieregelaars of was er al gesnoept aan de ideeën die er nog waren. Verder op in de week zal blijken of dit echt een rustdag was of dat mensen toch nog een rustdag nodig hebben!?!

In de choc kring vraagt onze voorzitter aan iedereen: Wat heeft vandaag indruk op je gemaakt? Ik heb aantekeningen gemaakt, ik vind dit altijd heel inspirerend als mensen laten weten wat indruk heeft gemaakt. Ik hoop dat ik iedereen goed heb gehoord, anders is het wellicht genoeg om je weer te herinneren wat zo’n indruk heeft gemaakt. Marlies

Willy Koeienbellen

Hans Ik ben op de camping gebleven en heb planten naam kunnen brengen.

De weerschijnvlinder

Martha Wandeling 3 op de Lukmanierpas Peter De weerschijnvlinder op mijn schoen Wies Enorme kikker verschool zich in de modder

Breedbladige wespenorchis achter het kamp Sytse Donkere vorm van de keizersmantel

Marlies De situatie in Israël waar onze dochter is bij haar schoonfamilie

Bert Duits echtpaar ontmoet dat elk jaar naar Oost Kapelle op Walcheren komt, soms wel 3 weken. Zwitserland bezoeken ze ook maar dan maar 2 of 3 dagen.

Kruisbekken

Frouke Reformierte Kirche bezocht, 18 stoelen met 12 mensen plus de dominee De dienst was in het Duits

Ans Wat Marlies vertelt over Israël

Karstverschijnselen tijdens de wandeling en een dik pak sneeuw in een kloof.

Erik Marmot die we steentjes gevoerd hebben

Adri Foto’s van bloemetjes: leontopodium, edelweiss. Gerard zocht naar zijn afdeling, je weet wel (Orchideeën natuurlijk, Marlies toegevoegd)

foto’s: G.H.

Gerard Harteveld vond the Testicolo gramignole (Dwerg Knabenkraut) ofwel de Chamorchis alpina Jetty Grote weerschijnvlinder op de hand.

Heeft Jan zijn streepvaren weer teruggegeven.

Loes Oranje Luzerne vlinder onderweg naar Disentis

Michel Ondanks aanwijzingen toch de varen voorbij gelopen op weg naar Disentis

Cheryl Nu heb ik een vriendje gevonden: een zuigzoen van een mannetjes weerschijnvlinder Herman Langs koeienpad moderne koeienstal compleet met moderne melkinstallatie

Tegenstellingen traditioneel modern: varkens, melkbussen, paarden Klaske Vlinder: Manschild blauwtje, manschild (plant)

Ingrid Eerste kamp, leer nu veel planten, prachtige stenen gevonden op het pad Jan 20 nieuwe soorten, roodbruine wespenorchis, Mooi Romaans kerkje met een

prachtige akoestiek

Gerard Verroen Minuscuul varentje op de Lukmanierpas, Noorse streepvaren Genoteerd door Marlies Tjallingii

(19)

19

(20)

20 door Gerard Harteveld

Al bijna drie jaar was hij op zoek naar het

miniatuurtje dat Dwergorchis heette. Tot zijn iets oudere naamgenoot er bij toeval op stuitte. Op het dak van de ‘galerie’-tunnel langs het stuwmeer bij de Lukmanierpass waren alle voorwaarden aanwezig:

“Windexponierte, grasüberwachsene Felsterrassen und Gräte(…), auf trockenen, flachgrünigen Böden über kalkhaftige Gestein, (…), oft zusammmen mit Silberwurz (Dryas octopetala) und Edelweiss (Leontopodium alpinum). Oberhalb der Waldgrenze, von 1400 bis 2700 m”.

Het was een mooi polletje van een vijftal stengels dicht bij elkaar. Koeien dreigden het kleinood om te zetten in alpenkaas en koeienvla zodat hij eerder dan gepland met succes zelf op zoek ging. De markeringen in het veld zorgden ervoor dat de verstrekte ‘schatkaart’ (figuur 1) ongebruikt in de zak kon blijven. Bovendien vond hij er nog drie Edelweisen bij. Des avonds verrieden zijn pretoogjes zijn triomf. De Wet van Verroen:

“Als er een van staat, moeten er meer van in de omgeving zijn” had hij zelf weer bewezen. Op slechts een kilometer afstand had hij door intensief

speurwerk tijdens wandeling nr. 3 een vindplaats met maar liefst zo’n 25 exemplaren gevonden.

Een mengeling van bewondering en jaloezie benevelden een moment de blik van de

Moordrechter. Daags daarna ging hij op pad met zijn vrouw en de door de voorzitter getekende schets (figuur 2). Het viel niet mee, mede omdat het echtpaar aangenaam werd afgeleid door een prachtexemplaar van de vrij zeldzame Nigritella rubra. Wandeling 3 uit het boekje werd uitgelopen, Dolinen, Bachschwinden en Karst-quellen zorgden voor een leerzaam en aangenaam uurtje. Nogmaals met frisse moed gestart bij de parkeerplaats troffen de buren van Bert en Martha na nauwkeurig en volhoudend vorsen het paradijsje aan van amper twee vierkante meter met tientallen bloeiende plantjes Chamorchis alpina, ofwel de Testicolo gramignole (It.), comfortabel op neushoogte.

Weliswaar niet zo’n meerstelige, solitaire pol als de prima diva op het tunneldak, maar ja, de eerste ervaring schenkt vaak de zoetste herinnering. De summiere kaart bleek geen detail te veel of te weinig te vermelden tot en met de koffiesteen. Later in de week heeft G. V. o.a. Frouke de vindplaats laten ontdekken aan de hand van verbale aanwijzingen, de kaart was niet aanwezig, en zelfs op zeer geringe afstand van de plantjes zag men ze eerst over het hoofd.

Zo werd het spel met de ‘schatkaarten’ met humor, vindingrijkheid, doorzettingsvermogen en een vleugje competitie gespeeld met zo’n mooi botanisch resultaat door de twee Disenters die behalve hun naam (die zoals men weet, uit het Germaans komt en niets minder dan als dappere speerstrijder betekent) ook de liefde voor orchideeën gemeen hadden.

Figuur 1 Kaart van Gerard H.

Figuur 2 Kaart van Gerard V.

Figuur 3 De beauty van de Lucomagno, foto G.H.

(21)

21

Verslag van de teken excursie zaterdag 22 juli 2006

We gaan met een groep van 8 mensen naar Mompé Medel.

Met stoelen en tekenspullen. We zoeken een plek in de schaduw en kijken wat ons

onderwerp zal zijn.

We hebben het heerlijk rustig. We eten van de morellen aan de boom, die hangen er voor iedereen en voor de wespen.

We laten ons uitdagen door de bergen en de huizen.

Hoe krijg je het zo dat het dak echt over de voorgevel uitsteekt?

We nemen op deze manier een aandenken mee van Zwitserland dat toch nog iets anders is dan de snelle foto’s die ook geweldig zijn.

We doen na het tekenen nog even het terras aan van het plaatselijke café.

We gaan om een uur of een nog even langs de winkel daarna naar de camping om ons voor te bereiden op de bonte avond.

Echt een aanrader zo’n teken excursie!

Marlies Tjallingii

(22)

22

Bonte avond lied van Familie Bakker

Melodie: Daar boven op die berg”

Daar boven in die bergen Is ons knnv-kamp

‘t Is beregezellig

Alleen opstaan is een ramp (refrein)

en van je hela hela hela hola la la he hela hela hela hola la la he

hela hela hela hola la la he hela hela hela ho

Bij ons op de camping Loopt iedereen met zijn mok Want het is ‘s avonds 8 uur Dus tijd voor onze choc (refrein)

We gaan op excursie Maar blijven heel vaak staan Want weet je wat we nu weer zien De zoveelste gentiaan

(refrein)

Daar boven in de alpen Kruipen wij ons voort We slaan met onze netjes De volgende vlindersoort (refrein)

Daar boven in de alpen Zoeken we ons kapot

Hij moet hier toch zitten Die alpenmarmot (refrein)

Daar boven in die bergen Mag niet iedereen mee

Want weet je wat ze gaan zoeken De zeldzaamste orchidee

(refrein)

Daar boven op die bergen Maakt Erik een hele reis

Want je moet het gezien hebben Die mooie edelweis (refrein)

foto: I.A. foto: I.A.

(23)

23

foto: I.A.

foto K. en H. ten G.

(24)

Bijlage 1 Excursie overzicht

1.

Dinsdag 11 juli.

Omgeving camping

Wandeling 4 km. Hoogteverschil 100 m. 10.00 uur – 14.00 uur.

Via de twee bruggen via Brulf langs de rivier eerst stroomafwaarts aan de noordoever en zuidoever, aan de noordoever weer stroomopwaarts.

4 deelnemers.

2.

Dinsdag 11 juli.

Vanaf kampterrein langs Rhein anterior

¾ dag. Langs de rivier stroomafwaarts aan de zuidkant via Cavardiras, bij Pardovat Dadens weer naar de noordoever en via Disla (grote weg), bij Disentis over voetpad weer naar het kamp.

16 deelnemers.

3.

Woensdag 12 juli.

Mompé-Medel

¾ dag.

11 deelnemers.

4.

Woensdag 12 juli.

Alp Lupegna

¾ dag. Van 1155 m naar 1650 m. Open bermen + bosranden en naaldbos.

Hoogtepunten: vele vlinders; spar met hele dikke stam, grillig vertakt; “Alpenkruispieper”.

Met de auto tot Faltscharidas, daar naar boven naar Lupegna; zware tocht, zelfde weg terug.

11 deelnemers.

5.

Donderdag 13 juli.

Mompé-Medel

Met auto naar Mompé-Medel en daar lopend via Vitgava en Plaun Tiatscha langs het ravijn naar Runs en Stagias; terug langs de westkant.

6.

Donderdag 13 juli.

Van Caischavedra naar Gendusas rechtsaf rondje terug

Alpenweiden met beekjes en plassen / moerasjes. Venige grond. Bloemrijke helling.

Hoogtepunten: Gentiana acaulis; Knolkartelblad; mooi uitzicht op de gletsjer in het zuiden.

Met de auto tot Disentis. Gondel vanaf Disentis.

13 deelnemers.

7.

Vrijdag 14 juli.

Caischavedra. Lac Muotta

Schitterende velden soldanella’s bij de sneeuw.

Met de auto tot Disentis. Gondel vanaf Disentis. Sessellift tot Gendusas (2173 m).

10 deelnemers.

8.

Vrijdag 14 juli.

Stagias

¾ dag. Afwisselend berggebied met beekjes, naaldbos, schrale graslanden en hoogveen.

1600 m – 1800 m.

Met de auto via Curaglia-Mutschnengia naar Stagias.

15 deelnemers.

9.

Zaterdag 15 juli.

Oberalppass. Calmut

¾ dag. Alpiene graslanden, op hoogte subalpien.

Circa 5 km wandelen Oberalppass – Calmut – Oberalppass in 2,5 uur. 2042 m – 2309 m

Hoogtepunten: prachtige voorbeelden Curvuletum met Carex curta; Gentiana bavarica; Nigritella nigra.

Met de auto: Disentis – Oberalppass.

10.

Zondag 16 juli.

Gebied ten zuiden van de Lukmanierpass

(Excursie op eigen initiatief; rustdag). Licht geaccidenteerd; karstverschijnselen.

Hier ontdekten we meer kalkrijke dus bloemrijkere gebieden dan in het dal van de Rijn.

5 deelnemers.

(25)

Bijlage 1 Excursie overzicht, blad 2

11.

Maandag 17 juli.

Val Termine

1 dag. Stuwmeer – stenig pad omhoog naar Passo dell Uomo door het Val Termine;

Via de Passo dell Colombe (kalkrijker) naar Casuccio; vandaar langs de weg naar de Lukmanierpass Hoogepunten: prachtig landschap; edelhert; scherpe overgang van planten op zure grond naar planten op basisch gesteente; planten om en bij sneeuwveldje.

Met de auto van Disentis naar de Lukmanierpas. Auto geparkeerd bij hotel. Langs het stuwmeer en dan omhoog, steile afdaling.

7 deelnemers.

12.

Maandag 17 juli.

Casaccia, Stabbio Nuovo

¾ dag. + 100 m, 4 km; “Kruip”wandeling langs beek / moeras; terug door bos.

Hoogtepunten: Zilvervlekvlinder; veel apollo’s.

13 deelnemers.

13.

Dinsdag 18 juli.

Lukmanierpass, Camperia Alm

¾ dag. + 400 m, 6 km. Om een flinke afstand te kunnen afleggen passen we de “autotruck” toe.

8 deelnemers.

14.

Woensdag + donderdag 19 + 20 juli.

Oberalppass, Hütte Cua de Maighel

Vanaf Oberalppass langs hoogtelijn naar Cua Maighels. Tot hut + 300 m stijgen naar 2314 m.

’s Middags naar pas bij gletsjers: 2631 m. 1 dag.

Volgende morgen via Lac (stuwmeer) da Curnera richting Tschamut. – 100 m + 400 m – 700 m = 100 m. 10 km. ¾ dag.

Met de auto van Disentis naar de Oberalppass. Parkeerplaats even na Tschamut.

7 deelnemers.

15.

Woensdag 19 juli.

Omgeving Laj Alv

2489 m - ¾ dag. Omhoog over stenig “karrenspoor” naar Laj Alv (2489 m). Via Gendusas Dadens afdalen naar Caischavedra (gondel op 1860 m). Open, stenig alpenterrein.

Met de auto tot Disentis. Gondel vanaf Disentis. Sessellift tot Gendusas (2173 m).

8 deelnemers.

16.

Donderdag 20 juli.

Breil – Grep da Plaids

9 deelnemers.

17.

Vrijdag 21 juli.

Oerbos Breil: Chischaridas

¾ dag. 1506 m. (zie folder VVV). - 200 m tot oerbos, - 250 m tot Breil. Gemakkelijke daling.

Het oerbos bestaat uit sparrenbos met grillige bomen van oud tot kiemplantjes. Mooie varens, dennenwolfsklauw. Eekhoorn gezien. Paadje vanaf 2e brug omhoog en dan vandaar uit het bos in.

Met de auto tot Breil. Sessellift 1278 m – 1690 m.

12 deelnemers.

18.

Vrijdag 21 juli.

Oberalppass

¾ dag. Bloemrijke hooi- en graslanden. Koeien. Klein sneeuwveldje. Hoogtepunten: Gentianen.

Orchideeën. Alpenvetblad.

Met de auto tot de laatste parkeerplaats voor Oberalppass.

5 deelnemers.

19.

Zaterdag 22 juli.

Lukmanierpass

Ochtend, 4 uren. 7 km. Uitgezette wandelroute 3 met karstverschijnselen. Kalkrijk.

Met de auto van Disentis naar parkeerplaats Lukmanierpass (restaurant).

3 deelnemers.

(26)

Bijlage 1 Excursie overzicht, blad 3

20.

Zaterdag 22 juli.

Mompé-Medel

Tekenexcursie.

8 deelnemers.

21.

Zondag 23 juli.

Rhein Anterior West – Mompé-Medel

Ochtend. Wandeling vanaf camping westwaarts. Op het kampterrein via klein paadje; bij begin over de weg; brug. Aan andere kant over krautenpfad omhoog door dorpje, bij kapel omlaag. 14 deelnemers.

(27)

Bijlage 2 Waarnemingen planten

Wetenschappelijke naamNederlandse naam 11-ju l

15-ju l

16-ju l

18-ju l

19+20-ju l

19-ju l

20-ju l

22-ju l

23-ju l

2344a4b4c4d4e4f56789101111a11b121314151617181921 Achillea millefoliumDuizendblad, Gewoon1+2x Achillea moschataDuizendblad, Muskus-1xxx Achillea nana Duizendblad, Dwerg-2 Acinos alpinusSteentijm, Alpen-1+2x Aconitum napellusMonnikskap, Blauwe 1+2xxxx Aconitum vulpariaMonnikskap, Gele1+2xxxx Actaea spicataChristoffelkruid1x Adenostyles alliariaeAlpendost, Grauwe1x Adenostyles glabraAlpendost, Kale (Klierstijl)1x Aegopodium podagrariaZevenblad1+2x Agrimonia eupatoriaAgrimonie1x Agrimonia proceraAgrimonie, Welriekende1x Aguilegia vulgarisAkelei, Wilde1xx Ajuga pyramidalesZenegroen, pyramide2 Ajuga spec.Zenegroen spec.1xx Alchemilla alpinaVrouwenmantel, Alpen-1+2xx Alchemilla subsp.Vrouwenmantel1+2xxx Allium pulchellumLook, Fraai2 Allium schoenoprasumLook, Bies1xx Allium ursinumLook, Das-2 Alnus viridusEls, Groene1xx Androsace chamaejasmeMansschild, Dwerg-1x Angelica sylvestrisEngelwortel, Gewone2 Antennaria dioicaRozenkransje1+2xxxxxx Anthemis arvensisKamille, Valse2

* Waagenomen door kamp 1 of 2 of door 1 en 2

kamp 1 en 2*

12-ju l

21-ju l

17-ju l

13-ju l

14-ju l

(28)

Wetenschappelijke naamNederlandse naam 11-ju l

15-ju l

16-ju l

18-ju l

19+20-ju l

19-ju l

20-ju l

22-ju l

23-ju l

2344a4b4c4d4e4f56789101111a11b121314151617181921* Waagenomen door kamp 1 of 2 of door 1 en 2

kamp 1 en 2*

12-ju l

21-ju l

17-ju l

13-ju l

14-ju l

Anthericum ramosumLelie, Vertakte Gras-1x Anthoxanthum odoratumReukgras, gewoon1+2xxx Anthyllis vulnerariaWondklaver1+2xxxx Arcticum lappaKlis, Grote1x Arctium minus Lis, Kleine2 Arenaria bifloraMuur, Zand-2 Arnica montanaValkruid (Wolverlei)1+2xxxx Arrhenatherum elatiusHaver, Glans-1x Artemisia vulgarisBijvoet1+2x Aruncus dioicusGeitenbaard1+2x Asplenium adiantum-nigrumZwartsteel1x Asplenium ruta-murariaMuurvaren1x Asplenium septentrionaleStreepvaren, Noordse1x Asplenium trichomanesSteenbreekvaren1xx Asplenium viride Groensteel1xx Aster alpinusAster, Alpen-1+2x Aster bellidiastrumMadeliefje, Alpen-1x Astragalus frigidusTragant, Gletsjer-1xx Astragalus glycyphyllosHokjespeul, Wilde1xx Astragalus penduliflorusTragant, Knikkende1+2x Astragalus alpinusTragant, Alpen-1+2xx Astrantia major Sterrenscherm, Groot2 Astrantia minorSterrenscherm, Klein1+2xxx Athyrium distentifoliumWijfjesvaren, Alpen-1x Athyrium filix-feminaWijfsjesvaren1+2x Bartsia alpinaHelm, Alpen-1xxxx Bellis perennisMadeliefje1x Betula spec.Berk1x Biscutella laevigataBrilkruid, Glad1x

(29)

Wetenschappelijke naamNederlandse naam 11-ju l

15-ju l

16-ju l

18-ju l

19+20-ju l

19-ju l

20-ju l

22-ju l

23-ju l

2344a4b4c4d4e4f56789101111a11b121314151617181921* Waagenomen door kamp 1 of 2 of door 1 en 2

kamp 1 en 2*

12-ju l

21-ju l

17-ju l

13-ju l

14-ju l

Biscutella subspBrilkruid2 Blackstonia perfoliataBitterling1x Blechnum spicantDubbelloof1xxx Botrychium lunariaMaanvaren, Gelobde1+2x Brassica napusKoolzaad2 Briza mediaTrilgras (Bevertjes)1+2xx Buphthalmum salicifoliumKoeienoog, Smalbladig1x Calluna vulgarisHei, Struik-1+2xxxxx Caltha palustrisDotterbloem1+2x Campanula alpinaKlokje, Alpen-2 Campanula barbataKlokje, Harig1+2xxxxxxx Campanula cochlearifoliaVingerhoedje, Elfen-1+2xxx Campanula rapunculoidesKlokje, Akker-1x Campanula rhomboidalisKlokje, Berg-1x Campanula rotundifoliaKlokje, Gras-1+2xx Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzers1+2xxx Campanula thyrsoidesKlokje, Kolfdragend1xx Campanula tracheliumKlokje, Ruig1+2x Capsella bursa-pastorisHerderstasje1+2x Cardamine amaraVeldkers, Bittere1+2x Cardaminopsis sisarenosaSteenkers, Rozet-2 Carduus crispusDistel, Krul-1x Carduus personataDistel, Masker-1xx Carex atrata subsp atrata2 Carex curtaZegge, Zomp-1xx Carex curvulaZegge, Kromme1x Carex echinataZegge, Ster-2 Carex echinataZegge, Ster-1x Carex flavaZegge, Gele2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daar wordt niet alleen zorg geboden die nodig is, maar ook (tijdelijke) zorg voor ernstig zieke kinderen, zodat hun ouders even op adem kunnen komen..  De palliatieve zorg

Lovinklaan Oude Prinsweg.

Karel de Grootelaan Merelhof.

KVB= Kortdurende Verblijf LG= Lichamelijke Handicap LZA= Langdurig zorg afhankelijk Nah= niet aangeboren hersenafwijking. PG= Psychogeriatrische aandoening/beperking

geïsoleerd te staan, bijvoorbeeld het bouwen van een vistrap op plaatsen waar vismigratie niet mogelijk is omdat de samenhangende projecten zijn vastgelopen op andere

Het rechtvaardigend geloof is, volgens de Catechismus, Vraag 21 „niet alleen een zeker weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, hetgeen God ons in

Ursinus over het rechtvaardigend geloof is, volgens de Catechismus, Vraag 21 „niet alleen een zeker weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, hetgeen God ons in

De heer Kees van der Staay (SGP) hield een zoetsappig praatje. Wat dat betreft kan hij nog veel leren van Groenlinks! Ook de VVD kwam heel anders uit de bus dan de SGP en zat min