• No results found

Vegetatietabellen

In document Zwitserland zomerkamp (pagina 45-58)

De vegetatietabellen bevatten de plantengemeenschappen waarin de soorten thuishoren. Ik heb geen volledigheid nagestreefd. Ik behandel plantengemeenschappen of sterk aan elkaar gerelateerde gemeenschappen met vaak twee kensoorten (kenmerkende soorten).

Plantengemeenschappen waarvan in ons materiaal slechts één soort is aangetroffen, heb ik niet beschreven.

De soorten die door ons zijn gevonden zijn slechts een selectie van het totaal aantal aan te treffen soorten. Met name kleine en/of onopvallende planten, grassen en zeggen e.d. zijn niet of nauwelijks beschreven. Plantengemeenschappen zijn gemeenschappen van planten die vaak in elkaars gezelschap worden aangetroffen. Dit houdt tevens in dat die planten onder vergelijkbare omstandigheden (ecologie) in het veld aan te treffen kunnen zijn. Ik zeg met nadruk ‘kunnen’ omdat in werkelijkheid de omstandigheden zeer gevarieerd zijn, en dus ook de plantensamenstelling. De (theoretische) plantengemeenschappen zijn in de literatuur benoemd na hergroepering van honderden, zoniet duizenden vegetatieopnamen (alle soorten + aantallen + bedekkingsgraad). De grootste gemene deler van opnamen die op elkaar lijken (met soorten die vaak in elkaars gezelschap voorkomen), heeft geleid tot een min of meer theoretische indeling in successievelijk families, orden, verbonden en associaties (zie figuur).

De associatie is de meest concrete plantengemeenschap die we in ons classificatiesysteem kennen. De indeling in de literatuur is vaak regionaal bepaald zodat het de voorkeur heeft de plaatselijk geldende indeling te gebruiken. In dit geval heb ik gebruik gemaakt van een internetbron (zie bronnen). De naamgeving van de plantengemeenschappen in het Latijn is volgens een internationale nomenclatuur.

Figuur: syntaxonomische indeling

In de figuur is een voorbeeld gegeven van een Familie bestaande uit twee Orden, drie Verbonden en vijf Associaties

Planten die met name in een bepaalde plantengemeenschap voorkomen (en die dus karakteristiek zijn voor die groep van planten), zijn als kensoort aangegeven (symbool ‘k’ in

Familie

Orde Orde

Verbond Verbond Verbond

Associatie Associatie Associatie

Associatie

tabel). Een soort kan kensoort zijn voor een familie (voorbeeld: Zwitserse leeuwentand, tabel A), of voor een orde (voorbeeld: Bieslelie, tabel B), of voor een verbond (Stengeloze gentiaan, tabel A), of voor een associatie (voorbeeld: Hazensla, tabel C). Daarnaast zijn er planten die in de betreffende plantengemeenschap worden aangetroffen, maar die hun voorkeur in een andere hebben (symbool ‘v’). Ook die planten die geen uitgesproken voorkeur hebben, maar die wel in de betreffende gemeenschap worden aangetroffen, zijn met een symbool ‘v’ aangegeven. Ik besef dat het overzicht onvolledig is. Er zijn vast planten te vinden die ook met een symbool v hadden kunnen worden aangegeven. Helaas ontbreekt mij en de ervaring en de tijd om uitputtend speurwerk te doen.

Voor een uitgebreide uitleg van de vegetatiekunde zie ‘De vegetatie van Nederland, deel 1’

van Schaminée et al.

Vegetatietabel A

In tabel A is één cluster zichtbaar gemaakt. De eerste kolom, het Mesobrometum (associatie), vertegenwoordigt de schrale droge graslanden die met name in de onderste hoogteregionen worden aangetroffen. Deze plantengemeenschap is min of meer vergelijkbaar met de bij ons voorkomende kalkgraslanden in Zuid-Limburg (zonder dat er in dit geval echt sprake hoeft te zijn van kalkrijke omstandigheden). Van het Mesobrometum zijn deze dag slechts drie kensoorten door ons gevonden: Rolklaver, Gewone margriet, Betonie-rapunzel. Dit wil niet zeggen dat de werkelijke gemeenschap ook daadwerkelijk een Mesobrometum is omdat, zoals gezegd, te veel plantensoorten niet door ons zijn genoteerd. Wel is duidelijk dat hoe meer kensoorten zijn gezien, des te groter de kans is dat we daadwerkelijk met het Mesobrometum te maken hebben gehad. Het Mesobrometum is vernoemd naar semi-droge omstandigheden met Bromus erectus als bepalende plant. Het zijn bloemrijke, niet bemeste hooilanden (secundair van oorsprong, d.w.z. door mensenhand bepaald). Zelfs de Betonie-rapunzel, die kalkarme omstandheden nodig heeft, wordt tot deze gemeenschap gerekend. Hoe moeilijk een indeling is, blijkt uit het onderbrengen van deze soort door Oberdorfer bij het Nardion, de borstelgraslanden (het tweede cluster ). Wat mij betreft het meest voor de hand liggend, ook wat betreft hetgeen we in het veld hebben gezien.

Het tweede cluster zijn de borstelgraslanden. Op verschillende niveaus (klasse, verbond, associatie) worden door ons kensoorten aangetroffen. Het is vanuit dit gegeven een feit dat we zeker met borstelgraslanden te maken hebben. Aspect bepalend voor deze graslanden is Nardus stricta (Nardion, Nardetum). Het zijn gemeenschappen van de middelste en bovenste Alpenregionen. Nog altijd is de mens, door het laten grazen van het vee, bepalend voor het ontstaan van deze wei(de)landen. Het is vaak onvoorstelbaar dat zelfs op grote hoogte beweiding plaatsvindt, ook al zie je dat niet direct. De vegetatie verraadt veel. Het Nardion of de Nardeten zijn met name in het centraal Alpenmassief goed vertegenwoordigd (Silikaatgesteente, zuur, voedselarm). Stengelloze gentiaan, Valkruid, Witte Muggenorchis en Oranje havikskruid zijn de vertegenwoordigers op deze dag. Op grote hoogte hebben we matten gezien van alleen Kromzegge (Carex curvula) en zonder Borstelgras (Nardus stricta).

Deze Alpiene graslanden zijn primair, natuurlijk dus, zonder mensenhand. Deze zogenaamde Curvuleten (Curvuletum) mengen zich wat lager in het gebergte met de Nardus stricta tot Curvulo-Nardeten, een overgangsgemeenschap tussen de het lagere secundaire Nardetum en het hogere primaire Curvuletum.

Vegetatietabel B

De plantengemeenschappen die in tabel B staan, zijn slechts door twee kensoorten

vertegenwoordigd. Omdat we geen opnamemateriaal hebben, kunnen wij dus niet zeggen dat

we deze gemeenschappen gezien hebben. Wel kunnen we zeggen dat we de voor de

plantengemeenschappen karakteristieke soorten in een bepaalde vegetatie hebben gezien, meestal in de vorm van kleine pleksgewijs ontwikkelde vegetaties die omringd zijn door dominante andere vegetaties. In dit geval hebben we het over kleine natte locaties met kwel en veenvorming. We hebben tijdens onze excursies op verschillende dagen dit soort plekken gezien.

Het mooie is dat de tabel voorbeelden geeft van drie klassen, de Parvocaricetea, kleine zeggenvegetaties, de Scheuchzerietea, hoogveenvegetaties, en de Oxycocco-Sphagnetea, hoogvenen en natte heiden. De eerste klasse is, in tegenstelling tot de andere twee klassen, minder voedselarm. Klassen kunnen we beschouwen als grote families van

plantengemeenschappen. Binnen bovengenoemde klassen kunnen we verschillende orden en verbonden onderscheiden.

Bieslelie en Melige sleutelbloem zijn de vertegenwoordigers van de voedselarme maar basenrijke (ook kalkrijke) bronvenen-orde, de Caricetalia davallianae (of een andere

benaming de Tofieldietalia). Deze planten en de vegetaties hebben tijdens onze excursie vele harten sneller doen kloppen. Het is zeer de moeite waard om wat verder in deze vegetatie en in de lijsten van andere excursiedagen te graven.

Het Caricetum nigrae, genoemd naar Carex nigra, is de zure (kalkmijdende) tegenhanger van de kalkrijke Caricetalia davallianae. Het Caricetum nigrea is een associatie waarvan twee vertegenwoordigers in de lijst voorkomen: Parnassia en Alpendoddegras. Eerlijk gezegd kan ik het voorkomen van deze planten in elkaars nabijheid niet voor de geest halen.

De klasse Oxycocco-Sphagnetea wordt door twee soorten vertegenwoordigd: Rondbladig zonnedauw en Eenarig wollegras. Dit zijn typische hoogveenplanten, ook al komen beide ook in andere vegetaties voor, zelfs in het Caricetum nigrae. In het Caricetum nigrae zijn deze planten niet dominant of aspectbepalend. Ruimtelijk gezien kunnen de bovengenoemde vegetaties naast elkaar voorkomen in overgangsmilieus van het ene type in het andere. Helaas zijn mijn waarnemingen niet zo gedetailleerd dat ik meer over de verbanden in het veld kan vertellen.

Vegetatietabel C

Deze tabel behandelt de bossen (de eerste twee kolommen) en de wat voedselrijkere graslanden. Ik sta, om af te sluiten, stil bij de graslandplanten. De familie

Molinio-Arrhenateretea, de voedselrijke graslanden (secundair) komen vooral in lagere regionen voor.

Binnen de familie zijn twee orden aanwezig. De eerste orde is de Arrhenatheretalia, de bemeste hooi- of weilanden. Van deze orde zijn het Polygono-Trisetion

(Goudhavergraslanden) en het Poion (subalpiene weiden) de vertegenwoordigende verbonden. Het verbond Polygono-Trisetion is typisch voor de Europese middel- en hooggebergten. In feite is dit verbond de opvolger voor het bij ons, in het laagland, voorkomende verbond Arrhenatherion (waarvan ons Frans raaigras, Glad walstro, Grote bevernel e.a.). Hoe hoger men komt des te meer het Frans raaigras wordt vervangen door Goudhaver. De Europese trollius is kensoort voor het Polygono-Trisetion, maar ook voor het Mesobrometum. Oberdorfer zet deze plant als kenmerkend voor een andere orde binnen de Molinea-Arrhenateretea, het Molinietalia, de Pijpestrootjes-orde. In onze tabel valt het verbond Calthion, het Dotterbloemverbond, met Knikkend nagelkruid en

Monnikskapboterbloem, binnen deze orde Molinietalia.

Het verbond poion alpinae zijn subalpiene melkkruidweiden, genoemd naar Leontodon

hispidus die in de Alpen als melkkruid wordt aangeduid. Bruine klaver is een kensoort van dit

verbond.

Afsluitend

Het blijft jammer genoeg onmogelijk om de werkelijk aangetroffen vegetaties aan te geven.

Mijn gegevens zijn wat dat betreft onvolledig. Ik heb geprobeerd iets van die sluier aan vegetaties op te lichten. Naar ik hoop een basis voor de speurende liefhebber. Gezien de beperkte tijd en de tijdrovende klus moet ik het hierbij laten. Ik hoop nog een keer een plek tot op het bot te bestuderen zodat de duiding, vegetatiekundig en ecologisch, preciezer is.

Voor opmerkingen, aanvullingen en correcties houd ik me sterk aanbevolen. Je kunt reageren

via email: peter_grubben@hotmail.com

Bijlage 4 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel 14 juli 2006 bew formatie Wetenschappelijke naamNederlandse naam

formatietabel

eigenschappen8

veen/venig/ laagveen/ hoogveenschrale graslandendwergstruik heidenbosoverig Blechnum spicantDubbelloofxx Maianthemum bifoliumDalkruidxx Equisetum sylvaticumPaardenstaart, Bos-x(x)x Moneses unifloraWintergroen, Eenbloemigxxx Oxalis acetosellaKlaverzuring, Wittexx Prenanthes purpureaSla, Hazen-x(x)x Saxifraga rotundifoliaSteenbreek, Rondbladigexx Ranunculus aconitifoliusBoterbloem, Monnikskap-x(kwel)(x) Dactylorhiza maculata subsp. fuchsiiOrchis, Bos-xx Dactylorhiza maculata subsp. maculataOrchis, Gevlektexx Drosera rotundifoliaZonnedauw, Rondbladigexx Eriophorum vaginatumWollegras, Eenarigxx Tofieldia calyculataBiesleliexx Primula farinosaSleutelbloem, Meligexx Geum rivaleNagelkruid, Knikkendxv Luzula sudeticaVeldbies, Sudetenxv Trollius europaeusTrollius, Europesexx Centaurea nervosa"Gevederde" centauriex(x) Gentiana punctataGentiaan, Gestippeldexxx Leontodon helveticusLeeuwentand, Zwitsersex(v)x Euphrasia minimaOgentroost, Dwergxx Gentiana acaulisGentiaan, Stengellozexx Arnica montanaValkruid (Wolverlei)xx Hieracium aurantiacumHavikskruid, Oranjexx Nardus strictaBorstelgrasxx Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzersxx Phyteuma betonicifoliumRapunzel, Betonie-xx Chaerophyllum aureumRibzaad, Goudenxx Gentiana bavaricaGentiaan, Beiersexx Pseudorchis albidaOrchis, Witte Muggen-xx Parnassia palustrisParnassiaxx Phleum alpinumDoddegras, Alpen-xx Leucanthemum vulgareMargriet, Gewonexx Lotus corniculatusKlaver, Rol-xx Rhinanthus alectorolophusRatelaar, Harigexx Trifolium badiumKlaver, Bruinexx Trifolium pratenseKlaver, Rodexx Trifolium repensKlaver, Wittexx

Bijlage 5 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel 14 juli 2006 bew ecologie Wetenschappelijke naamNederlandse naam

ecologietabel - 14 juli nr. 8

eigenschappen8 kalkarm(ook oppervlakkig) , zuur, basenrijk basenar m (Zuur en Kalkmijde nd)kalkrijk en basenrijk Silikaat (uitgespro ken) vochtig / nat (uitgespro ken)N-indicatie

schraalind N-arm Maianthemum bifoliumDalkruidxxx Equisetum sylvaticumPaardenstaart, Bos-xxx Moneses unifloraWintergroen, Eenbloemigxx(x) Prenanthes purpureaSla, Hazen-xxx? Euphrasia minimaOgentroost, Dwergxxx Arnica montanaValkruid (Wolverlei)xxx Pseudorchis albidaOrchis, Witte Muggen-xxx Hieracium aurantiacumHavikskruid, Oranjexxx Luzula sudeticaVeldbies, Sudetenxx Nardus strictaBorstelgrasxx(x) Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzersxx Ranunculus aconitifoliusBoterbloem, Monnikskap-xxx Parnassia palustrisParnassiaxxx Phyteuma betonicifoliumRapunzel, Betonie-xxxxx Drosera rotundifoliaZonnedauw, Rondbladigexxxxx Leontodon helveticusLeeuwentand, Zwitsersexxx(x) Gentiana acaulisGentiaan, Stengellozexxx Eriophorum vaginatumWollegras, Eenarigxxx Gentiana punctataGentiaan, Gestippeldexxx Phleum alpinumDoddegras, Alpen-x(x)(x)?(x) Dactylorhiza maculata subsp. maculataOrchis, Gevlektex(x)xx Centaurea nervosa"Gevederde"centauriexxx Chaerophyllum aureumRibzaad, Goudenx(x)xx Tofieldia calyculataBiesleliex(x)x Saxifraga rotundifoliaSteenbreek, Rondbladigexx Gentiana bavaricaGentiaan, Beiersexx Primula farinosaSleutelbloem, Meligexx(x) Leucanthemum vulgareMargriet, Gewonex(x)x Lotus corniculatusKlaver, Rol-x(x)x(x) Rhinanthus alectorolophusRatelaar, Harigexx Trollius europaeusTrollius, Europesex(x)x Oxalis acetosellaKlaverzuring, Wittex Dactylorhiza maculata subsp. fuchsiiOrchis, Bos-x Geum rivaleNagelkruid, Knikkendxx(x) Trifolium badiumKlaver, Bruinex Trifolium pratenseKlaver, Rodex Trifolium repensKlaver, Wittexx Blechnum spicantDubbelloofxx

cluster kalkarm

Bijlage 6. KNNV-kamp Disentis vegetatietabel A 14 juli 2006 Wetenschappelijke naamNederlandse naam

vegetatietabel A - 14 juli 2 0

eigenschappen8 (Dauco- Salvio) - Mesobromet um (monta an) Caricetea curvulae (al pien) Nardion strict. (hoogmon , subalp)

Nardetum Luzula sudeticaVeldbies, Sudetenxvv Gentiana bavaricaGentiaan, Beiersexv Gentiana punctataGentiaan, Gestippeldexvv Leontodon helveticusLeeuwentand, Zwitsersexkv Euphrasia minimaOgentroost, Dwergxkv Gentiana acaulisGentiaan, Stengellozexvk Arnica montanaValkruid (Wolverlei)xk Pseudorchis albidaOrchis, Witte Muggen-xk Hieracium aurantiacumHavikskruid, Oranjexk Nardus strictaBorstelgrasxvk Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzersx Phyteuma betonicifoliumRapunzel, Betonie-xkd Leucanthemum vulgareMargriet, Gewonexk Lotus corniculatusKlaver, Rol-xk Rhinanthus alectorolophusRatelaar, Harigexv Dauco-Salvio-Mesobrometum Hoog montane subalpiene matig droge zure schrale borstelgraslanden en weiden, kalkarme schrale silikaatgraslanden Caricetea curvulae Alpiene droge zure graslanden Nardion strictae Meestal door overbeweiding ontstane schrale borstelgeraslanden. Gedomineerd door Borstelgeras (Nardus stricta) humus en fijnaarderijk, zuur NardetumLicht bemestengte, als weide of eenscharig hooiland gebruikte Dravik-graslanden (Trespenhalbtrockenrasen, Mesobrometen), op niet al te steile en zonnige hellingen op kalkbodems (mergel, puin).

cluster

Bijlage 7 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel B 14 juli 2006 Wetenschappelijke naamNederlandse naam

Familie:Parvocaricetea

Familie: Scheuchzerietea / Scheuchzerio-Caricetea fuscae

Familie: Oxycocco- Sphagnetea (Spagne talia)

vegetatietabel B - 14 juli 2006 excursie Nr.8

8

Orde: Caricetalia davallianae / TofieldietaliaAssociatie: (Parnassio-) Caricetum nigrae--- Tofieldia calyculataBiesleliexk Primula farinosaSleutelbloem, Meligexk Parnassia palustrisParnassiaxk Phleum alpinumDoddegras, Alpen-xk Drosera rotundifoliaZonnedauw, Rondbladigexk Eriophorum vaginatumWollegras, Eenarigxk Caricetalia davallianaebasenrijke bronvenen Parnassio-Caricetum nigraemoerassen in Silikaatgebergte, overgangsmilieus Oxycocco-Sphagnetea (Spagnetalia)moerasheiden

Bijlage 8 KNNV-kamp Disentis vegetietabel C 14 juli 2006 Wetenschappelijke naamNederlandse naamVerbondAssoc.KlasseVerbondVerbondVerbond

vegetatietabel C

8 Piceion excelsae / Piceetalia (Orde) Festuco- Abieti- Fagetum Molinio- Arrhenath eretea

Polygono- Trisetion / (hoog) montaan / ook Mesobrom etum

Poion alpinae / (sub)alpie ne weiden

Calthion Blechnum spicantDubbelloofxk Maianthemum bifoliumDalkruidxv Moneses unifloraWintergroen, Eenbloemigxk Oxalis acetosellaKlaverzuring, Wittexvk Prenanthes purpureaSla, Hazen-xk Geum rivaleNagelkruid, Knikkendxk Ranunculus aconitifoliusBoterbloem, Monnikskap-xk Trifolium badiumKlaver, Bruinexk Trifolium pratenseKlaver, Rodexk Trifolium repensKlaver, Wittex(k) Trollius europaeusTrollius, Europesex(k)k Piceion excelsaebodemzure dwergstruikrijke naalbossen Festuco-Abieti-Fagetum Beuken-Dennen-Sparren-gemeenschappen Poion alpinae voedselrijke subalpiene en alpiene graslanden (natuurlijk of licht bemest) Molinio-Arrhenatheretea matig voedselrijke graslanden (hooi- en weilanden) Polygono-TrisetionGoudhavergraslanden (hooilanden, licht bemest) CalthionDotterbloemgraslanden (natte matig voedselrijke hooilanden)

Bijlage 9 Vlinders van Disentis

Papilionidae

Koninginnepage Papilio machaon

Apollovlinder Parnassius apollo

Pieridae

Groot koolwitje Pieris brassicae

Groot geaderd witje Aporia crataegi

Klein koolwitje Pieris rapae

Klein geaderd witje Pieris napi

Gele luzernevlinder Colias hyale

Bergluzernevlinder Colias phicomone

Veenluzernevlinder Colias palaeno

Oranje luzernevlinder Colias croceus

Oranjetipje Anthocharis cardaminus

Boswitje Leptidea sinapis

Citroenvlinder Gonepteryx rhamni

Licaenidae

Kleine vuurvlinder Lycaena phlaeas

Morgenrood Lycaena virgaureae

Rode vuurvlinder Lycaena hippothoe

Bruine vuurvlinder Lycaena tityrus

Dwergblauwtje Cupido minimus

Tijmblauwtje Maculinea arion

Klein tijmblauwtje Pseudophilotes baton

Icarusblauwtje Polyommatus icarus

Witstreepblauwtje Polyommatus damon

Bleek blauwtje Polyommatus coridon

Klaverblauwtje Polyommatus semiargus

Gentiaanblauwtje Maculinea alcon

Noordelijk mansschildblauwtje Plebeius glandon

Heideblauwtje Plebeius argus

Vals heideblauwtje Plebeiusidas

Veenbesblauwtje Plebeius optilete

Nymphalidae

Grote weerschijnvlinder Apatura iris Kleine ijsvogelvlinder Limenitis camilla

Landkaartje Araschnia levana

Atalanta Vanessa atalanta

Kleine vos Aglais urticae

Distelvlinder Vanessa cardui

Gehakkelde aurelia Polygonia c-album

Keizersmantel Argynnis paphia f. valesina

Grote parelmoervlinder Argynnis aglaja

Adippevlinder Argynnis adippe

Duinparelmoervlinder Argynnis niobe

Braamparelmoervlinder Brenthis daphne

Purperstreepparelmoervlinder Brenthis ino Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia

Bergparelmoervlinder Boloria napaea

Bosparelmoervlinder Melitaea athalia

Steppeparelmoervlinder Melitaea aurelia

Akkerparelmoervlinder Boloria dia

Titania’s parelmoervlinder Boloria titania

Zilveren maan Boloria selena

Zilvervlekvlinder Boloria euphrosyna

Alpenparelmoervlinder Melitaea varia

Satyrinae

Dambordje Melanargia galathea

Boserebia Erebia ligea

Grote erebia Erebia euryale

Bergerebia Erebia epiphron

Klein bergerebia Erebia melampus

Zomererebia Erebia aethiops

Alpenbergerebia Erebia eriphyle

Alpenglanserebia Erebia nivalis

Voorjaarserebia Erebia medusa

Amandelogerebia Erebia alberganus

Bruin zandoogje Maniola jurtina

Koevinkje Aphantopus hyperantus

Bont zandoogje Pararge aegeria

Hooibeestje Coenonympha pamphilus

Alpenhooibeestje Coenonympha gardetta

Darwinhooibeestje Coenonympha darwiniana

Gletsjervlinder Oeneis glacialis

Rotsvlinder Lasiommata maera

Bijlage 10 Waarnemingen vogels

Excursie- Excursie- Wetenschappelijke naam Nederlandse naam

datum nummer

11 juli 2

a) Op het kampterrein

Cinclus cinclus Waterspreeuw

Corvus corone Zwarte Kraai

Fringilla coelebs Vink

Motacilla cinerea Grote Gele Kwikstaart

Parus caeruleus Pimpelmees

Parus Major Koolmees

Parus palustris Glanskop

Picus viridis Groene Specht

Regulus regulus Goudhaantje

Sylvia atricapilla Zwartkop

Turdus merula Merel

Turdus philomelos Zanglijster b) Langs de rivier

Ardea cinerea Blauwe Reiger

Buteo buteo Buizerd

Corvus corone Zwarte Kraai

Erithacus rubecula Roodborst Motacilla alba Witte Kwikstaart Passer domesticus Huismus Phylloscopus collybita Tjiftjaf

Sylvia communis Grasmus

Troglodytes troglodytes Winterkoning

12 juli 3 Mompé-Medel

Emberiza citrinella Geelgors

12 juli 4 Alp Lupegna

Anthus trivialis Boompieper

Buteo buteo Buizerd

Dendrocopos major Grote Bonte Specht

Fringilla coelebs Vink

Nucifraga caryocatactes Notenkraker

Parus palustris Zwarte Mees

Turdus viscivorus Grote Lijster

13 juli 5 Mompé-Medel

Anthus trivialis Boompieper Carduelis cannabina Kneu

Corvus corax Raaf

Emberiza citrinella Geelgors Motacilla alba Witte Kwikstaart Phoenicurus ochruros Zwarte Roodstaart

Saxicola rubetra Paapje

14 juli 7 Caischavedra - Lac Muotta

Anthus trivialis Boompieper

Apus melba. Alpengierzwaluw

Garrulus glandarius Vlaamse Gaai Oenanthe oenanthe Tapuit

Langs de rivier en in het dal van de Rhein anterior

Excursie- Excursie- Wetenschappelijke naam Nederlandse naam

datum nummer

Pyrrhocorax graculus Alpenkauw 15 juli 9 Oberalppass - Calmut

Alauda arvensis VeldLeeuwerik 17 juli 11 Val Termine

Anthus spinoletta Waterpieper Oenanthe oenanthe Tapuit 17 juli 12 Casaccia -Stabbio Nuovo

Cinclus cinclus Waterspreeuw Nucifraga caryocatactes Notenkraker 18 juli 13 Lukmanierpass - Camperia Alm

Anthus spinoletta Waterpieper Carduelis flavirostris Kneu

Fringilla coelebs Vink

Motacilla alba Witte Kwikstaart Nucifraga caryocatactes Notenkraker

Parus caeruleus Pimpelmees

Parus Major Koolmees

Parus palustris Zwarte Mees

Phylloscopus collybita Tjiftjaf Prunella modularis Heggenmus Ptyonoprogne rupestris Rotszwaluw

Regulus regulus Goudhaantje

Sylvia atricapilla Zwartkop

Sylvia borin Tuinfluiter

Troglodytes troglodytes Winterkoning 21 juli 17 Oerbos Breil: Chischaridas

Buteo buteo Buizerd

Cinclus cinclus Waterspreeuw

Corvus corone Zwarte Kraai

Parus palustris Zwarte Mees

Sylvia atricapilla Zwartkop Troglodytes troglodytes Winterkoning

22 juli 19 Lukmanierpass

Chloris chloris Groenling

Nucifraga caryocatactes Notenkraker Phoenicurus ochruros Zwarte Roodstaart Troglodytes troglodytes Winterkoning

Bijlage 11 Waarnemingen overig

In document Zwitserland zomerkamp (pagina 45-58)

GERELATEERDE DOCUMENTEN