De vegetatietabellen bevatten de plantengemeenschappen waarin de soorten thuishoren. Ik heb geen volledigheid nagestreefd. Ik behandel plantengemeenschappen of sterk aan elkaar gerelateerde gemeenschappen met vaak twee kensoorten (kenmerkende soorten).
Plantengemeenschappen waarvan in ons materiaal slechts één soort is aangetroffen, heb ik niet beschreven.
De soorten die door ons zijn gevonden zijn slechts een selectie van het totaal aantal aan te treffen soorten. Met name kleine en/of onopvallende planten, grassen en zeggen e.d. zijn niet of nauwelijks beschreven. Plantengemeenschappen zijn gemeenschappen van planten die vaak in elkaars gezelschap worden aangetroffen. Dit houdt tevens in dat die planten onder vergelijkbare omstandigheden (ecologie) in het veld aan te treffen kunnen zijn. Ik zeg met nadruk ‘kunnen’ omdat in werkelijkheid de omstandigheden zeer gevarieerd zijn, en dus ook de plantensamenstelling. De (theoretische) plantengemeenschappen zijn in de literatuur benoemd na hergroepering van honderden, zoniet duizenden vegetatieopnamen (alle soorten + aantallen + bedekkingsgraad). De grootste gemene deler van opnamen die op elkaar lijken (met soorten die vaak in elkaars gezelschap voorkomen), heeft geleid tot een min of meer theoretische indeling in successievelijk families, orden, verbonden en associaties (zie figuur).
De associatie is de meest concrete plantengemeenschap die we in ons classificatiesysteem kennen. De indeling in de literatuur is vaak regionaal bepaald zodat het de voorkeur heeft de plaatselijk geldende indeling te gebruiken. In dit geval heb ik gebruik gemaakt van een internetbron (zie bronnen). De naamgeving van de plantengemeenschappen in het Latijn is volgens een internationale nomenclatuur.
Figuur: syntaxonomische indeling
In de figuur is een voorbeeld gegeven van een Familie bestaande uit twee Orden, drie Verbonden en vijf Associaties
Planten die met name in een bepaalde plantengemeenschap voorkomen (en die dus karakteristiek zijn voor die groep van planten), zijn als kensoort aangegeven (symbool ‘k’ in
Familie
Orde Orde
Verbond Verbond Verbond
Associatie Associatie Associatie
Associatie
tabel). Een soort kan kensoort zijn voor een familie (voorbeeld: Zwitserse leeuwentand, tabel A), of voor een orde (voorbeeld: Bieslelie, tabel B), of voor een verbond (Stengeloze gentiaan, tabel A), of voor een associatie (voorbeeld: Hazensla, tabel C). Daarnaast zijn er planten die in de betreffende plantengemeenschap worden aangetroffen, maar die hun voorkeur in een andere hebben (symbool ‘v’). Ook die planten die geen uitgesproken voorkeur hebben, maar die wel in de betreffende gemeenschap worden aangetroffen, zijn met een symbool ‘v’ aangegeven. Ik besef dat het overzicht onvolledig is. Er zijn vast planten te vinden die ook met een symbool v hadden kunnen worden aangegeven. Helaas ontbreekt mij en de ervaring en de tijd om uitputtend speurwerk te doen.
Voor een uitgebreide uitleg van de vegetatiekunde zie ‘De vegetatie van Nederland, deel 1’
van Schaminée et al.
Vegetatietabel A
In tabel A is één cluster zichtbaar gemaakt. De eerste kolom, het Mesobrometum (associatie), vertegenwoordigt de schrale droge graslanden die met name in de onderste hoogteregionen worden aangetroffen. Deze plantengemeenschap is min of meer vergelijkbaar met de bij ons voorkomende kalkgraslanden in Zuid-Limburg (zonder dat er in dit geval echt sprake hoeft te zijn van kalkrijke omstandigheden). Van het Mesobrometum zijn deze dag slechts drie kensoorten door ons gevonden: Rolklaver, Gewone margriet, Betonie-rapunzel. Dit wil niet zeggen dat de werkelijke gemeenschap ook daadwerkelijk een Mesobrometum is omdat, zoals gezegd, te veel plantensoorten niet door ons zijn genoteerd. Wel is duidelijk dat hoe meer kensoorten zijn gezien, des te groter de kans is dat we daadwerkelijk met het Mesobrometum te maken hebben gehad. Het Mesobrometum is vernoemd naar semi-droge omstandigheden met Bromus erectus als bepalende plant. Het zijn bloemrijke, niet bemeste hooilanden (secundair van oorsprong, d.w.z. door mensenhand bepaald). Zelfs de Betonie-rapunzel, die kalkarme omstandheden nodig heeft, wordt tot deze gemeenschap gerekend. Hoe moeilijk een indeling is, blijkt uit het onderbrengen van deze soort door Oberdorfer bij het Nardion, de borstelgraslanden (het tweede cluster ). Wat mij betreft het meest voor de hand liggend, ook wat betreft hetgeen we in het veld hebben gezien.
Het tweede cluster zijn de borstelgraslanden. Op verschillende niveaus (klasse, verbond, associatie) worden door ons kensoorten aangetroffen. Het is vanuit dit gegeven een feit dat we zeker met borstelgraslanden te maken hebben. Aspect bepalend voor deze graslanden is Nardus stricta (Nardion, Nardetum). Het zijn gemeenschappen van de middelste en bovenste Alpenregionen. Nog altijd is de mens, door het laten grazen van het vee, bepalend voor het ontstaan van deze wei(de)landen. Het is vaak onvoorstelbaar dat zelfs op grote hoogte beweiding plaatsvindt, ook al zie je dat niet direct. De vegetatie verraadt veel. Het Nardion of de Nardeten zijn met name in het centraal Alpenmassief goed vertegenwoordigd (Silikaatgesteente, zuur, voedselarm). Stengelloze gentiaan, Valkruid, Witte Muggenorchis en Oranje havikskruid zijn de vertegenwoordigers op deze dag. Op grote hoogte hebben we matten gezien van alleen Kromzegge (Carex curvula) en zonder Borstelgras (Nardus stricta).
Deze Alpiene graslanden zijn primair, natuurlijk dus, zonder mensenhand. Deze zogenaamde Curvuleten (Curvuletum) mengen zich wat lager in het gebergte met de Nardus stricta tot Curvulo-Nardeten, een overgangsgemeenschap tussen de het lagere secundaire Nardetum en het hogere primaire Curvuletum.
Vegetatietabel B
De plantengemeenschappen die in tabel B staan, zijn slechts door twee kensoorten
vertegenwoordigd. Omdat we geen opnamemateriaal hebben, kunnen wij dus niet zeggen dat
we deze gemeenschappen gezien hebben. Wel kunnen we zeggen dat we de voor de
plantengemeenschappen karakteristieke soorten in een bepaalde vegetatie hebben gezien, meestal in de vorm van kleine pleksgewijs ontwikkelde vegetaties die omringd zijn door dominante andere vegetaties. In dit geval hebben we het over kleine natte locaties met kwel en veenvorming. We hebben tijdens onze excursies op verschillende dagen dit soort plekken gezien.
Het mooie is dat de tabel voorbeelden geeft van drie klassen, de Parvocaricetea, kleine zeggenvegetaties, de Scheuchzerietea, hoogveenvegetaties, en de Oxycocco-Sphagnetea, hoogvenen en natte heiden. De eerste klasse is, in tegenstelling tot de andere twee klassen, minder voedselarm. Klassen kunnen we beschouwen als grote families van
plantengemeenschappen. Binnen bovengenoemde klassen kunnen we verschillende orden en verbonden onderscheiden.
Bieslelie en Melige sleutelbloem zijn de vertegenwoordigers van de voedselarme maar basenrijke (ook kalkrijke) bronvenen-orde, de Caricetalia davallianae (of een andere
benaming de Tofieldietalia). Deze planten en de vegetaties hebben tijdens onze excursie vele harten sneller doen kloppen. Het is zeer de moeite waard om wat verder in deze vegetatie en in de lijsten van andere excursiedagen te graven.
Het Caricetum nigrae, genoemd naar Carex nigra, is de zure (kalkmijdende) tegenhanger van de kalkrijke Caricetalia davallianae. Het Caricetum nigrea is een associatie waarvan twee vertegenwoordigers in de lijst voorkomen: Parnassia en Alpendoddegras. Eerlijk gezegd kan ik het voorkomen van deze planten in elkaars nabijheid niet voor de geest halen.
De klasse Oxycocco-Sphagnetea wordt door twee soorten vertegenwoordigd: Rondbladig zonnedauw en Eenarig wollegras. Dit zijn typische hoogveenplanten, ook al komen beide ook in andere vegetaties voor, zelfs in het Caricetum nigrae. In het Caricetum nigrae zijn deze planten niet dominant of aspectbepalend. Ruimtelijk gezien kunnen de bovengenoemde vegetaties naast elkaar voorkomen in overgangsmilieus van het ene type in het andere. Helaas zijn mijn waarnemingen niet zo gedetailleerd dat ik meer over de verbanden in het veld kan vertellen.
Vegetatietabel C
Deze tabel behandelt de bossen (de eerste twee kolommen) en de wat voedselrijkere graslanden. Ik sta, om af te sluiten, stil bij de graslandplanten. De familie
Molinio-Arrhenateretea, de voedselrijke graslanden (secundair) komen vooral in lagere regionen voor.
Binnen de familie zijn twee orden aanwezig. De eerste orde is de Arrhenatheretalia, de bemeste hooi- of weilanden. Van deze orde zijn het Polygono-Trisetion
(Goudhavergraslanden) en het Poion (subalpiene weiden) de vertegenwoordigende verbonden. Het verbond Polygono-Trisetion is typisch voor de Europese middel- en hooggebergten. In feite is dit verbond de opvolger voor het bij ons, in het laagland, voorkomende verbond Arrhenatherion (waarvan ons Frans raaigras, Glad walstro, Grote bevernel e.a.). Hoe hoger men komt des te meer het Frans raaigras wordt vervangen door Goudhaver. De Europese trollius is kensoort voor het Polygono-Trisetion, maar ook voor het Mesobrometum. Oberdorfer zet deze plant als kenmerkend voor een andere orde binnen de Molinea-Arrhenateretea, het Molinietalia, de Pijpestrootjes-orde. In onze tabel valt het verbond Calthion, het Dotterbloemverbond, met Knikkend nagelkruid en
Monnikskapboterbloem, binnen deze orde Molinietalia.
Het verbond poion alpinae zijn subalpiene melkkruidweiden, genoemd naar Leontodon
hispidus die in de Alpen als melkkruid wordt aangeduid. Bruine klaver is een kensoort van dit
verbond.
Afsluitend
Het blijft jammer genoeg onmogelijk om de werkelijk aangetroffen vegetaties aan te geven.
Mijn gegevens zijn wat dat betreft onvolledig. Ik heb geprobeerd iets van die sluier aan vegetaties op te lichten. Naar ik hoop een basis voor de speurende liefhebber. Gezien de beperkte tijd en de tijdrovende klus moet ik het hierbij laten. Ik hoop nog een keer een plek tot op het bot te bestuderen zodat de duiding, vegetatiekundig en ecologisch, preciezer is.
Voor opmerkingen, aanvullingen en correcties houd ik me sterk aanbevolen. Je kunt reageren
via email: peter_grubben@hotmail.com
Bijlage 4 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel 14 juli 2006 bew formatie Wetenschappelijke naamNederlandse naam
formatietabel
eigenschappen8veen/venig/ laagveen/ hoogveenschrale graslandendwergstruik heidenbosoverig Blechnum spicantDubbelloofxx Maianthemum bifoliumDalkruidxx Equisetum sylvaticumPaardenstaart, Bos-x(x)x Moneses unifloraWintergroen, Eenbloemigxxx Oxalis acetosellaKlaverzuring, Wittexx Prenanthes purpureaSla, Hazen-x(x)x Saxifraga rotundifoliaSteenbreek, Rondbladigexx Ranunculus aconitifoliusBoterbloem, Monnikskap-x(kwel)(x) Dactylorhiza maculata subsp. fuchsiiOrchis, Bos-xx Dactylorhiza maculata subsp. maculataOrchis, Gevlektexx Drosera rotundifoliaZonnedauw, Rondbladigexx Eriophorum vaginatumWollegras, Eenarigxx Tofieldia calyculataBiesleliexx Primula farinosaSleutelbloem, Meligexx Geum rivaleNagelkruid, Knikkendxv Luzula sudeticaVeldbies, Sudetenxv Trollius europaeusTrollius, Europesexx Centaurea nervosa"Gevederde" centauriex(x) Gentiana punctataGentiaan, Gestippeldexxx Leontodon helveticusLeeuwentand, Zwitsersex(v)x Euphrasia minimaOgentroost, Dwergxx Gentiana acaulisGentiaan, Stengellozexx Arnica montanaValkruid (Wolverlei)xx Hieracium aurantiacumHavikskruid, Oranjexx Nardus strictaBorstelgrasxx Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzersxx Phyteuma betonicifoliumRapunzel, Betonie-xx Chaerophyllum aureumRibzaad, Goudenxx Gentiana bavaricaGentiaan, Beiersexx Pseudorchis albidaOrchis, Witte Muggen-xx Parnassia palustrisParnassiaxx Phleum alpinumDoddegras, Alpen-xx Leucanthemum vulgareMargriet, Gewonexx Lotus corniculatusKlaver, Rol-xx Rhinanthus alectorolophusRatelaar, Harigexx Trifolium badiumKlaver, Bruinexx Trifolium pratenseKlaver, Rodexx Trifolium repensKlaver, Wittexx
Bijlage 5 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel 14 juli 2006 bew ecologie Wetenschappelijke naamNederlandse naam
ecologietabel - 14 juli nr. 8
eigenschappen8 kalkarm(ook oppervlakkig) , zuur, basenrijk basenar m (Zuur en Kalkmijde nd)kalkrijk en basenrijk Silikaat (uitgespro ken) vochtig / nat (uitgespro ken)N-indicatieschraalind N-arm Maianthemum bifoliumDalkruidxxx Equisetum sylvaticumPaardenstaart, Bos-xxx Moneses unifloraWintergroen, Eenbloemigxx(x) Prenanthes purpureaSla, Hazen-xxx? Euphrasia minimaOgentroost, Dwergxxx Arnica montanaValkruid (Wolverlei)xxx Pseudorchis albidaOrchis, Witte Muggen-xxx Hieracium aurantiacumHavikskruid, Oranjexxx Luzula sudeticaVeldbies, Sudetenxx Nardus strictaBorstelgrasxx(x) Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzersxx Ranunculus aconitifoliusBoterbloem, Monnikskap-xxx Parnassia palustrisParnassiaxxx Phyteuma betonicifoliumRapunzel, Betonie-xxxxx Drosera rotundifoliaZonnedauw, Rondbladigexxxxx Leontodon helveticusLeeuwentand, Zwitsersexxx(x) Gentiana acaulisGentiaan, Stengellozexxx Eriophorum vaginatumWollegras, Eenarigxxx Gentiana punctataGentiaan, Gestippeldexxx Phleum alpinumDoddegras, Alpen-x(x)(x)?(x) Dactylorhiza maculata subsp. maculataOrchis, Gevlektex(x)xx Centaurea nervosa"Gevederde"centauriexxx Chaerophyllum aureumRibzaad, Goudenx(x)xx Tofieldia calyculataBiesleliex(x)x Saxifraga rotundifoliaSteenbreek, Rondbladigexx Gentiana bavaricaGentiaan, Beiersexx Primula farinosaSleutelbloem, Meligexx(x) Leucanthemum vulgareMargriet, Gewonex(x)x Lotus corniculatusKlaver, Rol-x(x)x(x) Rhinanthus alectorolophusRatelaar, Harigexx Trollius europaeusTrollius, Europesex(x)x Oxalis acetosellaKlaverzuring, Wittex Dactylorhiza maculata subsp. fuchsiiOrchis, Bos-x Geum rivaleNagelkruid, Knikkendxx(x) Trifolium badiumKlaver, Bruinex Trifolium pratenseKlaver, Rodex Trifolium repensKlaver, Wittexx Blechnum spicantDubbelloofxx
cluster kalkarm
Bijlage 6. KNNV-kamp Disentis vegetatietabel A 14 juli 2006 Wetenschappelijke naamNederlandse naam
vegetatietabel A - 14 juli 2 0
eigenschappen8 (Dauco- Salvio) - Mesobromet um (monta an) Caricetea curvulae (al pien) Nardion strict. (hoogmon , subalp)Nardetum Luzula sudeticaVeldbies, Sudetenxvv Gentiana bavaricaGentiaan, Beiersexv Gentiana punctataGentiaan, Gestippeldexvv Leontodon helveticusLeeuwentand, Zwitsersexkv Euphrasia minimaOgentroost, Dwergxkv Gentiana acaulisGentiaan, Stengellozexvk Arnica montanaValkruid (Wolverlei)xk Pseudorchis albidaOrchis, Witte Muggen-xk Hieracium aurantiacumHavikskruid, Oranjexk Nardus strictaBorstelgrasxvk Campanula scheuchzeriKlokje, Scheuchzersx Phyteuma betonicifoliumRapunzel, Betonie-xkd Leucanthemum vulgareMargriet, Gewonexk Lotus corniculatusKlaver, Rol-xk Rhinanthus alectorolophusRatelaar, Harigexv Dauco-Salvio-Mesobrometum Hoog montane subalpiene matig droge zure schrale borstelgraslanden en weiden, kalkarme schrale silikaatgraslanden Caricetea curvulae Alpiene droge zure graslanden Nardion strictae Meestal door overbeweiding ontstane schrale borstelgeraslanden. Gedomineerd door Borstelgeras (Nardus stricta) humus en fijnaarderijk, zuur NardetumLicht bemestengte, als weide of eenscharig hooiland gebruikte Dravik-graslanden (Trespenhalbtrockenrasen, Mesobrometen), op niet al te steile en zonnige hellingen op kalkbodems (mergel, puin).
cluster
Bijlage 7 KNNV-kamp Disentis vegetatietabel B 14 juli 2006 Wetenschappelijke naamNederlandse naam
Familie:Parvocaricetea
Familie: Scheuchzerietea / Scheuchzerio-Caricetea fuscae
Familie: Oxycocco- Sphagnetea (Spagne talia)
vegetatietabel B - 14 juli 2006 excursie Nr.8
8Orde: Caricetalia davallianae / TofieldietaliaAssociatie: (Parnassio-) Caricetum nigrae--- Tofieldia calyculataBiesleliexk Primula farinosaSleutelbloem, Meligexk Parnassia palustrisParnassiaxk Phleum alpinumDoddegras, Alpen-xk Drosera rotundifoliaZonnedauw, Rondbladigexk Eriophorum vaginatumWollegras, Eenarigxk Caricetalia davallianaebasenrijke bronvenen Parnassio-Caricetum nigraemoerassen in Silikaatgebergte, overgangsmilieus Oxycocco-Sphagnetea (Spagnetalia)moerasheiden
Bijlage 8 KNNV-kamp Disentis vegetietabel C 14 juli 2006 Wetenschappelijke naamNederlandse naamVerbondAssoc.KlasseVerbondVerbondVerbond
vegetatietabel C
8 Piceion excelsae / Piceetalia (Orde) Festuco- Abieti- Fagetum Molinio- Arrhenath ereteaPolygono- Trisetion / (hoog) montaan / ook Mesobrom etum
Poion alpinae / (sub)alpie ne weiden
Calthion Blechnum spicantDubbelloofxk Maianthemum bifoliumDalkruidxv Moneses unifloraWintergroen, Eenbloemigxk Oxalis acetosellaKlaverzuring, Wittexvk Prenanthes purpureaSla, Hazen-xk Geum rivaleNagelkruid, Knikkendxk Ranunculus aconitifoliusBoterbloem, Monnikskap-xk Trifolium badiumKlaver, Bruinexk Trifolium pratenseKlaver, Rodexk Trifolium repensKlaver, Wittex(k) Trollius europaeusTrollius, Europesex(k)k Piceion excelsaebodemzure dwergstruikrijke naalbossen Festuco-Abieti-Fagetum Beuken-Dennen-Sparren-gemeenschappen Poion alpinae voedselrijke subalpiene en alpiene graslanden (natuurlijk of licht bemest) Molinio-Arrhenatheretea matig voedselrijke graslanden (hooi- en weilanden) Polygono-TrisetionGoudhavergraslanden (hooilanden, licht bemest) CalthionDotterbloemgraslanden (natte matig voedselrijke hooilanden)
Bijlage 9 Vlinders van Disentis
Papilionidae
Koninginnepage Papilio machaon
Apollovlinder Parnassius apollo
Pieridae
Groot koolwitje Pieris brassicae
Groot geaderd witje Aporia crataegi
Klein koolwitje Pieris rapae
Klein geaderd witje Pieris napi
Gele luzernevlinder Colias hyale
Bergluzernevlinder Colias phicomone
Veenluzernevlinder Colias palaeno
Oranje luzernevlinder Colias croceus
Oranjetipje Anthocharis cardaminus
Boswitje Leptidea sinapis
Citroenvlinder Gonepteryx rhamni
Licaenidae
Kleine vuurvlinder Lycaena phlaeas
Morgenrood Lycaena virgaureae
Rode vuurvlinder Lycaena hippothoe
Bruine vuurvlinder Lycaena tityrus
Dwergblauwtje Cupido minimus
Tijmblauwtje Maculinea arion
Klein tijmblauwtje Pseudophilotes baton
Icarusblauwtje Polyommatus icarus
Witstreepblauwtje Polyommatus damon
Bleek blauwtje Polyommatus coridon
Klaverblauwtje Polyommatus semiargus
Gentiaanblauwtje Maculinea alcon
Noordelijk mansschildblauwtje Plebeius glandon
Heideblauwtje Plebeius argus
Vals heideblauwtje Plebeiusidas
Veenbesblauwtje Plebeius optilete
Nymphalidae
Grote weerschijnvlinder Apatura iris Kleine ijsvogelvlinder Limenitis camilla
Landkaartje Araschnia levana
Atalanta Vanessa atalanta
Kleine vos Aglais urticae
Distelvlinder Vanessa cardui
Gehakkelde aurelia Polygonia c-album
Keizersmantel Argynnis paphia f. valesina
Grote parelmoervlinder Argynnis aglaja
Adippevlinder Argynnis adippe
Duinparelmoervlinder Argynnis niobe
Braamparelmoervlinder Brenthis daphne
Purperstreepparelmoervlinder Brenthis ino Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia
Bergparelmoervlinder Boloria napaea
Bosparelmoervlinder Melitaea athalia
Steppeparelmoervlinder Melitaea aurelia
Akkerparelmoervlinder Boloria dia
Titania’s parelmoervlinder Boloria titania
Zilveren maan Boloria selena
Zilvervlekvlinder Boloria euphrosyna
Alpenparelmoervlinder Melitaea varia
Satyrinae
Dambordje Melanargia galathea
Boserebia Erebia ligea
Grote erebia Erebia euryale
Bergerebia Erebia epiphron
Klein bergerebia Erebia melampus
Zomererebia Erebia aethiops
Alpenbergerebia Erebia eriphyle
Alpenglanserebia Erebia nivalis
Voorjaarserebia Erebia medusa
Amandelogerebia Erebia alberganus
Bruin zandoogje Maniola jurtina
Koevinkje Aphantopus hyperantus
Bont zandoogje Pararge aegeria
Hooibeestje Coenonympha pamphilus
Alpenhooibeestje Coenonympha gardetta
Darwinhooibeestje Coenonympha darwiniana
Gletsjervlinder Oeneis glacialis
Rotsvlinder Lasiommata maera
Bijlage 10 Waarnemingen vogels
Excursie- Excursie- Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
datum nummer
11 juli 2
a) Op het kampterrein
Cinclus cinclus Waterspreeuw
Corvus corone Zwarte Kraai
Fringilla coelebs Vink
Motacilla cinerea Grote Gele Kwikstaart
Parus caeruleus Pimpelmees
Parus Major Koolmees
Parus palustris Glanskop
Picus viridis Groene Specht
Regulus regulus Goudhaantje
Sylvia atricapilla Zwartkop
Turdus merula Merel
Turdus philomelos Zanglijster b) Langs de rivier
Ardea cinerea Blauwe Reiger
Buteo buteo Buizerd
Corvus corone Zwarte Kraai
Erithacus rubecula Roodborst Motacilla alba Witte Kwikstaart Passer domesticus Huismus Phylloscopus collybita Tjiftjaf
Sylvia communis Grasmus
Troglodytes troglodytes Winterkoning
12 juli 3 Mompé-Medel
Emberiza citrinella Geelgors
12 juli 4 Alp Lupegna
Anthus trivialis Boompieper
Buteo buteo Buizerd
Dendrocopos major Grote Bonte Specht
Fringilla coelebs Vink
Nucifraga caryocatactes Notenkraker
Parus palustris Zwarte Mees
Turdus viscivorus Grote Lijster
13 juli 5 Mompé-Medel
Anthus trivialis Boompieper Carduelis cannabina Kneu
Corvus corax Raaf
Emberiza citrinella Geelgors Motacilla alba Witte Kwikstaart Phoenicurus ochruros Zwarte Roodstaart
Saxicola rubetra Paapje
14 juli 7 Caischavedra - Lac Muotta
Anthus trivialis Boompieper
Apus melba. Alpengierzwaluw
Garrulus glandarius Vlaamse Gaai Oenanthe oenanthe Tapuit
Langs de rivier en in het dal van de Rhein anterior
Excursie- Excursie- Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
datum nummer
Pyrrhocorax graculus Alpenkauw 15 juli 9 Oberalppass - Calmut
Alauda arvensis VeldLeeuwerik 17 juli 11 Val Termine
Anthus spinoletta Waterpieper Oenanthe oenanthe Tapuit 17 juli 12 Casaccia -Stabbio Nuovo
Cinclus cinclus Waterspreeuw Nucifraga caryocatactes Notenkraker 18 juli 13 Lukmanierpass - Camperia Alm
Anthus spinoletta Waterpieper Carduelis flavirostris Kneu
Fringilla coelebs Vink
Motacilla alba Witte Kwikstaart Nucifraga caryocatactes Notenkraker
Parus caeruleus Pimpelmees
Parus Major Koolmees
Parus palustris Zwarte Mees
Phylloscopus collybita Tjiftjaf Prunella modularis Heggenmus Ptyonoprogne rupestris Rotszwaluw
Regulus regulus Goudhaantje
Sylvia atricapilla Zwartkop
Sylvia borin Tuinfluiter
Troglodytes troglodytes Winterkoning 21 juli 17 Oerbos Breil: Chischaridas
Buteo buteo Buizerd
Cinclus cinclus Waterspreeuw
Corvus corone Zwarte Kraai
Parus palustris Zwarte Mees
Sylvia atricapilla Zwartkop Troglodytes troglodytes Winterkoning
22 juli 19 Lukmanierpass
Chloris chloris Groenling
Nucifraga caryocatactes Notenkraker Phoenicurus ochruros Zwarte Roodstaart Troglodytes troglodytes Winterkoning