• No results found

PRAKTIJK DUITS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "PRAKTIJK DUITS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Toen ik in 1975 lerarenopleider werd, was vreemdetalendidactiek in Nederland een onderontwikkeld en met geringschatting bejegend vakgebied. In de sectie Duits van een van de nieuwe lerarenopleidin- gen (nlo’s, voorgangers van de huidige tweedegraads hbo-opleidingen) werd ie- mand gevraagd die bereid was de vakdi- dactiek op zich te nemen. Ik solliciteerde met weinig hoop omdat ik me nauwelijks gekwalificeerd achtte, maar kreeg tot mijn verrassing de baan. Blijkbaar had ik weinig concurrentie.

In het kielzog van de Mammoetwet waren vanaf 1970 de nlo’s van start gegaan als eerste volwaardige, voltijds lerarenopleidingen in Nederland, met een flink aandeel onderwijskunde en vakdidactiek. Voordien bestonden voor het tweedegraadsgebied alleen staats- examens voor de akte middelbaar onder- wijs A, waarvoor particuliere instituten in deeltijd opleidden, vrijwel uitsluitend gericht op de vakinhoud, dat wil zeggen voornamelijk grammatica en vertalen.

Ik had Duitse taal- en letterkunde gestudeerd en daarbij de ‘pedagogisch- didactische aantekening’ gehaald.

In 1876 waren bij de wet op het hoger onderwijs academische leerstoelen voor Duitse, Engelse en Franse taal- en letter- kunde mogelijk gemaakt, met het argu- ment dat er voor het toen vernieuwde gymnasium universitair opgeleide lera-

ren voor die vakken moesten komen.

Vanaf 1921 werden het zelfstandige afstudeerrichtingen, die automatisch de onderwijsbevoegdheid verleenden. De meeste afgestudeerden werden leraar, maar de taal- en letterkunde wilde geen lerarenopleiding zijn. Alleen als een taal- en letterkundige vakgroep in haar bestaan bedreigd werd, kwam het argu- ment dat ze leraren voor de school lever- de, goed van pas.

Vanaf 1955 werd voor de lesbevoegd- heid bij een universitaire studie een pedagogisch-didactische aantekening op de bul verlangd. Daarvoor moest je een college in de pedagogiek, puber- teitspsychologie en algemene didactiek, een college vakdidactiek en een hospiti- um (schoolstage) volgen. Maar concrete eisen met een examen of tentamen waren er niet, zodat deze ‘universitaire leraren- opleiding’ nauwelijks serieus genomen werd. Pas in 1987 zou die vervangen worden door een beroepsgerichte kop- opleiding van een jaar.

Toen ik in 1975 als lerarenopleider begon nam ik aan dat er voor de nlo- programma’s, dus ook voor de vakdi- dactiek inhoudelijke richtlijnen uitge- werkt waren. Maar mijn nieuwe collega’s konden mij niets concreets verschaffen, zodat ik me met de moed der wanhoop door een moeizame beginperiode moest heen werken, met veel geïmproviseer en

gestuntel dat, gelukkig voor mij, in die nlo-pioniersjaren nog getolereerd werd.

In het toenmalige klimaat van culture- le revolutie mochten duizend bloemen bloeien, en over een of meer mislukkin- gen werd niet getreurd.

Nog een groot geluk voor mij was dat het Goethe-Institut in het gat was gesprongen dat de Nederlandse onder- wijsbeleidsmakers hadden laten val- len. Dieter Strauss, die de Pädagogische Verbindingsstelle bezette, had een Curriculumkommission opgericht, waarin vertegenwoordigers van de secties Duits van de nlo’s een gezamenlijk vakdidac- tiekprogramma zouden ontwikkelen.

In de praktijk bleek dat een utopie, omdat iedere sectie al bezig was bin- nen de context van het eigen instituut een eigen wiel uit te vinden. Als Dieter Strauss na een inspirerende discussie vroeg hoe het ging met de invoering van de programmavoorstellen, kreeg hij van diverse kanten te horen dat dat helaas erg moeilijk was door afspraken met onderwijskunde of andere vreemde talen. Intussen zoog ik alles op en leer- de ik enorm veel.

Er was veel vernieuwingselan. De eeuwenoude grammatica-vertaalmetho- de moest de scholen uit, de vier taal- vaardigheden met de spreekvaardigheid voorop moesten erin, samen met groeps- werk, projecten en differentiatie binnen

VAKDIDACTIEK

44

Levende Talen Magazine 2019|3

PRAKTIJK

DUITS

klassenverband. Er waren collega’s die er met gestrekt been ingingen, hetgeen in het veld tot polarisatie leidde. Studenten waren daar vaak de dupe van. De revo- lutionaire strategie was dat zij als een soort vijfde kolonne het onderwijs van binnenuit zouden vernieuwen. Maar de meeste studenten wilden allereerst het klappen van de zweep leren en zich voe- gen in de bestaande structuren. Dat was al moeilijk genoeg. Niet zelden kregen ze tijdens hun stages in de lerarenkamers te horen dat ze alle onzin die ze op de nlo leerden meteen moesten vergeten, en in hun lessen werkten de leerlingen ook vaak niet mee bij het uitproberen van nieuwe werkvormen.

Niettemin veranderde er op den duur flink wat in het vreemdetalenon- derwijs. Wie vreemdetalenleergangen uit de jaren zestig en zeventig doorbla- dert, raakt verbijsterd door het gram- maticaal fundamentalisme van toen, dat pas in de loop van de jaren tach- tig plaats maakte voor meer verlichte opvattingen. Vergelijk eens de Renner onder de leergangen Duits van de late jaren zeventig, Kennzeichen D (1978), met Kontakte (1986, voorganger van Neue Kontakte). De jaren tachtig brachten een meer communicatieve aanpak, die ‘van onderop’, vanuit het tweedegraadsge- bied doorbrak dankzij de werkgroep Duits van het mavoproject (1974–1984),

de Übungstypologie van Neuner (1981) en de werkgroep Deutsch macht Spaß.

Daarin werkten vakdidactici en andere opleiders van de nlo’s samen met actie- ve leraren Duits.

Die praktische samenwerking straal- de ook uit naar andere schooltalen en deed de vreemdetalendidactiek veel goed. Die riep weliswaar achterdocht, weerstand en geringschatting op, maar voorzag kennelijk ook in een vernieu- wingsbehoefte. Zo kreeg per saldo de vreemdetalendidactiek in Nederland meer aanzien of in elk geval vanzelfspre- kendheid dan toen ik in 1975 solliciteer- de naar een baan waar bijna niemand zin in had. EK

45

Levende Talen Magazine 2019|3

Studenten van lerarenopleidingen demonstreren op 27 februari 1979 in Den Haag tegen het beleid van toenmalig minister Pais. Foto: Koen Suyk / Anefo CC

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wilt u tevens gebruik maken van het gratis transport van diagnostisch materiaal naar de faculteit diergeneeskunde.. Kijk in dat geval op onze website www.UVDL.nl in de rubriek

Werknemers die genieten van glij- dende werkuren en/of een sterke invloed hebben op hun uurrooster zijn dus relatief gezien innova- tiever, maar dit is vooral te danken aan

Vanuit alle talen die aanwezig waren in de klas, inclusief Nederlands en Engels, werd gesproken over taal: welke talen beheers je, met wie en wanneer gebruik je deze talen, waar

Gezien de exameneisen die aan de moderne vreemde talen gesteld worden (voor Engels A2 voor productieve vaardigheden en B1 voor receptieve) is het een uitdaging de

In de Cito Kijk- en luistertoetsen voor vwo Duits, Engels en Frans komt vanaf ko- mend schooljaar een nieuwe vraagvorm voor.. Hiermee wordt getoetst of leerlin- gen ook in staat

Dengerink en Snoek (H7) bieden voor zowel de beginnende als de meer ervaren lerarenopleider inzicht in organisaties, netwerken, en bronnen die van invloed zijn op of

Een theologie claarentegen, clie meer- bijvoorbeelcl in het spoor van de proces- theologie- uitgaat van Gocl als creatieve Geest en cle werelcl als het experiment waarin wij

Het is voorts noodzakelijk dat de overheid vol- doende openbare scholen in stand houdt voor leer- lingen van alle leeftijdsgroepen, die geen passende particuliere scholen