Matrixalgebra
Surjectief en Injectief
Stelling
Als T : Rn→ Rm een lineaire afbeelding is met standaardmatrix A = [a1a2. . . an] dan Bereik(T ) = Span{a1, a2, . . . , an} dus:
T is surjectief alleen maar als Span{a1, a2, . . . , an} = Rm. T is surjectief alleen maar als iedere rij van A een pivot bevat.
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 1
Stelling
Als T : Rn→ Rm een lineaire afbeelding is met standaardmatrix A = [a1a2. . . an] dan:
T is injectief alleen maar als T (x) = 0 voor x = 0 (T (u) = T (v) alleen maar als u = v).
T is injectief alleen maar als elke kolom van A een pivot bevat.
Notaties
Laat A een m × n matrix zijn. Dan
A =
a11 a12 . . . a1j . . . a1n
a21 a22 . . . a2j . . . a2n
..
. ... ... ... ... ... ai 1 ai 2 . . . aij . . . ain
..
. ... ... ... ... ... am1
|{z}
a1
am2
|{z}
a2
. . . amj
|{z}
aj
. . . amn
|{z}
an
← A1
← A2
.. .
← Ai
.. .
← Am
waarbij
aij is het element in de i -de rij en j -de kolom, i en j heten de indices van dit element,
aj is de j -de kolom van A en Ai is de i -de rij van A.
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 3
Definitie
Laten A en B allebei m × n matrices zijn en r een scalar (getal).
Dan heet de m × n matrix C de som van A en B als:
cij = aij+ bij voor 1 ≤ i ≤ m en 1 ≤ j ≤ n
Verder heet de m × n matrix D het product van r en A als:
dij= raij voor 1 ≤ i ≤ m en 1 ≤ j ≤ n
C en D worden genoteerd als A + B en rA.
Notatie
Met Om,n of kortweg O wordt de m × n matrix aangegeven waarvan alle elementen 0 zijn.
Met Imwordt de m × m aangegeven met als elementen:
ikl =
1 als j = i 0 als j 6= i
voor 1 ≤ k, l ≤ m
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 5
Eigenschappen optelling scalaire vermenigvuldiging
Laten A, B en C m × n matrices zijn en r , s scalairen. Dan geldt:
a. A + B = B + A
b. (A + B) + C = A + (B + C ) c. A + O = A
d. r (A + B) = rA + rB e. (r + s)A = rA + sA
f. r (sA) = (rs)A
Opgave
§2.1, opgave 3, eerste deel
Laat A =
"
4 −1 5 −2
# .
Bereken 3I2− A.
3I2− A =
"
−1 1
−5 5
#
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 7
Het product van twee matrices
Rp =⇒ Rn =⇒ Rm
Laat A een m × n matrix zijn en B een n × p matrix. Als verder x ∈ Rp dan:
y = Bx ∈ Rnen z = Ay = A(Bx) ∈ Rm
Met de eerder ingevoerde notaties wordt gevonden:
y = Bx = x1b1+ x2b2+ . . . + xjbj+ . . . + xpbp en
z = Ay = A(x1b1+ x2b2+ . . . + xjbj+ . . . + xpbp)
= A(x1b1) + A(x2b2) + . . . + A(xjbj) + . . . + A(xpbp)
= x1Ab1+ x2Ab2+ . . . + xjAbj+ . . . + xpAbp
= [Ab1Ab2. . . Abj . . . Abp] x
zodat z = C x waarbij C = [Ab1Ab2. . . Abj . . . Abp].
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 9
Definitie
Als A een m × n matrix is en B = [b1b2. . . bp] is een n × p matrix dan heet
C = A [b1b2. . . Abj . . . bp]
= [Ab1Ab2. . . Abj . . . Abp]
het product van B en A.
C wordt genoteerd als AB.
Onthouden: de afmetingen van AB zijn (m × p)
Komt dit je onbekend voor? Kijk dan nog eens naar de video
Voorbeeld (§2.1, opgave 5)
A =
−1 2
5 4
2 −3
en B =
"
3 −2
−2 1
# .
Bereken AB.
A
"
3
−2
#
= 3
−1 5 2
−2
2 4
−3
=
−7 7 12
A
"
−2 1
#
= −2
−1 5 2
+
2 4
−3
=
4
−6
−7
zodat
AB =
−7 4
7 −6 12 −7
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 11
j -de kolom van AB
Als A een m × n matrix is en B is een n × p matrix dan:
Abj = b1ja1+ b2ja2+ . . . + bnjan
en dus is de j -de kolom van AB gelijk aan een lineaire combinatie van de kolommen van A waarbij de co¨effici¨enten de kentallen zijn van de j -de kolom van B.
ij -de element van AB
Als A een m × n matrix is en B is een n × p matrix dan:
Abj = b1ja1+ b1ja2+ . . . + bnjan
en dus
(AB)ij = (Abj)i = b1jai 1+ b2jai 2+ . . . bnjain
= ai 1b1j+ ai 2b2j+ . . . ainbnj
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 13
i -de rij van AB
Schrijf de formule (AB)ij= ai 1b1j+ ai 2b2j+ . . . ainbnj eens uit voor 1 ≤ j ≤ p.
Dan:
AiB = ai 1B1+ ai 2B2+ . . . + ainBn
en dus is de i -de rij van AB gelijk aan een lineaire combinatie van de rijen van B waarbij de co¨effici¨enten de kentallen zijn van de i -de rij van A.
Opgave
§2.1, opgave 3, tweede deel
Laat A =
"
4 −1 5 −2
# .
Bereken (3I2)A.
3(I2A) =
"
12 −3 15 −6
#
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 15
§2.1, opgave 5
A =
−1 2
5 4
2 −3
en B =
"
3 −2
−2 1
# .
Bereken AB door de rij-kolommethode te gebruiken.
AB =
−7 4
7 −6 12 −7
Eigenschappen matrixvermenigvuldiging
Laat A een m × n matrix zijn, B en C matrices zodat de hieronder beschreven producten bestaan en r een scalar. Dan geldt:
a. A(BC ) = (AB)C b. A(B + C ) = AB + AC c. (B + C )A = BA + CA d. r (AB) = (rA)B = A(rB) e. ImA = A = AIn
Welke eigenschap mis je?
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 17
Waarschuwing!!!
Zelfs als de afmetingen van A en B en omgekeerd passen dan nog hoeft niet te gelden AB = BA
Voorbeeld
Laat A =
−1 2
5 4
2 −3
en B =
"
4 −3 3
−2 0 5
#
AB =
−8 3 7
12 −15 35
14 −6 −9
en BA =
"
−13 −13 12 −19
#
Opgave
§2.1,opgave 9
Laat A =
"
2 5
−3 1
#
en B =
"
4 −5
3 k
# .
Voor welke waarde(n) van k is AB = BA?
Er moet gelden:
5k − 10 = 15
−3k + 6 = −9 en dus k = 5.
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 19
Definitie
Als A een n × n matrix is dan bestaat
AA . . . A
| {z }
k maal A
voor k = 0, 1 . . .
en het resultaat wordt genoteerd als Ak.
Definitie
Als A een m × n matrix is en C is de n × m matrix met als elementen
cij= aji 1 ≤ i ≤ n, 1 ≤ j ≤ m
dan heet C de getransponeerde van A.
Voorbeeld
Als A =
−1 2
5 4
2 −3
dan AT =
"
−1 5 2
2 4 −3
#
I.A.M. Goddijn Faculteit EWI
20 september 2016 21
Stelling
Als A en B matrices zijn zodat de hieronder beschreven som en product bestaan en r is een scalar dan geldt:
a. (AT)T = A
b. (A + B)T = AT+ BT c. (rA)T = rAT
d. (AB)T = BTAT