• No results found

Natuurlijke ventilatie automatisch regelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Natuurlijke ventilatie automatisch regelen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PraktijkKompas Varkens

16

December 2003

verse lucht . De verse lucht komt op staltemperatuur direct bij de dieren terecht. Het gevolg is dat de ventilatie-effectiviteit van het frisseneuzensysteem hoger ligt dan bij een klep-ventilatie of plafondklep-ventilatiesysteem.

Temperatuurverschillen

Door de lage luchtsnelheden in de afdeling hebben grotere temperatuurverschillen tussen de binnenkomende en de aan-wezige lucht geen negatieve invloed op het klimaat in de leef-omgeving van de varkens. Het verschijnsel tocht komt bij deze ventilatiesystemen niet voor. Door de lage luchtsnelheid krijgt de verse lucht voldoende tijd om op afdelingstemperatuur te komen, voordat de ligruimte van de varkens wordt bereikt en zal de verdeling over de afdeling optimaal zijn.

Ventilatiehoeveelheden Omdat het frisseneuzen-systeem een zeer effectief ventilatiesysteem is, kan met een geringere hoeveelheid lucht vol-doende verversing wor-den bereikt. Ook komt de

verversing van de stallucht bij hoge buitentemperaturen minder snel in de knel in vergelijking met traditionele ventilatiesyste-men, omdat de ververste hoeveelheid beter benut wordt dan bij een systeem met menging van lucht. Een 20 % lagere venti-latiecapaciteit geldt als advies voor het frisseneuzensysteem. Eerste ervaringen

Bij de opleg van de dieren in deze afdeling werden de klimaat-curves gecopiëerd van de andere afdelingen met vleesvarkens en een centraal afzuigsysteem met frequentieregeling op het Praktijkcentrum. Hierbij staat de minimale ventilatiestandaard op 10 % en de maximale ventilatie op 80 %.

Natuurlijke ventilatie automatisch regelen

De nieuwste ontwikkeling op het gebied van

ventilatie-systemen wordt op het Praktijkcentrum Sterksel onderzocht in een afdeling met 144 vleesvarkens. De regeling is niet gekoppeld aan een ventilator of centraal afzuigsysteem, maar zet een nokklep in beweging. Daardoor wordt de afvoer van de ventilatie-lucht door natuurlijke ventilatie geregeld. Het jaren geleden beproefde systeem met natuurlijke ventilatie heeft door de verandering bij de luchtaanvoer een nieuwe impuls gekregen. Bovendien voldoet de vloer-uitvoering aan de normen voor emissie-arme huis-vesting. De ervaringen van de eerste ronde met betrekking tot het klimaat zijn positief.

Werkingsprincipe

De aanvoer van de verse lucht gaat rechtstreeks van buiten naar de buffer-ruimte onder de dichte vloer in de afdeling. Hieruit stroomt de lucht naar de ruimte onder de roosters die de voergang afdekken. Door de onderdruk in de afdeling die ontstaat als gevolg van de warmte-productie van de dieren gaat de lucht over de voorwand van de hokken naar de lig-ruimte van de dieren stromen. Door temperatuur-verschillen, de zuigende werking van het oplopende

plafond (de isolatie zit tegen het dak) en de regelbare open nok zal er in de afdeling een op-stijgende luchtbeweging ontstaan. Hierdoor zal

de afgewerkte lucht uit de afdeling verdwijnen. Dit ventilatie-principe is vergelijkbaar met het mechanisch ventilatie systeem, zoals dat op het Praktijkcentrum voor alle diercateg-oriën wordt toegepast en bekend is geworden onder de naam “frisse neuzen stal”.

Luchtbeweging

Door de natuurlijke ventilatie en het verdringen van de aan-wezige lucht door de verse lucht, ontstaat er een langzame luchtbeweging van aanvoeropening naar afvoeropening. In tegenstelling tot andere ventilatiesystemen is erbij dit frisse-neuzensysteem veel minder vermenging van stallucht met

Jan Huijben

geïsoleerd dak met helling van >20o

mestkanaal met riolering

luchtaanvoer onder bolle vloer

Oppervlaktenorm van buiten naar de ruimte onder de ligvloer: 3 cm2/ m3

Oppervlaktenorm luchtdoorlaat onder waterkanaal: 2,5 cm2/ m3

Oppervlaktenorm luchtuitstroomopening in de controlegang: 3 cm2/ m3

luchtverdeling onder controlegang geregelde open nok voor de luchtafvoer

(2)

gunstig werken om de temperatuur bij een hoge buitentempe-ratuur niet te ver boven de gewenste tempebuitentempe-ratuur uit te laten komen, als dit door een extra vergroting van de klepopening kan worden beperkt.

Overzicht klimaatmetingen

De metingen van temperaturen vinden continu plaats via de sensor van de afdelingsregelaar. Een aantal warme dagen aan het einde van de ronde laten zien dat de staltemperatuur niet of nauwelijks boven de buitentemperatuur uitkomt (zie

figuur 1). Dit is vooral opmerkelijk, omdat bij deze stal de lucht van slechts één kant aangevoerd wordt. Bovendien staat de stal in een luwe omgeving tussen andere stallen in met onder-linge afstanden van ongeveer 6 meter. De wind heeft dus nau-welijks effect gehad op de ventilatie, voornamelijk op basis van het schoorsteeneffect bleek de stal voldoende geventileerd te worden. Het verschil tussen de dag en de nacht is duidelijk te zien. De registratie van de regeling van de nokopening laat zien dat op warme dagen tussen ongeveer 40 % en 100 %

wordt geregeld, geheel volgens onze inge-stelde klimaatcurve. Op basis van deze ervaringen kunnen we stellen dat de huidi-ge rehuidi-gelmohuidi-gelijkheden bij natuurlijke ventila-tie volledig aan de verwachtingen voldoen. Minimum ventilatie

Ondanks deze positieve ervaringen kan de minimum ventilatie bij de besproken natuur-lijke ventilatiesystemen een probleem vor-men. Het destijds in Rosmalen ontwikkelde natuurlijke ventilatiesysteem op basis van CO2-concentratie werkte zeer goed. Ook zou een koker met meetwaaier of een regelklep in de open nok tot de mogelijkhe-den behoren. Bij alleen een temperatuur-voeler is de kans op een bedompt klimaat in de stal aanwezig. In de komende winter-periode wordt verder onderzoek gedaan naar een goede regeling van de minimum ventilatie.

Voor de andere afdelingen houdt 10 % ventilatie in dat er onge-veer 8 m3per vleesvarken wordt geventileerd. Een maximale

ventilatie van 80 % houdt in dat er ongeveer 65 m3per

vlees-varken geventileerd wordt. Volgens de normen van het Klimaatplatform is dit voor vleesvarkens bij een verlaagde luchtaanvoer voldoende.

In deze afdeling bleek bij de opleg dat de minimum hoeveel-heid aan de hoge kant was, waardoor de temperatuur (gevoels-matig) te laag werd. Daarop werd de minimale ventilatie inge-steld op 8 %, waardoor de temperatuur in de afdeling beter op peil bleef, zonder dat er problemen met de luchtkwaliteit ont-stonden. De grotere inhoud per varken van deze afdeling ten opzichte van de mechanisch geventileerde afdelingen met een horizontaal plafond op 2.70 m hoogte heeft een positieve invloed op de luchtkwaliteit en de snelheid van de lucht-beweging kan beperkt blijven (zie tabel 1).

Bij deze instellingen is het de vraag of het wel zinvol is om de maximale ventilatie te beperken. Ook bij jonge dieren kan het

PraktijkKompas Varkens

17

December 2003

Tabel 1 Klimaatcurve vleesvarkens verlaagde luchtinlaat en natuurlijke ventilatie Temperatuurcurve vleesvarkens

Dagnummer Vloerverwarming ligplaats (ºC) Begintemperatuur ventilatie (ºC)

Knikpunt 1 1 32 27

Knikpunt 2 5 30 24

Knikpunt 3 50 20 22

Knikpunt 4 120 20 20

Ventilatiecurve vleesvarkens (verlaagde luchtinlaat)

Dagnummer P-band (ºC) Min. ventilatie Max. ventilatie (%)

(%) (cm opening) (cm opening)

Knikpunt 1 1 4 8 3 45 15

Knikpunt 2 5 4 8 3 45 15

Knikpunt 3 50 4 20 6 85 25

Knikpunt 4 120 4 30 10 100 35

Figuur 1 Temperatuurverloop tijdens enkele warme dagen op het eind van de ronde 10 15 20 25 30 35 104 105 106 107 108 109 110 111 dagnummer 0 15 30 45 60 75 90 105 nokopening (%)

Buiten Binnen Streefwaarde Meetwaarde

temperatuur (

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U kunt een geprogrammeerde verwarmingscyclus altijd annuleren door in het menu voor het instellen van de timers het betreffende pictogram aan/uit aan te raken of door in het

This discussion will take the form of themes identified in the DoW Status of Women in the South African Economy report (2015) (DoW, 2015), which are poverty

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

Op de kwelders zal de soortsamenstelling van de vegetatie verande- ren, maar dit zal waarschijnlijk geen nadelige gevolgen hebben voor de productie van soorten die door het vee

De ideele spanningen in bot en steel zijn, zoals reeds eerder opge- merkt, vrijwel volledig bepaald door de axiale spanningen; zodat bij een dunnere of dikkere

The catchment model HBV-N (Figure 3.) has been applied for the national scale within a nested model system, called TRK (Table 1), which calculates flow-normalised annual average

L omschrijven wat het effect van een bepaald graas­ regiem op een bepaald terrein zal zijn. Het is m.io zaak in de eerste plaats het geheel in de gaten te houden en de

Bovengenoemde game is een onderdeel van deze lesmodule, die gebruikt gaat worden in de opleiding voor kwaliteitscontroleurs, keurmeesters en productiemedewerkers.