• No results found

Lijstyan adverteerders voor de VVD, uitgave 23 september a.s.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lijstyan adverteerders voor de VVD, uitgave 23 september a.s. "

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Lijstyan adverteerders voor de VVD, uitgave 23 september a.s.

Benimo S. A. Delfzijl 21

Bert Bakker Amsterdam 19

Hotel Bouwes Zandvoort 21

Dujardin Leerdam 24

Graafland Kassen b.v. Vleuten 24

De Koepel B.V. Breda Breda 21

Kromhout Techniek Raamsdonkveer 19

Maison Kuiper Zeist 24

De Malle Jan Vierhouten 21

Het Kasteel van Rhoon Rhoon 21

Rijko Handelsonderneming Tilburg 19 Scboonhovens Silverhuys B.V. Schoonhoven 21

Schuytvlot B.V. Montfoort 24

Skipper club charter Eist 21

Assurantiekantoor Stoorvogel De Lier 21 Drs. Wijsenbeek &

Drs. M. H. G. Rempt Den Haag 19

Zuiderna Kesteren 21

Drukkerij ten brink is een dynamisch bedrijf. dat meegaat met alle vooruitgangen in de grafiSche wereld. Bij ten brink wordt te allen tijde creatief gedacht. In de techniek, in de organisatie en in de verkoop.

Wellicht ~en voorsprong voor ten brink;

Uw garantie voor indrukwekkende kwaliteit.

.,t-rotatie /boekdruk.

ten brink meppel b.v.

industrieweg 12 7944 HS meppel industrieterrein .. oevers"

postbus64 7940 AB meppel telefoon 05220- 5 46 46

Minister Hans Wiegel, gefo- tografeerd bij het verlaten van de koets, waarmee hij

:~aar het Binnenhof reed ter sluiting van het parlemen- taire jaar. Wiegel blijkt dé grote favoriet van de VVD- afdelingen voor het lijsttrek -- kerschap. Zie pag. 4. (Par- tijraadvergadering.) Mr. Rietkerk becommentari- seert het sombere nieuws in de Troonrede en miljoenen- nota. Pag. 3.

Commentaar van de VVD- fractie op de Miljoenennota.

Pag. 6.

Verder in dit nummer:

Het afueden van Jaap van der Meulen. Pag. 7.

Vergadering Internationale Liberale in Berlijn. Pag. 8 en 9.

VVD-manifestatie .,Het an- dere Noorden". Pag. 10.

Namibië. een testcase voor

·zuid-Afrika. Pag. 11.

"Hoe krijgen we de collec- tieve uitgaven onder de duim?" door Rudolf de Korte. Pag. 12 en 13 . Vrouwen in de VVD. Pag.l4 en 15.

VVD van A tot Z. Pag. 20.

Mijn opinie is ... Pag. 22 en 23.

Het volgende nummer ver- schijnt op 7 oktober.

Kopij voor dit nummer uiter- lijk zaterdag 27 september inzenden.

Redactieadres: Bijenmeent 135, U18 GK liiJversum.

(3)

door mr. G. Rietkerk voorzitter van de VVD- fractie in de Tweede Ka me

Stormbal hijsen

De VVD-Tweede Kamerfractie heeft in een eerste reactie op de Miljoenennota laten weten dat zij zich de grootst mogelijke zorgen maakt over de economische ontwikke- ling in ons land. Uit de Troonrede blijkt dat ook het kabinet er zo over denkt. Als wij zien hoezeer het kabinet zich ingespannen heeft om de kwade ontwikkelingen te keren en dat desondanks de werkloosheid tot 280.000 zal stijgen, terwijl de rendementspositie van het bedrijfsleven nog slechter zal worden, dan is er alle reden om met elkaar de stormbal te hijsen.

Hoe is dat alles zo gekomen?

Onder het kabinet Den Uyl zijn de coUectieve uitgaven met 100% gestegen. Toen het kabinet Van Agt-Wiegel optrad heeft het direct een Bestek-beleid ingezet teneinde de veel te sterk gestegen uitgaven te bedwingen. Daarna heeft het onder veel protest voor 1980 een loonmatiging voorgeschreven, omdat wij anders ook in de loonsfeer meer zouden hebben uitgegeven dan economisch verant- woord was. Tegen beide maatregelen is geweldig opposi- tie gevoerd. Achteraf moet ieder redelijk mens erkennen dat dit beleid dringend nodig was en nog volstrekt onvoldoende blijkt te zijn om een keer ten goede te verkrijgen.

De belangrijkste oorzaak hiervan ligt in de omstandig- heid dat wij in 1977 nog mochten uitgaan van een economische groei van gemiddeld zo'n 3 %per jaar. Met name als gevolg van de nieuwe olieprijsstijgingen van eind vorig jaar kunnen wij die groeiverwachting wel vergeten. In plaats van zo'n 9 % groei over de jaren 1979, '80 en '81 moet nu gerekend worden met hooguit l/10 daarvan. Bij zulke drastische veranderingen in de groei van de wereldhandel konden ook de oorspronke- lijke doelsteUingen van bet kabinetsbeleid niet worden gehaald. Dit is geen failliet van het beleid, maar eenvoudig overmacht. Dat ontslaat het kabinet er niet van het beleid zoveel mogelijk aan deze nieuwe omstan- digheden aan te passen.

De zorg van onze fractie houdt verband met het feit dat het in deze begroting toch weer niet mogelijk is gebleken de stijging van de collectieve uitgaven zo te verminderen dat er geen extra lastenverzwaring nodig zou zijn.

Hoewel die verzwaring gelukkig niet in de sfeer van de loon- en inkomstenbelasting plaats vindt, moeten we in 1981 toch weer rekening houden met een aanzienlijke premieverzwaring en een geringe verhoging van het laagste BTW-tarief.

Het was natuurlijk onvermijdelijk op deze wijze de eindjes aan elkaar te knopen. Ook voor ons is een vergroting van het fmancieringstekort tot wellicht boven de 6 % geen aanvaardbaar alternatief. Maar wij vragen ons af of het kabinet toch niet forsere maatregelen had moeten treffen.

0

.ilan • aar

Uit alle stukken blijkt overduidelijk dat niet zozeer de materiële overheidsuitgaven, maar met name de zoge- naamde overdrachtsnitgaven oog steeds op een onaan- vaardbare wijze blijven stijgen. Daarnaast gaat het

3

kabinet voorhands uit van een loonstijging volgend jaar van 8 %. Wanneer wij echter nu al weten dat er volgend jaar nauweli.J'ks op economische groei gerekend mag worden, dan zal er toch alles aan gedaan moeten worden deze stijgingen verder terug te dringen. Ik laat dan oog maar terzijde dat mij de kans niet uitgesloten lijkt dat er nog een verdere afwenteling op de lonen volgt van de aangekondigde .premie- en aardgasstijgingen.

Dit alles betekent dat wij ook volgend jaar zowel in de collectieve sector als voor de inkomens meer zullen uitgeven dan wij met elkaar verdienen. En dat leidt er weer toe dat de toch al zo zorgelijke winstpositie van de ondernemingen verder zal worden uitgehold dat er meer uitstoot van arbeidskrachten zal komen en de werkloos- heid tot een ongekend en onverantwoord hoog aantal zal toenemen.

Misschien te scherpe kritiek voor een regeringspartij, maar ik kan u verzekeren dat het hierboven geschetste beeld zonder meer ook zo in de regeringsstukken is gegeven.

Het gaat er om dat wij in dit steeds nog zo welvarende land met elkaar nu op alle fronten een stapje terug doen om weer de basis voor een gezondere ootwikkeling van onze economie en werkgelegenheid te leggen. Wij zullen het kabinet er bij de komende begrotingsbehandeling toe aanzetten het beleid in die richting verder uit te bouwen.

Wij achten het ook juist dat excessieve inkomens worden beperkt. Dit kabinet heeft daaraan heel wat meer gedaan dan het vorige dat vier jaar lang de mond vol had van nivellering. Maar wij weigeren mee te werken aan een zodanige niveUering van onze inkomensverhoudingen dat daardoor de motivatie verdwijnt en de arbeidsmarkt nog verder zou worden verstoord dan zij nu al is. Dat zou onze economie verder in het slop brengen. Het moet er ons in en buiten het kabinet alles aan gelegen zijn weer perspectief voor onze economie te krijgen. Tienduizen- den jongeren en vrouwen vragen jaarlijks om een nuttige arbeidsplaats. Ouderen willen die graag houden. Niet alleen om het inkomen, maar evenzeer omdat zinvolle arbeid nog steeds een van de belangrijkste middelen voor zelfontplooiing is.

Spreekbeurten

Mevr. H. V. van Someren-Downer zal op advies van haar arts enige tijd rust moeten houden. In verband daarmee zal zij tot l januari 1981 geen spreekbeurtaanvragen kunnen aannemen.

(4)

door Victor Hqfkamp

Wiegel veruit favoriet voor lijsttrekkerschap VVD

Minister Hans Wiegel blijkt de grote favoriet voor het lijsttrekkerschap van de VVD. Van de 600 afdelingen die hun voorkeurslijstje voor de Tweede Kamerkandidaten hebben ingezonden, hebben er 597 Hans Wiegel op de eerste plaats gezet. Drie afdelingen kozen voor een locale nummer één. Partijvoorzitter mr. Korthals Altes maakte dat bekend aan het slot van de zaterdag in het cultureel centrum "De Flint" gehouden partijraadsvergadering.

"Drie afdelingen verkeerden kennelijk in de veronderstel- ling dat het om gemeenteraadsverkiezingen ging," aldus de partijvoorzitter.

Wiegel dus als lijsttrekker bij de komende verkiezings- strijd als hij daarmee zelf zou instemmen. Dat daarover geen twijfel hoeft te bestaan, bleek uit de strijdbare wijze waarop de vice-premier de partijraadsleden na het bekend worden van de voorkeur van de partij toesprak.

"Degenen die mochten denken dat er ruimte wordt geschapen tussen Rietkerk en mij, zullen van een koude kermis thuis komen. Het weekblad Nieuwsnet heeft het geprobeerd en het verdwijnt dan ook," aldus Wiegel.

Uiteraard ging hij in op de sombere perspectieven die het kabinet in de Troonrede heeft geschilderd. Het is volgens hem hypocriet de regering te kapittelen om haar voorstel bepaalde beleidsuitgangspunten in het overleg van de sociale partners te brengen. "We hadden de kritiek eens moeten horen als het kabinet met een loonmaatregel was gekomen," aldus Wiegel.

Onaan a&rd a 'r

-Hij stelde onomwonden dat de extra-opbrengst van het aardgas

(1%

tot twee miljoen gulden) moet worden aangewend tot versterking van de economie en het bedrijfsleven. "Die essentiële lijn van het regeringsbeleid mag niet worden afgebroken." Eerder had ook Rietkerk in zijn openingsrede onderstreept dat het voor de VVD- fractie volstrekt onaanvaardbaar is, wanneer minister Albeda in het overleg met het bedrijfsleven werkelijk zou willen gaan tornen aan die extra-aardgasbaten.

"Samen aan het werk" wordt het motto, waarmee de VVD de verkiezingen zal ingaan. "De campagne wordt beslissend voor de uitslag van de verkiezingen en voor de formatie. Ik geloof niet dat we vanuit zo'n zwakke positie starten," meende Wiegel.

Uiteraard vormen de bezuinigingen die minister Pais op de onderwijssalarissen wil doorvoeren een belangrijk element in de discussies op de partijraad. Vanuit de partijraad werd er bij monde van de heer C. J.

Eijgenhuijsen, voorzitter van de Landelijke Onderwijs- commissie, sterk op aangedrongen om de bezuinigingen niet ten laste van de salarissen van de onderwijsgevenden te laten komen. "Onderwijs is een algemene voorziening die het hele volk ten goede komt. De lasten moeten door het hele volk worden gedragen," meende hij. Rietkerk stelde in zijn rede dat alle departementen hun bijdrage aan de bezuinigingen zullen moeten leveren. Ook

"onderwijs". "Als dan de vraag rijst of het wel redelijk is die bezuinigingen op de onderwijssalarissen méér te

verhalen dan op áe ambtenaren in het algemeen, dan kunnen daar twee andere vragen tegenover worden gesteld. Allereerst die naar de werkelijke solidariteit in het onderwijs en voorts of het dan ook niet redelijk is na te gaan of onderwijs niet langs andere weg zijn bijdrage kan leveren." Als voorbeelden noemde hij: meer wacht- gelders inschakelen,, al dan niet part-time. Of door de geldstroom te verleggen naar minder dure onderwijssoor- ten. Het onderwi:s aan werkende jongeren blijkt het dubbele te kosten van dat voor technische opleidingen.

Waarom dan niet de partiële leerplicht (die het toch niet doet) schrappen en meer aandacht besteden aan het technisch beroepsonderwijs. Wij slaan dan twee vliegen in één klap. Het bedrijfsleven heeft daar dringend behoefte aan, aldus mr. Rietkerk.

Partijraadslid H.M. van der Heuvel (Tilburg) diende een motie in, waaruit het "onaanvaardbaar" sprak de onderwijsgevenden binnen overheids- en semi-over- heidssfeer als een aparte categorie te beschouwen. Tegen de formulering van de tekst bleek nogal wat bezwaar te bestaan. Uiteindelijk trok de indiener haar ook in na voldoende garanties te hebben verkregen dat van een ontkoppeling van ambtenaren- en onderwijssalarissen geen sprake zal zijn en alternatieven voor de bezuiniging van 250 miljoen grondig zullen worden bestudeerd.

"Hoogstens zal er sprake zijn van een koppeling op afstand," zei minister Wiegel er over. "De alternatieven blijven bespreekbaar."

I ) OU

e

Andere feiten die op de partijraad naar voren kwamen.

• De VVD vindt het niet terugbetalen van de teveel betaalde AOW-premie aan gehuwde vrouwen een heil- loos plan als het op bezuinigen aankomt. "Gewoon een lastenverzwaring zonder dat er een recht op uitkering tegenover staat. Daar zullen wij ons met alle middelen tegen verzetten," zei mr. Rietkerk.

• Het terugdringen van het fmancieringstekort is veel urgenter dan in 1978. Er is sprake van een belangrijke vermindering van de particuliere spaarquote, een gevolg van de voortdurende nivellering. Het is redelijk dat de hogere inkomens meer inleveren, maar dat gebeurt al drie jaar en kan niet ongestraft blijven voortduren. Woorden van oud-minister Witteveen die de partijraads- vergadering bijwoonde.

• En wat het inleveren betreft, de VVD mag dat niet meer doen jegens het CDA. In het gevecht met die partij is dat al teveel gebeurd, aldus enkele woordvoerders.

"Laat jullie niet ringeloren door Lubbers en een aantal dissidenten," aldus een van hen.

(5)

door Henk Kro Fraclie10orlich1er ~ l

Van achter de groene gordijnen

In het debat over de Grondwet waarbij Ed Nijpels onze woordvoerder was, uitte deze nog eens de bezwaren van de VVD-fractie tegen de sociale dienstplicht omdat dwang geen drijfveer kan zijn voor sociale taken. Ook werd er gesproken, voor de VVD door Frits Portheine, over de beunhazerij in <ie bouw.

Hij wees erop dat de VVD altijd al heeft geroepen dat er iets aan dit kwaad moest worden gedaan omdat het immers een stuk oneerlijke concurrentie in zich draagt.

Om beunhazerij te bestrijden denkt Portheïne in de eerste plaats aan verdere wettelijke regelingen en vooral een intensivering van de controle, uiteraard met waarborgen voor de menselijkheid en de persoonlijke levenssfeer.

Om de beunhazerij in de autoreparatiebranche tegen te gaan vroeg hij de regering nog eens waarom men van het voornemen was afgestapt om er de maatvoering van de carrosserie bij te trekken.

Voor wat betreft de bestrijding van oneigenlijk gebruik en misbruik van de sociale verzekerings-wetgeving, sloot Portheïne zich aan bij datgene wat hierover al door Rudolf de Korte was gezegd tijdens de vergadering van januari van dit jaar.

Over het hoofdstukje Sluikbouw zei Portheïne dat hij met interesse de notie van de Regering had gelezen over dit onderwerp naar aanleiding van de aangenomen motie van zijn partijgenoot Pol de Beer, maar dat hij zich toch afvroeg waar de studie bleef die in het regeerakkoord was beloofd over de aftrekbaarheid van de onderhoudskos- ten.

De VVD was en blijft van mening dat door onderhouds- kosten weer aftrekbaar te maken je heel wat sluikbouw zou kunnen voorkomen.

Bela tin fra

Een dag later was het weer de heer Portheïne die namens de VVD het woord voerde, nu in een debat over de belastingfraude.

Portheïne vindt overigens dat te gemakkelijk elke handeling waardoor minder geld bij de fiscus komt als belastingfraude wordt bestempeld. Maar daar waar het gaat om werkelijke fraude en ontduiking wil de VVD dat deze ten scherpste worden bestreden.

Bij de nodige controle pleitte Portheïne dan wel voor een meer menselijke aanpak van de belastingdienst. Hij wees erop dat met name de kleinere onderneming wel eens op minder prettige wijze wordt benaderd.

Tot slot ging Portheine ook nog in op de internationale fraudebestrijding waarvan hij vindt dat met name waar het inzage in gegevens van de belastingdiensten tussen de landen betreft een actief beleid moet worden gevoerd.

Hierover zouden meer en betere afspraken gemaakt moeten worden.

De heer Joekes sprak die dag over de verhoging van het quotum in het IMF.

Tijdens de interpellatie over de onderuitputting bij de stadsvernieuwing ging de liberaal Herman Lauxster-

5

mann in op het bericht in Oe Telegraaf dat er 240 miljoen gulden over zou zijn. Omdat de minister inderdaad bevestigde dat er een aanzienlijk bedrag niet zal worden besteed drong hij er bij de bewindsman op aan te laten weten om welk bedrag het hier exact handelt.

Ook hierbij blijkt dat zwart werk bij het verbeteren van woningen aantrekkelijker is dan het bewandelen van de legale weg.

Jaap Scherpenhuizen was die dag druk in de weer voor ' het behoud van het veer. In dit geval ging het over de bootverbindingen vanuit Harlingen naar Vlieland en Terschelling.

Buiten het Kamergebouw waren vele eilandbewoners samengestroomd om er te protesteren tegen het feit dat de fa. Doeksen, die deze veerdiensten onderhoudt door het Rijk fmancieel niet wordt geholpen. Jaap Scherpen- huizen die de problemen van de eilandbewoners heel wel begreep had dan ook een motie ingediend om in elk geval tot een voorlopige oplossing te komen. Scherpenhuizen:

"Het bedrijf Doeksen kan slechts met steun van de overheid zijn pakket overeind houden." Ook wilde hij weten waarom de minister het ene bedrijf wel helpt en het andere niet. De minister noemde de regelingen die er voor veren in Nederland bestaat een lappendeken. Jaap Scherpenhuizen haakte daar adrem op in door te stellen dat "het dan wel een lappendeken kan zijn, maar als je er niet onder ligt je het wel koud krijgt".

De VVD is vooral bezorgd over het uitvallen van de dinsdagavondwinterdienst. Op die manier kun je nog maar een dag in de week redelijkerwijs op en neer naar de wal vanaf Vlieland en komt ook de schooljeugd die aan wal studeert op vrijdagavond in de knel.

Op 28 augustus werd de lOOste vergadering van dit parlementaire jaar gehouden. Een dag zonder bloemen, met als voornaamste onderwerp de verplaatsing onder Arabische druk van de Nederlandse ambassade in Israël.

VVD-woordvoerder Frits Bolkestein betoogde daarbij dat naar zijn mening minister Van der Klaauw de minst slechte oplossing had gekozen. De VVD legde zich dan ook, zij het met zeer grote tegenzin, bij deze oplossing neer. Bolkestein: "Want wij moeten onszelfgeen rad voor ogen draaien. Ook de resolutie van de veiligheidsraad ontspruit aan macht, aan economische macht die zich vertaalt in politieke macht. Wijken voor macht is zeer moeilijk te aanvaarden."

Bolkestein waarschuwde ervoor dat de Arabische druk niet zal verminderen en dat de wereld Israël zo in een isolement dringt zonder de veiligheid te bieden waarop ieder land recht heeft. Hij vroeg de regering wat wij daartegenover kunnen stellen. Bezinning hierover, hoe eerder, hoe beter is dringend noodzakelijk.

(6)

VVD-fractie: meer matiging

van inkomens over hele linie nodig

De VVD-fractie maakt zich de grootst mogelijke zorgen over de sociaal-economische ontwikkeling van ons land, zoals die in Troonrede en Miljoenennota wordt geschetst.

280.000 Werklozen en een nog verdere uitholling van de winstpositie van de ondernemingen zijn signalen van een hoogst ernstige situatie.

De fractie is van mening dat het kabinetsbeleid op verschillend gebied resultaten heeft bereikt. Zo blijkt dat de zozeer verguisde loonmaatregel een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot het achterblijven van de loonkostenontwikkeling bij die van het concurrerend buitenland ~n daarmee tot een zo broodnodige verbete- ring van onze concurrentiepositie. Ook kon de inflatie, zeker in vergelijking met andere landen, dit jaar redelijk in de hand worden gehouden.

De fractie maakt uit de Miljoenennota op dat het kabinet zich ~k voor het komende jaar grote inspanningen heeft getroost om kwade ontwikkelingen te keren en aanzetten tot gezondere verhoudingen te geven.

Zo juicht zij het toe dat:

- het veel te grote fmancieringstekort beduidend wordt verminderd;

- de inflatiecorrectie voor 100% gehandhaafd blijft;

- eindelijk een begin wordt gemaakt met de opschoning van sociale uitkeringen en met het terugdringen van het aantal uitkeringstrekkers;

- een belangrijk deel van de extra aardgasbaten via belastingfaciliteiten aangewend zullen worden om de rendementspositie van de - met name ook kleinere - ondernemingen te verbeteren en de particuliere rente- aftrek te vergroten.

Uit het slop

De VVD heeft hierop steeds met klem aangedrongen.

De fractie voorziet echter dat deze maatregelen, samen met het gevoerde ombuigingsbeleid, niet voldoende zullen zijn om onze economie en werkgelegenheid uit het slop te halen.

Grote moeite heeft de fractie met de aangekondigde lastenverzwaringen, omdat daardoor de collectieve las- tendruk alleen nog maar verder toeneemt en tot een onaanvaardbaar hoge arbeidsinkomensquote leidt, die onvermijdelijk verdere uitstoting van arbeidskrachten met zich meebrengt.

Nu de economische groei over de jaren 1979-'81 slechts een tiende zal zijn van wat was voorzien en waarvan bij het loon- en Bestekbeleid nog kon worden uitgegaan (0,9% i.p.v. 9 %) wordt steeds schrijnender duidelijk dat de inkomensontwikkeling en de collectieve uitgaven, ondanks alle daartoe door het kabinet ondernomen inspanningen, te weinig zijn teruggedrongen en bij een teruglopende internationale conjunctuur onze economie kapot dreigen te maken.

De VVD-fractie zal het kabinet er dan ook toe aanzetten al het mogelijke te doen om meer inkomensmatiging over de. gehele linie te bewerkstelligen en in het bijzonder de overdrachtsuitgaven terug te dringen.

Hoge prioriteit verdient verder intensieve bestrijding van het zwarte circuit, zowel bij de belastingen als de sociale uitkeringen, en opheffmg van knelpunten op de arbeids- en woningbouwmarkt, door herstel van een gezond marktmechanisme.

Liberaal Manifest over kerncentrales

In ons vorig nummer stond in een van de verslagen van Rotterdam/Enschede dat een amendement van de energiecommissie dat eerst de brede maatschappelijke discussie wilde doen afwachten, werd verworpen.

Dit is oïi}uist. Het amendement 243/6 werd aangenomen.

De redactie biedt voor die vergissing haar excuses aan.

VVD-burgemeesters in Maarn, Den Helder en Nieuw-Vossemeer

Bij Koninklijk besluit is met ingang van I oktober benoemd tot burgemeester van de gemeente Maarn:

mevrouw drs. A. D. de Stigter-Huising te Naarden.

Mevrouw De Stigter-Huising (50 jaar) is lid van de VVD.

Zij is thans wethouder van Naarden en volgt als burgemeester van Maarn mr. G. A. W. C. baron van Hemert tot Dingshof op, aan wie met ingang van 1 juli 1980 eervol ontslag is verleend wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Met ingang van 1 oktober is benoemd tot burgemeester van de gemeente Den Helder: drs. H. I. de Haan, aan wie gelijktijdig eervol ontslag is verleend als burgemees- ter van de gemeente Harlingen.

De heer De Haan (55) is lid van de VVD.

Hij is thans burgemeester van Harlingen en volgt als burgemeester van Den Helder mr. A. P.J. van Bruggen op, die op 4 mei 1980 is overleden.

Met ingang van 1 oktober is benoemd tot burgemeester van de gemeente Nieuw-Vossemeer de heer A. A.

Rijstenbil te Sint Philipsland.

De heer Rijstenbil (56) is lid van de VVD.

Hij is thans lid van de raad der gemeente Sint Philipsland.

Hij volgt als burgemeester van Nieuw-Vossemeer de heer A. G. 0. A. Remery op, die op 14 december 1979 is overleden.

(7)

Jaap van der Meulen

Jaap van de~ Meulen afgetreden

Op de ochtend van Prinsjesdag werd op het algemeen secretariaat de navolgende brief ontvangen van de heer J. P. van der Meuten.

Leiderdorp, 15 september 1980 De voorzitter van de VVD,

mr.F. Korthals Altes, Koninginnegracht 57, 2514AE 's-Gravenhage.

Geachte partfjvoorz itter,

Hierdoor deel ik u mede, dat ik met ingang van morgen mijnfunctie van secretaris voor de voorlichting neerleg.

Uit de besprekingen in de laatst gehouden DB- vergadering, waarin het concept campagneplan aan de orde was, heeft u ongetwijfeld bemerkt dat ik mij met de daar plaatsgehad hebbende besluitvorming wezenlijk niet kan verenigen. Het is dan ook daarom dat ik meen voor dat gewijzigde plan in de uitvoeringsfase geen bestuursverantwoordelijkheid te kunnen dragen.

Overigens heb ik vandaag de plaatsgehad hebbende besluitvorming geheel doorgesproken met de heer Boos man, die een dezer dagen zal zorgen dat het nieuwe concept op het secretariaat beschikbaar komt.

Ik wens het partijbestuur succes met de komende activiteiten.

Met liberale groet, J. P. van der Meuten.

P.S. Ik moge u verzoeken een afschrift aan de leden van het partijbestuur te zenden.

Zelf heb ik een afschrift van deze brief verzonden aan de le?en van de LPC en aan de kc-voorzitters, voor zover deze geen deel uitmaken van het hoofdbestuur.

De avond tevoren had de gebruikelijke vergadering van het hoofdbestuur aan de vooravond van Prinsjesdag plaatsgehad ter bespreking van de miljoenennota. De heer Van der Meuten was toen reeds aanwezig.

De vergadering van het dagelijks bestuur waarop de heer Van der Meulen in zijn ontslagbrief doelt, is gehouden op 8 september j.l. In aanwezigbeid ván de heer drs. G.

Ch. 0. Boos man, voorlichter van de Tweede-Kamerfrac- tie, is diens ontwerp voor een globale strategie voor de komende Tweede-Kamerverkiezing besproken. Het ging bier om de "briefmg" aan de Landelijke Propaganda- commissie die aan de hand van dit stuk een campagne- plan zal ontwerpen dat aan het hoofdbestuur ter beslissing wordt voorgelegd. De briefing werd op 8 september j.l., overeenkomstig betgeen daarover in hoofdstuk 4.6.2.

van de beleidsnota Beleid '80 is vermeld, besproken voor wat de politieke aspecten betreft

Na uitvoerige discussie besloot het dagelijks bestuur tot

7

wijziging van de briefing voor zover het de voorgestelde taakverdeling bij de presentatie tijdens de campagne betreft. Het was duidelijk dat de voorkeur van de heer V

ait

der Meuten bleef uitgaan naar het oorspronkelijk voorstel.

Het hoofdbestuur betreurt dat de heer Van der Meuten blijkens zijn brief tot de slotsom is gekomen dat hij voor de aangebrachte verandering de verantwoordelijkheid niet kan dragen. Het hoofdbestuur heeft de heer Van der Meulen november vorig jaar in het dagelijks bestuur verwelkomd als een goed gemotiveerd partijlid, dat al een reeks van jaren bekendheid genoot door zijn activiteiten in de afdeling Leiderdorp, de kamercentrale Leiden, de Landelijke Propagandacommissie en de Groep Neder- land van de Liberale Internationale. Het aftreden van de heer Van der Meuten als lid van het dagelijks bestuur is dan ook niet alleen voor hemzelf bijzonder teleurstellend, maar ook voor het hoofdbestuur.

Mr. F. Korthals Altes, voorzitter

Campagneplan

In afwachting van nadere besluiten van het hoofdbestuur over de vervulling van het voorzitterschap van de Landelijke Propagandacommissie is op zaterdag 20 september j.l., voorafgaande aan de vergadering van de partijraad een bijeenkomst van de LPC gehouden, waarin in overleg met de ondervoorzitter de LPC- vergadering van 8 oktober a.s. is voorbereid. Op 8 oktober a.s. zal de strategie voor het campagneplan aan de orde komen.

Kandidaatstel mg DB

Ingevolge artikel 42.4 van het huishoudelijk reglement deelt het hoofdbestuur mede dat de algemene vergade- ring waarin in de opengevallen plaats in het dagelijks bestuur zal worden voorzien, zal zijn de buitengewone algemene vergadering op vrijdag 20 en zaterdag 21 maart 1981 in het Cultureel Centrum D~ Flint te Amersfoort. Dit is de buitengewone algemene vergadering waarin het verkiezingsprogramma 1981-1985 zal wor- den vastgesteld. Het is niet mogelijk eerder in deze opengevallen plaats te voorzien, omdat tussen het tijdstip van deze mededeling en de algemene vergadering waarin in de opengevallen plaats wordt voorzien, ten minste vijf maanden moeten verlopen. De op 24 januari 1981 te houden buitengewone algemene vergadering (kandidaat- stelling Tweede Kamer) valt dus te vroeg.

Het hoofdbestuur en elke ledenvergadering van een afdeling zijn overeenkomstig artikel 42.5 van het huis- houdelijk reglement gedurende de periode van 25 november 1980 tot 1 februari 1981 bevoegd voor de opengevallen plaats (secretaris) één kandidaat te stellen.

Van een door een ledenvergadering van een afdeling gestelde kandidaat dienen naam, woonplaats, afdeling, een schriftelijke bereidverklaring de kandidatuur te aanvaarden en een korte levensbeschrijving uiterlijk 31 januari· 1981 te zijn ingediend bij de algemeen secretaris.

(8)

Mens~nrechten en Noord-Zuid verhouding

· thema's op Liberale Internationale

door drs. F. Bolkestein

Minco Mesani

Het congres van de Liberale Internationale is dit jaar gehouden in Berlijn, waar van 3 tot 5 september is vergaderd in de Reichstag. Wie zich herinnert wat er veertig jaar geleden op die plaats gebeurde; wie weet dat de vergaderzaal zich op weinig meters afstand bevindt van de muur van Berlijn, beseft dat het menig delegatielid vreemd te moede was op dit kruispunt van heden en verleden, op dit snijvlak van democratie en totalitaire dictatuur.

Thema voor het congres was: de mensenrechten en de Noord-Zuid verhouding. Over dit onderwerp werden enige behartigenswaardige woorden gesproken door Minoo Masani, leider van de Indiase liberalen, die in juni vorig jaar ook in Nederland een toespraak heeft gehouden. Masani riep op tot solidariteit tussen Noord en Zuid maar niet op basis· van schuldgevoelens.

Verreweg de meeste Europeanen hebben immers nooit iets te maken gehad met de derde wereld, zei hij terecht.

Hij gaf de voorkeur aan handel boven hulp en meende dat ontwikkelingssamenwerking zo min mÓgelijk over regeringen moest lopen. Persvrijheid en het recht van oppositie, zei hij tenslotte, zijn niet alleen van belang in het Noorden maar ook in het Zuiden. Zo wees hij de stelling van de hand dat economische ontwikkeling een inbreuk op de mensenrechten zou kunnen rechtvaardi- gen. Masani's woorden zijnjuist nu van belang aangezien binnen enkele weken de algemene vergadering van de UNESCO zich in Belgrado zal buigen over een rapport (het zgn. MacBride-rappor.t) dat in bepaalde opzichten persbreidel lijkt voor te staan.

Overschaduw a

Het congres-thema werd evenwel overschaduwd door tal van andere onderwerpen. Zo is een Britse resolutie over het Midden-Oosten, die de schuld voor het stokken van de onderhandelingen op eenzijdige wijze Israël in de schoenen schoof, onderwerp geweest van een intens debat. Uiteindelijk kon geen voor allen aanvaardbare resolutie worden gevonden en werd de hele aangelegen- heid verdaagd.

Een nieuwe afgevaardigde was Frederik van Zijl Slab- bert, leider van de grootste Zuidafrikaanse oppositie- partij, de Progressieve Federale Partij. In een boeiende toespraak noemde hij drie fundamentele feiten: (I) De blanke regering is een essentiële factor voor ieder die een vreedzame verandering in Zuid-Afrika nastreeft. (2) Een compromis moet worden gevonden tussen de vrees van de blanken en de wensen van de zwarten. (3) De tijd der bevoogding is voorbij: effectieve politieke onderhande- lingen moeten plaats vinden met de werkelijke zwarte leiders.

Daarbij noemde hij vier obstakels op de weg naar een oplossing: ten eerste de polarisatie langs lijnen van ras;

ten tweede het blanke gevoel te worden belegerd; ten derde de verleiding van een revolutionair romanticisme;

Oe WO-delegatie in Berlijn. Op de voorste rij de herenL.van Leeuwen en H. P. Talsma. Achter de heren Rauwarde en F. Bolkestein.

en ten vierde de stammentegenstellingen onder de zwarte bevolking.

Wat voor staatsbestel zou in Zuid-Afrika kunnen werken? Van Zijl Slabbert noemde drie elementen: (I) geen bevolkingsgroep mag politieke heerschappij uitoefe- nen over enige andere groep; (2) geen discriminatie naar ras; (3) algemeen kiesrecht in een federale staat. Hij besloot zijn toespraak met de woorden: "Wil het kwaad in Zuid-Afrika overwinnen dan is het voldoende dat alle welmenende mensen dat land de rug toedraaien".

Indrukwekkende woorden, vooral voor iemand uit een land als Nederland, waar de wenselijkheid van een dialoog met Zuid-Afrika wel wordt beleden maar waar die dialoog in feite onmogelijk wordt gemaakt.

Inbreng

De Nederlandse delegatie bestond uit ruim twintig leden, krachtig aangevoerd door mr. H. P. Talsma en drs. L.

van Leeuwen. De VVD-inbreng is aanmerkelijk geweest.

Resoluties over Afghanistan en Cambodja zijn door ons toedoen aangescherpt. Nieuwe resoluties over energie en de derde wereld werden verdedigd.

Zeer duidelijk te herkennen is de VVD-inbreng inzake de politieke emancipatie van vrouwen. In onze resolutie werd gesteld dat vrouwen die op gelijke voet met mannen aan politieke activiteiten willen deelnemen nog veel obstakels te overwinnen hebben. Daarom wordt aan de liberale partijen verzocht te bevorderen dat een aantal maatregelen wordt genomen. Zeven punten werden opgesomd, waaronder: verbetering van de opvang van kleuters en peuters; afschaffing van discriminatie ten aanzien van werk en salaris; beter onderwijs en beroeps-

(9)

door Flarus Wijsenbeek

Het grote Europa

(vervolg van pag. 8)

Tweemaal per jaar houdt de Liberale en Democratische fractie in het Europees Parlement een speciale bijeen- komst buiten de normale vergaderplaatsen Brussel, Luxemburg en Straatsburg. Deze zogeheten studiedagen dienen een tweeledig doel: in de eerste plaats worden hier bepaalde onderwerpen aan de orde gesteld, waarvoor men in het normale vergaderschema geen tijd kan vinden, maar er hier diepgaand over van gedachten kan wisselen;

in de tweede plaats dienen deze vergaderingen ook om het werk van het Europees Parlement in de districten van de afgevaardigden meer bekendheid te geven. Hiertoe worden dan ook meestal onderwerpen op de agenda geplaatst die in het bijzonder voor de desbetreffende streek van belang zijn.

Zo is vorige week, vooral met het oog op de komende Duitse Bondsdagverkiezingen, vergaderd in het histori- sche eilandstadje Lindau aan de Bodensee, grenzend aan het Oostenrijkse Bregenz, en over het water aan Zwitserland. Het is het district van het Beierse lid van de Europese fractie Ulrich Irmer.

Het onderwerp van gesprek was: de betrekkingen tussen de EG en de Janden van de Raad van Europa.

Voor het eerst was het een gemeenschappelijke vergade- ring met leden van de Liberale Groep in de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa onder aanvoering van de voorzitter daarvan, het Tweede Kamerlid mr. F.

Portheine, die er zich persoonlijk reeds geruime tijd voor ingezet heeft dat deze samenwerking van Liberalen uit het grote en het kleine Europa (de Raad van Europa heeft

voorlichting; aangepaste werktijden; en een aanpassing van de belastingwetgeving. De uiteindelijk aangenomen resolutie weerspiegelt hoofdzakelijk VVD-ideeën en onze delegatie oogstte veel lof om haar inbreng.

Zo dicht bij de muur van Berlijn en met de conferentie te Madrid over de ontspanning in het verschiet kon natuurlijk niet worden voorbijgegaan aan de Oost- Westverhouding. Bij het begin van het congres is in een bijeenkomst van liberale leiders aan de Duitse liberale minister van Buitenlandse Zaken Genscher de opdracht gegeven instemming te betuigen met de NAVO-beslissing inzake de modernisering van de kernwapens en het verzoek totdeN AVO-lidstaten te richten dat besluit ook uit te voeren. Gezien de weifelachtige houding in België en Nederland is die oproep niet voor niets.

Namens de VVD heeft Frits Bolkestein het congres over hetzelfde thema toegesproken. Daarbij zei hij dat Oost- Europa en West-Europa één grote Europese beschaving van grote diepgang en verscheidenheid gemeen hebben en dat we ons niet mogen neerleggen bij de huidige kunstmatige tweedeling, ook al kunnen wij daar nu weinig aan doen. In onze verhouding tot het Oostblok moeten we zeggen wat we op het hart hebben, maar tegelijkertijd moeten we onze eigen politieke samenwer- king verbeteren en onze militaire doelmatigheid verho- gen. Doen wij dat niet, dan ontspannen wij niet de internationale toestand maar alleen onszelf.

9

21 lid-landen, de EEG nu negen, binnenkort twaalt) tot stand kwam.

Om de Europese spraakverwarring niet nog groter te maken: de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa is het parlementair orgaan van een organisatie die op het gebied van het recht; onderwijs, cultuur en milieu; het lokaal en regionaal bestuur aanbevelingen doet aan de regeringen van de lidstaten, dus niet zoals de EEG direct de burgers bindende regels uitvaardigt.

De leden van de Raadgevende Vergadering zijn, zoals dat vroeger ook in het Europees Parlement het geval was, noodzakelijkerwijs eerst lid van hun nationale parlemen- ten. Zij vergaderen driemaal per jaar in Straatsburg in het Paleis van Europa waar ook het Europees Parlement bijeenkomt.

Voorzover zij zich met de buitenlandse politiek en het veiligheidsbeleid bezighouden combineren zij deze taak met het lidmaatschap van de Assemblée van de Westeu- ropese Unie.

Vaak zijn de debatten in de Raadgevende Vergadering interessanter dan die in het Europees Parlement, waar men zich vaak met technische wetsontwerpen bezig- houdt. Zo is er onlangs een discussie over de situatie in het Midden-Oosten geweest waarbij de Israëli's en de PLO aanwezig waren. De koning van Spanje en Hua Kuo Feng hebben er gesproken en in de afwijzing van het Griekse kolonelsregime hebben ze een zeer be- langrijke rol gespeeld. Ook in het grote Europa vinden belangwekkende ontwikkelingen plaats.

e

De volgende bijeenkomst van de Groep Nederland van de Liberale Internationale zal plaats vinden op vrijdag 17 oktober, bij welke gelegenheid Giovanni Malagodi zal spreken over het liberalisme in Italië in het licht van de politieke ontwikkelingen in dat land. Giovanni Malagodi is lange tijd leider van de Partito Liberale Italiano geweest en is nog steeds een van de belangrijkste voormannen van het Europese liberalisme. Zijn toespraak zal dan ook zonder twijfel zeer belangwekkend zijn. De bijeenkomst zal om acht uur beginnen in de Schepelzaal van de Tweede Kamer. Wie voornemens is deze bijeenkomst bij te wonen, wordt in verband met de beschikbare ruimte verzocht onderstaande strook in te vullen en op te sturen naar de secretaris: mr. F.

Bolkestein, Binnenhof la, 2513 AA Den Haag.

Ondergetekende (blokletters) ... . Adres: ... . Tel. nr.: ... . is voornemens de bijeenkomst van de Groep Nederland van de Liberale Internationale op 17 oktober bij te wonen.

Handtekening,

(10)

r C: - - -

' o

:rB , =t:· e

..s:::::s

CJ$...4 l cnc:d

VVD-Manifestatie ,Het andere

Noorden' op 18 oktober in Marurn

Het andere Noorden is het onderwerp, dat centraal staat op de VVD-manifestatie die op 18 oktober wordt georganiseerd door de Kamercentrales Groningen, Fries- land en Drenthe in café-restaurant "De Kruisweg" te Marurn (Gron.).

De inleidingen op deze manifestatie zullen worden gehouden door de ministers dr. L. Ginjaar (volksgezond- heid en milieuhygiëne) en H. Wiegel (vice-minister- president en minister van binnenlandse zaken) en mr.

E. H. Toxopeus, commissaris van de Koningin in de provincie Groningen.

De noordelijke Tweede Kamerleden en noordelijke kandidaat-Tweede Kamerleden, alsmede de gedeputeer- den zijn deze dag aanwezig voor kennismaking en nadere informatie.

Marurn ligt aan de Rijksweg Groningen-Drachten op 25 km van Groningen.

Bustijden voor treinreizigers:

Lijn 21: vertrek Heerenveen station 8.44 u./9.44 u., aankomst Marurn Kruisweg 9.40 u./10.40 u., vertrek Marurn Kruisweg 15.45 u/16.45 u., aankomst Heeren- veen station 16.40 u./17.40 u.

Lijn 21: vertrek Groningen station 9.12 u./10.12 u., aankomst Marurn Kruisweg 9.45 u./10.45 u., vertrek Marurn Kruisweg 15.40 u./16.40 u., aankomst Gronin- gen station 16.12 u./17.12 u.

Lijn 81: vertrek Groningen station 9.44 u., aankomst Marurn Kruisweg 10.34 u., vertrek Marurn Kruisweg 15.53 u., aankomst Groningen station 16.43 u.

De kosten van deelname aan de manifestatie bedragen

f

15,-, inclusief lunch, te voldoen aan de zaal.

Het programma luidt als volgt:

10.00 uur: Ontvangst

10.30 uur: Opening door de heer J. R. Bijkersma, voorzitter van de Kamercentrale Friesland.

10.35 uur: Inleiding door minister dr. L. Ginjaar van volksgezondheid en milieuhygiëne.

Onderwerp: ,,De mogelijkheden van het milieu in het Noorden"

Ondergetekende:

Naam: ... . Adres: ... . Woonplaats: ... . neemt deel aan de VVD-manifestatie met ... personen

I

Handtekening:

I

11.15 uur: Pauze 11.30 uur: Discussie

12.00 uur: Aperitief (tijdens aperitief diavoorstelling) 12.30 uur: Lunch

13.30 uur: Inleiding door mr. E. H. Toxopeus, commis- saris der Koningin in de provincie Gronin- gen. Onderwerp: "Het andere Noorden"

14.15 uur: Discussie 14.45 uur: Pauze

15.00 uur: Inleiding door de heer H. Wiegel, vice- minister-president en minister van binnen- landse zaken. Onderwerp: "Het kabinetsbe- leid met betrekking tot het andere Noorden"

15.45 uur: Discussie

16.00 uur: Sluiting door de heer J. R. Bijkersma Belangstellenden worden verzocht onderstaande bon in te zenden aan mevrouw J. Dol-Kieefstra, Kastanjelaan 4, 9363 CX Marurn (telefoon 05944 - 1946).

Studie ag er e

Op zaterdag 27 september 1980 organiseert de Stichting Vorming en Scholing in samenwerking met de Vereniging van Staten- en Raadsleden van de VVD een studiedag over de problematiek van de Kleine Kernen. ln het bijzonder zal worden ingegaan op de planologische en stedebouwkundige aspecten van kleine kernen, alsmede op de juridische aspecten van verkoopregulerende bepa- lingen en vestigingsregelingen.

Inleidingen zullen worden verzorgd door prof. ir. J. J.

Sterenberg en prof. mr. R. Crinee Ie Roy.

De bijeenkomst zal worden gehouden in het Stationskof- fiehuis te Twello (gemeente Voorst, Gld.) en om 10.30 uur beginnen.

ngres Oost sche e

Op 9 oktober a.s. organiseert de Kamercentrale Zeeland in Hotel Mondragon te Zierikzee een congres over de inrichting van de Oosterschelde. Aanvang 19.30 uur.

In het bijzonder zal tijdens deze discussie-avond, waarbij o.a. een dia-serie zal worden vertoond, aandacht worden besteed aan de natuur-, recreatie- en visserijaspecten.

Als inleiders zijn uitgenodigd vertegenwoordigers van de Stichting Zeeuws Coördinatieorgaan voor natuur-, Iandschaps- en milieubescherming, het Koninklijk Ne- derlands Watersport Verbond en de Vereniging tot bevordering der Zeeuwse Visserijbelangen.

~ ~~

L _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _j

Een informatiebrochure over het onderwerp Inrichting Oostersehelde is gratis verkrijgbaar bij bureau voorlich- ting provincie Zeeland, Sint Pieterstraat 42, 4331 EW Middelburg, tel. 01180 -27351, toestel 226.

e

(11)

Namibië, een testcase voor Zuid- Afrika

De Teldersstichting heeft zojuist een rapport over Namibië, het voormalige Zuid-West-Afrika, uitgebracht.

De ontwikkelingen in zuidelijk Afrika zijn de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. V oor de toekomst van dit gebied is niet alleen de toestand in Zimbabwe - en de Republiek Zuid-Afrika, maar ook die in Namibië van groot belang. De wijze waarop Zuid-Afrika en de internationale gemeenschap tot een oplossing komen van de problematiek rond een toekomstig onafhankelijk Namibië kan als een testcase worden beschouwd voor de mogelijkheid om in Zuid-Afrika zelf tot een vreedzame, democratische samenleving te geraken. De kwestie Namibië heeft niet alleen grote implicaties voor de bestrijding van rassendiscriminatie, doch ook voor de strategische verhoudingen in Afrika. Nederland kan, als het zijn buitenlands beleid niet alleen door idealisme, maar ook door kennis van zaken laat leiden, een bijdrage leveren tot de oplossing van de problemen vond Namibië.

De auteur van dit rapport, drs. A. W. Kröner, weten- schappelijk medewerker van de Teldersstichting, bezocht het land in maart jl. Hij schetst eerst de geografie, bevolking en geschiedenis. Daarna worden de problemen tussen Zuid-Afrika en de Verenigde Naties over de status van Namibië behandeld. De geo-politieke betekenis van Namibië wordt uiteengezet, waarbij de strategische haven Walvisbaai en de export van uranium als voornaamste aspecten ruime aandacht krijgen.

De onderhandelingen rond de voorgestelde VN-verkie- zingen in Namibië kenmerken zich door politieke onwil van zowel Zuid-Afrika als SWAPO (de South West Africa People's Organization, de belangrijkste bevrij- dingsbeweging) om tot een oplossing te komen. Beide partijen hebben zoveel op het spel staan dat zij nog niet tot overeenstemming over verkiezingen hebben kunnen komen. De uitkomst daarvan is zeer onzeker.

Een kritieke leemte in het VN-plan voor Namibië is dat er met geen woord gerept wordt over de aard van de toekomstige constitutie. Het plan voorziet slechts in vrije verkiezingen voor een constitutionele vergadering.

Er is geen enkele waarborg dat na afloop van de verkiezingen voor deze constitutionele vergadering een democratisch staatsbestel wordt opgericht. De andere politieke partijen vrezen dat hun na een SWAPO- overwinning weinig ruimte meer zal worden gelaten.

SWAPO wordt vooral door communistische staten gesteund en haar leider, Nujoma, heeft herhaaldelijk verklaard alleen geïnteresseerd te zijn in een totale machtsovername.

" e

1d

In het rapport van de Teldersstichting wordt geconclu- deerd dat er een aantal mogelijkheden zijn voor het Nederland buitenlands beleid om een positieve invloed uit te oefenen. Nederland en andere westerse landen zouden steun moeten verlenen aan het politieke midden

in Namibië, o.a. aan de SWAPO-Democrats (een afsplitsing van de SWAPO), het Namibian National Front, alsmede andere organisaties die het apartheidsbe- leid van Zuid-Afrika afwijzen en naar onafhankelijkheid van Namibië streven. Dit zou de kansen op een stabiele, democratische, niet anti-westerse regering in een toe- komstig onafhankelijk Namibië kunnen vergroten. Aan die steunverlening zouden een aantal voorwaarden moeten zijn verbonden, met name dat de steun niet voor andere dan humanitaire en legale doeleinden wordt gebruikt. Nederland zou er bij deze groeperingen voorts op moeten aandringen zo veel mogelijk samenwerking te zoeken met andere democratisch georiënteerde partijen.

Immers, de versnippering van het politieke centrum in Namibië is een zwakke stee in de oppositie tegen zowel SWAPO als Zuid-Afrika.

Nederland zou er bij de vijf westerse landen (de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, West-Duitsland, Frankrijk en Canada) die met Zuid-Afrika, SWAPO, de Verenigde Na ties en andere betrokkenen onderhandelen, op moeten aandringen om niet tot een overhaaste, doch tot een evenwichtige oplossing te geraken. Nederland zou in het algemeen het beleid van West-Duitsland en Engeland kunnen ondersteunen, aangezien beide Janden goed met de problematiek bekend zijn en omdat een actieve betrokkenheid van deze middelgrote mogendhe- den de kwestie Namibië mogelijkerwijs enigszins uit de sfeer van een eventuele confrontatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zou kunnen halen.

Als de Westeuropese landen hun beleid ten aanzien van Namibië in het kader van de Europese Politieke Samenwerking coördineren, kunnen zij een aanzienlijke invloed op de oplossing van deze kwestie uitoefenen. In verband met de eerder opgemerkte tekortkomingen in het VN-plan voor Namibië, dat alleen in verkiezingen doch niet in een grondwet voorziet, lijkt er een mogelijkheid voor een nieuw politiek initiatief van de EPS te zijn. Het tekort in het VN-plan zou kunnen worden verholpen door de hoofdlijnen van een democratische constitutie in dit plan op te nemen. Deze hoofdlijnen zouden kunnen worden vastgesteld door onderhandelingen tussen alle betrokken partijen, naar analogie van de zogenaamde Lancaster House conferentie over Zimbabwe. Hiermee zou de aarzeling van Zuid-Afrika en de binnenlandse politieke partijen in Namibië ten opzichte van het VN- plan kunnen worden overwonnen.

Ur n· m

·emj ··

Almelo

Van de kant van D'66 is gesuggereerd dat de verrijking van uranium in Almelo zou moeten worden gestopt, voorzover deze oorspronkelijk door Duitse en Engelse elektriciteitsbedrijven uit Namibië is betrokken. Nader onderzoek van deze situatie toont echter aan, dat er geen goede juridische en politieke gronden aanwezig zijn om van de Nederlandse regering te eisen dat de verrijking door Urenco van hexafluoride (bewerkt uranium) wordt (v r-volg op p; g Q)

(12)

Onze collectieve uilgm•en zijn explosie/gegroeid. Een illu Iratie daan·an levert het aandeel van deze uitgm•en in het nationale inkomen.ln de periode 1960 1980 steeg dal aandeel Pan ruim 36 tot bijna 66 procent, d.w.z.

tweederde mn ons aller inkomen wordt nu collectief

besteed. Dr. R udolf de Korte (foto) die de hiernaast afgedrukte bijdrage leverde, vin.dt het meest verontrustende van dit alles dat naarmate de groei lager ligt het collectieve aandeel sneller oploop/. De Korle concludeert daaruiL dat naarmale de groei daalt de noodzaak tot collectiel•e ombuigingen -en de omvang ervan- versneld toeneemt.

Het kabinet Van Agl Wiegel heeft dil aan den lijve andervonden in een periode van nauwelijks enige groei.

Hoe krijgen we de collectieve uitgaven onder de duim?

Willen we de collectieve uitgaven beheersen en willen we daarenboven ombuigen dan is het noodzakelijk te weten waar in het verleden de groei het grootst is gewee9t. Dat is onmiskenbaar in de sfeer van de zgn. overdrachtsuitga- ven, d.w.z. van de sociale zekerheid en van de subsidies aan personen, gezinnen en bedrijven. De eigen bestedin- gen van de overheid - de materiële consumpties, investeringen en overheidssalarissen - zijn niet de echte boosdoeners. Als aandeel in het nationale inkomen is bet aandeel van die bestedingen in slechts geringe mate gestegen van 20% in 1960 naar 22% van het nationale inkomen nu. Dat aandeel is ook in lijn met de ons omringende landen. Daarom kunnen we de rijksuitgaven ook niet al te zeer meer uitknijpen op strafTe van aantasting van onze infrastructuur en onze elementaire overheidsvoorzieningen (als politie, wegen, scholen enz.).

Het aandeel van de overdrachtsuitgaven is daarentegen fenomenaal gegroeid van 17% in 1960 naar bijna 44%

op dit moment. Deze groei van de overdrachtsuitgaven heeft vooral drie oorzaken. In de eerste plaats de grote uitbreiding van het aantal voorzieningen in de jaren zestig. Vervolgens de sterke stijging van het niveau van de uitkeringen met name als gevolg van de invoering van de koppelingsmechanismen. En in de derde plaats de sterke uitbreiding van het beroep op deze voorzieningen sinds bet stagneren van de economische groei en de werkgelegenheid.

Het sterkst steeg daarbij bet beroep op de arbeidson- geschiktheidsregelingen. Kijken we naar de bijna 650.000 mensen die in deze regelingen zijn terechtgeko- men, dan doemt het beeld op van: "Nederland arbeidson- geschikt". Dat is dan ook wat ze in het buitenland

"Dutch disease" (de Nederlandse ziekte) noemen.

Afwentelen

Dit alles is eerst gefmancierd door bet verhogen van belastingen en premies. Maar die hebben wij Nederlan- ders alras leren afwentelen. De in de politiek zo vaak beleden solidariteit tussen actieven en niet-actieven heeft in die zin nooit bestaan. Daarna bracht het aardgas soelaas. Toen ook dat niet voldoende bleek teerden we in op de reserves van de sociale fondsen en op het eigen vermogen van de bedrijven. Werd bovendien het fman- cieringstekort van het Rijk tot het uiterste (de befaamde 6% grens) opgerekt. De Staatsschuld is in de afgelopen periode dan ook met zo'n tien miljoen per jaar gegroeid.

In 1980 moet de minister van fmanciën tweemaal zoveel uitgeven aan rente en aflossing dan we aan ontwikke- lingssamenwerking besteden. Aan alles komt een eind.

Zeker aan het oprekken van het fmancieringstekort.

Terecht is hieraan hoge prioriteit gegeven in de begroting 1981. Wat dit alles veroorzaakt werd kernachtig onder woorden gebracht door de socialist prof. Wolfson in een interview met het A /gemeen Dagblad: "Maak je de collectieve sector te groot, zoals nu het geval is, dan leidt dit tot de ondergang van veel bedrijven. Dat is dan bet gevolg van een progressief beleid".

"Zet de tering naar de nering" zegt een oerdegelijk Nederlands spreekwoord. Daarbij zullen vooral de overdrachtsuitgaven moeten dalen. We moeten met onze verzorgingsstaat naar een versoberingsstaat. Dat moet m.i. de komende jaren in de politiek tot centraal thema worden verheven willen we onze samenleving niet laten verloederen door een compleet faillissement voor ons bedrijfsleven, een ongekend hoog aantal inactieven en een lange reeks van loonmaatregelen. Van Terlouw in een interview over 's lands economie zijn de onvergetelijke woorden: "Geen mens weet hoe het moet". Dat lijkt me een te mager recept om de geschetste moeilijkheden mee te lijf te gaan, met name op bet cruciale punt van de beheersing van de collectieve bestedingen. Ik matig me geenszins aan het wel precies te weten. Maar mij lijkt dat een aantal belangrijke instrumenten binnen handbereik ligt. Ik noem er een paar:

Profijtbeginsel

Het gaat hier om een even bekend als verguisd instrument. Vele diensten van de centrale en lokale overheid zijn uit onze moderne samenleving niet meer weg te denken. Moet dat ook inhouden dat ze zo goed als gratis worden aangeboden? Zeker is dat dit verspil- ling in de hand werkt. Dat daardoor ook een behoorlijke afweging met de prijs van andere goederen en diensten niet plaatsvindt. De overheidsdiensten worden zo tot een goedkoop of gratis recht. De rol van de markt zou hier bewust in ere hersteld moeten worden. Als voorbeelden noem ik het openbaar vervoer, de voorzieningen in de culturele en onderwijssfeer (boven de leerplichtige leef- tijd), de gezondheidszorg, de zeer lage huurbijdrage van huurders van gemeenschapswoningen.

Volumebeleid

Volumebeleid beoogt dat minder mensen een beroep op een sociale uitkering behoeven te doen. Volumebeleid betekent in de praktijk het terugdringen van onnodige werkloosheid en vermijdbaar verzuim door ziekte of arbeidsongeschiktheid bij een gegeven werkgelegenheid.

Als economie en werkgelegenheid stagneren is volumebe- leid een heidens karwei. Toch moet een land dat op elke tien actieve inkomenstrekkers zes inactieve uitke- ringstrekkers kent, daaraan de hoogste prioriteit geven.

Volumebeleid komt daarmee neer op het "wieden" en

"rooien" van wetten en regelingen die kostbaar oneigen- lijk gebruik op grote schaal mogelijk maken. Want daarvoor is ons sociale zekerheidsstelsel niet geschapen.

De premielasten voor de bijna 650.000 mensen in de WAO/ AAW en voor de meer dan 40.000 werknemers die zich dagelijks ziek melden, zijn niet meer op te brengen en worden dodelijk voor onze economie. De VVD-fractie heeft in de achterliggende periode een batterij van voorstellen in stelling gebracht. Vaak zonder resultaat. Door de economische nood gedwongen begint minister Albeda echter eindelijk, maar veel te laat met maatregelen te komen. De minister van sociale zaken is

(13)

Minister Albeda maatregelen te laat ...

Terlouw . . . geen mens weet hoe

het moet

bij dit alles nl. een sleutelfiguur. De rol, die het parlement hierbij kan spelen, liet tot op heden veel te wensen over.

Verder ben ik ervan overtuigd dat door intensivering van het opsporingswerk en vooral door betere coördinatie het echte misbruik in de sociale zekerheid veel krachtiger kan worden tegengegaan. Ook dat is volumebeleid.

Collectirve prioriteiten stellen

Wat is er voor de hand liggender - nu de groei zo gering of nul is en de fmanciële middelen zo schaars zijn -dan dat we echte collectieve prioriteiten stellen. De na- oorlogse groei heeft die elementaire voorwaarde van samenleven min of meer verdoezeld. De afwezigheid van groei zet ons nu echter de pin op de neus. Dat heeft reeds tot aanzienlijke spanningen - binnen en buiten de regering - geleid. Er moet weer afgewogen worden. Maar die afweging wordt ons vooralsnog afgedwongen. In het kabinet leidt dat bijvoorbeeld tot ponds-pondsgewijs ombuigen. De afzonderlijke ministeries moeten langs de weg van versleuteling inleveren. Daarbij wordt voor ieder departement een gelijke norm gehanteerd. Dit maakt bewust kiezen, hanteren van prioriteiten en beoordelen van urgenties bijna onmogelijk. De minister van finan- ciën zit in de weinig aantrekkelijke positie dat hij in z'n eenlje moet touwtrekken met alle andere vakministers aan het andere eind. Een mogelijk betere methode die mij aanspreekt is de uit Canada afkomstige "enveloppe- procedure". Groepjes departementen krijgen bij de begrotingsopstelling fmanciële ruimte, die ze samen moeten verdelen. Iedere minister moet de collega's in zijn groep zien te overtuigen van de noodzaak van zijn uitgaven. Daarmee komt ook het bilaterale touwtrekken tussen financiën en de andere ministeries goeddeels te vervallen.

Structureel begratingsbeleid

Sinds Duisenberg kennen we de zgn. meerjarenramingen, zodat we over een langere periode het beslag van de overheidsuitgaven op het nationaal inkomen kennen. Dat vergemakkelijkt de macro-economische prognoses. Bo- vendien kennen we tijdig de "camelnose*"-elfecten van bepaalde beslissingen en van nieuwe wetten in Jatere jaren. Dat zijn de positieve kanten. De negatieve kanten overheersen echter. De gehele meerjarenruimte blijkt in de praktijk door de departementen opgevuld te worden.

De meerjarencijfers worden als het ware een minimum uitgangspunt. Daarbij is in het verleden de economische groei telkens te hoog ingeschat. Iedere flexibiliteit was daarmee op voorhand weg. Het proces van ombuigen van de laatste jaren is vooral daardoor pijnlijk noodzake- lijk geworden. Meys, directeur van de rijksbegroting, heeft onlangs opgemerkt dat niet "ondanks" maar

"dankzij" het bestaan van meerjarenramingen en -afspraken de groei van de collectieve sector zo fors is geweest.

Terecht heeft het kabinet deze weg bij de begroting 1981 verlaten. Het lijkt mij het overwegen waard om de in

13

1961 door Zijlstra geïntroduceerde norm van het structurele begrotingsbeleid weer van stal te halen.

Daaraan dienen dan realistische groeicijfers ten grondslag te liggen.

Interne discipline

Met een andere techniek voor de opstelling van begrotin- gen en ombuigingen zijn we er natuurlijk niet. Allereerst is een betere voortgangscontrole nodig op eenmaal afgesproken ombuigingen. Het parlement moet kunnen nagaan of deze inderdaad worden waargemaakt. Daarop is onvoldoende zicht. De realisatie van de afgesproken departementale ombuigingen zou m.i. in de departemen- tale (suppletoire) begrotingen te zien moeten zijn. Dan wordt tenminste duidelijk waar de "gaten" zitten. Verder is er de discipline voor wat betreft de lopende rijksuitga- ven. Toen die in 1979 uit de hand dreigden te lopen boven het afgesproken fmancieringstekort van 6% werd de noodremprocedure ingesteld. Voor 1980 werd iets dergelijks ondernomen door de instelling van zgn.

kasplafonds per departement. Zou zo'n systeem niet permanent gemaakt moeten worden? In Engeland is dat reeds zo bij een zeer gedetailleerd informatiesysteem.

Daarmee zijn overschrijdingen op. afzonderlijke departe- menten veel beter tegen te gaan. En krijgen collega- ministers die daarna niet voor hun kiezen resp. worden die niet vrolijk naar het volgende begrotingsjaar door- geschoven. Prof. Boorsma noemt dat het fietsbandme- chanisme: het knijpen in een volgepompte fietsband leidt op andere plaatsen tot een bobbel (en vervolgens tot een lekke band).

Externe controle

Daarbij maak ik onderscheid tussen beleidsvorming en beleidsuitvoering. Voorts tussen controle op rechtmatig- heid (conform de wet etc.) en op doelmatigheid (dus op efficiency). De controle op de doelmatigheid van de beleidsvorming is een zaak van regering en parlement.

De controle op de beleidsuitvoering ligt bij de accoun- tantsdienst van het Rijk en de Algemene Rekenkamer.

Bij die controle ligt vooralsnog de nadruk op de rechtmatigheid van de uitgaven. Die nadruk zou meer op de materiële controle moeten komen te liggen: wordt voldaan aan de eisen van efficiency en .soberheid? Ik besef terdege de daarmee gepaard gaande problemen.

Zoiets vereist een objectieve meetlat waaraan de effi- ciency kan worden getoetst. Bij ondernemingen met een winstoogmerk ligt dat gemakkelijker dan bij de (Rijks)overheid als NV. Niettemin ligt hier een be- langrijke taak voor de Rekenkamer. Die taak zal vooral tot minder colleçtieve uitgaven leiden als het hoogste controlerende orgaan, het parlement, daaraan politieke follow-up wil geven.

Dat brengt me tegelijkertijd tot mijn conclusie: zo is het met al deze (en andere) instrumenten; ze staan of vallen met de politieke moed en de politieke wil ze op korte termijn daadwerkelijk toe te passen. De tijd dringt. Is het

niet al vijf voor twaalf?

e

'41 ---

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

123 Dit boek is mede tot stand gekomen door de hulp van George Auping, Fleur de Beaufort, Berend de Boer, Maya Daniel, Erwin Dijk, Dirk Fennema, Ron de Jong, Cedi Karimi Fard,

VVD-woordvoerder mr. de Grave heeft er in het debat geen doekjes om gewonden dat aan het voorstel van het kabinet zeer grote bezwaren zijn verbonden. Derhalve heeft de

DeEd Nijpels als politiek leider heeft binnen eenjaar grote bekendheid gekregen door zijn optreden in het land en voor de media.. DeEd Nijpels, die als fractievoorzitter een

de NATO toetrad. · Hierover schrijft VVD- Tweede Kamerlid Ad Ploeg, defensiespecialist. De hoop van velen, dat met het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog een einde

Kort gezegd kwam het hier op neer, dat er toen in de Tweede Kamer een meerderheid bestond voor de invoering van een districtenstelsel, maar dat het

nuanceerd over deze tere kwestie wordt gedacht. Abortus is een zaak waarin het geweten mee- spreekt. Wiegel: .,Wij willen een wetsontwerp maken, waar een

Aangezien het hier gaat om de beoor- deling van bepaalde specifieke passages uit het Manüest en niet om de vaststel- ling van partijstandpunten in de vorm van

ken, zou ik willen vooropstellen dat ik meen te mogen aannemen, dat wij het allen wel hierover eens zullen zijn, dat Wij het beginselprogram niet gaan