• No results found

Effecten van overdracht van pincontracten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Effecten van overdracht van pincontracten"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Effecten van overdracht

van pincontracten

Eindrapport

Opdrachtgever: Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

ECORYS-NEI

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding 5

2 Resultaten 7

2.1 Inleiding 7

2.2 Bekendheid met de overdracht van pincontracten 8

2.3 De (huis)bank 11

2.4 Overdracht van pincontracten 12

2.5 Onderhandelingen over het contract 15

2.6 De nieuwe contracten 16

2.7 De toekomst 18

(4)
(5)

1 Inleiding

Vanaf 1 maart 2004 sluiten ondernemers contracten over pinbetalingen niet langer uniform bij Interpay af, maar worden deze contracten bij de individuele banken afgesloten. Deze overdracht heeft plaatsgevonden op advies van de Werkgroep

Tariefstructuren en Infrastructuur in het betalingsverkeer (‘commissie Wellink’) en heeft als uitgangspunt dat de banken het totale pinproduct in onderlinge concurrentie kunnen gaan aanbieden.

(6)
(7)

2 Resultaten

2.1 Inleiding

Voor het onderzoek naar de effecten van de overdracht van pincontracten is een telefonische enquête gehouden onder ondernemingen. De ondernemingen die aangaven wel mee te willen werken aan het onderzoek, maar geen tijd te hebben voor een

telefonische enquête, hebben per e-mail een elektronische vragenlijst ontvangen. In totaal hebben er 1000 ondernemingen meegewerkt aan de telefonische enquête en hebben 94 ondernemingen de vragenlijst elektronisch ingevuld en teruggestuurd.

De respondenten zijn onderverdeeld naar omvang van de onderneming en naar branche. Voor de onderverdeling naar branche zijn bedrijven ingedeeld in de volgende

categorieën: • Auto/reparatie; • Detailhandel Food; • Detailhandel Non-Food; • Horeca.

De indeling naar omvang heeft plaatsgevonden aan de hand van het aantal werkzame personen in de ondernemingen (klasse werkzame personen; KWP). Er zijn zes categorieën voor omvang van de onderneming gedefinieerd:

• 1 werknemer; • 2 tot 4 werknemers; • 5 tot 9 werknemers; • 10 tot 19 werknemers; • 20 tot 49 werknemers; • meer dan 50 werknemers.

Daarnaast is per onderneming naar het aantal pintransactie gevraagd, zodat de

ondernemingen ook kunnen worden onderverdeeld naar aantal pintransacties op jaarbasis. Hierbij is de volgende indeling gehanteerd:

• minder dan 1.000; • 1.001-5000; • 5.001-10.000; • meer dan 10.000.

Aangezien de verdeling van de respondenten over de verschillende branches en

grootteklasse niet exact overeenkomt met de totale populatie ondernemingen, is voor dit verschil gecorrigeerd. Naar mate een groep in de totale populatie sterker is

(8)

Effecten van overdracht van pincontracten 8

in het gemiddelde. De resultaten die in dit hoofdstuk worden gepresenteerd, zijn de gecorrigeerde resultaten en mogen worden beschouwd als geldend voor het gehele bedrijfsleven.

2.2 Bekendheid met de overdracht van pincontracten

Van de 1094 ondernemingen die hebben meegewerkt aan de enquête, bleken 753 respondenten hun klanten de mogelijkheid te bieden om met een pinpas te betalen. Aan deze ondernemingen zijn drie vragen gesteld over bekendheid met de overdracht van pincontracten. Gevraagd is naar bekendheid van de overdracht van de contracten,

bekendheid met de mogelijkheid te onderhandelen met een bank over de pincontracten en bekendheid met het gegeven dat Interpay zorg blijft dragen voor uitvoering van de pintransacties. De resultaten van de antwoorden op deze vragen zijn gegeven in respectievelijk Tabel 2.1, Tabel 2.2 en Tabel 2.3.

Tabel 2.1 Bent u bekend met het feit dat sinds 1 maart 2004 de bestaande pincontracten van Interpay overgeheveld zijn naar de individuele banken? (onderverdeeld naar branche en KWP; exclusief categorie ‘weet niet’)

(9)

Tabel 2.2 Bent u bekend met het feit dat het mogelijk is te onderhandelen met een bank naar keuze ten aanzien van de overeenkomst? (onderverdeeld naar branche en KWP; exclusief categorie ‘weet niet’)

Branche Ja Nee Auto 64% 35% Detail Food 74% 26% Detail Non-Food 62% 38% Horeca 74% 26% Totaal 65% 35% KWP Ja Nee 1 69% 31% 2-4 62% 38% 5-9 67% 32% 10-19 63% 36% 20-49 73% 27% 50+ 59% 38% Totaal 65% 35%

Tabel 2.3 Bent u bekend met het feit dat Interpay het transport en de verwerking van PIN- en Chipknip-transacties blijft uitvoeren, onder dezelfde technische condities? (onderverdeeld naar branche en KWP; exclusief categorie ‘weet niet’) Branche Ja Nee Auto 75% 25% Detail Food 82% 16% Detail Non-Food 82% 16% Horeca 87% 12% Totaal 82% 16% KWP Ja Nee 1 79% 19% 2-4 85% 14% 5-9 82% 17% 10-19 75% 25% 20-49 87% 13% 50+ 83% 13% Totaal 82% 16%

(10)

Effecten van overdracht van pincontracten 10

2.3 De (huis)bank

Van de 753 respondenten die hun klanten de mogelijkheid bieden om met pinpas te betalen, sluiten er 598 zelf hun pincontracten af. De overige 155 respondenten bleken vestigingen van een onderneming te zijn, waar de (collectieve) pincontracten op het hoofdkantoor of bij een andere vestiging worden gesloten.

In Tabel 2.4 wordt een overzicht gegeven van de banken waar de 598 ondernemingen die zelf hun contract afsloten, hun pincontract hadden lopen, onderverdeeld naar branche. In Tabel 2.5 is dit overzicht onderverdeeld naar werkzame personen (KWP). Tabel 2.6 geeft de onderverdeling naar het aantal pintransacties weer. In elk van de tabellen zijn enkel de percentages voor de zes grootste banken gegeven. Aangezien de gegevens voor de kleinere banken in het overzicht niet zijn opgenomen, tellen de percentages niet op tot 100.

Tabel 2.4 Bij welke bank had u voor 1 maart 2004 de aan het pincontract gekoppelde creditrekening lopen? (onderverdeeld naar branche)

Bank Auto(reparatie) Detail –

Food Detail – Non-Food Horeca Totaal ABN-AMRO 17% 27% 23% 22% 23% Fortis 4% 0% 1% 3% 2% ING 16% 6% 13% 17% 13% Postbank 8% 11% 8% 4% 8% RABO Bank 46% 55% 46% 47% 47% SNS 3% 0% 3% 2% 3%

Tabel 2.5 Bij welke bank had u voor 1 maart 2004 de aan het pincontract gekoppelde creditrekening lopen? (onderverdeeld naar KWP) Bank 1 2-4 5-9 10-19 20-49 50+ Totaal ABN-AMRO 15% 22% 32% 28% 46% 4% 23% Fortis 0% 2% 2% 4% 2% 0% 2% ING 12% 11% 17% 17% 28% 22% 13% Postbank 13% 7% 5% 2% 2% 5% 8% RABO Bank 50% 53% 35% 41% 17% 61% 47% SNS 6% 1% 3% 3% 2% 0% 3%

Tabel 2.6 Bij welke bank had u voor 1 maart 2004 de aan het pincontract gekoppelde creditrekening lopen? (onderverdeeld naar aantal pintransacties)

(11)

2.4 Overdracht van pincontracten

Bij 38% van de ondernemingen hebben één of meerdere banken contact opgenomen voor het afsluiten van een nieuw pincontract. Een onderverdeling van de ondernemingen naar aantal pintransacties laat zien dat er op dit gebied geen verband is tussen het opnemen van contact door de bank en het aantal pintransacties dat in een bedrijf wordt afgesloten. De categorieën ‘1.001-5.000 transacties’ en ‘5.001-10.000 transacties’ scoren met 44% en 45% van de gevallen waarin contact is opgenomen door de bank, boven het gemiddelde, terwijl de categorieën ‘minder dan 1.000’ en ‘meer dan 10.000’ met respectievelijk 31% en 32% onder het gemiddelde scoren. Voor de 40 grootste afnemers van pincontracten ligt het percentage op 47%.

In de gevallen waar er contact is opgenomen door een bank voor het afsluiten van een nieuw pincontract, betreft dit in ongeveer 90% van de gevallen een bank waar de

betreffende onderneming reeds een relatie mee heeft. Uit de verkregen data blijkt niet dat een van de banken meer of minder contact met haar cliënten heeft opgenomen voor het sluiten van een nieuw contract dan een ander.1

Slechts 5% van de ondernemingen heeft zelf contact opgenomen met een bank om te informeren naar nieuwe contractsvoorwaarden voor het pincontract. Dit waren

voornamelijk de ondernemingen met meer dan 10.000 transacties op jaarbasis, van wie 15% zelf contact met hun bank hebben opgenomen voor nieuwe voorwaarden. In Tabel 2.7 zijn de belangrijkste redenen opgenomen waarom ondernemingen niet bij hun bank hebben geïnformeerd naar nieuwe contractsvoorwaarden.

1

(12)

Effecten van overdracht van pincontracten 12

Tabel 2.7 Waarom heeft u of uw onderneming niet het initiatief genomen om bij één of meerdere banken te informeren naar nieuwe contractsvoorwaarden voor het pincontract?

Reden <1.000 1.001-5000

5.001-10.000

>10.000 Totaal

Ik ben tevreden over mijn bank/ Ik doe alle zaken met één bank

18% 28% 27% 23% 25%

Prioriteit, niet aan toe gekomen 10% 11% 16% 18% 14%

Desinteresse, gemakzucht 13% 12% 11% 13% 13%

Het ging goed, dus ik heb niets veranderd

13% 11% 9% 7% 11%

Ik wist niet dat het kon 10% 9% 10% 14% 10%

Er wordt hier weinig gepind, dus laat maar zitten

16% 11% 3% 1% 8%

Een ander is echt niet beter 7% 6% 6% 10% 6%

Rompslomp, de moeite niet waard

10% 6% 1% 2% 6%

Ik kreeg een aanbod en nam dat maar aan

4% 2% 5% 4% 3%

Huidige bank is goedkoop(st), gunstige voorwaarden

1% 2% 4% 1% 2%

Wij zijn gebonden aan een bank 2% 2% 0% 0% 1%

Anders/geen opgave 10% 10% 14% 22% 13%

Totaal 100 100 100 100 100

Als belangrijkste reden voor het niet opnemen van contact met een bank om over een nieuw pincontract te praten, geven ondernemingen aan dat zijn al hun zaken bij één bank doen, tevredenheid zijn en geen reden zien om van bank te wisselen.2 Daarnaast is pinnen voor een vrij grote groep detaillisten blijkbaar geen product waar men veel tijd in wil steken om een zo scherp mogelijk prijs te bedingen.

2.5 Onderhandelingen over het contract

3

Van de ondernemingen die met een bank contact hebben gehad over de pincontracten, heeft 12% onderhandeld. In de ongeveer de helft van de gevallen is slechts met de huisbank onderhandeld, de overige ondernemingen hebben naast de huisbank ook met een of meerdere andere banken onderhandeld. Van de 40 grootste ondernemingen is 76% in onderhandeling getreden met een of meerdere banken. Ook voor deze ondernemingen geldt dat in de helft van de gevallen slechts met de huisbank is onderhandeld. In Tabel 2.8 is het percentage onderhandelaars uitgesplitst naar branche, aantal werkzame personen (KWP) en aantal transacties.

2

Reden voor samenvoeging van beide antwoorden ‘tevreden met bank’ en ‘alle zaken bij één bank’ is dat beide elementen vaak in combinatie met elkaar genoemd zijn.

3

(13)

Tabel 2.8 Heeft uw onderneming met een bank onderhandeld over de voorwaarden van het contract? (onderverdeeld naar branche, KWP en aantal transacties)

Branche Ja Nee Auto 9% 91% Detail Food 3% 97% Detail Non-Food 16% 84% Horeca 1% 99% Totaal 12% 88% KWP Ja Nee 1 5% 95% 2-4 13% 87% 5-9 5% 95% 10-19 25% 75% 20-49 53% 47% 50+ 37% 63% Totaal 12% 88%

Aantal transacties Ja Nee

<1.000 6% 94%

1.001-5.000 9% 91%

5.001-10.000 18% 82%

>10.000 19% 81%

Totaal 12% 88%

Indien een onderneming met een bank over het pincontract heeft onderhandeld, betrof dit voornamelijk het tarief per transactie, het abonnementsgeld en volumekortingen. De duur van het contract en de opzegtermijn zijn minder vaak onderwerp van de onderhandeling geweest. Bij de 40 ondernemingen met het meest aantal pintransacties in Nederland komt een vergelijkbaar beeld naar voren. Een overzicht wordt gegeven in Tabel 2.9.

Tabel 2.9 Over welke elementen heeft u met de bank onderhandeld? (met apart daarnaast van de 40 grootste afnemers)

Element Totale steekproef De 40 grootste afnemers

Tarief per transactie 83% 89%

Abonnementsgeld 57% 75%

Volumekorting 53% 61%

Duur van het contract 32% 39%

Opzegtermijn van het contract 23% 29%

Overig 12% 25%

Het in de onderhandelingen door de banken aangeboden tarief per transactie bedraagt gemiddeld 5,41 eurocent. Alhoewel de bandbreedte van aangeboden tarieven per bank in sterke mate verschilt, ligt het gemiddelde per bank in de buurt van het algemeen

(14)

Effecten van overdracht van pincontracten 14

In 9% van de gevallen waarin een onderneming met een bank over een nieuw pincontract heeft onderhandeld, heeft de bank als voorwaarde voor het pincontract de afname van andere diensten gesteld. De meeste respondenten sloten echter hun nieuwe contract af bij de huisbank en aangezien men daar al de (meeste) diensten afneemt speelde deze

koppelingseis bij het sluiten van een nieuw pincontract niet. Van de ondernemingen die zijn overgestapt naar een andere bank, zijn 15% geconfronteerd met een eis voor afname van andere diensten dan het pincontract. De ondernemingen die met meerdere banken hebben onderhandeld, zijn aanzienlijk vaker tegen de eis voor afname van andere diensten aangelopen, namelijk in 68% van de gevallen. De belangrijkste bijkomende eisen bij het afsluiten van een pincontract zijn het openen van een rekening-courant en het storten van contant geld.

2.6 De nieuwe contracten

Van de ondernemingen die hun pincontract zelf afsluiten heeft 75% haar contract verlengd bij de oude bank. In 3% van de gevallen is overgestapt naar een andere bank, terwijl 10% aangeeft (nog) geen nieuw contract te hebben afgesloten met de bank. In de overige 12% van de gevallen was de situatie onbekend. In Tabel 2.10 zijn de resultaten gegeven onderverdeeld naar branche, aantal werkzame personen (KWP) en aantal pintransacties.

Tabel 2.10 Heeft u tussen 1 maart en nu een nieuw contract met een bank afgesloten? (onderverdeeld naar branche, KWP en aantal transacties)

Branche Eigen bank Nieuwe bank Nee, nog in

onderhandeling Onbekend Auto 78% 2% 6% 15% Detail Food 79% 0% 7% 14% Detail Non-Food 73% 4% 10% 12% Horeca 80% 0% 11% 8% Totaal 75% 3% 10% 12%

KWP Eigen bank Nieuwe bank In onderhandeling Onbekend

1 77% 4% 7% 12% 2-4 75% 3% 12% 10% 5-9 75% 2% 7% 16% 10-19 80% 1% 11% 8% 20-49 63% 7% 15% 16% 50+ 57% 0% 23% 20% Totaal 75% 3% 10% 12%

Aantal transacties Eigen bank Nieuwe bank In onderhandeling Onbekend

<1.000 75% 1% 4% 21%

1.001-5.000 80% 2% 9% 9%

5.001-10.000 68% 7% 14% 12%

>10.000 74% 4% 15% 7%

(15)

De belangrijkste reden om het contract bij een bank te verlengen is dat de desbetreffende bank de huisbank is. Ook het feit dat de creditrekening met pincontract daar al liep speelde een belangrijke rol. Belangrijkste argument voor het overstappen zijn de gunstige tarieven.

In Tabel 2.11 is een overzicht opgenomen met de banken waar overgestapte ondernemingen naar toe zijn gegaan.

Tabel 2.11 Onderverdeling van overgestapte ondernemingen naar bank

Bank Overstappers ABN-AMRO 13% Fortis 6% ING 17% Postbank 13% RABO Bank 39% SNS 6%

In de vergelijking tussen de oude en nieuwe tarieven per transactie geeft 16% aan dat de nieuwe tarieven lager liggen dan de tarieven van Interpay. In 2% van de gevallen wordt aangegeven dat de huidige tarieven hoger liggen dan de oude tarieven van Interpay, terwijl 28% aangeeft dat er geen verschil is tussen de oude en nieuwe tarieven. De overige 54% wist niet of het tarief is gewijzigd bij het opnieuw afsluiten van het pincontract.

Als wordt gekeken naar de termijn van de nieuwe overeenkomst, dan blijkt 70% van de respondenten niet te weten voor welke termijn het contract is aangegaan. In 21% van de gevallen is de termijn één jaar. Als de termijn van het oude contract wordt vergeleken met de termijn van het nieuwe contract, wijkt in 5% van de gevallen de nieuwe termijn af van de termijn van het oude pincontract. In 33% van de gevallen is de termijn van het oude en nieuwe contract gelijk, terwijl 63% van de respondenten de vraag niet kon beantwoorden. De opzegtermijn blijkt in nog minder gevallen bekend te zijn. In 84% van de gevallen kon de respondent niet aangeven wat de opzegtermijn was. De meest genoemde termijnen waren één maand (5%) en drie maanden (7%). Bij de vergelijking tussen het oude en het nieuwe contract geeft 1% van de respondenten aan dat de termijn is gewijzigd, terwijl 19% aangeeft dezelfde opzegtermijn. In 80% van de gevallen wist men niet of de nieuwe opzegtermijn afwijkt van de oude termijn.

2.7 De toekomst

(16)

Effecten van overdracht van pincontracten 16

Tabel 2.12 Overweegt de onderneming in de komende twee jaar de pincontracten bij een andere bank af te sluiten? (onderverdeeld naar branche, KWP en aantal transacties)

Branche Ja Nee Weet niet

Auto 10% 77% 13%

Detail Food 8% 81% 11%

Detail Non-Food 14% 72% 14%

Horeca 12% 70% 18%

Totaal 13% 73% 14%

KWP Ja Nee Weet niet

1 14% 77% 9% 2-4 11% 71% 15% 5-9 14% 71% 15% 10-19 19% 74% 7% 20-49 18% 71% 12% 50+ 22% 48% 30% Totaal 13% 73% 14%

Aantal transacties Ja Nee Weet niet

<1.000 8% 84% 8%

1.001-5.000 13% 70% 17%

5.001-10.000 7% 77% 16%

>10.000 29% 59% 11%

Totaal 13% 73% 14%

Ongeveer een kwart van de ondernemingen die verwacht binnen twee jaar over te stappen, denkt zelfs binnen zes maanden over te stappen, terwijl de helft van de

ondernemingen die verwachten binnen twee jaar over te stappen, nog geen exact tijdstip in gedachten heeft. In Tabel 2.13 voor een gedetailleerd overzicht.

Tabel 2.13 Wanneer verwacht u over te stappen? (onderverdeeld naar branche, KWP en aantal transacties)

(17)

Aantal transacties 0 – 1 maand 1 – 3 maanden 3 – 6 maanden 6 – 12 maanden 12 - 24 maanden Weet niet <1.000 0% 0% 0% 13% 11% 76% 1.001-5.000 4% 18% 10% 6% 18% 44% 5.001-10.000 0% 6% 0% 4% 21% 68% >10.000 4% 11% 21% 6% 5% 52% Totaal 3% 12% 12% 7% 12% 54%

(18)
(19)

3 Samenvatting

Alhoewel ruim 80% van de ondernemingen weet dat de pincontracten zijn overgedragen van Interpay naar de banken, is ongeveer een derde van de ondernemingen niet op de hoogte van de mogelijkheid om met de bank over het contract te onderhandelen. Bij 38% van de ondernemingen hebben één of meerdere banken contact opgenomen voor het afsluiten van een nieuw pincontract. In de gevallen waar er contact is opgenomen door een bank voor het afsluiten van een nieuw pincontract, betreft dit in ongeveer 90% van de gevallen een bank waar de betreffende onderneming reeds een relatie mee heeft.

Slechts 5% van de ondernemingen heeft zelf contact opgenomen met een bank om te informeren naar nieuwe contractsvoorwaarden voor het pincontract. Dit waren

voornamelijk de ondernemingen met meer dan 10.000 transacties op jaarbasis, van wie 15% zelf contact met hun bank hebben opgenomen voor nieuwe voorwaarden. De belangrijkste drijfveer voor ondernemingen om contact te zoeken met een bank om over de pincontracten te onderhandelen, zijn de tarieven. Dit is dan ook het belangrijkste punt waarover wordt onderhandeld tussen bank en ondernemer. Andere onderwerpen die vaak worden besproken zijn het abonnementsgeld en volumekortingen. Onderwerpen als de duur van het contract en de opzegtermijn zijn minder vaak onderwerp van gesprek. Van de ondernemingen die met een bank contact hebben gehad over de pincontracten, heeft 12% onderhandeld. Voor de 40 grootste ondernemingen is dit 76%. Zowel voor de totale populatie als voor de 40 grootste afnemer blijkt dat in de ongeveer de helft van de gevallen slechts met de huisbank is onderhandeld. In driekwart van de gevallen heeft een onderneming zijn pincontract bij de huidige bank verlengd.

Van de ondernemingen die zijn overgestapt naar een andere bank, zijn 15%

geconfronteerd met een eis voor afname van andere diensten dan het pincontract. De ondernemingen die met meerdere banken hebben onderhandeld, zijn aanzienlijk vaker tegen de eis voor afname van andere diensten aangelopen, namelijk in 68% van de gevallen. De belangrijkste bijkomende eisen bij het afsluiten van een pincontract zijn het openen van een rekening-courant en het storten van contant geld.

Het aantal ondernemingen dat het contract bij een andere bank heeft afgesloten is zeer klein, maar kan in de toekomst stijgen. Allereerst is ongeveer een op de tien

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gemeenten waarbij de betrokken ondernemingen in 1998 onderling contact hebben opgenomen, de leveranties hebben verdeeld en de inschrijfprijzen hebben afgestemd... Gemeenten waarbij

Gemeenten waarbij de betrokken ondernemingen in 1998 onderling contact hebben opgenomen, de leveranties hebben verdeeld en de inschrijfprijzen hebben afgestemd... Gemeenten waarbij

jongerenwerkers, maatschappelijk werkers, opvoedingsondersteuners en buurtwerkers deze vorm van jeugdhulp niet meer bieden, terwijl de wet juist een omslag beoogt naar deze vormen

De in de rechtsleer als enige mogelijkheid gesuggereerde ‘oplossing’ voor deze in se contradictoire situatie van vzw’s in het kader van de fiscale wetgeving, is het opzetten van

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

This study concludes that staff and HIV patients (at the two public healthcare institutions in the Frances Baard district) are knowledgeable about the side effects of

In paragraaf 7.4 worden tevens de laatste twee deelvragen (In hoeverre is er sprake van een positieve verandering in de beschrijving van het risicoprofiel,

- Pagina 2 van 2 - gepresenteerd, echter door het indienen van de zienswijze op de Luchtvaartnota lijkt de directie al een voorschot te nemen op een mogelijk scenario, namelijk