• No results found

Mossen van het provinciaal domein Tillegembos

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mossen van het provinciaal domein Tillegembos"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Mossen van het provinciaal domein Tillegembos

Wouter Van Landuyt1

Inleiding

Het provinciaal domein Tillegembos is gelegen in de groene rand van Brugge en is het oudste provinciale domein van de provincie West-Vlaanderen. Het omwalde kasteel van Tillegem dateert uit de Middeleeuwen en is omgeven door een bosgebied van 144 ha. Het grootste deel van de bossen bestaat uit beukenbos op een droge zure zandbodem en heeft een eerder ‘Kempisch’ aandoende flora zoals vele bosgebieden in het Houtland ten zuiden van Brugge (Van Landuyt et al. 2011). Hier en daar zijn ook wat nattere locaties met relatief voedselarm elzenbos met o.a. duizendknoopfonteinkruid, pluimzegge en zompzegge. Er zijn ook enkele kleine percelen met droge heidevegetatie en het kasteel van Tillegem zelf is omgeven door natte hooilanden.

Over de mossen van Tillegembos was tot voor kort weinig bekend, het was een zogenaamd zwart gat in onze kennis. In 2015 werd door de auteur al eens een eerste kort soortenlijstje opgemaakt in de marge van een planteninventarisatie, dit deed ons besluiten om een grondiger bezoek te plannen. Op 18 mei 2019 bezocht onze werkgroep voor de eerste keer het provinciaal domein Tillegembos.

Excursieverslag

Met vier deelnemers vertrokken we van de parking van Tillegembos in de Witte Molenstraat. Na wat ruderale mossen genoteerd te hebben trokken we langs de bospaden westwaarts door zuur beukenbos. Aanvankelijk leken de vondsten wat onder de verwachting van de deelnemers, terrestrisch vonden we alleen de zeer algemene bosbodemsoorten van dit milieu en wat epifyten betreft viel er weinig te beleven. Enkel tussen kasseien van de bosdreef werd een ‘staartjesachtig’ slaapmos gevonden dat door de deelnemers niet direct op naam kon gebracht worden. Na determinatie thuis bleek dit vossenstaartmos (Scleropodium cespitans) te zijn, de zeldzaamste soort van de dag en een soort die je normaal zou verwachten op sporadisch overstroomde substraten langs rivieren (in Vlaanderen vnl. in het getijdegebied van de Schelde en langs de Grensmaas). Tijdens het verdere verloop van de excursie in het domein bleek deze soort plaatselijk talrijk te groeien tussen de kasseien van de bosdreven.

Scleropodium cespitans leek verdwenen in België na 1900 (De Zuttere & Schumacker

1984), maar werd op het einde van de 20° eeuw teruggevonden, eerst in Wallonië (Sotiaux & Vanderpoorten 2015), later – in 1994 – ook in Vlaanderen (Andriessen et

al. 1997). Vermoedelijk werd ze over het hoofd gezien, in het natuurlijk milieu (als

1 Instituut voor Natuur en Bosonderzoek, Havenlaan 88 bus 73, B-1000 Brussel

(3)

epifyt in wilgenvloedbossen) is het een weinig opvallende soort tussen andere grote epifytische pleurocarpen.

Een greppeltje naast het perceel droge heide leverde nog wat levermosjes op zoals gaaf buidelmos (Calypogeia muelleriana), gewoon maanmos (Cephalozia

bicuspidata) en nerflevermos (Diplophyllum albicans).

Een jonge aanplant van zomereiken en meidoorn trok onze aandacht doordat, in tegenstelling met de oude volgroeide bomen in de rest van het bos, de boompjes vol stonden met epifyten. We vonden er 5 soorten haarmutsen (Orthotrichum spec.), dwergwratjesmos (Cololejeunea minutissima), broedkroesmos (Ulota phyllantha) en

U. crispula, vliermos (Cryphaea heteromalla), staafjesiepenmos (Zygodon conoideus)

naast uiteraard het standaard drietal: helmroestmos (Frullania dilatata), bleek boomvorkje (Metzgeria furcata) en schijfjesmos (Radula complanata). Op weg naar de wagens voor de picknick inspecteerden we ook nog een paar epifytenrijke essen in de buurt van de historische rosmolen van het domein.

Na de middag begaven we ons naar de onmiddelijke omgeving van het kasteel, waarbij we het gevaar voor vallende pijlen negeerden. De muren van het kasteel zelf waren deskundig ontdaan van alle mosbegroeiing maar de toegangspoort en een keermuurtje voor het kasteel leverden nog een aantal zeldzame tot zeer zeldzame soorten op zoals Bryum

radiculosum, Gyroweisia tenuis en Rhynchostegiella tenella.

Een aanpalend nat hooiland met poel achter het kasteel leverde niet de verhoopte extra soorten op maar dit werd goed gemaakt door een vrij recente steile greppel in de demonstratietuin naast het kasteel. Hier stonden op de steilwanden tal van pionierssoorten zoals klein landvorkje (Riccia

sorocarpa), knolletjesgreppelmos (Dicranella staphylina), klein smaltandmos (Ditrichum pusillum)

en vals kortsteeltje (Pseudephemerum nitidum).

Conclusies

(4)

West-Vlaanderen de moeite lonen, zeker in de regio met zure zandgronden in de rand van Brugge. Ze zijn ook een refugium voor (lever)mossen die weliswaar nog niet echt zeldzaam zijn in Vlaanderen maar toch aanzienlijk achteruitgaan, hoogstwaarschijnlijk onder invloed van de stikstofdepositie (Van Landuyt & De Beer 2017).

Deelnemers

Christine Van Lommel, Dirk De Beer, Leo Van Herbruggen, Wouter Van Landuyt

Referenties

Andriessen L., Sotiaux A., Nagels C. & Bollens B. (1997). Scleropodium cespitans

(C. Müll.) L. Koch (Brachytheciacerae, Musci) retrouvé en Belgique un siècle après sa dernière récolte. Dumortiera 67 : 24-28

De Zuttere P. & Schumacker R. (1984). Bryophytes nouvelles, méconnues, rares,

menacées ou disparues de Belgique. Minist. Rég. Wall. Ser. Cons. Nature. Travaux 13.

Sotiaux A. & Vanderpoorten A. (2015). Bryophytes de Wallonie (1980-2014).

Publication du Département de l’ Etude du Milieu Naturel et Agricole. Tome II: mousses

Van Landuyt W. & De Beer D. (2017). Een Rode Lijst van de hauwmossen

(Anthocerotophyta), levermossen (Marchantiophyta) en bladmossen (Bryophyta) van Vlaanderen. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 28. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Van Landuyt W., Vanhecke L., Hoste I. & Bauwens D. (2011). Do the distribution

patterns of vascular plant species correspond to biogeographical classifications based on environmental data? A case study from northern Belgium. Landscape and Urban Planning 99(2): 93-103.

Locaties

1. C2.31.14: parking, NW deel domein

2. C2.31.32: ZW deel domein, nat deel bos, aanplant jonge eiken 3. C2.31.41: kasteel en omgeving

(5)

Soortenlijst

MARCHANTIOPHYTA (13) LEVERMOSSEN Locaties Zeldzaam -heid

Rode Lijst

Calypogeia muelleriana (Schiffn.)

Müll.Frib.

Gaaf buidelmos 2 (ddb) va LC

Cephalozia bicuspidata (L.) Dumort. Gewoon maanmos 2 a VU

Cololejeunea minutissima (Sm.) Schiffn. Dwergwratjesmos 2 vz LC

Diplophyllum albicans (L.) Dumort. Nerflevermos 2 vz VU

Frullania dilatata (L.) Dumort. Helmroestmos 1, 2, 4 a LC

Lophocolea heterophylla (Schrad.) Dumort. Gedrongen kantmos 1 (ddb), 2 aaa LC

Lunularia cruciata (L.) Lindb. Halvemaantjesmos 2, 3, 4 va LC

Marchantia polymorpha L. Parapluutjesmos 3 a LC

Metzgeria furcata (L.) Dumort. Bleek boomvorkje 1, 2, 3, 4 a LC

Pellia epiphylla (L.) Corda Gewoon

plakkaatmos 2 a VU

Radula complanata (L.) Dumort. Gewoon schijfjesmos 2, 4 a LC

Riccia fluitans L. Echt watervorkje 3 vz VU

Riccia sorocarpa Bisch. Klein landvorkje 3 va LC

BRYOPHYTA (75) BLADMOSSEN

Amblystegium serpens (Hedw.) Schimp. Gewoon

pluisdraadmos 1, 2 aaa LC

Atrichum undulatum (Hedw.) P.Beauv. Groot rimpelmos 1, 2, 4 aaa LC

Barbula convoluta Hedw. Gewoon

smaragdsteeltje

1, 3, 4 a LC

Barbula sardoa (Schimp.) J.-P. Frahm - 3 zz NE

Barbula unguiculata Hedw. Kleismaragdsteeltje 2, 4 a LC

Brachythecium rutabulum (Hedw.) Schimp. Gewoon dikkopmos 1, 2, 3, 4 aaa LC Bryoerythrophyllum recurvirostrum (Hedw.)

P.C.Chen

Oranjesteeltje 2 va LC

Bryum argenteum Hedw. Zilvermos 4 aa LC

Bryum barnesii Wood ex Schimp. Geelkorrelknikmos 1 ? NE

Bryum bornholmense Wink. & R.Ruthe Aardappelknikmos 3 (ddb) zz LC

Bryum capillare Hedw. Schroefknikmos 1, 3, 4 aaa LC

Bryum radiculosum Brid. Muurknikmos 3 z LC

Bryum rubens Mitt. type 1 - 3

Calliergonella cuspidata (Hedw.) Loeske Gewoon puntmos 2, 4 aa LC

Campylopus introflexus (Hedw.) Brid. Grijs kronkelsteeltje 1, 2 a NE

Campylopus pyriformis (Schultz) Brid. Breekblaadje 1 a LC

(6)

purpersteeltje

Cratoneuron filicinum (Hedw.) Spruce Gewoon diknerfmos 2 (ddb) va LC

Cryphaea heteromalla (Hedw.) D.Mohr Vliermos 2, 4 a LC

Dicranella heteromalla (Hedw.) Schimp. Gewoon pluisjesmos 1, 2 aa LC

Dicranella staphylina H.Whitehouse Knolletjesgreppelmo

s

3 a LC

Dicranoweisia cirrata (Hedw.) Lindb. Gewoon

sikkelsterretje 1 aaa LC

Dicranum scoparium Hedw. Gewoon

gaffeltandmos

1, 2 aa LC

Didymodon fallax (Hedw.) R.H.Zander Kleidubbeltandmos 3 (ddb) vz LC

Didymodon insulanus (De Not.) M.O.Hill ? 1 z LC

Didymodon luridus Hornsch. Breed

dubbeltandmos 3 vz LC

Didymodon rigidulus Hedw. Broeddubbeltandmos 1 (ddb), 2

(ddb), 3

vz LC

Didymodon sinuosus (Mitt.) Delogne Bros dubbeltandmos 2 (ddb) z LC

Didymodon vinealis (Brid.) R.H.Zander Muurdubbeltandmos 3 vz LC

Ditrichum pusillum (Hedw.) Hampe Klein smaltandmos 3 (DDB) zz VU

Drepanocladus kneiffii 3 (ddb) - -

Eurhynchium striatum (Hedw.) Schimp. Geplooid snavelmos 2 a LC

Funaria hygrometrica Hedw. Gewoon krulmos 2 aa LC

Grimmia pulvinata (Hedw.) Sm. Gewoon muisjesmos 1, 3, 4 aa LC

Gyroweisia tenuis (Hedw.) Schimp. Voegenmos 3 (ddb) z LC

Homalothecium sericeum (Hedw.) Schimp. Gewoon zijdemos 1, 3, 4 a LC

Hypnum cupressiforme Hedw. Echt klauwtjesmos 1, 2, 3 aaa LC

Hypnum jutlandicum Holmen & E.Warncke Heideklauwtjesmos 1, 2 a LC

Kindbergia praelonga (Hedw.) Ochyra Fijn snavelmos 1, 2, 3, 4 aaa LC

Leptodictyum riparium (Hedw.) Warnst. Beekmos 1, 3 a LC

Leucobryum glaucum (Hedw.) Ångstr. Kussentjesmos 2 va LC

Mnium hornum Hedw. Gewoon sterrenmos 1, 2, 3, 4 aa LC

Orthodontium lineare Schwägr. Geelsteeltje 1 a NE

Orthotrichum affine Schrad. ex Brid. Gewone haarmuts 1, 2, 3, 4 aaa LC

Orthotrichum anomalum Hedw. Gesteelde haarmuts 1, 3 a LC

Orthotrichum diaphanum Schrad. ex Brid. Grijze haarmuts 1, 2 aaa LC

Orthotrichum lyellii Hook. & Taylor Broedhaarmuts 1, 2, 3 a LC

Orthotrichum pulchellum Brunt. Gekroesde haarmuts 1, 2 va LC

Orthotrichum stramineum Hornsch. Ex

Brid.

Bonte haarmuts 4 va LC

(7)

Orthotrichum tenellum Bruch ex Brid. Slanke haarmuts 2 va LC

Oxyrrhynchium hians (Hedw.) Loeske Kleisnavelmos 2, 3 a LC

Physcomitrium pyriforme (Hedw.) Bruch &

Schimp.

Gewoon knikkertjesmos

3 va VU

Plagiomnium undulatum (Hedw.) T.J.Kop. Gerimpeld

boogsterrenmos

1, 4 a LC

Plagiothecium denticulatum (Hedw.)

Schimp. Glanzend platmos 2 (ddb) a LC

Pleurozium schreberi (Willd. ex Brid.) Mitt. Bronsmos 1, 2 va LC

Pohlia nutans (Hedw.) Lindb. Gewoon peermos 2 a LC

Polytrichastrum formosum (Hedw.) G.L.Sm. Fraai haarmos 1, 2, 3, 4 a LC

Pseudephemerum nitidum (Hedw.) Loeske Vals kortsteeltje 3 vz EN

Pseudotaxiphyllum elegans (Brid.) Z.Iwats. Gewoon pronkmos 1 a LC

Pylaisia polyantha (Hedw.) Schimp. Boommos 1 va LC

Rhynchostegiella tenella (Dicks.) Limpr. Slank snavelmos 3 zz LC

Rhynchostegium confertum (Dicks.) Schimp. Boomsnavelmos 1, 2, 3 aa LC

Rhytidiadelphus squarrosus (Hedw.)

Warnst.

Gewoon haakmos 2, 4 aa LC

Schistidium crassipilum H.H.Blom Muurachterlichtmos 4 va NE

Scleropodium cespitans (Wilson ex

Müll.Hal.) L.F.Koch. Vossenstaartmos 1 (DDB), 2 (ddb) zzz VU

Syntrichia papillosa (Wilson) Jur. Knikkersterretje 1, 2 va LC

Syntrichia ruraliformis (Besch.) Cardot Groot duinsterretje 4 - -

Thuidium tamariscinum (Hedw.) Schimp. Gewoon thujamos 2, 4 va LC

Tortula muralis Hedw. Gewoon

muursterretje

1, 3, 4 aa LC

Trichodon cylindricus (Hedw.) Schimp. Hakig smaltandmos 3, 4 va VU

Ulota crispula Bruch 2

Ulota phyllantha Brid. Broedkroesmos 2 vz LC

Zygodon conoideus (Dicks.) Hook. & Taylor Staafjesiepenmos 2 (ddb), 3

(ddb)

z LC

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tabel 2 Overzicht van de te monitoren vaatplanten met het aantal locaties waarin ze mogelijk nog voorkomen na 2016, het aantal dagen nodig voor de monitoring in een 3-jarige

De Tortella werd na determinatie thuis door Dirk eerst als Tortella bambergeri op naam gebracht, een nieuwe soort voor Vlaanderen maar maar deze soort blijkt op basis van een

In B3 zijn daar ­ entegen door het tweemaal per jaar maaien van bet boogproductieve gras­ land veel meer voedingsstoffen afge­ vo erd dan er d oor de

Tabel 1 geeft een overzicht van de vaatplanten, mossen en lichenen die op de Bijlagen (II, IV of V) van de Habitatrichtlijn vermeld staan. Tabel 2 geeft een overzicht van

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

The next step in the methodology, after having found evidence of long-run cointegration relationships between stock market development, economic growth and investment, is the

Left ventricular mass index (LVMi) will be positively associated with plasma renin activity (PRA-Surrogate), angiotensin I (Ang I), angiotensin converting enzyme (ACE-

behaalde posisies wat die individu verkry het deur sy eie kragdadige pogings. Elke posisie het sekere verpligtinge en voorregte verbonde aan die posisie. Gesien