• No results found

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Oost-Pajottenland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Oost-Pajottenland"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/3 INBO.A.2014.14

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de

wildbeheereenheid Oost-Pajottenland

Nummer: INBO.A.2014.14

Datum advisering: 20 februari 2014

Auteur(s): Niko Boone

Contact: Lode De Beck (lode.debeck@inbo.be) Kenmerk aanvraag: ANB-INBO-BEL-2014-12

ANB/FF/WBE/ERK/14.0027 Geadresseerden: Agentschap voor Natuur en Bos

T.a.v. Lesley Peeters

Provinciale Dienst Vlaams-Brabant Diestsepoort 6, bus 75

3000 Leuven

lesley.peeters@lne.vlaanderen.be

Cc: Agentschap voor Natuur en Bos

(2)

2/3 INBO.A.2014.14 AANLEIDING

Op 3 februari 2014 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Oost-Pajottenland voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van de criteria waaronder beheereenheden kunnen worden erkend (Belgisch Staatsblad 12/02/1999)1.

VRAAGSTELLING

Het analyseren van de coherentie van de doelstellingen en maatregelen zoals voorgesteld en toegelicht in het betreffende wildbeheerplan op basis van de bestaande wetenschappelijke kennis en gegevens.

Het gegeven advies spreekt geen oordeel uit over de keuze van de doelstellingen vermits deze, zolang conform de huidige wetgeving, de vrije keuze van de wildbeheereenheid vormen.

TOELICHTING

Door de aanvullende toelichting bij de beheerdoelstellingen en –maatregelen, geeft het wildbeheerplan in het algemeen een goed beeld van wat de WBE wenst te bereiken (het doel) en hoe ze dit wenst te bereiken (de maatregelen).

We geven nog volgende bemerkingen mee:

 De doelstelling voor konijn is het beperken van negatieve gevolgen (p. 32). Behalve afschot i.f.v. schadebeperking, is er bij de maatregelen ook sprake van habitatverbetering (overzichtstabel) en het afstemmen van het afschot op de najaarsstand (p. 34). De laatste twee maatregelen zijn niet gekaderd door de doelstelling ‘beperken van negatieve gevolgen’.

 Bij de beheerdoelstellingen voor kauw kan nog gespecifieerd worden dat de soort enkel kan bestreden worden om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen.

 Naast de cijfers in de tabel op p. 50 ontbreken de namen van de betreffende wildsoorten. Ter info wensen we nog het volgende mee te geven.

In de tekst wordt vermeld dat een hoge predatiedruk door vos (p. 34) niet bevorderlijk is voor de aanwezige beschermde Natura2000-soorten. Dit wordt ook vermeld bij de kraaiachtigen (p. 35). De betreffende Natura2000-soorten zijn beekprik, rivierdonderpad en verschillende vleermuissoorten (p. 6). Een hoge predatiedruk door vos en kraaiachtigen op deze soorten is niet bekend bij het INBO.

Op p. 39 wordt aangegeven dat de halsbandparkiet voor problemen zorgt binnen het werkingsgebied van de WBE door de plaats in te nemen van andere inheemse soorten die eveneens in holen broeden. Uit onderzoek dat tot nu toe gevoerd werd, blijkt voorlopig enkel een invloed van halsbandparkiet op boomklever. Er wordt verwacht dat de totale impact op boomklever eerder beperkt zal zijn en in het slechtste geval een risico vormt voor een derde van de populatie van deze soort (Strubbe et al., 2010). In Nederland wordt onderzoek gevoerd naar de invloed van halsbandparkieten op boombewonende vleermuizen zoals de rosse vleermuis. Halsbandparkieten beginnen reeds in de winter met broeden en zouden daarbij in boomholtes overwinterende rosse vleermuizen kunnen verjagen. Halsbandparkieten zouden ook boomholtes op een zodanige manier kunnen aanpassen dat ze ongeschikt worden voor vleermuizen. (Haarsma & van der Graaf, 2013)

1 Errata B.S. 20 februari en 6 maart 1999; deze errata werden in de tekst verwerkt. Gewijzigd door:

- BVR van 14 september 2001;

- BVR van 9 september 2005 (I.: 15 november 2005 ( art. 3 MB 28 oktober 2005)) - BVR van 7 maart 2008 (BS 21 mei 2008)

(3)

3/3 INBO.A.2014.14 CONCLUSIE

Op basis van de evaluatie van de voorgestelde doelstellingen en maatregelen in het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Oost-Pajottenland, adviseert het INBO de verlenging van de erkenning positief, maar de hoger vermelde punten vragen extra aandacht.

REFERENTIES

Haarsma A.-J., van der Graaf C. (2013). Halsbandparkieten, een bedreiging voor Rosse vleermuizen? In De Levende Natuur, 2013, 1, p. 10-13

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 5 februari 2013 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Zuiderkempen voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse regering

Op 9 maart 2012 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid De Ledebeek voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse

In de overzichtstabel van de beheerdoelstellingen wordt ‘constante jaarlijkse oogst’ aangegeven. Deze doelstellingen wordt niet besproken in de tekst. 16) wordt aangegeven

Het gegeven advies spreekt geen oordeel uit over de keuze van de doelstellingen vermits deze, zolang conform de huidige wetgeving, de vrije keuze van de wildbeheereenheid

Op 8 februari 2012 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid De Vlaamse Zonnebergen voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de

Op 13 april ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Durmevallei voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse regering houdende

De voorgestelde maatregelen (habitatverbetering en bijvoedering) hebben evenwel eerder een toename van de populatie tot doel. Doel en maatregelen zijn hier niet

Op 17 april ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Vlaamse Ardennen voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse