INBO.A.2013.38 - 1/3 Nummer: INBO.A.20INBO.A.2013INBO.A.20INBO.A.20131313....33338888
Datum advisering: 8 mei 20138 mei 2013 8 mei 20138 mei 2013 Auteur(s): Lode De BeckLode De Beck Lode De BeckLode De Beck
Contact: Lieve VriensLieve Vriens ((((Lieve VriensLieve Vriens lieve.vriens@inbo.believe.vriens@inbo.believe.vriens@inbo.believe.vriens@inbo.be)))) Kenmerk aanvraag: ANBANB----INBOANBANBINBOINBOINBO----BELBEL----2013BELBEL201320132013----32323232
Geadresseerden: Agentschap voor Natuur en BosAgentschap voor Natuur en Bos Agentschap voor Natuur en BosAgentschap voor Natuur en Bos Provinciale Dienst
Provinciale Dienst Provinciale Dienst
Provinciale Dienst VlaamsVlaamsVlaamsVlaams----BrabantBrabantBrabant Brabant
T.a.v. Lesley Peeters T.a.v. Lesley PeetersT.a.v. Lesley Peeters T.a.v. Lesley Peeters Diestsepoort 6, bus 75 Diestsepoort 6, bus 75Diestsepoort 6, bus 75 Diestsepoort 6, bus 75 3000 Leuven 3000 Leuven3000 Leuven 3000 Leuven lesley.peeters@lne.v lesley.peeters@lne.vlesley.peeters@lne.v
lesley.peeters@lne.vlaanderen.belaanderen.belaanderen.belaanderen.be Cc: Agentschap voor Natuur en BosAgentschap voor Natuur en Bos Agentschap voor Natuur en BosAgentschap voor Natuur en Bos
Centrale Diensten Centrale DienstenCentrale Diensten Centrale Diensten
Carl De Schepper ( Carl De Schepper (Carl De Schepper (
Carl De Schepper (carl.deschepper@lne.vlaanderen.becarl.deschepper@lne.vlaanderen.becarl.deschepper@lne.vlaanderen.becarl.deschepper@lne.vlaanderen.be))))
Advies betreffende de verlenging van de erkenning
Advies betreffende de verlenging van de erkenning
Advies betreffende de verlenging van de erkenning
Advies betreffende de verlenging van de erkenning
van de wildbeheereenheid
van de wildbeheereenheid
van de wildbeheereenheid
INBO.A.2013.38 - 2/3 AANLEIDING
AANLEIDINGAANLEIDING AANLEIDING
Op 3 mei 2013 ontving het INBO het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Het Hageland voor advies conform artikel 3§3 van het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van de criteria waaronder beheereenheden kunnen worden erkend (B.S. 12/02/1999)1.
VRAAGSTELLING VRAAGSTELLINGVRAAGSTELLING VRAAGSTELLING
Het analyseren van de coherentie van de doelstellingen en maatregelen zoals voorgesteld en toegelicht in het betreffende wildbeheerplan op basis van de bestaande wetenschappelijke kennis en gegevens.
Het gegeven advies spreekt geen oordeel uit over de keuze van de doelstellingen vermits deze, zolang conform de huidige wetgeving, de vrije keuze van de wildbeheereenheid vormen.
TOELICHTING TOELICHTINGTOELICHTING TOELICHTING
Door de aanvullende toelichting bij de beheerdoelstellingen en –maatregelen, geeft het wildbeheerplan in het algemeen een goed beeld van wat de WBE wenst te bereiken (het doel) en hoe ze dit wenst te bereiken (de maatregelen). We hebben evenwel nog volgende opmerkingen bij de hierna genoemde soorten:
Ree ReeRee Ree
Bij de doelstellingen spreekt men over de verbetering van de kwaliteit van het reewild en de verbetering van de kwaliteit van de reewildpopulatie. We adviseren om in het erkenningsdossier te verduidelijken welke betekenis men geeft aan die twee kwaliteitsverbeteringen.
Everzwijn EverzwijnEverzwijn Everzwijn
Men heeft het over de beperking van de negatieve gevolgen van everzwijn. Dit ontbreekt echter in de overzichtstabel.
Patrijs PatrijsPatrijs Patrijs
Voor de patrijs stelt men als doel enerzijds een verbetering van de staat van instandhouding en anderzijds een constante voorjaarsstand. De keuze voor laatstgenoemde doelstelling lijkt eerder samen te gaan een stand-still van de populatie. Een toename van de voorjaarsstand lijkt wel compatibel met de verbetering van de staat van instandhouding.
Bij de maatregelen stelt men het volgende voor: “Het afschot dient voorzichtig te worden uitgevoerd. Enkel indien zowel de voorjaars- als de najaarsstand stijgen in een bepaald jaar kan een hogere oogst worden gerealiseerd tijdens dat jaar. Vanaf de nieuwe erkenningsperiode zal nog slechts maximaal 2 keer per jaar op de patrijs mogen worden gejaagd. Maximaal 20 % van de getelde najaarsstand mag jaarlijks gestrekt worden.”
Volgens de tabel “overzicht per soort (per 100ha)” zijn er in het gebied van deze WBE ca. 10 patrijzen per 100ha.
Volgens De Leo et al. (2004) vormt overbejaging van de patrijs een belangrijke bedreiging voor de populaties in Europa. Zeker bij lage populatiedensiteit is het gevaar voor overbejaging reëel, aangezien zelfs een laag afschot alsnog een niet-duurzaam hoog percentage van de najaarsstand kan
vertegenwoordigen (Watson et al., 2007). Om overbejaging tegen te gaan werd in Engeland op basis van populatiemodellering vastgesteld dat om een duurzame jacht mogelijk te maken, de najaarsstand voor het jachtseizoen minimaal 20 patrijzen/100 ha moet bedragen (Aebischer & Ewald, 2010).
1 Errata B.S. 20 februari en 6 maart 1999; deze errata werden in de tekst verwerkt. Gewijzigd door:
- BVR van 14 september 2001;
- BVR van 9 september 2005 (I.: 15 november 2005 ( art. 3 MB 28 oktober 2005)) - BVR van 7 maart 2008 (BS 21 mei 2008)
INBO.A.2013.38 - 3/3 Fazant
FazantFazant Fazant
Na de bespreking van het doel voor fazant volgt in de tekst een paragraaf over een soort die niet bij naam genoemd wordt; omdat men in die paragraaf spreekt over wateroppervlakten vermoeden we dat het hier gaat over wilde eend. Bij wilde eend wil men geen ondermijning van de voorjaarspopulatie (doelstelling). Het lijkt aangewezen dit ook in de overzichtstabel op te nemen als constante voorjaarsstand.
Konijn KonijnKonijn Konijn
Voor konijn stelt men als doelstelling om de negatieve gevolgen van de soort te beperken en stelt men maatregelen voor om de soort binnen de perken te houden. Nochtans blijkt uit de cijfers van de WBE dat de soort er sterk op achteruitgaat. Hier stelt zich de vraag of het niet nodig is om maatregelen te voorzien om deze dalende populatietrend te stoppen.
CONCLUSIE CONCLUSIECONCLUSIE CONCLUSIE
Op basis van de evaluatie van de voorgestelde doelstellingen en maatregelen in het wildbeheerplan van de wildbeheereenheid Het Hageland, adviseert het INBO de verlenging van de erkenning positief mits rekening gehouden wordt met bovenstaande bemerkingen.
REFERENTIES REFERENTIESREFERENTIES REFERENTIES
Aebischer N.J. & Ewald J.A. (2010) Grey Partridge Perdix perdix in the UK: recovery status, set-aside and shooting. Ibis 152: 530–542.
De Leo G.A., Focardi S., Gatto M. & Cattadori I.M. (2004) The decline of the grey partridge in Europe: comparing demographies in traditional and modern agricultural landscapes. Ecological Modelling 177: 313-335.