• No results found

BESLECHTE GESCHILLEN VORMT DE GOODWILL VAN EEN BEDRIJF JURIDISCH GEZIEN EEN VERMOGENSBESTANDDEEL?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLECHTE GESCHILLEN VORMT DE GOODWILL VAN EEN BEDRIJF JURIDISCH GEZIEN EEN VERMOGENSBESTANDDEEL?"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

B E S L E C H T E G E S C H IL L E N

VORMT DE GOODWILL VAN EEN BEDRIJF JURIDISCH GEZIEN EEN VERMOGENSBESTANDDEEL?

door Prof. M r Ph. A . N . H ouw ing

M an en vrouw , in algehele gem eenschap van goederen gehuw d, drijven sam en een dam esm odebedrijf. D e daarvoor vereiste vergunningen staan ten nam e van de man. H e t huwelijk floreert m inder dan het bedrijf en w o rd t op verzoek van de vrouw door echtscheiding ontbonden verklaard. T engevolge d aarv an moet de gem eenschap van goederen tussen partijen bij helfte w orden gedeeld. D e man heeft inm iddels het bedrijf voortgezet, w aartoe, d o o rd at de vergunningen op zijn naam staan, ook alleen hij in sta a t is. V olgens de vrouw behoort het bedrijf tot de huw elijksgem een­ schap en moet de aan de m an gekomen w a ard e ervan dus bij de scheiding en deling in aanm erking w orden genomen. D e m an wil enkel de w a ard e der tot het bedrijf behorende goederen in aanm erking genom en zien. Z iehier het alledaagse geval, dat tot een procedure in drie instanties en daarin to t een bijzonder belangrijk arrest van de H oge R aad aa n ­ leiding gaf. M en vindt het arrest, van 9 M a a rt 1951, gepubliceerd in de N ed. Jurisprudentie 1952 no. 46.

V o o r de bedrijfseconoom ziet het geval er w aarschijnlijk in het geheel niet moeilijk uit: het bedrijf heeft een zekere w aarde, d a t tot het ge­ m eenschappelijk verm ogen van de echtgenoten behoorde: deze w aard e valt de m an toe, nu hij het is, die het bedrijf voortzet: deze w a ard e zal hij bij de verdeling met de vrouw moeten verrekenen: slechts de bepaling van de w a ard e van de goodwill zal in de gegeven om standigheden mis­ schien w a t bezw aarlijk zijn. G eheel anders ziet de zaak er uit voor de jurist, die ook nog met rechtsregels te m aken heeft en die aanstonds stuit op de vraag hoe deze regels op het juridisch zo moeilijk te h anteren begrip ondernem ing toe te passen. W e kunnen de moeilijkheid van dit begrip hier aanstonds in concreto dem onstreren: de huw elijksge­ m eenschap omvat, n aa r luid van art. 175 B .W ., alle de roerende en on­ roerende goederen der echtgenoten: behoort een ondernem ing, behoort speciaal h aa r goodwill, w aarom het in casu w el in het bijzonder te doen is, tot de „goederen”, bedoeld in dit artikel? D e w etgever geeft niet n ader aan w a t in dit verband onder goederen v alt te verstaan. M en zal er het moeilijk te begrijpen artikel 555 B .W . bij moeten halen, m aar de lezer zal wel, zonder d at ik aan dit artikel een uitvoerige beschouw ing wijd, van mij aan willen nemen, dat de w et, w a a r zij in art. 175 van goederen spreekt en ook elders, w a a r zij d at w oord of een andere term ter aa n ­ duiding van bestanddelen van het verm ogen gebruikt, daarm ede bedoelt datgene, w aarop men een recht kan doen gelden, d at men van anderen rechtens vorderen kan of tegen inbreuk van anderen rechtens bescher­ men kan. En als men nu, hiervan uitgaande, er zich m aar even op bezint, w a t een ondernem ing in feite eigenlijk is, zal dunkt me, aanstonds de juridische moeilijkheid opdoem en. L aat zij ons niet afschrikken, op de ondernem ing w at dieper in te gaan.

(2)

aan de eigendom van -— of ander recht op — voorraden, inventaris, machines, het bedrijfspand enz. M en denke aan het recht op een merk, op de handelsnaam , op een octrooi. D a a r zijn voorts de rechten uit tal­ rijke contracten: huur, arbeidscontracten met arbeiders en verder p er­ soneel, vertegenw oordigingscontracten, kartelovereenkom sten, verkoop­ contracten enz. M a a r als men al die rechten tezam en telt, heeft men nog bij lange na de ondernem ing niet. D a t de ondernem er m et behulp van dezen w inst m aakt, d ankt hij mede, en vaak vooral, aan tal van zuiver feitelijke om standigheden en feitelijke betrekkingen to t derden; feitelijk in dien zin, d a t ze niet door het recht gew aarborgd w orden en ook niet zouden kunnen w orden. Ik noem zijn inkoop-, fabrieks-, verkooporgani­ satie, zijn persoonlijke kennis en verdere voor het bedrijf belangrijke eigenschappen, de feitelijke band, die tussen hem en zijn personeel, hem en zijn verhuurder, b estaat en die m aakt, dat, als zijn contracten m et hen en daarm ede zijn rechten op hen zijn afgelopen, er w eer nieuw e con­ tracten tot stan d zullen komen; de geest van zijn personeel. Ik h ad mis­ schien voorop moeten stellen de gezindheid en de gew oonte van het publiek, datgene, w a t men in de clientèle en de w erfk rach t van de on­ dernem ing pleegt samen te vatten. D eze w illekeurige en onvolledige op­ somming moge volstaan om aan te tonen, d a t een ondernem ing b estaa t uit een aantal juridische en een aantal feitelijke bestanddelen, feitelijke om standigheden en betrekkingen, die voor juridische bescherm ing onvat­ b aar zijn en althans n aa r ons recht zodanige bescherm ing nog niet ge­ nieten. Z eg g e n we, zonder ons verder in dit begrip te verdiepen, d at de ondernem ing een goodwill heeft en dat deze m aakt, d at de ondernem ing als bron van w inst meer w a ard is dan de juridische bestanddelen, de rechten der ondernem ing, tezam en geteld, w a a rd zijn.

O f w e nu deze ,.w aard e” deze winstm ogelijkheid, als verm ogensbe­ standdeel moeten beschouw en, h an g t natuurlijk d aarvan af, w a t men onder vermogen v erstaat. E n geenszins sta a t a priori vast, d at m et het verm ogen steeds hetzelfde begrip w o rd t aangeduid. Iets kan bijvoorbeeld zeer w el in economische zin, doch niet in juridische zin, verm ogensbe­ standdeel zijn en het is ook zeer wel mogelijk, d a t verm ogen op het ene gebied van het recht iets anders inhoudt dan op een ander gebied. Z o kan het zijn, d at goodwill in belastingrechtelijke zin wel, doch in civiel­ rechtelijke zin niet verm ogensbestanddeel is. Ik wijs hier nadrukkelijk op, zonder overigens op de fiscaalrechtelijke zijde van h et probleem te w il­ len ingaan. D a t de belastingw etgever in talrijke opzichten m et de good­ will als m et een verm ogensbestanddeel rekening houdt, is civielrechtelijk niet beslissend.

H et civiele recht heeft zijn eigen verm ogensbegrip. M en vindt er nergens een definitie van. M en vindt ook het w oord slechts zelden ge­ bruikt. D e Faillissem entsw et bijvoorbeeld bepaalt, d at het faillissem ent

(3)

rechtsvorderingen van de overledene. D e legitiem e portie, aldus art. 960 B .W ., is een gedeelte der goederen, w aarover de overledene niet heeft mogen beschikken. O ngetw ijfeld is hier telkens in w isselende omschrij­ ving van een begrip verm ogen sprake. M a a r ongetw ijfeld ook •— ik wees er boven reeds op .— heeft de w etgever bij deze bepalingen, die alle dateren uit een tijd toen het begrip goodwill nog geheel buiten zijn ge­ zichtskring lag, uitsluitend gedacht aan een verm ogen, d a t uit de aan het verm ogenssubject toekom ende rechten bestond. E en ondernem ing om vat een aantal de ondernem er toekom ende rechten, m aar ook veel w aarover hij enkel feitelijk de beschikking heeft zonder d at hij daarop een recht kan doen gelden. W a t in het bijzonder de goodwill betreft, er b estaat wel een zeker verband tussen deze en de tot de ondernem ing behorende rechten, w aard o o r althans in zekere m ate de goodwill ook rechtens be­ scherm d w ordt. M en denke vooral aan het recht op de handelsnaam , aan het recht op een merk, aan het eigendom s- of gebruiksrecht van het p er­ ceel, w aarin de ondernem ing, b.v. een winkel, gedreven w ordt. M a a r in deze rechten gaat de ondernem ing, g aa t de goodwill zeker niet op. B rengt dit nu mee, d at op het m eerdere, het enkel feitelijke voordeel, schuldeisers geen verhaal hebben d at dit niet in het faillissem ent valt, niet tot de huwelijksgem eenschap, tot de nalatenschap behoort, d at d a a r­ mee bij de berekening van de legitieme geen rekening w o rd t gehouden, d a t de erflater er, ondanks de legitieme, vrij over kan beschikken enz.?

H e t m erendeel dezer vragen w o rd t slechts van belang als eerst v ast­ staat, d at de ondernem ing met h aa r goodwill kan w orden overgedragen. M en heeft vroeger wel betw ist, d a t dit rechtens m ogelijk zou zijn. D e w et regelt op w elke wijzen de verschillende soorten van rechten over­ gedragen, geleverd w orden: eigendom en and ere rechten op roerende en onroerende goederen, andere absolute rechten als octrooi of m erk of handelsnaam , relatieve rechten als vorderingen uit overeenkom st e.d. M a a r hoe levert men een ondernem ing voorzover zij niét uit rechten be­ staat? E n ook: levering moet geschieden krachtens een titel, zeggen wij: een overeenkom st, die to t levering verplicht, een koopovereenkom st of schenkingsovereenkom st b.v. W e ln u , koop en verkoop is een overeen­ komst, w aarbij de een zich verbindt om een zaak te leveren en de an­ dere om daarvoor de bedongen prijs te betalen, —■ aldus art. 1493 B .W . E en ondernem ing is w eer geen ,,zaak” , w a aro n d er immers ook in dit artikel w eer een recht is te verstaan, kan dus geen voorw erp van een koopovereenkom st zijn. W e kunnen w el de tot de ondernem ing behoren­ de zaken verkopen en leveren. M a a r niet de ondernem ing in h aa r geheel, niet ook de feitelijke factoren, die m ede de ondernem ing tot bron van w inst maken.

(4)

g ed rag en ” w orden, w a t dan inhoudt, d at de „koper” alle to t de onder­ nem ing behorende rechten inderdaad in strikt juridische zin overge­ dragen, „geleverd” w orden, m aar d at voorts de „verkoper" verplicht is al datgene te doen om de koper zoveel mogelijk in dezelfde feitelijke om standigheden te brengen als w aarin de verkoper verkeerde: door hem te introduceren bij de relaties en aan te bevelen, hem in te lichten, in te w erken, vooral ook door zelf zich van iedere concurrentie, iedere w erk ­ zaam heid op het terrein, w aarop de ondernem ing w erkt, te onthouden enz. O o k overdracht van een gedeelte van een ondernem ing zien w e ge­ regeld voorkom en in deze vorm, d a t de ondernem er iem and to t deel­ genoot in zijn zaak m aakt of d at een der deelgenoten uit de ondernem ing u ittreed t ten behoeve der overblijvenden.

H e t voorgaande doet reeds zien, dat zelfs indien men al de onder­ neming m et inbegrip van al h aa r feitelijke bestanddelen als een juridisch verm ogensbestanddeel zou m enen te mogen beschouwen, toch niet alle voor verm ogensbestanddelen geschreven regels er op kunnen w orden toe­ gepast. D e schuldeisers van de ondernem er kunnen de tot de onderne­ ming behorende rechten executeren, d.w.z. bij executoriale verkoop aan derden verkopen, m aar zij kunnen niet, zonder m edew erking van de on- dernem er/schuldenaar derden in dezelfde feitelijke positie brengen, als w aarin deze ondernem er zelf verkeerde. E en curator in het faillissem ent van de ondernem er zal dit in zeer beperkte m ate w èl kunnen doen. M a a r dit is nog geen reden de ondernem ing niet als verm ogensbestanddeel in aanm erking te nemen. N iet alle verm ogensbestanddelen behoeven in alle opzichten rechtens gelijkelijk behandeld te w orden.

(5)

E n zie hier d an h et antw oord d a t de H .R . geeft. Hij overw eegt -— tegen h et verw ijt van de ingew ikkeldheid der zinsconstructie dekken mij de aanhalingstekens! ■—, dat, w anneer to t „iem ands verm ogen zaken be- „horen, die w orden aangew end in een door hem gevoerd bedrijf, de „m ogelijkheid bestaat, d a t vanw ege het feit, d at het geheel van die „zaken te zijner beschikking staat, in verband m et verschillende andere „factoren als de bestaan d e organisatie van het bedrijf, deszelfs beklan- „ting en bekendheid bij h et publiek en gelijk te dezen, de ten nam e van „de ondernem er staande, voor de uitoefening van h et bedrijf vereiste, en „overdraagbare vergunningen ■— kortom vanw ege alles w a t rechtens of „feitelijk aa n de ondernem er ten dienste staat, voor zover dit door over­ d r a c h t van h et bedrijf met alles w a t d aa rto e behoort, rechtens of fei- „telijk ten dienste van zijn opvolger gesteld kan w orden, deze zaken in „h a ar geheel een w a a rd e hebben, w elke u itg aat boven die van de a f­ z o n d e rlijk e zaken;

„dat, indien zulks het geval is ten aanzien van in een bedrijf aange- ,,w ende zaken, die aan in algehele gem eenschap van goederen gehuw de „echtgenoten toebehoren, deze met inbegrip van de vorenbedoelde in „het bedrijf gelegen m ogelijkheid om w inst te behalen, tot de baten van „de gem eenschap moeten w orden gerekend, en een en an d e r dus n a de „ontbinding der gem eenschap in de scheiding en deling moet w orden „begrepen; terw ijl het daarbij onverschillig is ten nam e van w ie der „echtgenoten de bedoelde, voor de uitoefening van het bedrijf vereiste, „„ o v erd raag b a re” vergunningen verleend zijn” . H ieraan voegt de H .R . dan nog toe, d a t onder goodwill „vorenbedoelde, aan een bedrijf een boven die van de afzonderlijke daartoe behorende zaken uitg aan d e w a a r­ de gevende mogelijkheid om w inst te behalen” moet w orden verstaan.

G eheel duidelijk is de strekking van dit a rrest niet. Bij aandachtige beschouw ing zal men een zekere innerlijke tegenstrijdigheid ontw aren. E erst co nstateert de H .R ., d at de to t een bedrijf behorende zaken door alles w a t den ondernem er rechtens en feitelijk ten dienste staat, te­ zamen een hogere w a ard e hebben, dan de som van de w aard en van elke zaak afzonderlijk. M en zou verw achten, d a t d aaruit deze conclusie ge­ trokken w erd, d a t ook die hogere w a ard e deel uitm aakt van de huw e­ lijksgem eenschap. M a a r w a t de H .R . dan n ad e r tot deze gem eenschap blijkt te rekenen, is „d e in het bedrijf gelegen m ogelijkheid om w inst te beh alen ”, die aan het bedrijf een w a ard e geeft, die boven de w a ard e der zaken uitgaat. D it laatste is ongetw ijfeld veel juister. M en kan niet in het algem een zeggen, d at de tot een bedrijf behorende zaken om dat zij tot één bedrijf behoren een hogere w a ard e hebben dan zij daarbuiten zouden hebben. D e v oorraad van een goedgaand bedrijf heeft niet een hogere w a ard e dan een gelijke v oorraad van een m inder bloeiend bedrijf. H e t bedrijf heeft juist zelf een w a ard e onafhankelijk v an de w aard e van de zaken, die er toe behoren. M a a r h et is wel begrijpelijk, hoe de H .R . er toe gekom en is, de w aarde, w a a r het hier om gaat, aan de zaken van h et bedrijf en niet aan het bedrijf zelf toe te schrijven. Hij zocht nog zoveel mogelijk aansluiting bij de W e t, die gelijk w e zagen, alleen zaken, goederen, tot de huw elijksgem eenschap rekent. Z o kon hij, zonder de W e t gew eld aan te doen, de w a ard e van de goodwill als w aarde van die zaken, in de gem eenschap doen vallen. D e W e ts te k st w erd aldus ontzien, m aar aan de feiten w erd gew eld aangedaan.

(6)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een eerste stap zou voor mij zijn dat de gemeente Veldhoven duidelijk maakt dat alle poep mee moet naar huis voor in de afvalbak.. Niet in een plastic zakje in de bosjes, niet

De commissie deelt de raad mee, dat er geen belemmeringen zijn op basis van de overlegde stukken tot benoeming tot wethouder van de heer Backbier, mevrouw Van Ginkel, de heer

De raad van de gemeente Albrandswaard besluit te benoemen als leden en plaatsvervangend leden van het Algemeen Bestuur van Natuur- en Recreatieschap IJsselmonden

Op dat verdrag kan u zich als Belgische persoon of onderneming (de begunstigde van het te betalen bedrag) beroepen om de Amerikaanse voorheffing te verminderen, in sommige

De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) verzorgt vanaf 1 januari 2013 namens de provincies Flevoland en Noord-Holland en namens de gemeenten in Flevoland en

Zijn Dashed Line Coaching Programma komt voor veel mensen op het juiste moment. 2020 had hét jaar moeten zijn voor Carte Blanq, de naam van het dj-duo. Er stonden tours gepland om

Schrijf hier op hoe jouw ideale klant heet, in welke branche hij/zij zit, hoe oud hij/zij is, welke kanalen hij/zij gebruikt, welke voorkeuren hij/zij heeft etc. Probeer specifiek

We hebben ons niet kunnen voorstellen dat er zó veel genuanceerde, maar vooral stevige reacties zouden volgen op de brief die wij op 21 december 2020 stuurden aan het