• No results found

Operatie van de lage rug

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Operatie van de lage rug"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lage rug operatie (hernia,

kanaalstenose)

Operatie van de lage rug

Hierbij geven wij u informatie over de operatie van de lage rug voor mensen met een hernia of een kanaalstenose (= vernauwing van het wervelkanaal). U vindt hier uitleg, adviezen en tips over het moment van inschrijving in het ziekenhuis tot en met de periode thuis na het ontslag.

Ter voorbereiding op uw behandeling, informeren we u met deze patiënteninformatie over de gang van zaken rondom een operatie van de lage rug. Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze patiënteninformatie nog vragen? Als u na het lezen van deze patiënteninformatie nog vragen heeft, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Neurologie.

Wat is een hernia?

Een hernia is een ander woord voor uitstulping. Een uitstulping van de tussenwervelschijf wordt ook wel een ’Hernia Nuclei Pulposi/HNP’ genoemd. Een tussenwervelschijf is een flexibele verbinding tussen twee wervellichamen. Door deze verbinding aan de voorzijde en

(2)

bestaat uit een stevige ring waarop de wervellichamen steunen. Binnen in die ring bevindt zich een stevige, vezelige, elastische kern. Als gevolg van een trauma, maar meestal gewoon als gevolg van veroudering, slijtage (degeneratie) kan de kern van de tussenwervelschijf zijn beschadigd. Hierdoor kunnen stukken weefsel van de kern loslaten en door een zwakke plek aan de achterzijde in het wervelkanaal gaan uitpuilen. Die uitpuiling is de hernia.

Gevolgen van een hernia

In het wervelkanaal bevindt zich het ruggenmerg en de daaruit komende zenuwwortels. In het onderste deel, de lendenwervelkolom, zijn dat de zenuwwortels die naar de benen, de voeten, de darmen en de blaas lopen. Door de hernia komen er meestal één of soms meer zenuwwortels in de knel. Die kunnen dan geïrriteerd raken en pijn veroorzaken. De klachten die ontstaan, zijn afhankelijk van de betreffende zenuwwortel: vooral pijn in het been maar soms ook vermindering van gevoel en/of kracht in het been of de voet, of problemen bij het plassen. Uit de beschrijving van de klachten en neurologisch onderzoek kunnen we vaak opmaken om welke zenuwwortel het gaat en op welke plaats in de

wervelkolom de hernia zich bevindt. Meestal verrichten we een MRI-onderzoek om deze hernia aan te tonen.

(3)

Wat is een kanaalstenose?

Bij een kanaalstenose komen er zenuwwortels knel te zitten door een vernauwing (stenose) van het ruggenmergkanaal. De ruimte in het wervelkanaal neemt meestal af door factoren zoals: verdikking van het bot rondom het wervelkanaal, verdikking van het ligament (band) tussen de wervelbogen en uitpuilen van de tussenwervelschijf zoals ook bij een hernia (zie foto).

Gevolgen van een kanaalstenose

Het ruggenmerg houdt ongeveer op bij het niveau van de eerste en tweede lumbale (=

lende-)wervel. Daaronder bevindt zich de zogenoemde ‘paardestaart’ (cauda equina), die bestaat uit de zenuwwortels die naar de billen, benen, blaas en endeldarm gaan. Door de stenose kunnen één of meerdere zenuwwortels in de knel komen. Die zenuwwortels kunnen dan geïrriteerd raken en pijn veroorzaken. Soms vallen er zenuwen uit, waardoor kracht of het gevoel in een been of voet vermindert. Ook kunnen er soms problemen met het plassen ontstaan. De klachten treden echter meestal op na een tijd staan of lopen en meestal niet tijdens fietsen. De plaats van de pijn en de verschijnselen wijzen erop welke zenuwen in de problemen zijn gekomen door de stenose.

Opname in het ziekenhuis

Inschrijving

Nadat u met de door uw arts voorgestelde operatie heeft ingestemd, kunt u zich voor opname (laten) inschrijven bij de afdeling Opname en de preoperatieve polikliniek van locatie Blaricum. Voordat u beslist de operatie te ondergaan, moet u van tevoren de

(4)

zelf de noodzakelijke thuiszorg te regelen, dan kunt u contact opnemen met het Nazorgteam van het ziekenhuis.

locatie Blaricum, T 088 753 20 83.

locatie Hilversum, T 088 753 20 83.

Preoperatieve polikliniek

Voor een intakegesprek gaat u naar de preoperatieve polikliniek. U krijgt thuis een oproep voor een afspraak. Een verpleegkundige bespreekt alle voorbereidingen met u en neemt de operatie door. Vervolgens gaat u langs bij de anesthesioloog. Deze vertelt u hoe de

verdoving verloopt. De datum en het tijdstip van de operatie krijgt u te horen op de

preoperatieve polikliniek, of u krijgt een bericht thuis. Op de dag vóór de operatie belt u na 14:00 uur met de verpleegafdeling, T 088 753 22 05. U hoort dan hoe laat u wordt

geopereerd en hoe laat u op de verpleegafdeling wordt verwacht. Tevens hoort u dan vanaf welk tijdstip u niet meer mag eten en/of drinken voorafgaand aan de operatie.

Verpleegafdeling

De dag dat u in het ziekenhuis wordt opgenomen, meldt u zich aan de balie van de verpleegafdeling Neurologie. Een verpleegkundige van de afdeling neemt met u de papieren en de gegevens van de preoperatieve polikliniek door. We kijken of de gegevens nog kloppen, eventueel noodzakelijke wijzigingen voeren we door. Als u nog vragen heeft, kunt u ze dan stellen.

Voorbereidingen

Na de kennismakingen treffen we voorbereidingen voor de operatie.

Nuchter

Een lege maag voorkomt overgeven en verslikken tijdens en na de operatie. Afhankelijk van het tijdstip van de operatie eet en drinkt u daarom vanaf een bepaalde tijd niet meer.

Dit tijdstip krijgt u te horen als u de dag voor de operatie belt met de verpleegafdeling.

De operatie

Dag van de operatie

Als u een kunstgebit en/of contactlenzen heeft, moet u deze op de dag van de operatie uitdoen. Ook sieraden moet u afdoen. Kort voordat u naar de operatiekamer gaat, trekt u een operatiehemd aan. Vervolgens krijgt u een tablet of een drankje met een kalmerend middel ter voorbereiding op de verdoving, als de arts dit heeft voorgeschreven. We brengen u naar de voorbereidingskamer en daar brengen de medewerkers een infuus in.

(5)

Tijdstip van de operatie

Het is nooit precies te zeggen wanneer u aan de beurt bent. Operaties duren soms langer dan verwacht en spoedoperaties kunnen tussendoor komen.

Verdoving

Tijdens de operatie krijgt u een algehele verdoving (narcose) of, bij hoge uitzondering, een gedeeltelijke verdoving.

De operatie

Tijdens de operatie ligt u op de buik. Om de weefsels in het wervelkanaal goed te kunnen zien, gebruikt de chirurg een vergrotende loep en soms een hoofdlamp of een microscoop.

Door het vergrootte, driedimensionale beeld is het mogelijk zeer nauwkeurig te werken. In principe wordt er in Tergooi bij een hernia een microdisectomie verricht. Door de spieren van de doornuitsteeksels los te maken en opzij te houden, kan de neurochirurg de

achterzijde van de wervels en het wervelkanaal bereiken. Om bij de hernia te komen, moet de neurochirurg het wervelkanaal openen. Daarvoor is het meestal nodig een kleine

hoeveelheid bot van de achterzijde van het wervelkanaal weg te nemen. In het wervelkanaal zoekt de neurochirurg de zenuwwortel of -wortels op. Die kunnen dan worden losgemaakt van de hernia, waarna die kan worden verwijderd.

Na de operatie

Direct na de operatie

U wordt wakker op de uitslaapkamer (recovery). Wanneer u goed wakker bent, haalt een verpleegkundige van de afdeling u op. De verpleegkundige brengt de eerste contactpersoon telefonisch op de hoogte van uw terugkomst op de afdeling. Indien u goed wakker bent mag u uiteraard ook zelf bellen.

Direct na de operatie ligt u gedurende drie uur op de rug, daarna mag u regelmatig van houding wisselen. Hierbij helpt de verpleegkundige u de eerste dag, indien nodig.

In principe is elke houding (rug-, zij- en/of buikligging) mogelijk, op voorwaarde dat de wervelkolom gestrekt blijft. Bij een zijligging is een kussen in de rug en tussen de benen mogelijk.

Om voldoende vocht binnen te krijgen, heeft u na de operatie een infuus in uw arm.

Zodra u weer zelf heeft gedronken, niet meer misselijk bent en als u heeft geplast, mag het infuus eruit.

In de operatiewond zit soms een slangetje (wonddrain) dat, als dat nodig is, bloed en wondvocht afvoert. Deze drain verwijderen we in principe op de eerste dag na de operatie; na de ochtendvisite.

Na de ingreep kunt u wat misselijk zijn.

U kunt de eerste dagen wondpijn hebben. Hiervoor krijgt u pijnstillende medicijnen.

Deze pijnstilling na een operatie gebeurt steeds vaker door middel van een

(6)

Analgesia. Het betekent dat u als patiënt zelf de pijnmedicatie kunt regelen door middel van een druk op de knop.

Als het u niet lukt op bed in een urinaal of po te plassen, kunt u het, onder begeleiding van een verpleegkundige, op de postoel proberen. Mannen kunnen, onder begeleiding van een verpleegkundige, proberen te staan. Lukt dat niet, dan krijgt u een eenmalig katheter.

U krijgt na de operatie (tot en met de dag van ontslag) een injectie om trombose te voorkomen.

Dag één

De eerste dag na de operatie helpt de verpleegkundige u bij het wassen. U eet op bed in zijligging. In de loop van de dag verwijderen we meestal de drain (als u die heeft), inspecteren we de wond en verschonen we de pleister.

Onder leiding van de fysiotherapeut gaat u de eerste keer mobiliseren. De fysiotherapeut oefent met u de transfers en het lopen. Verder geeft de fysiotherapeut u uitleg over hoe het mobiliseren tijdens de eerste dagen moet verlopen en een korte uitleg over de verdere revalidatie. Als alles naar wens verloopt, kunt u vaak de eerste dag na de operatie al naar huis.

De ontslagcriteria zijn:

De wond mag niet lekken.

U moet zelfstandig transfers kunnen uitvoeren en zelfstandig kunnen lopen.

Als u thuis een trap heeft moet u zelfstandig trap kunnen lopen.

U moet ADL- (= Activiteiten Dagelijks Leven) zelfstandig zijn.

Weer naar huis

Ontslag

Bij ontslag krijgt u afspraken mee voor controle op het spreekuur van de neurochirurg. U krijgt een machtiging voor fysiotherapie mee en eventueel recepten voor medicijnen. Van de fysiotherapeut krijgt u een overdracht voor een fysiotherapeut in uw woonplaats. U krijgt een enquêteformulier waarop u kunt invullen hoe de opname is verlopen.

Hechtingen

Hechtingen zijn tegenwoordig vaak van materiaal dat vanzelf oplost. Is dit niet het geval dan moeten hechtingen of krammetjes (agraves) op de achtste dag na de operatie worden verwijderd. Dit kunt u door u eigen huisarts laten doen. Is dit niet de eerste hernia

waarvoor u wordt geopereerd (recidief), dan worden de hechtingen pas op de tiende dag verwijderd. Voordat u met ontslag gaat moet u zekerheid hebben over de vorm van hechtingen die in uw geval zijn gebruikt en/of wanneer deze moeten worden verwijderd.

(7)

Adviezen voor thuis

De eerste weken na de operatie kunt u nog last hebben van kramp en stijfheid van de rug- en beenspieren. Dit is een reactie op de operatie. Het is normaal dat gedurende de eerste weken na de operatie het bewegen van de rug moeilijk gaat en soms pijn doet. U kunt ’s ochtends ook stijf zijn. Geleidelijk zullen deze klachten verdwijnen, mede door de

oefeningen en het nauwgezet volgen van onderstaande leefregels en de leefregels die u van de fysiotherapeut meekrijgt.

Wat u niet mag doen:

De eerste veertien dagen na ontslag zelf autorijden of fietsen.

De eerste acht weken, tot na de controle bij de neurochirurg mag u NIET:

werken;

stofzuigen of ander zwaar lichamelijk werk;

sporten (inclusief zwemmen).

Wat u wel moet doen:

Neem regelmatig rust. Ga tussendoor regelmatig even liggen om de rug te ontspannen.

Regelmatig opstaan en bewegen doen goed; blijf niet te lang achtereen zitten.

Afwisselen van houding en beweging is belangrijk!

Twee à drie keer per dag oefeningen doen in een rustig tempo zijn een aanrader.

Voer uw algemene conditie op door wandelen, en later ook door bijvoorbeeld fietsen.

De hometrainer is al snel na de thuiskomst toegestaan.

Luister naar uw lichaam, u mag en kan het herstel niet forceren! Volledig herstel kost enkele maanden.

Controle

Tijdens de controle kunnen de leefregels in overleg met uw arts worden aangepast en de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden hervat.

Mogelijke complicaties

Zoals bij iedere operatie zijn er ook bij operaties aan de lage rug kansen op complicaties.

De kansen op complicaties zijn klein. Mogelijke complicaties zijn:

Nabloeding. Dit gebeurt bij 1-2/1.000 patiënten. Een nabloeding treedt meestal op in de uren tot dagen na de operatie en gaat gepaard met veel pijn in de rug, uitstralende pijn in de benen, verergering of nieuw krachtsverlies in de benen en blaasfunctie- of erectiestoornissen. Een nabloeding kan een reden zijn om opnieuw te opereren om de bloeding weg te halen. Herstel van uitgevallen functies na een nabloeding is vaak slecht. Om de kans op een nabloeding te verminderen moet u bloedverdunners voor

(8)

bloedverdunners heeft voorgeschreven.

Wondinfectie: dit gebeurt bij 2-3/100 patiënten. Een wondinfectie kan tot enige weken na de operatie optreden. Vaak is er dan al een slecht genezende wond of lekkende wond. De wond is vaak rood en pijnlijk. Sommige patiënten hebben koorts.

Een oppervlakkige infectie is vaak goed met antibiotica te behandelen. Bij een diepe wondinfectie moet vaak het litteken worden geopend om er gazen in te plaatsen, zodat de operatiewond ‘laagje voor laagje’ kan dichtgroeien. Dit kan een maanden durende behandeling zijn. De kans op een wondinfectie is sterk verhoogd bij rokers, patiënten die langdurig middelen gebruiken die de afweer remmen (prednison) en patiënten met suikerziekte en hart- en vaatziekten.

Hoewel de kans op zenuwletsel door de operatie zeer klein is, kan bij de operatie wel een gaatje ontstaan in de vliezen rondom de zenuwen. Dit is een complicatie die vooral voorkomt bij patiënten die al eerder een rugoperatie hebben ondergaan. Ook bij oudere mensen treedt dit vaker op. Door het gaatje kan hersenvocht (liquor) tot in de spierlaag lekken. Vaak wordt dit probleem tijdens de operatie opgelost door dit gaatje met een hechting te sluiten. Als er na de operatie toch enige lekkage tot in de spierlaag optreedt, geeft dit ernstige hoofdpijn bij rechtop zitten. Afhankelijk van de neurochirurg is dit soms een reden om patiënten uit voorzorg één tot vier dagen platte bedrust voor te schrijven, zodat de druk van het gaatje af is en dit vanzelf geneest. Als de liquor ook tot buiten het lichaam lekt, merken patiënten lekkage van helder vocht uit de wond of een continu nat verband. Vaak gaat dit gepaard met hoofdpijn bij rechtop staan en zitten. De hoofdpijn verdwijnt direct bij plat liggen. Bij lekkage van liquor naar buiten is de kans op een wondinfectie erg veel groter.

Toenemende heftige pijn kan een alarmsignaal zijn dat zich een complicatie voordoet.

Toenemende heftige pijn kan een alarmsignaal zijn dat zich een complicatie voordoet.

Mocht een van deze complicaties optreden dan is het van belang dat u contact opneemt met:

de polikliniek Neurochirurgie van Tergooi, T 088 753 12 50 de Spoedeisende Eerste Hulp van Tergooi, T 088 753 16 60.

Indien nodig wordt u verwezen naar de afdeling neurochirurgie van het AMC of VUmc in Amsterdam.

Het opnieuw ontstaan van een hernia

In het algemeen is tachtig tot negentig procent van de patiënten na een herniaoperatie tevreden met het uiteindelijke resultaat. Bij ongeveer vijf tot tien procent van de

geopereerde patiënten ontstaat op dezelfde plek een nieuwe hernia (een recidief). Dit kan al snel na de ingreep zijn, maar ook pas na twintig tot dertig jaar. De nieuwe hernia kan vaak met goed resultaat worden geopereerd. Door het littekenweefsel van de vorige ingreep is de kans op complicaties wel iets hoger en gaat het herstel wat langzamer. Ook kan er na een herniaoperatie altijd een hernia op een andere plek optreden. Dat is niet goed te voorkomen.

(9)

Het opnieuw ontstaan van een lumbale kanaalstenose

Een echt recidief, zoals bij een hernia, is bij deze operatie in feite onmogelijk, omdat het verwijderde bot niet weer aangroeit. Het toch weer optreden van klachten blijkt dan meestal te berusten op het feit dat op aangrenzende niveau’s (bijvoorbeeld L2/3 en L3/4 na een operatie van L4/5) die bij de vorige operatie niet in aanmerking kwamen voor verruiming, de stenose nu zover is gevorderd dat een heroperatie nodig is om ook hier de vernauwing te verhelpen. Behalve dat er wat littekenweefsel bijkomt, maakt een

heroperatie niet veel verschil met de eerste operatie

Vragen

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie. Als u na het lezen van deze patiënteninformatie nog vragen heeft, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Neurologie, zowel voor locatie Blaricum als locatie Hilversum T 088 753 12 50. Wij wensen u een spoedig herstel!

Contact

Chirurgie T 088 753 11 10

klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur

Chirurgie - Verpleegafdeling T 088 753 21 49

Ma t/m vr 08:00 - 17:00 uur

Chirurgisch Behandelcentrum T 088 753 11 10

Ma t/m vrij van 08:00 – 16:30 uur

Neurochirurgie – Polikliniek T 088 753 12 50

Ma t/m vrij van 08:00 – 16:30 uur

Neurologie - Polikliniek T 088 753 12 50 F 088 753 12 58 klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is belangrijk dat u uw kind de pijnstilling op tijd geeft en niet wacht tot hij of zij pijn krijgt, dan loopt u namelijk achter de feiten aan en is het moeilijk om de pijn

Als u één of meerdere dagen voor de operatie wordt opgenomen, zal uw voeding en insuline/bloedsuikerverlagende tabletten in overleg met de internist aangepast worden.. De

In het belang van uw kind wordt door de kinderartsen relevante informatie medische informatie doorgestuurd naar de consultatiebureauarts (voor kinderen t/m 3 jaar) en/of de

Op de Acute Opname Afdeling heeft iedere patiënt een specialist als hoofdbehandelaar.. Buiten kantooruren neemt de dienstdoende specialist de

Wij vragen u om na het verlof voor 22:00 uur weer op de afdeling terug te zijn, tenzij we dit anders met u hebben afgesproken.. Verlof kan op verschillende manieren in de

Omdat op de Acute Opname Afdeling patiënten voor diverse specialismen worden opgenomen, kan het zijn dat u allerlei artsen zien maar nog niet uw arts. Dit heeft te maken met de

Schrijf eventuele vragen die u heeft over de operatie op, zodat u deze kunt stellen aan de verpleegkundige ten tijde van het spreekuur.. Het

Doordat de tussenwervelschijf tussen twee wervels ligt, is er voldoende ruimte voor de zenuwen om vanuit het ruggenmerg naar het lichaam te gaan.. De botstukken van twee boven