• No results found

Handleiding lokaal overleg Opvoedingsondersteuning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Handleiding lokaal overleg Opvoedingsondersteuning"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

COLOFON

De handleiding lokaal overleg opvoedingsondersteuning is een product van de samenwerking tussen het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn, Kind en Gezin en het Steunpunt Opvoedingsondersteuning van de provincie Limburg.

Samenstelling en redactie

Steunpunt Opvoedingsondersteuning, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt.

Marie Soors en Katrijn Kelchtermans

Eindredactie Katrijn Kelchtermans

Verantwoordelijke Uitgever

Kind en Gezin, Katrien Verhegge, administrateur generaal

Met dank aan

alle collega’s die tijdens gesprekken of via verslagen inhoudelijke input leverden

Nele Travers, Steven Strynckx en Julie Cristens voor het kritisch nalezen en de waardevolle feedback

D/2009/4112/1

(3)

Beste lezer,

Voor u ligt een handleiding voor de organisatie van een lokaal overleg opvoedingondersteuning. Met deze handleiding willen we u, en alle partners rond de overlegtafel, ondersteunen bij het realiseren van het lokale beleid inzake opvoe- dingsondersteuning.

In Vlaanderen gebeurt reeds heel wat om opvoedingsverantwoordelijken bij de opvoeding van kinderen en jongeren te ondersteunen. Soms kleine, soms grote initiatieven spelen in op diverse behoeften van ouders. Dat aanbod opvoedings- ondersteuning kan vele vormen aannemen: er zijn niet alleen verschillende soorten aanbieders maar ook verschillende manieren om aan opvoedingsondersteuning te doen. Met een lokaal beleid inzake opvoedingsondersteuning wordt het mogelijk om opvoedingsondersteuning in de picture te plaatsen en ervoor te zorgen dat burgers dit aanbod kennen.

Voor de ontwikkeling van deze handleiding gingen de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn een samenwer- king aan met de provincie Limburg. Het Limburgs Steunpunt Opvoedingondersteuning bracht in 2007 het methodie- kenboek ‘Onder collega’s: opvoedingsondersteuning’ uit. Door aan dit boek een handleiding voor lokale actoren toe te voegen, presenteren we je een inspirerend pakket om samen mee aan de slag te gaan.

In het licht van de oprichting van het Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning bieden de agentschappen Jongerenwelzijn en Kind en Gezin je deze handleiding aan. We hopen daarmee aan de meest voorkomende vragen bij de organisatie van het lokaal overleg opvoedingondersteuning tegemoet te komen.

We wensen u alvast veel succes.

Stefaan Van Mulders

administrateur generaal van het agentschap Jongerenwelzijn Katrien Verhegge

administrateur generaal van het agentschap Kind en Gezin Erika Thijs

gedeputeerde welzijn provincie Limburg

(4)
(5)

Inleiding

De handleiding voor het lokaal overleg opvoedingsondersteuning wil aan de lokale actoren meer informatie en duiding geven over de organisatie van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning. De handleiding is dan ook opgebouwd rond de plaats die opvoedingondersteuning kan krijgen in het lokaal beleid. Ook de manier waarop opvoedingsondersteuning gecoördineerd kan worden en wat de taak en rol kan zijn van de verschillende lokale actoren opvoedingsondersteuning zal aan bod komen.

Naast een eerder theoretisch luik, is het onze bedoeling om ook meer praktische tips mee te geven met de handleiding.

Vandaar dat deze handleiding als onderdeel van het methodiekenboek ‘Onder Collega’s’ wordt aangeboden. Dit boek belicht een aantal belangrijke aspecten van opvoedingsondersteuning. Je vindt er toelichtingen en methodieken om samen met partners het thema aan te pakken.

De handleiding is geen ‘eindproduct’. Het Vlaams Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning zal ontwikkelingen in het beleid, in de wetenschappelijke wereld en in het werkveld opvolgen. Het is onze bedoeling om deze handleiding in de toekomst aan te vullen met nieuwe kennis en inzichten. Ook willen we het handboek versterken met ‘good practices’

in de aanpak van opvoedingondersteuning op lokaal niveau.

(6)

Lokaal overleg opvoedingsondersteuning:

vorm geven aan samenwerking

Waarom een lokaal overleg opvoedingsondersteuning in onze gemeente?

Ouders verdienen het om ondersteund te worden bij het opvoeden van hun kinderen. De samenleving draagt daarin ver- antwoordelijkheid. Ouders kunnen zich erg ondersteund voelen door beleidsmaatregelen die aan hun noden en behoef- ten tegemoet komen. Vanuit samenwerking met lokale actoren kan het lokale bestuur haar beleid beter afstemmen op wat leeft bij ouders en andere opvoeders. Lokaal of intergemeentelijk samenwerken rond opvoeden, de ouders hebben er baat bij. Ook in jouw gemeente.

Waar kunnen ouders met hun concrete vragen rond opvoeden terecht en hoe weten ze dat?

Welke zijn de vragen van ouders in onze gemeente en hoe spelen we daar op in?

Op welke manier kunnen we ouders versterken om het opvoeden en opgroeien van kinderen in onze gemeente positief te laten verlopen?

Antwoorden op deze en andere vragen vind je maar door het gesprek aan te gaan met alle partners die in je gemeente of regio met ouders werken. Zij hebben zicht op wat er leeft bij ouders, zij kunnen aangeven voor welke noden een aanbod bestaat en zij kunnen helpen om de blinde vlekken in kaart te brengen. Samenwerking leidt tot betere afstemming en goede doorverwijzing. De communicatie naar ouders over de mogelijkheden voor opvoedingsondersteuning in hun buurt kan helder en duidelijk vorm krijgen.

Het lokaal overleg opvoedingsondersteuning kan je best zien als een middel om samenwerking te helpen realiseren. Op een gegeven moment is het immers nodig om alle partners rond te tafel te brengen. Om elkaar (beter) te leren kennen, om af te stemmen, uit te wisselen en het belangrijkste: om concrete afspraken te maken.

Lokale besturen voelen zich soms afgeschrikt door de lange lijst uit te nodigen partners voor het lokaal overleg opvoe- dingsondersteuning. Ze vrezen voor een logge overlegstructuur waarvan de meerwaarde voor de partners onduidelijk is.

Voor een overleg waar men een aanwezigheidspolitiek voert (kwestie van niets te missen) maar waar weinig output is.

Om niet in deze valkuil te trappen is het belangrijk om de focus te blijven richten op het doel: samenwerking in functie van een toegankelijk aanbod opvoedingsondersteuning voor ouders en andere opvoeders. Het overleg is een middel om dit te realiseren en moet ook zo ingezet worden. In het volgende hoofdstukje geven we tips en aandachtspunten om van jullie overleg een dynamische tafel te maken. Hiermee voorkom je te verzanden in de gevreesde praatbarak.

Wie zijn onze partners?

Het decreet geeft een hele lijst van uit te nodigen partners. Zelfs met die lange lijst bestaat er een kans dat je een belang- rijke lokale partner over het hoofd ziet. Daarom is het goed eerst een eigen lijstje lokale spelers op te stellen. Je kan immers andere partners dan diegene vernoemd in het decreet opnemen in het lokaal overleg. Misschien hebben net die partners het aanbod of de ervaring die je nodig hebt om de opdrachten van het lokaal overleg te realiseren. Toets daar- om je eigen lijstje pas achteraf aan het decreet.

Ervaring leert dat je de samenstelling van je overleg soms moet aanpassen aan de agenda. Zo kan het bijvoorbeeld dat eerstelijnswerkers met veel enthousiasme acties uitwerken. Als echter het fiat van hun directies of beleidsverantwoorde-

(7)

lijken uitblijft, komt men niet tot uitvoering. Dit kan nefast zijn voor de dynamiek in een lokaal overleg. Je vraagt je daar- om best in elke fase van het proces van je overleg af, of je met de juiste mensen aan tafel zit.

Probeer zo snel mogelijk zicht te krijgen op het engagement dat je partners in het overleg aangaan. Beperkt dit engage- ment zich tot deelname aan het overleg of is men bereid een actieve rol op te nemen? En hoever kan men daar in gaan?

Het kan zinvol zijn om bij het uitwerken van concrete acties de engagementen ook te formaliseren in bijvoorbeeld een samenwerkingsovereenkomst. Dit verplicht organisaties ook om het gesprek intern ten gronde te voeren.

Een nieuwe overlegtafel in onze gemeente?

Een nieuwe overlegtafel kan voor jouw gemeente de beste oplossing zijn. Vooraleer je echter partners begint te mobili- seren overweeg je best of het goed is een volledig nieuwe overlegstructuur in het leven te roepen.

Soms is het interessant om het overleg opvoedingsondersteuning te linken aan een bestaande structuur. Verschillende overlegstructuren brengen soms dezelfde partners samen rond gelijkaardige thema’s.

Als dat in jouw gemeente het geval is, kan een koppeling zinvol zijn. De partners houden naast overlegtijd best nog ande- re tijd over die ze kunnen inzetten voor opvoedingsondersteuning. Overleg efficiënt organiseren is de boodschap.

Belangrijk is wel om de eigen finaliteit van elke overlegstructuur te bewaken.

Enkele mogelijkheden op een rijtje

• Lokaal overleg kinderopvang

Als je het overleg opvoedingsondersteuning aan deze overlegtafel koppelt, zal je ruimer moeten uitnodigen dan nu het geval is. Opvoedingsondersteuning richt zich immers op kinderen en jongeren tot 18. Let er ook op dat de wer- kers die je rond de tafel brengt, voldoende voeling hebben met de doelgroep 12+, en met gezinnen die geen gebruik maken van de kinderopvang.

Je kan je overleg opsplitsen in twee delen, waarbij je extra partners uitnodigt voor het deel dat opvoedingsondersteu- ning behandelt.

Houd er rekening mee dat het lokaal overleg opvoedingsondersteuning geen adviesraad is (in tegenstelling tot het lokaal overleg kinderopvang).

• Lokaal overlegplatform gelijke onderwijskansen

Er zijn zeker raakpunten tussen onderwijs en opvoedingsondersteuning. De school is immers een plek waar ouders elkaar kunnen ontmoeten, waar men over opvoeding spreekt, waar ook opvoedingsvragen leven. In die zin is onder- wijs een belangrijke partner voor het uitwerken van een aanbod opvoedingsondersteuning.

Maar de doelstellingen van beide overlegstructuren mogen niet op een hoopje gegooid worden. Onderwijs is een belangrijke partner maar heeft opvoedingsondersteuning niet als haar kernopdracht. Investeren in ouderbetrokken- heid daarentegen is wel een kernopdracht waarin elke school haar weg moet afleggen.

• Intergemeentelijk samenwerken

De regelgeving laat de mogelijkheid aan lokale besturen om de doelen van het lokaal overleg intergemeentelijk te rea- liseren. Vooral wanneer je cruciale partners regionaal georganiseerd zijn, is dit een interessante optie. Op die manier kunnen de partners hun tijd immers efficiënter inzetten. De overlegtijd is minder en met de uitgewerkte acties kent men een verder bereik. Zo verkleint de kans dat partners afhaken.

Het blijft in deze constructie belangrijk dat er een lokaal aanspreekpunt is voor opvoedingsondersteuning. Iemand moet immers in het ruimere samenwerkingsverband de link leggen met het lokale beleid. Het kan nodig zijn regio- nale afspraken lokaal te toetsen, voor te bereiden of uit te voeren.

(8)

Enkele tips voor een actief lokaal overleg opvoedingsondersteuning

De startvergadering van het lokaal overleg is best meteen een schot in de roos. Wanneer het voor de deelnemers duide- lijk is wat het einddoel is van een overleg, welke hun concrete inbreng kan zijn en wat het hen kan opbrengen, heb je meer kans op een actieve werktafel. Mensen geraken soms vergadermoe, daarom is het net zo belangrijk om goed voor- bereid en resultaatsgericht te werk te gaan. Na elke vergadering moet je de vraag durven stellen: en wat heeft dit overleg ons opgebracht?

Een goede voorbereiding is de helft van het werk

• Probeer hiervoor een kerngroepje samen te krijgen als je een groot lokaal overleg hebt.

• Werk met methodieken.

• Zorg dat er meer op de agenda staat dan informatieoverdracht.

• Vergader niet vaker dan nodig is.

Zet de deelnemers aan het werk

• Je kan hiervoor gebruik maken van het methodiekenboek.

Bv. organiseer een brainstorm, laat de deelnemers in een lijst van mogelijkheden prioriteiten aanbrengen, laat hen het aanbod in kaart brengen met Kousemaker, …

• Sluit het overleg af met de afspraken: wie doet wat tegen wanneer.

• Begin je volgende overleg met deze afspraken.

Bewaak de betrokkenheid

• Is de agenda voor alle uitgenodigden relevant?

Bv. in een intergemeentelijk samenwerkingsverband is het interessant de opsplitsing te maken tussen een beleids- groep met de beleidsverantwoordelijken en een inhoudelijke groep. Zo creëer je een tafel voor de beslissingen en een tafel voor de inhoudelijke uitwerking.

• Vraag je af waarom mensen afwezig blijven.

• Deel grote groepen op in werkgroepjes.

• Wanneer je huiswerk vraagt van je deelnemers, koppel dan ook terug over de resultaten.

• Bekijk hoe je ook buiten de vergadermomenten samenwerking kan realiseren.

Bv. ga een concrete vraag of voorstel aan de huisartsen bespreken op de vergadering van de huisartsenkring.

• Spreek mensen aan op hun deskundigheid.

Bv. laat iemand een presentatie brengen, een vormingsmoment organiseren.

Koppel het aangename aan het nuttige

• Met koffie en koekjes is het leuker werken.

• Stel je agenda aantrekkelijk op. Met voldoende toelichting bij de agendapunten.

• Stoffeer je vergadering met voorbeelden en/of materialen.

• Als je leuke reacties krijgt van ouders, van het beleid, van buurgemeenten, … breng die dan ook op het overleg.

Meer weten

www.kindengezin.be/KG/Professioneel/Kinderopvang/lokaal_overleg www.lop.be

In het methodiekenboek vind je heel wat creatieve werkvormen.

(9)

Een (nieuw) thema in het lokaal sociaal beleid

Opvoedingsondersteuning in lokaal sociaal beleid

Het lokaal sociaal beleid beoogt een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger. Lokaal sociaal beleid is het resultaat van de acties die OCMW, gemeente, andere overheden, semi-publieke, private en privé organisa- ties ondernemen om de sociale grondrechten voor iedereen te realiseren.

Het lokaal sociaal beleidsplan biedt een globaal en samenhangend kader van verschillende acties op diverse beleidsdo- meinen. Het decreet opvoedingsondersteuning voorziet voor het lokaal bestuur een centrale rol bij de regie van het lokaal beleid inzake opvoedingsondersteuning. Om die taak uit te voeren werkt het lokaal bestuur samen met het lokaal over- leg een beleidsplan opvoedingsondersteuning uit, geïntegreerd in het lokaal sociaal beleid.

In 27% van de lokale sociale beleidsplannen 2008-2014 zijn er doelstellingen en/of acties opvoedingsondersteuning opgenomen. Deze score geeft aan dat ook bij heel wat lokale beleidsmakers de overtuiging leeft dat opvoedingsonder- steuning een duidelijke plek verdient in het bredere kader van een lokaal sociaal beleid.

Opvoedingsondersteuning is opgenomen in het plan 2008-2014

In de gemeenten waar opvoedingsondersteuning als thema is opgenomen in het lokaal sociaal beleidsplan, heeft het lokaal overleg al een vertrekbasis.

Het lokaal overleg heeft een opdracht in de planning van de acties, de voorbereiding, de uitvoering en evaluatie ervan. Het lokaal overleg zal het lokaal bestuur ook adviseren over eventuele bijsturingen in het beleidsplan. Hoe je concreet invulling kan geven aan de opdrachten van het lokaal overleg, vind je terug in volgende hoofdstukken van deze handleiding.

Nog geen beleidsplan opvoedingsondersteuning?

In gemeenten waar opvoedingsondersteuning nog niet is opgenomen in het lokaal sociaal beleidsplan, levert het lokaal overleg opvoedingsondersteuning voorbereidend werk samen met het lokaal bestuur. Om de integratie van een beleids- plan opvoedingsondersteuning te vergemakkelijken hanteer je ook voor opvoedingsondersteuning best de methode van strategische planning. In je plan heb je aandacht voor:

• een meerjarenplan opvoedingsondersteuning met betrekking tot de gewenste acties en inzet van de lokale middelen

• een beschrijving van de wijze waarop de bevolking en lokale actoren bij de voorbereiding van het beleidsplan betrokken werden en bij de uitvoering en de voortgang van het beleidsplan en van het lokaal sociaal beleid zullen betrokken worden.

Beleidsplan opvoedingsondersteuning – stap voor stap

Het vertrekpunt van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning in de gemeenten zal voor iedereen verschillend zijn.

Een eerste opdracht van de lokale coördinator is om samen met de partners dit vertrekpunt helder te krijgen. Als er nog geen beleidsplan opvoedingsondersteuning bestaat, zal de lokale coördinator hier samen met het lokaal overleg en het lokaal bestuur vorm aan geven.

In wat volgt geven we in een notendop enkele planningsprincipes mee.

(10)

In kaart brengen van noden en behoeften

In gemeenten waar opvoedingsondersteuning een nieuw beleidsthema is, neemt het lokaal overleg de tijd om te onder- zoeken wat de omgevingsanalyse uit het sociaal beleidsplan aan informatie over opvoeden oplevert.

Volgende vragen kunnen een leidraad zijn.

• Wat leert de omgevingsanalyse uit het lokaal sociaal beleidsplan ons over de gezinnen, de kinderen, de jongeren in onze gemeente?

• Zijn er gegevens die we missen? Hoe kunnen we die achterhalen?

• Welke zijn de cruciale partners voor het lokaal overleg in onze gemeente?

• Wat weten we over het aanbod in onze gemeente/onze regio?

• Is er overlap in het aanbod? Zijn er hiaten?

• Kennen ouders het bestaande aanbod?

• Hebben we zicht op de vragen en noden die ouders hebben? Wat kunnen de partners ons hierover leren? Kunnen we de ouders hier zelf over bevragen en op welke manier?

Op basis hiervan maakt het lokaal overleg een synthese van sterkten en kansen aan de ene kant, zwakten en bedreigin- gen aan de andere kant.

• Met deze gegevens kan je een sterkte- zwakte analyse opstellen.

• Welke zijn de sterkten op vlak van opvoeding en opvoedingsondersteuning in onze gemeente?

• Welke zijn de opportuniteiten of de kansen?

• Waar situeren zich de zwakten? Wat missen we?

• Welke bedreigingen zien we?

Van omgevingsanalyse tot beleidsplan

De omgevingsanalyse uit je lokaal sociaal beleidsplan vormt de basis voor het bepalen van de prioriteiten en het kiezen van duidelijke doelen. De functies van opvoedingsondersteuning bieden een kader bij het kiezen van prioriteiten en doel- stellingen.

• Welke prioriteiten wil men leggen?

• Welke doelstellingen beoogt het lokaal overleg/het lokaal bestuur met een beleidsplan opvoedingsondersteuning?

• Welke acties zijn nodig om deze doelstellingen te realiseren?

• Welke resultaten stellen we hierbij voorop?

• Hoe gaan we deze resultaten meten?

• In het hoofdstukje ‘Van minimum tot kwaliteitslabel’ p.14 vind je meer terug over de functies van opvoedingsonder- steuning en hoe die zich vertalen in acties en aanbod van een lokaal overleg.

Enkele methodieken ter inspiratie

Waar opvoedingsondersteuning stopt en opvoedingshulp begint.

Een kader voor het in kaart brengen van het aanbod opvoedingsondersteuning en de hiaten vind je in het methodieken- boek p. 12.

FAQ: de vragen en de antwoorden

Wetenschappelijk onderzoek over de opvoedingsvragen van ouders is op gemeentelijk niveau geen haalbare kaart. Dit is ook niet nodig. Onderzoeksmateriaal over wat algemeen leeft aan opvoedingsvragen bestaat. In het methodiekenboek p. 26 – 27 vind je een werkvorm om hieraan meer concrete inhoud te geven voor de partners in jouw gemeente.

(11)

Instrumenten beleidsplanning gebruiken

De provincies hebben een aanbod om beleidsplanners te ondersteunen in hun planningsopdracht. Surf naar de website van jouw provinciaal steunpunt sociale planning en ontdek hun ondersteuningsaanbod.

Inspirerende voorbeelden

Momenteel werkt men aan een nieuwe webtoepassing op www.wvg.vlaanderen.be/lokaalsociaalbeleid. Binnenkort is het mogelijk om ‘opvoedingsondersteuning’ als zoekterm in te geven. Je kan je dan laten inspireren door de acties en pro- jecten die andere Vlaamse gemeenten rond opvoedingsondersteuning uitwerken.

Bevragen van sleutelfiguren

Gesprekken met sleutelfiguren leveren veel informatie op over de vragen die bij gezinnen leven. Een brainstorm met de partners uit je lokaal overleg levert je ongetwijfeld een lijstje met interessante sleutelfiguren. Je kan dit bond gezelschap van jeugdcaféhouder, huisarts, straathoekwerker, begeleider kinderopvang, verantwoordelijke gezinsbond, KAV-voor- zitster, … per wijk samenbrengen voor een gesprek in het buurthuis. Of je kiest voor individuele gesprekken. Als voor- bereiding maak je een overzicht van topics die je wil bespreken.

Bevragen van ouders

Zoek je toch een mannier om ook ouders rechtstreeks te bevragen, dan ga je vooral haalbare oplossingen moeten beden- ken. Vanuit een samenwerking met scholen zouden leerlingen hun ouders kunnen interviewen over wat ze fijn en moei- lijk vinden aan opvoeden. Of je zou een uurtje van het lokaal overleg kunnen uittrekken om post te vatten aan de super- markt, aan de schoolpoort, aan de fuifzaal. Via enkele gerichte vragen geven ouders je hun kijk op opvoeden in je gemeente.

Recent onderzoek

Recent onderzoek en aanbevelingen voor lokaal overleg opvoedingsondersteuning en beleid vind je in het ‘Eindrapport Opvoeden in Brussel. Een project van de Vakgroep Sociale Agogiek, Ugent in samenwerking met VBJK en VCOK in opdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.’ Het volledige rapport is downloadbaar via de website www.vbjk.be.

Meer weten

Als beleidsplanning een nieuw gegeven voor je is, is de informatie in deze handleiding ontoereikend. Op www.wvg.vlaan- deren.be/lokaalsociaalbeleid vind je heel bruikbare handvaten en documentatie.

PETER SELS, VVSG, Handboek lokaal sociaal beleid.

www.vvsg.be

Websites van de Vlaamse provincies en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Wie naast cijfers ook creatieve ideeën en inspiratie zoekt, vindt die op www.beleidsimpuls.nl.

Op de CD vind je het decreet opvoedingsondersteuning en het decreet lokaal sociaal beleid.

(12)

Gezocht:

Lokale coördinator opvoedingsondersteuning

M/V gedreven medewerker lokaal bestuur

In de meest wenselijke situatie is de lokale coördinator een werknemer van het lokale bestuur, van een intergemeentelijk samenwerkingsverband of van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Een lokale medewerker is het best geplaatst om de link te leggen tussen het werkveld en het beleid.

Zelf een lokale coördinator tewerkstellen heeft het voordeel dat:

• het beleid via de lokale coördinator de vinger aan de pols houdt

• signalen uit het werkveld en van ouders gemakkelijker hun weg vinden naar beleidsdoelstellingen en –acties

• de coördinator het mandaat heeft om impulsen te geven naar samenwerking en afstemming tussen de lokale partners

• de lokale coördinator de geplogenheden en structuren binnen het lokale bestuur kent

• de lokale coördinator zicht heeft op te volgen stappen in beleidsplanning

• aan de eerste voorwaarde is voldaan om als coördinator in aanmerking te komen voor opleiding en permanente vor- ming, georganiseerd door het Vlaams expertisecentrum opvoedingsondersteuning.

Moet hiervoor iemand nieuw aangeworven worden?

Het is natuurlijk een troef als de lokale coördinator voor 100% voor opvoedingsondersteuning mag gaan. Niet voor alle gemeenten is dat een realistische optie. De lokale coördinatie wordt dan een opdracht van de jeugdconsulent, van de ver- antwoordelijke voor de kinderopvang, van de welzijndienst, van de sociale dienst… Wie het best geplaatst is, hangt samen met de organisatiestructuur van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning. Maar minstens even belangrijk zijn aspecten als taakbelasting, aanwezige competenties en vooral: de interesse voor het thema.

M/V trekker uit het lokaal overleg

Wanneer het (voorlopig) niet lukt om vanuit het lokaal bestuur een coördinator aan te duiden, kan iemand uit het lokaal overleg opvoedingsondersteuning de coördinatieopdracht opnemen. De partners uit het overleg stellen de coördinator aan. Belangrijk is dat deze coördinator vanuit de eigen organisatie ook de ruimte en het mandaat krijgt om de opdracht waar te maken. De coördinator heeft best al goede banden met het lokaal bestuur, of investeert in het aanhalen van deze banden.

Knelpuntvacature

Wanneer er niet onmiddellijk een lokale coördinator in het vizier is, zullen de Vlaamse coördinatoren opvoedingsonder- steuning mee op zoek gaan om deze leemte in te vullen. Samen met alle betrokken lokale actoren bekijken ze hoe opvoe- dingsondersteuning (verder) vorm kan krijgen in een gemeente. Hoe dit gebeurt hangt af van de lokale situatie. Hier is maatwerk aan de orde.

(13)

De Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning kunnen niet in alle gemeenten tegelijkertijd aanwezig zijn. Op basis van omgevingsanalyses zullen ze prioriteiten moeten leggen. Dit zowel voor de invulling van taken als voor de keuze van een regio of gemeente. Je kan er als gemeente dus niet van uit gaan dat de Vlaamse coördinator de lokale coör- dinatietaken opneemt.

Wanneer de Vlaamse coördinator wel lokaal taken opneemt, gaat het steeds om een tijdelijke oplossing. Op termijn is er best in elke gemeente een eigen lokale coördinator die de plaatselijke noden, behoeften, uitdagingen en kansen kan inschatten om deze samen met het lokaal overleg en het lokale bestuur te vertalen naar een concreet aanbod voor ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken.

Jobaanbod: boeiende en uitdagende functie voor een beleidsdomein in volle ontwikkeling

De lokale coördinator heeft minimaal als opdrachten:

• het samenroepen van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning

• de coördinatie van opvoedingsondersteuning in de gemeente

• de link verzorgen tussen lokaal beleid en lokaal overleg

• het rapporteren aan het lokaal overleg opvoedingsondersteuning

• aanspreekpersoon zijn voor het Vlaams expertisecentrum opvoedingsondersteuning, de Vlaamse coördinator en het Steunpunt Opvoedingsondersteuning

De job in de praktijk

Vertaald naar de praktijk betekent dit vooral dat de lokale coördinator een trekker is.

Hij zorgt ervoor dat bestaande lokale dynamieken rond opvoedingsondersteuning versterkt worden of dat er dynamie- ken op gang komen. Dat er acties genomen worden in het kader van opvoeden en opgroeien.

Hij is degene die de juiste mensen rond de tafel weet te brengen rond de juiste thema’s.

Het is iemand voor wie samenwerken een evidentie is.

De coördinator weet competenties van mensen en organisaties aan te spreken.

Hij kan het overleg output-gericht aansturen, werkt naar concrete realisaties toe.

Het is iemand met visie en een brede kijk, die linken legt naar andere beleidsdomeinen.

(14)

Het lokaal overleg:

van minimum tot kwaliteitslabel

Het decreet voorziet een aantal minimale opvoedingsondersteunende opdrachten voor het lokale niveau.

Het gaat dan over:

• informeren en sensibiliseren rond het opvoeden van kinderen

• vroegtijdige detectie van opvoedingsonzekerheid of opvoedingsproblemen.

Opvoedingsondersteuning kan in jouw gemeente ook een ruimere invulling krijgen. Wanneer je het aanbod van de part- ners uit je lokaal overleg in kaart brengt, is de kans groot dat het aanbod al een hele rits functies van opvoedingsonder- steuning bestrijkt.

Bij de meest ruime invulling zet je lokaal overleg of intergemeentelijk samenwerkingsverband in op de verschillende functies van opvoedingsondersteuning. Zo verstrek je een basisaanbod dat voldoet aan de voorwaarden van een opvoe- dingswinkel en verdien je het kwaliteitslabel.

Informeren, voorlichten en sensibiliseren

Een goed informatie- en voorlichtingsaanbod vervult een belangrijke rol bij het wegnemen van opvoedingsonzekerheid bij ouders. Het biedt ook steun bij het nemen van beslissingen.

Ouders willen graag informatie over:

• de opvoeding en verzorging van kinderen in de verschillende levensfasen

• specifieke opvoedingsvragen

• de manier waarop ze de ontwikkeling kunnen stimuleren

• de voorzieningen waar ouders en kinderen gebruik van kunnen maken zoals het vrijetijdsaanbod, de kinderopvang, het onderwijs, het ondersteunings- en hulpverleningsaanbod.

Ouders zoeken vaak ondersteuning bij vragen die te maken hebben met een fase in de ontwikkeling van hun kind.

Voorbeelden hiervan zijn vragen over moeilijk slapen, zindelijkheid, ruzie of uitgaan. Het is belangrijk om ouders infor- matie te geven op een moment dat ze nog geen problemen ervaren. Hierdoor zullen ouders zich versterkt weten. Ze kun- nen putten uit de aangeboden informatie en voelen zich verrijkt in hun inzichten en vaardigheden. Bovendien zullen ze wanneer problemen opduiken gemakkelijker de toegang vinden tot ondersteuningsmogelijkheden.

De vorm van de informatie en voorlichting kan erg verschillen. Voorlichting kan individueel gebeuren, tijdens ouder- en themabijeenkomsten of via de massamedia. Onderzoek leert dat ouders verschillen in hun voorkeuren wanneer ze op zoek gaan naar informatie. Waar de éne ouder kiest voor een boek, zoekt de andere liever via internet naar antwoorden.

De éne geeft de voorkeur aan een gespreksavond, de andere houdt meer van een lezing of zapt naar een opvoedprogram- ma op TV.

De media hebben een belangrijke plaats in het sensibiliseren rond het thema opvoeden. Door opvoedingsvragen als van- zelfsprekend in de media te brengen, doorbreek je het taboe. Het feit dat ouders vragen hebben over opvoeding wordt heel gewoon. TV-programma’s over opvoeden illustreren hoe via de media opvoeden bespreekbaar wordt. Naar aanlei-

(15)

ding van uitzendingen van ‘Supernann’y of ‘Huisje Weltevree’ waren er soms heel geanimeerde gesprekken te beluiste- ren aan schoolpoorten en in personeelskantines.

De opdracht rond het informeren, voorlichten en sensibiliseren, is bij uitstek een opdracht waar afstemming en samen- werking tot mooie resultaten kan leiden. Ook in jouw gemeente is er ongetwijfeld veel informatie en expertise beschik- baar. Maar de informatie en expertise vindt niet altijd haar weg tot bij de ouders die ernaar op zoek zijn.

Informeren, voorlichten en sensibiliseren: voorbeelden ter inspiratie

Tijdschriften, folders en artikels ontsluiten

Opvoedingsondersteuning hoort in de eerste plaats thuis op plaatsen waar ouders komen. Vraag je in het lokaal overleg af of de bestaande mogelijkheden voldoende benut worden om ouders vrijblijvend informatie te geven. Deze oefening kan leiden tot volgende acties:

• de huisartsen, tandartsen en kapsalons krijgen abonnementen op Botsing, Klasse voor ouders, J/M voor ouders, …

• bij individuele oudercontacten in scholen liggen pakketjes tijdschriften, folders en leuke artikels in de wachtruimten

• partners uit het lokaal overleg nemen het folderaanbod in de eigen wachtruimte kritisch onder de loep en vullen dit aan met interessante info voor de ouders die zij bereiken

• scholen maken afspraken over de promotie en bedeling van Klasse voor ouders: bv. voorstelling van het tijdschrift tij- dens de infovergadering aan het begin van het schooljaar, verdeling via de boekentassen, aan anderstalige ouders wordt gevraagd of ze interesse hebben in de vertaalde samenvatting, …

• basiseducatie, schoolopbouwwerk, buurtopbouwwerk, CLB, OCMW-medewerkers, GOK-leerkrachten … maken gebruik van tijdschriftartikels tijdens vormingsmomenten, gespreksavonden of koffie-ochtenden met ouders.

Een gecoördineerd lezingen- en vormingsaanbod

Vaak is er best wel wat vormingsaanbod over opvoeden in jouw gemeente of regio. Afstemming tussen de partners en een gecoördineerde communicatie levert voor iedereen wat op. Ouders krijgen een beter overzicht van wat er bestaat.

Bovendien leidt een gecoördineerde aanpak tot een groter bereik. We geven enkele voorbeelden van acties.

• Een gezamenlijke kalender opstellen met de lezingen en vormingen die de verschillende partners organiseren of die vanuit het lokaal overleg ingericht worden.

• Een huisstijl uittekenen voor alle opvoedingsondersteunende activiteiten. Een gezamenlijk logo of huisstijl zorgt voor herkenbaarheid en maakt het bestaande aanbod beter zichtbaar.

• Afspraken over de bekendmaking van het vormingsaanbod: zichtbare affiches, verdeling van flyers, aanvullen van folderrekken, …

• Aanspreken van partners buiten het overleg voor de bekendmaking: bedrukken van broodzakken bij de bakker, flyers in de speelgoedwinkel.

Een groepsaanbod realiseren

Samen met partners uit het lokaal overleg bekijk je hoe je in jouw gemeente of regio een groepsaanbod uitbouwt.

Hiervoor doe je beroep op de financiering die het decreet voorziet. Initiatiefnemers kunnen immers een tegemoetkoming verkrijgen voor het organiseren van voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteiten over opvoeden.

Meer informatie over deze subsidiemogelijkheid en de nodige formulieren voor de aanvraag vind je via www.welzijnensamenleving.be waar je kiest voor het trefwoord ‘opvoedingsondersteuning’.

Uitwisselen van materiaal en expertise

Partners uit het lokaal overleg opvoedingsondersteuning hebben eigen folders, artikels of andere informatie die voor ouders ontwikkeld werd. Dikwijls gaat het om kwaliteitsvolle informatie waar meer ouders deugd van zouden kunnen hebben. In het lokaal overleg kan je afspraken maken over het ter beschikking stellen van materialen aan elkaar.

(16)

Naast materiaal is er ook veel expertise ontwikkeld. Je kan een lijst maken met lokale experts per thema. Bij het zoeken naar sprekers voor een lezing of vormingsavond is zo’n lijst heel handig.

Bekendmaken van het aanbod

Naast informatie over ontwikkeling en opvoeding zoeken ouders ook informatie over het aanbod waar ouders en kinde- ren gebruik van kunnen maken.

Om het aanbod van de partners inzichtelijk te maken voor ouders kan het lokaal overleg:

• een gezamenlijke folder maken met het opvoedingsondersteunend aanbod in de gemeente/regio

• een artikelenreeks voorzien in een plaatselijk blad waarbij telkens één van de partners een thema belicht waar hij expert in is

• een luik opvoedingsondersteuning uitwerken voor de gemeentelijke website

• afspraken maken over links op de websites van de partners.

Vroegtijdige detectie van opvoedingsonzekerheid of opvoedingsproblemen

Signaleren en detecteren betekent in opvoedingsondersteuning het waarnemen van opvoedingsonzekerheid of –proble- men, en het overwegen wel of niet tot actie over te gaan om op het juiste moment hulp te bieden als dat nodig is.

Om dat waar te maken moeten de partners uit het lokaal overleg zelf goed op de hoogte zijn van het aanbod in hun gemeente/regio. Vragen en problemen van ouders zijn heel gevarieerd, zowel in aard als ernst van de problematiek. Soms blijkt al bij een eerste contact dat ouders elders beter geholpen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat men daar over spe- cifieke deskundigheid beschikt. Of omdat de problemen van ouders een intensievere vorm van ondersteuning vragen.

Verwijzing is nodig wanneer de gewenste hulp de eigen competenties overschrijdt.

Het kan zinvol zijn acties op te zetten ten gunste van goede verwijzing in je gemeente of regio. Bijvoorbeeld:

• het lokaal overleg organiseert een vormingsmoment voor medewerkers over het bestaande aanbod opvoedingson- dersteuning in de gemeente en ruimere omgeving

• de jeugddienst schetst het vrijetijdsaanbod in de gemeente tijdens een lokaal overleg

• het lokaal overleg stelt een folderpakket samen voor de partners als instrument voor doorverwijzing

• de vergadering van het lokaal overleg vindt telkens bij één van de partners plaats. Het overleg begint met de voorstel- ling van de werking van deze partner.

(17)

Overige functies van opvoedingsondersteuning

De minimale opdrachten voor het lokale beleidsniveau zijn gelinkt aan de functies informeren, sensibiliseren enerzijds en vroegtijdige detectie anderzijds. Daarnaast kan het beleidsplan opvoedingsondersteuning handen en voeten geven aan de andere functies van opvoedingsondersteuning. Naargelang je aanbod meer gevarieerd is en inspeelt op de verschillende functies, kom je dichter bij de realisatie van een laagdrempelig aanbod opvoedingsondersteuning voor àlle ouders.

Praktisch pedagogische of instrumentele steun

Hierbij kan het gaan over het ter beschikking stellen van:

• diensten zoals babysit, vrijetijdsbesteding, kinderopvang

• materialen zoals in een speelotheek of uitleendienst van een mutualiteit

• pedagogische documentatie zoals in een bibliotheek.

Ook heel praktische ondersteuning die bij gezinszorg wordt aangeboden hoort hier thuis.

Emotionele steun

Bij emotionele steun bied je een luisterend oor zonder daarom gedragsverandering na te streven. Dit impliceert het tonen van betrokkenheid, het uiten van respect, waardering en begrip, het bieden van bevestiging bij de zienswijze van de ouders. Het kan zowel gaan om individuele gesprekken als om groepsgesprekken. Ouders ervaren emotionele steun wanneer ze in dialoog gaan over waarden en normen die ze belangrijk vinden in de opvoeding. Vanuit wetenschappelij- ke hoek wordt het belang van emotionele steun sterk benadrukt als beschermende factor bij het goed verlopen van het opvoedingsproces.

Sociale samenhang stimuleren, sociale steun en zelfhulp bevorderen

Ouders met opvoedingsvragen richten zich in de eerste plaats tot hun informeel sociaal netwerk. In dit opzicht zijn de meest kwetsbare ouders diegene die sociaal geïsoleerd raken.

Het kan niet de bedoeling zijn om de informele opvoedingsondersteuning te professionaliseren. Het is wel zinvol en nodig ontmoetingskansen voor ouders te creëren. Informele netwerken te stimuleren en ouders hiernaar toe te leiden.

Sociale steun van vrienden en familie is een sterke vorm van ondersteuning voor ouders. Een goed functionerend sociaal netwerk, waarbij het gaat om de kwaliteit en niet de kwantiteit van de relaties, versterkt de draagkracht van ouders.

Daarom is het belangrijk dat ouders een sociaal netwerk opbouwen, waarop zij een beroep kunnen doen in tijden van opvoedingsspanning.

Een goed sociaal netwerk voor ouders bestaat zowel uit contacten met familie, vrienden en buren, als uit vertrouwdheid met de buurt en de voorzieningen voor ouders en kinderen. Ouders moeten het gevoel hebben ergens bij te horen en een beroep te kunnen doen op anderen voor contact en praktische steun. Volgens Hermanns heb je een goed sociaal netwerk als je ook bij problemen in het midden van de nacht meerdere telefoonnummers hebt om op terug te vallen.

Het lokaal overleg zou in kaart kunnen brengen waar ouders elkaar in de gemeente reeds ontmoeten, waar nieuwe ont- moetingskansen gecreëerd kunnen worden. Of hoe informele sociale netwerken stimulansen kunnen krijgen.

(18)

Enkele voorbeelden van concrete initiatieven.

• De school stelt een lokaal ter beschikking waar ouders elkaar kunnen ontmoeten. De ouderraad organiseert er kof- fie-ochtenden.

• Na de lezing over positief opvoeden is er een moment voorzien waarbij ouders onder begeleiding in groepjes met elkaar in gesprek gaan.

• Bij de inrichting van het nieuw speelterrein is er aandacht voor dat de banken zo opgesteld staan, dat ze uitnodigen tot ontmoeten.

• De drukke inschrijvingsmomenten voor vakantiewerkingen of scholen worden met een hapje en een drankje gezelli- ge ontmoetingsmomenten voor ouders.

• De kinderwerking nodigt de ouders op regelmatige tijdstippen uit voor een thema-namiddag.

• Het lokaal overleg doet met inzet van haar partners een groepsaanbod voor ouders.

• ‘Gün’, een spaarsysteem onder Turkse vrouwen waarbij de vrouwen bij elkaar op bezoek gaan, wordt aangewend om over opvoeden te praten.

• Tijdens de jaarlijkse kinderfuif is er opvang voor de ouders voorzien.

Pedagogische advisering

Soms hebben ouders twijfels over hun eigen aanpak en gaan ze op zoek naar andere mogelijkheden. De ouders hebben een duidelijke vraag naar advies of begeleiding bij de aanpak van bepaald gedrag, of bij het hanteren van een pedagogi- sche situatie. Ouders vinden dat het anders moet, maar weten niet hoe.

Pedagogisch advies helpt ouders om zelf de zaken op een rijtje te krijgen. Ze krijgen zicht op de factoren die het probleem beïnvloeden en mogelijk in stand houden. Ze krijgen steun om stappen te nemen om verder te kunnen. De adviezen en suggesties aan ouders zijn praktisch. De contacten kortdurend.

Pedagogische advisering biedt ouders de mogelijkheid hun vaardigheden en competenties uit te breiden en met nieuw gedrag te oefenen. De ouder die telkens een avondvullende activiteit heeft aan het naar bed brengen van de kinderen, kan bijvoorbeeld goed geholpen worden via pedagogische advisering.

Pedagogische advisering is naast een functie van opvoedingsondersteuning een methodiek die op zichzelf staat.

Spreekuurhouders hebben een specifieke deskundigheid die ze opbouwen via nascholing, teambespreking, intervisie en supervisie.

Pedagogisch adviseren kan vorm krijgen vanuit het lokaal overleg opvoedingsondersteuning. In de praktijk is deze vorm van opvoedingsondersteuning niet voor elke gemeente realiseerbaar. Ook in het decreet wordt vooral in dit verband ver- wezen naar de mogelijkheden van intergemeentelijke samenwerking.

Enkele organisatievoorbeelden voor de realisatie van de pedagogisch adviesfunctie op een rijtje.

• Verschillende partnerorganisaties stellen werknemers ter beschikking om het pedagogisch spreekuur te bemannen.

Belangrijk hierbij is om voldoende tijd uit te trekken voor gezamenlijke visievorming en duidelijke afspraken. Meer over het belang van gezamenlijke visievorming en over hoe je dat kan aanpakken vind je in het methodiekenboek p 59 – 60.

Deze organisatievorm vraagt investering in coördinatie en afstemming. Iemand moet de coördinatiefunctie opnemen en hier ook het mandaat voor krijgen.

• Lokale besturen bundelen middelen in een intergemeentelijk samenwerkingsverband om de pedagogisch advies- functie te realiseren. Hiertoe kan een nieuwe dienst opgericht worden. Of de opdracht kan toegewezen worden aan een partnerorganisatie die hierover de nodige knowhow in huis heeft.

• Lokale besturen gaan een samenwerkingsverband aan met een bestaande opvoedingswinkel.

Uiteraard zullen er her en der in Vlaanderen nog andere organisatievormen ontstaan.

(19)

Meer weten

MARGA BURGGRAAF-HUISKES ism GERALDIEN BLOKLAND. Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie, uitgeverij Coutinho, Bussum 1999.

GERALDIEN BLOKLAND. Over opvoeden gesproken – Methodiekboek pedagogisch adviseren, NIZW, 1996.

Opvoeden doe je niet alleen. Visietekst Vlaams Netwerk Opvoedingsondersteuning, 2005.

(20)

Een kwaliteitslabel als opvoedingswinkel

Waarom een kwaliteitslabel

Om een kwaliteitslabel te verkrijgen, zet het lokaal overleg opvoedingsondersteuning een samenwerkingsverband neer dat voldoet aan de eisen die het decreet stelt aan de opvoedingswinkels.

Het kwaliteitslabel geeft je als niet-centrumstad geen recht op extra financiële ondersteuning door Vlaanderen. Toch zijn er voordelen aan verbonden.

Een label creëert immers herkenbaarheid voor ouders. Bovendien is hiermee voor ouders duidelijk dat je aanbod aan de kwaliteitseisen voldoet.

Wat moet je daarvoor doen

Naast het minimale aanbod zal het lokaal overleg een samenwerkingsverband opzetten met volgende opdrachten:

• algemene opvoedingsvragen beantwoorden

• pedagogisch adviesfunctie aanbieden bij specifieke opvoedingsvragen

• stimuleren van ontmoetingen tussen opvoedingsverantwoordelijken met de nadruk op het creëren van sociale net- werken (sociale steun)

• voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteiten in verband met opvoeding binnen het bereik van opvoedingsverantwoordelijken brengen

• ondersteuning aanbieden bij opvoedingsproblemen, zowel in gezins- als in groepsverband

• zorgen voor een gecoördineerde, systematische en kwantitatieve gegevensverzameling.

Ideeën voor de vertaling van deze opdrachten in programma’s en methodieken van opvoedingsondersteuning, vind je in het methodiekenboek p. 46.

Hiermee realiseer je een opvoedingswinkel die aan een aantal voorwaarden voldoet:

• de opvoedingswinkel is centraal gelegen, vlot bereikbaar, gevestigd in toegankelijke gebouwen en hanteert gezins- vriendelijke openingsuren

• de opvoedingswinkel maakt gebruik van een gamma van beproefde methodieken, respecteert daarbij de subsidiari- teit, werkt vraaggericht en multidisciplinair en differentieert zijn aanbod volgens de diverse levensfasen van kinderen en, waar nodig, voor specifieke doelgroepen. In het methodiekenboek vind je meer informatie over het betrekken van vaders (p. 32 + brochure op CD) en nog niet bereikte doelgroepen p. 41 –43.

Een laagdrempelig contactpunt op maat van ouders

Een opvoedingswinkel kan je zien als ‘uithangbord’ en een laagdrempelig contactpunt voor het aanbod dat het samen- werkingsverband realiseert. De opvoedingswinkel speelt in op de nood aan een zichtbaar aanbod waar de krachten op het terrein gebundeld worden. Een effectieve afstemming op de noden van de doelgroep wordt hiermee gerealiseerd.

(21)

Doelstellingen van een opvoedingswinkel opgesomd

• Alle ouders met opvoedingsvragen kunnen terecht in een laagdrempelig contactpunt. Dit loket biedt niet alleen instrumentele steun zoals bijvoorbeeld folders. Het biedt daarnaast ook emotionele steun doordat er geluisterd wordt naar vragen en zorgen van ouders.

• Op basis van signalen zet de opvoedingswinkel samen met de partners initiatieven op. Nieuwe initiatieven opvoe- dingsondersteuning in de regio worden door de opvoedingswinkel besproken en eventueel gestimuleerd in antwoord op algemene of specifieke regionale vragen en behoeften.

• De opvoedingswinkel speelt een actieve rol in het creëren van samenwerkingsverbanden op het vlak van opvoedings- ondersteuning.

• Bestaande en nieuwe initiatieven inzake opvoedingsondersteuning (activiteiten, maatregelen, structuren en voorzie- ningen) worden gecoördineerd en op elkaar afgestemd en kunnen resulteren in samenwerkingsinitiatieven.

De doelstellingen in de opvoedingswinkel vertalen zich in een coördinatiefunctie, een winkelfunctie en het creëren van projecten op maat. Op vlak van vormgeving van deze functies kunnen er verschillen zijn tussen opvoedingswinkels.

Meer weten

Oproep projecten opvoedingswinkels. Bijlage 1: visietekst en modaliteiten oproep. Kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Inge Vervotte, 2007.

(22)

Toezicht en rapportage

Om een degelijk ondersteuningsaanbod in heel Vlaanderen op poten te zetten, moet het Vlaams Expertisecentrum vin- ger aan de pols houden van wat er bestaat en leeft rond opvoedingsondersteuning. Het is daarom belangrijk dat het lokaal overleg gegevens aanlevert aan het expertisecentrum. Gegevens over de samenwerkingsinitiatieven die worden opgezet, over de activiteiten van het lokaal overleg, over het gerealiseerde aanbod, over het bereik, over de vragen van ouders enz.. Welke gegevens relevant zijn voor jouw lokaal overleg en de wijze waarop je de gegevens verzamelt kan een agendapunt zijn voor het lokaal overleg, of voor een werkgroepje binnen het overleg.

Goede gegevensverzameling heeft zijn belang zowel naar lokale beleidsmakers als naar de provinciale en Vlaamse over- heid. Op basis van degelijke informatie kunnen ook goede beslissingen genomen worden voor de uitbouw van opvoe- dingsondersteuning in de gemeente, provincie, Vlaamse Gemeenschapscommissie, in Vlaanderen.

Ondersteuning

Met het decreet opvoedingsondersteuning zijn de grote lijnen getekend voor opvoedingsondersteuning in Vlaanderen.

De uitdaging ligt nu voor om er een mooie tekening van te maken. Een tekening met specifieke accenten en verschillen- de kleuren.

Lokale actoren staan niet alleen voor deze opdracht. Ze kunnen beroep doen op ondersteuning vanuit Vlaanderen, de Vlaamse gemeenschapscommissie en de provincies.

Het Vlaams Expertisecentrum voorziet een permanent vormingsaanbod voor de lokale coördinatoren. Signalen over de noden en behoeften van lokale actoren kan je steeds doorgeven aan het Vlaams Expertisecentrum. Deze vraaggestuurde aanpak moet resulteren in een degelijk ondersteuningsaanbod.

De Vlaamse Coördinatoren Opvoedingsondersteuning hebben een sensibiliseringsopdracht naar lokale besturen. Zij nemen ook een rol op bij het afstemmen van het lokale met het bovenlokale aanbod opvoedingsondersteuning.

De provinciale Steunpunten Opvoedingsondersteuning en de Vlaamse Gemeenschapscommissie hebben een eigen ondersteuningsaanbod dat gaat van het organiseren van vorming, over het ter beschikking stellen van materialen, tot het concreet ondersteunen van samenwerkingsverbanden. Meer informatie over het aanbod van jouw provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning vind je op de website van je provincie.

(23)
(24)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien ze nalaten om de persoonlijke badge van hun kind te scannen bij het binnenkomen en of verlaten van de opvang, zal de maximum opvangtijd geregistreerd worden.. Pagina 6 van 6

o Sinds dit jaar kan er advies geformuleerd worden om te kiezen voor andere optie > Hoeilaart wil naar ‘nieuwe plaatsen’ inkomenstarief -> op die manier zou er ook voor

Het uiteindelijke doel is een dienst vormen waar ouders terecht kunnen met al hun vragen rond gezin, opvoeding, kinderopvang, buitenschoolse opvang, … kortom alles voor kinderen en

• oplossing: 1 of meerdere plaatsen die vrij komen in september nog niet onmiddellijk invullen, maar open houden voor kwetsbare gezinnen, opvangplaats niet toewijzen voor juli:.

Aanwezig: Afschrift Robertine (PWA), Bollaert Stefaan (N-VA), Sonja Beuselinck (zelfstandige onthaalouder),), Katia Callebert (buitenschoolse opvang Stekelbees), Hilde

Verslag Lokaal Overleg Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning en het Huis van het Kind: 1 maart 20211. Aanwezigheden en verontschuldigingen: zie aanwezigeheidslijst

Lieve De Bosscher kon zetelen in Eurocities en refereert naar een rapport van de Europese Commissie (zie ook bijlage) waarin staat dat onze manieren om het probleem hier op te

De beslissing van ontslag door de gemeenteraad wordt aan de secretaris en voorzitter van het lokaal overleg bezorgd.. Het ontslag gaat in op de maand volgend op de beslissing van