• No results found

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "KWANTITATIEVE RISICOANALYSE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

E R O E V E R

0 . \ [ ( i ] \ 1 V . S M ) \ II-.S

K W A N T I T A T I E V E R I S I C O A N A L Y S E

B e s l u i t e x t e r n e v e i l i g h e i d b u i s l e i d i n g e n

G e m e e n t e Steenbergen

Opdrachtgever:

Contactpersoon:

Gemeente Steenbergen Mevrouw M. Timmermans

Documentnummer: 20120529, C01 Datum:

Auteur:

1 juni 2012

De heer R. Keetels Projectleider:

Handtekening:

De heer C. den Hertog

De Roever Omgevingsadvies Postbus 64

5480 AB SCHIJNDEL T 073-5941011 F 073-5941120 E info@deroever.nl I www.deroever.nl

Nedenano

(2)

OMGEVINGSADVIES

SAMENVATTING

In het kader van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB) onderzoekt de N.V.

Nederlandse Gasunie knelpunten nabij al haar aardgastransportleidingen. In de gemeente Steenbergen liggen enkele van deze leidingen.

In haar brief met het kenmerk TOLTW 11.0816 vraagt de N.V. Nederlandse Gasunie de gemeente Steenbergen om middels gedetailleerde berekeningen te onderzoeken of zich aandachtspunten voordoen ten aanzien van het groepsrisico nabij de

aardgastransportleidingen. Er is sprake van een aandachtspunt wanneer voor een

bepaalde kilometer leiding de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico wordt overschreden.

De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde

richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses rondom ondergronds gelegen hogedruk aardgastransportleidingen. Hiertoe wordt gebruikt gemaakt van het software pakket CAROLA. Getoetst wordt aan de normen zoals die zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB).

(3)

^ ^ D E I I O E V E R

OMGEV1NGSADVTES

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING 4 1.1. Softwarepakket CAROLA 4

1.2. Plaatsgebonden risico en groepsrisico 4 1.3. Besluit externe veiligheid buisleidingen 4

2. INVOERGEGEVENS 5 2.1. Interessegebied 5 2.2. Relevante leidingen 6 2.3. Risicobeperkende maatregelen 7

2.4. Invloedsgebieden 8 2.5. Populatiegegevens 9 3. PLAATSGEBONDEN RISICO 12

4. GROEPSRISICO 16 5. CONCLUSIES 19

(4)

OMGEVINGSADVIES

1. I N L E I D I N G

1.1. Softwarepakket CAROLA

De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde

richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses rondom ondergronds gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [ 1 , 2, 3, 4 ] . De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA.

CAROLA is een softwarepakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen.

1.2. Plaatsgebonden risico en groepsrisico

Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart.

Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden.

1.3. Besluit externe veiligheid buisleidingen

Om te bepalen of de berekende risico's acceptabel zijn wordt getoetst aan de normen zoals die zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Voor het

plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10- 6 per jaar. Voor

(geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt deze 10- 6 per jaar als richtwaarde.

Voor het groepsrisico bestaan geen toetsingscriteria. Het bevoegd gezag bepaalt per situatie of het groepsrisico aanvaardbaar is. Doorgaans wordt hierbij gebruikt gemaakt van een oriëntatiewaarde, die voor buisleidingen gesteld is op F x N2 < 10- 2 per jaar per kilometer leiding, waarbij F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers.

Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht, waarbij het bevoegd gezag verplicht wordt gesteld om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als

(5)

OMGEVINGSADVIES

2. I N V O E R G E G E V E N S

De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.51. De meteorologische gegevens voor de berekeningen worden door CAROLA gekozen en zijn afkomstig van het weerstation Woensdrecht.

2.1. Interessegebied

Het interessegebied omvat het gehele grondgebied van de gemeente Steenbergen. Het gebied en de relevante leidingen zijn weergegeven op afbeelding 1.

ìrrìīik S

A

i

7

Deelgebied Noord

Síeefiueŕgefi

Deelgebied Zuid

t

Roosendaal Afbeelding 1: Relevante leidingen gemeente Steenbergen (bron: risicokaart.nl)

Gezien de ligging van de leidingen worden de risicoberekeningen uitgevoerd voor twee deelgebieden, deelgebied Noord en deelgebied Zuid.

(6)

OMGEVINGSADVIES

2.2. Relevante leidingen

Op basis van het interessegebied is door de leidingeigenaar (N.V. Nederlandse Gasunie) bepaald welke leidingen relevant zijn voor de risicostudie en wat de eigenschappen van deze leidingen zijn. In tabellen 1 en 2 zijn de relevante leidingen en hun eigenschappen weergegeven. De ligging van deze leidingen is weergegeven op afbeeldingen 2 en 3.

T a b e l 1: Relevante leidingen deelgebied Noord

E i g e n a a r Leidingnaam D i a m e t e r [ m m ] Druk [bar] Datum gegevens

N.V. Nederlandse Gasunie Z-529-02 219,10 40,00 19-01-2012

N.V. Nederlandse Gasunie Z-529-17 168,30 40,00 19-01-2012

LttSmoetrflOtc

IJ

•ĩ

i P

â

-

Z-529-17

« -

i

f -

im-r r

f

1I

Prinslandse Polder

. «

Z-529-02

Afbeelding 2 : Relevante leidingen deelgebied Noord

(7)

OMGEVINGSADVIES

Tabel 2: Relevante leidingen deelgebied Zuid

Eigenaar Leidingnaam Diameter [ m m ] Druk [bar] Datum gegevens

N.V. Nederlandse Gasunie Z-525-01 219,10 40,00 19-01-2012

N.V. Nederlandse Gasunie Z-525-10 273,10 40,00 19-01-2012

1

w

I ü I I

I I I

-

v ľ !

l

05

Po/der F J f f H i 1 1 '

í

\

P T

g UW I

? •TL

i í

11 g

•js

hi

I

Z-525-10

i . .i!ie I

0 t

0 1

Z-525-01

s Heerenhoef f 0.9

Afbeelding 3: Relevante leidingen deelgebied Zuid

2.3. Risicobeperkende maatregelen

Uit de gegevens van de leidingeigenaar blijkt of er rondom een leiding risicobeperkende maatregelen zijn getroffen. Bij de risicoberekeningen in CAROLA wordt door middel van een reductiefactor rekening gehouden met zulke maatregelen. Bij geen van de leidingen in de gemeente Steenbergen is op dit moment sprake van risicobeperkende maatregelen.

(8)

OMGEVINGSADVIES

2.4. Invloedsgebieden

Het invloedsgebied van een leiding wordt gevormd door het gebied waarin personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico van de buisleiding tot de grens waarop de letaliteit van die personen lOfe is. Met behulp van het softwarepakket CAROLA kunnen de invloedsgebieden van de verschillende leidingen inzichtelijk worden gemaakt. Op afbeeldingen 4 en 5 zijn de invloedsgebieden van de relevante leidingen weergegeven.

\ / Prinslandse * * ^ ^ V ^ 0 Iderf ^ ^ Ş ^ * Y í ^

Afbeelding 4: Invloedsgebieden relevante leidingen deelgebied Noord

(9)

S^LJS OMGEVĪNGSADVIES

TSj^-. if}; ~ '

- ; ^^íĩ I ļ f 'IŢI '.~\ ^//J Polde r

I / f f / •^r&^y.

' z// o ^ í M ŵ \

Afbeelding 5: Invloedsgebieden relevante leidingen deelgebied Zuid

2.5. Populatiegegevens

Voor de berekening van het groepsrisico moet de populatie binnen de invloedsgebieden nauwkeurig worden geïnventariseerd. Bij deze inventarisatie is gebruik gemaakt van de volgende gegevensbronnen:

Bestemmingsplannen via ruimtelijkeplannen.nl;

Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS) via risicokaart.nl;

Database van Populator1.

Voor plaatsen waarbij de populatie in bovenstaande gegevensbronnen onbekend of ontoereikend is, is de populatie berekend met behulp van de Handreiking

verantwoordingsplicht groepsrisico [ 5 ] . De populatiegegevens zijn weergegeven op afbeeldingen 6 en 7.

1 De Populator is een systeem van Bridgis, waarmee het aantal personen, dat binnen een bepaald gebied aanwezig kan zijn, kan worden bepaald.

(10)

OMGEVINGSADVIES İHì»ŭctťpoidct

Kroon Food, 50 p

Van der Put, 49 p

l AFC* industrie, 80 p/ha

Kantoor suikerfabr., 111 p

Losse bedrijven, 8 p

AFC* agrarisch, 80 p/ha

ft

«i

Losse woningen, 2,4 p f

AFC* suikerfabr., 80 7 ^ .

Afbeelding 6: Populatiegegevens deelgebied Noord

* De gemeente Steenbergen is op dit moment bezig invulling te geven aan het Agro &

Food Cluster (AFC) Nieuw Prinsenland. De populatiegegevens van de gebieden behorend bij dit AFC zijn nog niet in de beschikbare gegevensbronnen opgenomen. Voor de

berekening van het groepsrisico is het gehele gebied van het AFC meegenomen als een bedrijventerrein met een hoge personeelsdichtheid (80 personen per hectare, zie Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico). Dit is een worst-case aanname.

(11)

OMGEVINGSADVIES

\

Los bedrijf, 1 p/30m2 •ì d r .\ rf \

- 1 I—

II h~ll I I 1 ' Taxi Buuron, 83 p

1 1

Los bedrijf, 1 p ^ 0 m2

Fujifilm, 312 p

I :

Lang

Bi P ř

s nMMMMi

Woc

^ 2 1

• ~ r V Woonwagens, 2,4 p

Bastians, 1 p/30m2

1

•3

Glastuinbouw, 168 p

ft I ' I Glastuinbouw, 12,3 p

Losse woningen, 2,4 p

0 1

9 2

0 5 \

De

Glastuinbouw, 30 p Glastuinbouw, 7,7 p OudlandśíCh

Ľ ľ ì 1 04

ŭ -t

Afbeelding 7: Populatiegegevens deelgebied Zuid

(12)

OMGEVINGSADVIES

3. PLAATSGEBONDEN R I S I C O

Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Met behulp van het softwarepakket CAROLA kan het plaatsgebonden risico van de verschillende leidingen inzichtelijk worden gemaakt.

Het plaatsgebonden risico is per leiding weergegeven op afbeeldingen 8 tot en met 1 1 . Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10- 6 per jaar.

immtthaaiatì ' i

Ufmmê - -

ma 1-

--

WĚÈĒÈtÊt

•3

ŕé

V

1 0- 6 i n d s e i - Po/der

i

1 0- 7 1 0- 8

Afbeelding 8: Plaatsgebonden risicocontouren deelgebied Noord, leiding Z - 5 2 9 - 0 2

(13)

OMGEVINGSADVIES

ft

ĥHtmĎcttypoídct

s

- J.

1

po'aer

- * •1

' 1

I '* P

» -

- 7 " ;

' 1

O."

n

4 / 1 0- 6

Ĩ n d s e Polder

1 0- 7 1 0- 8

Afbeelding 9: Plaatsgebonden risicocontouren deelgebied Noord, leiding Z - 5 2 9 - 1 7

(14)

OMGEVINGSADVIES

d

os

r

. . . ^ i , i

}

į II i f l l I

L-J

1

•Ml I

3

Î i i

;

ïïíW

1 1 1

H M I

U i M :

Wtttiemn

g I I

Vcrďonke

5

i

JL—l g

a

1 J

0 6 i I : T : T : T - O S

I ilte F

-6; 4

0 2 u Ul"i 0 -:

0 s 0 .:

Do Bla.«o

1 0- 6

1 0- 7 O u d I ē rxí SĨ,C h

1 0- 8

Afbeelding 10: Plaatsgebonden risicocontouren deelgebied Zuid, leiding Z-525-01

(15)

OMGEVINGSADVIES

V

*7I ri.ï

4 « ń

I

1

i

r

i

i

i i i

Po/der

' Ï Ï Í W 7

IMM I !

^5

Westlandse^

1

C U

g i :.M

Vmrdronkarì V

l

Westlana

1

I

I

f M

het

B M

I

5.J 8 4

o i

1 0- 6 1 0- 7

0 4

I

1 0- 8

Afbeelding 11: Plaatsgebonden risicocontouren deelgebied Zuid, leiding Z - 5 2 5 - 1 0

Voor elk van de leidingen is het plaatsgebonden risico kleiner dan 10- 6 per jaar. De plaatsgebonden risicocontouren van 1 0- 6 per jaar zijn niet zichtbaar, deze 'liggen op de leiding'. Het plaatsgebonden risico vormt voor geen enkele leiding een knelpunt.

(16)

OMGEVINGSADVIES

4. G R O E P S R I S I C O

Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden ( N ) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden.

Met behulp van het softwarepakket CAROLA wordt in eerste instantie het gehele traject van een leiding gescreend. Voor elk punt op de leiding wordt een overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico berekend (voor een segment van 1 kilometer, waarbij dat punt het middelpunt van deze kilometer leiding vormt). Bij een overschrijdingsfactor groter dan 1 is sprake van een overschrijding van de

oriëntatiewaarde van het groepsrisico, bij een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 vindt geen overschrijding plaats.

Op afbeeldingen 12 tot en met 15 is per leiding de overschrijdingsfactor voor het gehele traject weergegeven. Vervolgens is per leiding voor het segment met de grootste overschrijdingsfactor (de 'meest slechte' kilometer) de ligging daarvan en de bijbehorende FN-curve weergegeven.

• verschrijdingEfactor van de ariëntatiewaarde 5 OverschrijdingEfactor van de ūriëntatiewaarde

u ū . ū - 1 i 1 1 1 1 i 11 11 i i 11 i i 11 11 i i i i i i i i i i 1 1 1 1 i i 1 1 i i ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ N -

O 6100 5200 6 Ï 0 0 6400 6500 6600 6700 5500 6900 7000 7 1 0 0 7 2 W 7300 7400 7500 7600 7700 7S0Ū 7900 ĒJOŪ Ē1Ū0 Afstand

Groepsrisico

1.0 E - 3 . ; |

1.964- - * S į T - İ

1 0 E-5 ; Ŝ 1 Û E - 6 ľ ľ ľ ľ ľ t ~ » L ^ ^ ^

1 o E-7 « c i ľ : : - ľ ľ T ^ K ^ ^

1 Ũ E-8 : ľľľľľ^s»

1.0 E-9 I

'

1 1

O O O

Meest slechte km

Polde Prinitēndăw

(17)

E R O E V E R

0\IM.S Ml\ II.S

JverschrijdmgsfāctDrvan de arientatiewaarde

3 o 2ūo 400 s e c : : : looo 1200 1 - s s I Î : C : : : : ľ - : : ľ í : : ľ ; : : ;2ŪO 4400 4soo

Meest slechte km

De maximale overschrijdingsfactor voor deze leiding bedraagt 0,0410 ter plaatse van het segment tussen stationing 2720 en 3720 en wordt gevonden bij 18 slachtoffers en een frequentie van 1,28 x 1 06. Het groepsrisico blijft ruim onder de oriëntatiewaarde (de rode lijn in de grafiek).

De 'meest slechte' kilometer is hier gelegen vanwege het toekomstige AFC (zie paragraaf 2.5).

Afbeelding 13: Groepsrisico deelgebied Noord, leiding Z - 5 2 9 - 1 7

JverschrijdmgsfactDrvan de arientatiewaarae t :.1

5500 8000 6500 7000 7500 BOOO Ů500 9000 3500 10000 10500 11000 11500 12000 12500 13000

Meest slechte km

De maximale overschrijdingsfactor voor deze leiding bedraagt 0,0058 ter plaatse van het segment tussen stationing 12100 en 13100 en wordt gevonden bij 23 slachtoffers en een frequentie van

1,10 x 1 07. Het groepsrisico blijft ruim onder de oriëntatiewaarde (de rode lijn in de grafiek).

Afbeelding 14: Groepsrisico deelgebied Zuid, leiding Z - 5 2 5 - 0 1

(18)

OMGEVĪNGSADVIES

• verschrijdingEfactor van de oriëntatiewaarde 5 OverschrijdingEfactor van de oriëntatiewaarde

O ū 2Ū 4Ū 50 50 1ŪŪ 12Ū 14Ū 16Ū 150 2ŪŪ 22Ū 24Ū 26Ū 250 300 320 34Ū 360 150 400 420 440 460 450 50Ū 520 54Ū 56Ū 50Ū Afstand

O ū 2Ū 4Ū 50 ĒŪ 1ŪŪ 120 14Ū 16Ū 150 200 22Ū 24Ū 26Ū 250 300 320 34Ū 360 150 400 420 44Ū 460 450 500 520 54Ū 56Ū 550 Afstand

5 OverschrijdingEfactor van de oriëntatiewaarde

O 0 20 40 50 Ē0 100 120 140 160 1S0 200 220 240 260 2Ē0 300 320 340 360 ISO 400 420 440 460 4Ē0 500 520 540 560 5S0 Afstand

Groepsrisico

1.0E-3-. 1 1

1.0E-4 i 1.0E-5 — ľ ľ ^ ~ ^ ^ ^ .

Ŝ l O E - 6 r ľ ľ ľ ^ Ľ ^ - ^

1.0 E-7 j - ľ ~ T ľ ^ ^ - ^ - - ^

10E-8 — i ľľľľľ^J

1.0 E-9 I

i

O O O

Meest slechte km

De maximale overschrijdingsfactor voor deze leiding bedraagt 0,0000 ter plaatse van het segment tussen stationing 0 en 590 en wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0 x 1 0- 0. Het groepsrisico blijft ruim onder de oriëntatiewaarde (de rode lijn in de grafiek). Omdat de leiding korter is dan 1 kilometer kan geen segment van 1 kilometer worden doorgerekend maar is het groepsrisico van de leiding als geheel bepaald.

Afbeelding 15: Groepsrisico deelgebied Zuid, leiding Z - 5 2 5 - 1 0

Bij elke leiding blijft het groepsrisico op de 'meest slechte' kilometer ruim onder de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico vormt voor geen enkele leiding een knelpunt.

(19)

OMGEVINGSADVIES

5. C O N C L U S I E S

Uit de analyse in hoofdstuk 3 blijkt dat voor elke leiding het plaatsgebonden risico kleiner is dan 10- 6 per jaar. De plaatsgebonden risicocontouren van 1 0- 6 per jaar 'liggen op de leiding'. Het plaatsgebonden risico vormt voor geen enkele leiding een knelpunt.

Uit de analyse in hoofdstuk 4 blijkt dat het groepsrisico bij elke leiding ruim onder de oriëntatiewaarde blijft. Het groepsrisico vormt voor geen enkele leiding een knelpunt.

R E F E R E N T I E S

[1] Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Brief 390/06 CEV Lah/pbz-1191. 6 november 2006.

[2] Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Ministerie van VROM. Brief 2006.334302. 7 december 2006.

[3] Laheij GMH, Vliet AAC van, Kooi ES. Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hogedruk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. RIVM-rapport 620121001/2008. 2008.

[4] M. Gielisse, M.T. Dröge, G.R. Kuik. Risicoanalyse aardgastransportleidingen. N.V. Nederlandse Gasunie.

DEI 2008.R.0939. 2008.

[5] Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico. Ministerie van VROM. November 2007.

(20)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook zonder grafische rekenmachine kan worden aangetoond dat de punten P n voor voldoend grote waarden van n onder de x-as komen

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.. / Anders wordt de druk

Practical use of Monte Carlo simulation for risk management within the international construction industry.. Risk management in construction

Het busplatform – dat het functionele hart vormt van het transferium – is  door  middel  van  een  aantal  zichtassen  ruimtelijk  verbonden  met  het 

Deze ontwerpuitgangspunten zijn meegenomen in de verdere uitwerking Op basis van bovenstaande beoordeling hebben de provincie Drenthe en de gemeente Tynaarlo

Gegeven is een enkelvoudig gelinkte lijst (singly linked list) L met een onbekend maar even aantal knopen, en een sentinel head die wijst naar de eerste knoop van L. Geef een zo

We noemen een interne knoop w een evenwichts- knoop als het aantal knopen in de deelboom van T die het linkerkind (left child) van w als wortel heeft gelijk is aan het aantal knopen

Geef een zo effici¨ ent mogelijk algoritme Ontrafel dat de volgorde van A zodanig verandert dat na afloop eerst de oneven elementen van klein naar groot en daarna de even elementen