Datum aanvraag: 22 juni 2019 Aanvraagnummer: 4496199 Pagina 1 van3 Gegevens bevoegd gezag
Referentienummer Datum ontvangst
Formulierversie
2019.01 Aanvraaggegevens
Publiceerbare aanvraag/melding
Aanvraagnummer 4496199
Aanvraagnaam Uitbouw woning
Uw referentiecode -
Ingediend op 22-06-2019
Soort procedure Reguliere procedure
Projectomschrijving De Walderstraat 30 is sterk verouderd en bevind zich in een slechte staat. Bouwbedrijf Pierik wil het volledige pand gaan renoveren en geschikt maken voor starters in de woningmarkt. Mede doormiddel van een uitbouw aan de achterkant van het gebouw. Het plan is om er 2 luxe appartementen van te maken met een winkelruimte aan de voorzijde. Dit zal een positief effect hebben op het straatbeeld van de Walderstraat en de Noorderwal en daarnaast bijdragen aan een prettig woon- en leefklimaat.
Opmerking -
Gefaseerd Nee
Blokkerende onderdelen weglaten Ja
Kosten openbaar maken Nee
Bijlagen die later komen Zie opmerking: De volgende bijlagen dien ik niet in Bijlagen n.v.t. of al bekend Het betreft om een omgevingsvergunning. Er wordt
een aanbouw gerealiseerd aan de achterkant van het hoofdgebouw. Verder wordt de gevel gewijzigd qua kleur.
Zie de impressie foto's.
Bevoegd gezag
Naam: Gemeente Lochem
Bezoekadres: Hanzeweg 8
te Lochem
Postadres: Postbus 17
7240 AA Lochem
Telefoonnummer: 0573-289222
Faxnummer: 0573-254899
E-mailadres: info@lochem.nl
Website: www.lochem.nl
Contactpersoon: Publiekscontacten, team Omgeving
Datum aanvraag: 22 juni 2019 Aanvraagnummer: 4496199 Pagina 3 van3 Overzicht bijgevoegde modulebladen
Aanvraaggegevens
Locatie van de werkzaamheden Werkzaamheden en onderdelen
Bijbehorend bouwwerk bouwen
• Bouwen
Dakraam, lichtkoepel of lichtstraat plaatsen
• Bouwen
Nieuw kozijn plaatsen of bestaand kozijn of gevelpaneel veranderen
• Bouwen
Normaal onderhoud uitvoeren
• Bouwen Bijlagen
Formulierversie
2019.01 Locatie
1 Adres
Postcode 7241BJ
Huisnummer 30
Huisletter -
Huisnummertoevoeging -
Straatnaam Walderstraat
Plaatsnaam Lochem
Gelden de werkzaamheden in deze aanvraag/melding voor meerdere adressen of percelen?
Ja Nee
Datum aanvraag: 22 juni 2019 Aanvraagnummer: 4496199 Bevoegd gezag: Gemeente Lochem Pagina 1 van3
Formulierversie
2019.01 Bouwen
Bijbehorend bouwwerk bouwen
1 Woning
Gaat het om de bouw van één of
meer woningen? Ja
Nee
2 De bouwwerkzaamheden Wat is er op het bouwwerk van
toepassing? Het wordt geheel vervangen
Het wordt gedeeltelijk vervangen Het wordt nieuw geplaatst
Eventuele toelichting Gedeelte wordt vervangen en er komt aan de achterkant een uitbouw, (stramien C tot aan stramien D)
Hebt u voor deze
bouwwerkzaamheden al eerder een vergunning aangevraagd?
Ja Nee
3 Plaats van het bouwwerk
Waar gaat u bouwen? Hoofdgebouw
4 Bruto vloeroppervlakte bouwwerk Verandert de bruto
vloeroppervlakte van het bouwwerk door de bouwwerkzaamheden?
Ja Nee
Wat is de bruto vloeroppervlakte van het bouwwerk in m2 voor uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
111
Wat is de bruto vloeroppervlakte van het bouwwerk in
m2 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
138
5 Bruto inhoud bouwwerk Verandert de bruto inhoud van het bouwwerk door de bouwwerkzaamheden?
Ja Nee
Wat is de bruto inhoud van het bouwwerk in m3 voor uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
710
Wat is de bruto inhoud van het bouwwerk in m3 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
770
6 Oppervlakte bebouwd terrein Verandert de bebouwde oppervlakte van het terrein na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
Ja Nee
Wat is de bebouwde oppervlakte van het terrein in m2 voor uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
111
Wat is de bebouwde oppervlakte van het terrein in m2 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
138
7 Seizoensgebonden en tijdelijke bouwwerken Gaat het om een
seizoensgebonden bouwwerk? Ja Nee Gaat het om een tijdelijk
bouwwerk? Ja
Nee
8 Gebruik
Waar gebruikt u het bouwwerk en/
of terrein momenteel voor? Wonen
Overige gebruiksfuncties Waar gaat u het bouwwerk voor
gebruiken? Wonen
Overige gebruiksfuncties Wat wordt de gebruiksoppervlakte
van de woning in m2 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
219
Wat wordt de vloeroppervlakte van het verblijfsgebied van de woning in m2 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
192
9 Uiterlijk bouwwerk/welstand
Beschrijf van de onderstaande onderdelen de materialen en kleuren die u voor het bouwwerk gebruikt. U mag het veld leeg laten als u materialen en kleuren in de bijlagen vermeldt
Onderdelen Materiaal Kleur
Gevels - Plint gebouw - Gevelbekleding - Borstweringen - Voegwerk Kozijnen - Ramen - Deuren - Luiken
Dakgoten en boeidelen Dakbedekking
Vul hier overige onderdelen en bijbehorende materialen en kleuren in.
-
Datum aanvraag: 22 juni 2019 Aanvraagnummer: 4496199 Bevoegd gezag: Gemeente Lochem Pagina 3 van3 10 Mondeling toelichten
Ik wil mijn bouwplan mondeling toelichten voor de welstandscommissie/
stadsbouwmeester.
Ja Nee
Formulierversie
2019.01 Bouwen
Dakraam, lichtkoepel of lichtstraat plaatsen
1 De bouwwerkzaamheden Wat is er op het bouwwerk van
toepassing? Het wordt geheel vervangen
Het wordt gedeeltelijk vervangen Het wordt nieuw geplaatst
Eventuele toelichting Alleen lichtkoepels plaatsen ter plaatse van de slaapkamers Hebt u voor deze
bouwwerkzaamheden al eerder een vergunning aangevraagd?
Ja Nee
2 Plaats van het bouwwerk
Waar gaat u bouwen? Hoofdgebouw
3 Uiterlijk bouwwerk/welstand
Beschrijf van de onderstaande onderdelen de materialen en kleuren die u voor het bouwwerk gebruikt. U mag het veld leeg laten als u materialen en kleuren in de bijlagen vermeldt
Onderdelen Materiaal Kleur
Kozijnen kunststof en/of hout donker
- Ramen kunststof en/of hout donker
Vul hier overige onderdelen en bijbehorende materialen en kleuren in.
-
4 Mondeling toelichten Ik wil mijn bouwplan mondeling toelichten voor de welstandscommissie/
stadsbouwmeester.
Ja Nee
Datum aanvraag: 22 juni 2019 Aanvraagnummer: 4496199 Bevoegd gezag: Gemeente Lochem Pagina 1 van1
Formulierversie
2019.01 Bouwen
Nieuw kozijn plaatsen of bestaand kozijn of gevelpaneel veranderen
1 De bouwwerkzaamheden Wat is er op het bouwwerk van
toepassing? Het wordt geheel vervangen
Het wordt gedeeltelijk vervangen Het wordt nieuw geplaatst
Eventuele toelichting Kozijnen worden vervangen en nieuw geplaatst Hebt u voor deze
bouwwerkzaamheden al eerder een vergunning aangevraagd?
Ja Nee
2 Plaats van het bouwwerk
Waar gaat u bouwen? Hoofdgebouw
3 Uiterlijk bouwwerk/welstand
Beschrijf van de onderstaande onderdelen de materialen en kleuren die u voor het bouwwerk gebruikt. U mag het veld leeg laten als u materialen en kleuren in de bijlagen vermeldt
Onderdelen Materiaal Kleur
Gevels - Plint gebouw - Gevelbekleding - Borstweringen - Voegwerk Kozijnen - Ramen - Deuren - Luiken
Vul hier overige onderdelen en bijbehorende materialen en kleuren in.
-
4 Mondeling toelichten Ik wil mijn bouwplan mondeling toelichten voor de welstandscommissie/
stadsbouwmeester.
Ja Nee
Formulierversie
2019.01 Bouwen
Normaal onderhoud uitvoeren
1 De bouwwerkzaamheden Wat is er op het bouwwerk van
toepassing? Het wordt geheel vervangen
Het wordt gedeeltelijk vervangen Het wordt nieuw geplaatst
Eventuele toelichting Gebouw verkeerd in slechte staat en indien nodig wordt het materiaal vervangen/hersteld
Hebt u voor deze
bouwwerkzaamheden al eerder een vergunning aangevraagd?
Ja Nee
2 Plaats van het bouwwerk
Waar gaat u bouwen? Hoofdgebouw
3 Seizoensgebonden en tijdelijke bouwwerken Gaat het om een
seizoensgebonden bouwwerk? Ja Nee Gaat het om een tijdelijk
bouwwerk? Ja
Nee
4 Gebruik
Waar gebruikt u het bouwwerk en/
of terrein momenteel voor? Wonen
Overige gebruiksfuncties Waar gaat u het bouwwerk voor
gebruiken? Wonen
Overige gebruiksfuncties Wat wordt de gebruiksoppervlakte
van de woning in m2 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
0
Wat wordt de vloeroppervlakte van het verblijfsgebied van de woning in m2 na uitvoering van de bouwwerkzaamheden?
0
5 Uiterlijk bouwwerk/welstand
6 Mondeling toelichten Ik wil mijn bouwplan mondeling toelichten voor de welstandscommissie/
stadsbouwmeester.
Ja Nee
Datum aanvraag: 22 juni 2019 Aanvraagnummer: 4496199 Pagina 1 van1
Formulierversie
2019.01 Bijlagen
Formele bijlagen
Naam bijlage Bestandsnaam Type Datum
ingediend Status document Verbouwing-Renovati-
e_te_Lochem_pdf Verbouwing-Ren-
ovatie te Lochem.pdf Plattegronden, doorsneden en
detailtekeningen bouwen
2019-06-22 In
behandeling
01_jpg 01.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
02_jpg 02.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
03_jpg 03.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
04_jpg 04.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
05_jpg 05.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
06_jpg 06.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
07_jpg 07.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
08_jpg 08.jpg Welstand 2019-06-22 In
behandeling
7000
300042201166050005530 1275016660 29410
m.k
Beganegrond 1:100
422016660 20880
7000
0.2 Slaapkamer 9,7m2
m.k
Beganegrond 0.1 Slaapkamer 0.2 Slaapkamer
0.3 Woonkamer/keuken Verdieping
1.1 Slaapkamer 1.2 Slaapkamer 1.3 Slaapkamer
1.4 Woonkamer/keuken
0.1 Slaapkamer 10,1 m2 hal 8,9m2 toilet 1,4m2
0.3 Woonkamer/Keuken 43,8m2
Buitenverblijf 31,7m2
1.1 Slaapkamer 15,6m2
1.2 Slaapkamer 7,6m2
1.3 Slaapkamer 9,1m2
hal 6,6m2
hal 2,4m2
berging 5,0m2Badruimte 4,4m2 Toilet 1,9m2
1.4 Woonkamer/Keuken 37,1m2 Buitenverblijf 30,6m2
Verdieping 1:100
3215
1500
2125
2200 2540
Berging 3,1m2
Badkamer 5,4m2
Opslagruimte 6,7m2
Daglichttoetreding per gebied (* bij de berekening is geen rekening gehouden met de belemmeringen volgens NEN2057) Ae = Ad x Cb
Oppervlakte Oppervlakte (Ad)
(m²) % m² Type Breedte Hoogte (m²) A° B° Cb Ae (m2)
0,1 Slaapkamer 1 10,10 10 1,01 vast - draaikiepraam 2,00 0,8 1,60 25 0 0,86 1,38 1,38 Voldoet
0,2 Slaapkamer 2 9,70 10 0,97 Licht koepel 1,1 1,1 1,21 25 0 0,86 1,04 1,04 Voldoet
0,3 keuken + woonkamer 43,80 10 4,38 draaikiepraam 0,8 1,8 1,44 25 0 0,86 1,24 15,24 Voldoet
vast - draaikiepraam 2,1 1,8 3,78 25 0 0,86 3,25
Buit.dr. Tuindeuren 3,9 2,5 9,75 25 0 0,86 8,39
Buit. Dr. Deur 1,1 2,5 2,75 25 0 0,86 2,37
1,1 Slaapkamer 1 15,60 10 1,56 Licht Koepel 1,1 1,1 1,21 25 0 0,86 1,04 4,91 Voldoet
Buit. Dr. Tuindeuren 1,8 2,5 4,50 25 0 0,86 3,87
1,2 Slaapkamer 2 7,60 10 0,76 Licht Koepel 1,1 1,1 1,21 25 0 0,86 1,04 1,04 Voldoet
1,3 Slaapkamer 3 9,10 10 0,91 Licht Koepel 1,1 1,1 1,21 25 0 0,86 1,04 1,04 Voldoet
1,4 keuken + woonkamer 37,10 10 3,71 draaikiepraam 1 1,2 1,20 25 0 0,86 1,03 9,36 Voldoet
draaikiepraam 1 1,2 1,20 25 0 0,86 1,03
draaikiepraam 1 1,2 1,20 25 0 0,86 1,03
vast - draaikiepraam 2 1,3 2,60 25 0 0,86 2,24
vast - draaikiepraam 1,8 1,3 2,34 25 0 0,86 2,01
vast - draaikiepraam 1,8 1,3 2,34 25 0 0,86 2,01
Daglicht berekening te Lochem
Ver die ping
Totaal Conclusie
Beganegr on d
Ruimte nr: Omschrijving Eis
Kozijn Kozijn
Vervangt NEN 2057:1991; NEN 2057:1991/A1:1997
Nederlandse norm
NEN 2057 (nl)
Daglichtopeningen van gebouwen - Bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte van een
ruimte
Daylight openings of buildings - Determination method of the equivalent daylight area of a space
ICS 91.160.10 november 2001
NEN 2057
Normcommissie 351 005 "Verlichting"
Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute.
The Netherlands Standardization Institute shall, with the
exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation.
Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute.
Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking.
Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht.
Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven.
©2001 Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft
Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190
NEN 2057:2001
Inhoud
Voorwoord ... 2
1 Onderwerp en toepassingsgebied... 4
2 Normatieve verwijzingen ... 4
3 Termen en definities ... 4
4 Bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte... 6
5 Schematisering van de daglichtopening ... 6
6 Bepaling van de oppervlakte van de doorlaat van een daglichtopening ... 8
7 Bepaling van de belemmeringsfactor ... 8
8 Bepaling van de uitwendige reductiefactor ... 14
Bijlage A (informatief) Titels van normen en andere publicaties waarnaar alleen ter informatie is verwezen ... 20
Bijlage B (normatief) Bepaling van de lichttoetredingsfactor... 21
NEN 2057:2001
2
Voorwoord
De daglichttoetreding in woningen en woongebouwen vormt reeds lang onderwerp van normalisatie.
Reeds in 1953 verscheen de voornorm V 1069, die tot 1991 heeft voortbestaan. In de achter ons liggende jaren is de behoefte aan een nieuwe norm ontstaan vanwege de volgende redenen:
— de in V 1069 omschreven berekenings- of bepalingsmethode voor de daglichtparameters blijkt te gecompliceerd te zijn voor toepassing op grote schaal;
— de in voorbereiding zijnde wijzigingen in de bouwregelgeving maken het gewenst te beschikken over een bepalingsmethode voor de afmetingen van ramen, die eenvoudig hanteerbaar is en voor alle typen gebouwen kan worden toegepast, ongeacht de indeling, de oriëntatie en de situering.
Ter voorbereiding van een nieuwe norm is in opdracht van het Directoraat-Generaal van de Volkshuisvesting onderzoek verricht naar de waardering door de bewoners van de hoeveelheid daglicht in verblijfsruimten van woningen, alsmede modelonderzoek. In het kader daarvan is een eenvoudige grootheid ontwikkeld, die als maat voor de daglichttoetreding kan worden gehanteerd.
Deze grootheid is in essentie de verhouding tussen de raamoppervlakte en de vloeroppervlakte van de ruimte. De raamoppervlakte moet echter gecorrigeerd worden voor de aanwezigheid van
lichtbelemmerende obstakels, hetgeen resulteert in een "equivalente daglichtoppervlakte".
Voor een verantwoord gebruik van de equivalente daglichtoppervlakte is het gewenst dat de bouwwereld kan beschikken over een goed omschreven bepalingsmethode. Wanneer evenwel alle correctietermen, die lichttechnisch van belang zijn, in de bepalingsmethode worden opgenomen, ontstaat een methode die voor de dagelijkse praktijk van het bouwtoezicht te uitgebreid kan zijn. Het in deze norm beschreven systeem is enigszins verkort zodat een werkwijze ontstaat die een benadering is en voor alle typen gebouwen en alle soorten daglichtopeningen, zowel in de gebouwschil als in de inwendige scheidingsconstructie, kan worden toegepast.
De methode houdt rekening met de voornaamste parameters die van belang zijn voor de effectiviteit van een daglichtopening uit het oogpunt van daglichttoetreding.
Deze parameters zijn:
— de hoogte van de onderkant van de daglichtopening boven het vloerniveau;
— de belemmeringshoek ten gevolge van belemmeringen, binnen een bepaalde zichthoek;
— de belemmeringshoek ten gevolge van overstekken;
— de hellingshoek die de daglichtopening maakt met het horizontale vlak;
— de lichttoetredingsfactor;
— de lichtdoorlatendheid van de buitenste gebouwschil, in geval de daglichtopening zich in een inwendige scheidingsconstructie bevindt.
Deze norm is opgesteld door de normcommissie 351 005 "Verlichting".
Bij NEN 2057:2001
In de voorliggende druk is het Wijzigingsblad A1 uit 1997 verwerkt. Dit wijzigingsblad had tot doel de aansluiting van NEN 2057 op het Bouwbesluit te optimaliseren. Daartoe zijn zowel inhoudelijke aanpassingen opgenomen als aanpassingen die het aanwijzen van specifieke onderdelen van deze norm moeten vereenvoudigen. Wijzigingen uit het Wijzigingsblad A1 zijn in de kantlijn aangegeven met een enkele streep.
NEN 2057:2001
Ook wordt met deze uitgave de samenhang tussen (delen van) de norm en de daarbij benodigde andere normen, voorheen weergegeven in de normatieve bijlage A, overgebracht naar de nieuw gepubliceerde norm NEN 2000 “Datering en onderlinge samenhang van normen ten behoeve van de bouwregelgeving”.
Dit vindt zijn weerslag in bijlage A, waaruit deze verwijzingsinformatie is verwijderd en alleen nog de titels zijn vermeld van de normen en andere publicaties waarnaar alleen ter informatie is verwezen. De status van de nieuwe bijlage A is hierbij informatief geworden.
Hoofdstuk 2 “Normatieve verwijzingen” is voor het bovenstaande aangepast en geeft nu een overzicht van de titels van de normen waarnaar NEN 2057 direct verwijst.
Bovendien is, zoals de titel van de norm al aangeeft, het begrip equivalente daglichtoppervlakte nu betrokken op een verblijfsgebied en/of een ruimte. Hiermee wordt de aansluiting op het
(geconverteerde) Bouwbesluit geoptimaliseerd. Tevens is om aan te geven dat de equivalente daglichtoppervlakte van een ruimte uit meerdere daglichtopeningen kan bestaan, het symbool Ae;i
ingevoerd. Wijzigingen uit deze tweede slag zijn in de kantlijn aangegeven met een dubbele streep.
Eenvoudige correcties uit de eerste dan wel tweede slag zijn niet in de kantlijn aangegeven, evenals de wijzigingen van de titel van deze norm.
NEN 2057:2001
4
1 Onderwerp en toepassingsgebied
Deze norm geeft een methode voor de bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte van ruimten in gebouwen.
2 Normatieve verwijzingen
Deze norm bevat door directe of indirecte verwijzing bepalingen uit andere normen.
De directe verwijzingen zijn op passende plaatsen in de tekst aangehaald. Van de aangehaalde normen geldt de versie die is vermeld in hoofdstuk 4 van NEN 2000 “Datering en onderlinge samenhang van normen ten behoeve van de bouwregelgeving”.1)
NEN 2000 geeft daarnaast voor alle paragrafen van de onderhavige norm van waaruit naar andere normen is verwezen en welke paragrafen voor publiekrechtelijke toepassing van belang zijn voor gebruik van de onderhavige norm aan, welke normen via verdere doorverwijzing bepalingen bevatten die deel uitmaken van de verwijzingsstructuur; de indirecte verwijzingen. Ook van deze normen wordt in hoofdstuk 4 van NEN 2000 de geldende versie aangegeven.
In NEN 2000 is tevens aangegeven naar welke hoofdstukken of paragrafen van de betreffende normen direct is verwezen of indirect is doorverwezen.
Latere wijzigingen of correcties van bovenbedoelde normen zijn alleen mede geldig bij toepassing van de onderhavige norm als deze in hoofdstuk 4 van NEN 2000 zijn vermeld.
OPMERKING 1 NEN 2000 is in het bijzonder van belang bij toepassing van de onderhavige norm via het Bouwbesluit en wordt in samenhang met de Regelingen Bouwbesluit regelmatig geactualiseerd, zodat ondubbelzinnig vastligt naar welke (delen van) normen het Bouwbesluit verwijst. Actualiseren zal plaatsvinden door publicatie van een complete nieuwe versie van NEN 2000 of van een wijzigingsblad daarop.
OPMERKING 2 Naast normatieve verwijzingen geeft NEN 2000 in hoofdstuk 4 ook de geldende versie van de normen en andere publicaties waarnaar alleen ter informatie is verwezen. In bijlage A is een overzicht gegeven van de titels van deze normen en andere publicaties.
OPMERKING 3 Hierna is een overzicht gegeven van de titels van de aangehaalde normen zoals deze op het moment van publicatie van het onderhavige wijzigingsblad luiden.
Bij latere herzieningen van deze normen kan de titel daarvan zijn of worden gewijzigd. De titels van de geldende versies zijn in hoofdstuk 4 van NEN 2000 weergegeven.
NEN 2000 Datering en onderlinge samenhang van normen ten behoeve van de bouwregelgeving (in voorbereiding)
NEN-ISO 9050 Vlakglas voor gebouwen – Bepaling van de lichttoetreding, de directe zontoetreding, de totale zonne-energietoetreding, de ultraviolet toetreding en de hiermee samenhangende grootheden
3 Termen en definities
3.1
belemmering
niet-doorzichtig object buiten de daglichtopening, dat de toetreding van daglicht beperkt
1) De Regelingen Bouwbesluit zullen NEN 2000 gedateerd aanwijzen als het document waarin de juiste versie is gegeven van de normen die, op enig in de Regelingen Bouwbesluit bepaald moment, door of krachtens het Bouwbesluit zijn aangewezen.
NEN 2057:2001
3.2
belemmeringsfactor (Cb)
factor, waarmee de oppervlakte van de doorlaat van een daglichtopening moet worden vermenigvuldigd om deze te corrigeren voor de invloed van de belemmeringen
3.3
binnenste grensvlak van een scheidingsconstructie
het vlak dat, gezien vanuit de ruimte, de binnenste begrenzing van de scheidingsconstructie vormt 3.4
bovenkant van de doorlaat (van een daglichtopening)
horizontale lijn in het projectievlak door het hoogste punt van de doorlaat 3.5
buitenste grensvlak van een scheidingsconstructie
het vlak dat, gezien vanuit de ruimte, de buitenste begrenzing van de scheidingsconstructie vormt 3.6
daglichtopening
doorzichtig deel van een scheidingsconstructie, waardoor toetreding van daglicht tot een ruimte mogelijk is
3.7
doorlaat van een daglichtopening (Ad)
de projectie van de daglichtopeningen, die volgens de systematiek van deze norm als één geheel worden beschouwd
3.8
doorzichtig
licht doorlatend; een voorwerp dat achter een doorzichtige ruit is geplaatst, kan worden waargenomen met duidelijke contouren
3.9
equivalente daglichtoppervlakte (Ae)
grootheid, die als maat voor de daglichttoetreding wordt gehanteerd 3.10
lichttoetredingsfactor (LTA)
het quotiënt van de hoeveelheid van de doorgelaten zichtbare zonnestraling en die van de opvallende zichtbare zonnestraling per oppervlakte en per tijd
3.11
onderkant van de doorlaat (van een daglichtopening)
horizontale lijn in het projectievlak door het laagste punt van de doorlaat 3.12
overstek
ondoorzichtig deel van het gebouw dat boven de daglichtopening, gezien vanuit de ruimte, uitkraagt buiten het projectievlak
3.13
projectievlak
het vlak dat wordt gehanteerd als referentievlak bij diverse stappen van deze bepalingsmethode 3.14
uitwendige reductiefactor (Cu)
factor, waarmee de oppervlakte van de doorlaat van een daglichtopening die zich in een inwendige scheidingsconstructie bevindt moet worden vermenigvuldigd om deze te corrigeren voor de invloed van een voor de daglichtopening aanwezige buitenschil
NEN 2057:2001
6 3.15
zijkant van de doorlaat (van een daglichtopening)
lijn in het projectievlak loodrecht op de onderkant van de doorlaat door een van de beide uiterste punten in horizontale richting van de doorlaat
4 Bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte
Schematiseer per verblijfsgebied of ruimte de daglichtopeningen volgens hoofdstuk 5. Bepaal de oppervlakte van de doorlaat of doorlaten volgens hoofdstuk 6. Bepaal vervolgens per doorlaat i de belemmeringsfactor volgens hoofdstuk 7. Bepaal per doorlaat i de uitwendige reductiefactor volgens hoofdstuk 8. Bereken de equivalente daglichtoppervlakte van doorlaat i met behulp van formule (1):
i i i
i A C C
Ae; = d; × b; × u; (1)
waarin:
Ae;i is de equivalente daglichtoppervlakte van doorlaat i in twee decimalen, in m2; Ad;i is de oppervlakte van de doorlaat van doorlaat i in twee decimalen, in m2; Cb;i is de belemmeringsfactor van doorlaat i;
Cu;i is de uitwendige reductiefactor van doorlaat i.
De equivalente daglichtoppervlakte van de verblijfsruimte of het verblijfsgebied is de som van alle equivalente daglichtoppervlakten in dat verblijfsgebied of die verblijfsruimte, in twee decimalen, in m², volgens formule (1a):
∑
=
i
A i
Ae e; (1a)
waarin:
Ae is de equivalente daglichtoppervlakte van een verblijfsgebied of ruimte in twee decimalen, in m²;
Ae;i is de equivalente daglichtoppervlakte van doorlaat i in twee decimalen, in m2
5 Schematisering van de daglichtopening
5.1 Hellingshoek van de daglichtopening
Beschouw de hoek tussen de scheidingsconstructie, waarin de daglichtopening zich bevindt, en het horizontale vlak als hellingshoek ε van de daglichtopening. Meet deze hoek in de ruimte aan het binnenste grensvlak van de scheidingsconstructie en rond deze af op het dichtstbijzijnde geheel aantal graden. Indien de scheidingsconstructie uit meer delen bestaat die niet in een vlak liggen, moet de hellingshoek worden vastgesteld voor het deel van de scheidingsconstructie met de grootste oppervlakte.
Indien de hellingshoek ε van de daglichtopening groter is dan of gelijk aan 80° en kleiner dan of gelijk aan 100°, is er sprake van een verticale daglichtopening.
Indien de hellingshoek ε van de daglichtopening kleiner is dan 80°, is er sprake van een naar binnen hellende daglichtopening.
NEN 2057:2001
Indien de hellingshoek ε van de daglichtopening groter is dan 100°, is er sprake van een naar buiten hellende daglichtopening.
5.2 Projectievlak
Beschouw bij verticale en bij naar binnen hellende daglichtopeningen het buitenste grensvlak van de scheidingsconstructie waarin zich de daglichtopening bevindt, als projectievlak. Indien niet alle delen van de scheidingsconstructie in een vlak liggen, moet het buitenste grensvlak van het grootste deel van de scheidingsconstructie als projectievlak worden beschouwd. Beschouw bij naar buiten hellende daglichtopeningen als projectievlak het verticale vlak dat het binnenste grensvlak van de
scheidingsconstructie snijdt in het laagste punt van de daglichtopening in dit grensvlak, waarbij de snijlijn een horizontale lijn moet zijn.
OPMERKING In de figuren 2 t.m. 7 is de ligging van het projectievlak aangegeven.
5.3 Samenstelling van de doorlaat van een daglichtopening
Een daglichtopening in de zin van deze norm bestaat uit één of meer (zie figuur 1) lichtdoorlatende oppervlakken.
Men kan ook, indien gewenst, een daglichtopening in verscheidene lichtdoorlatende, rechthoekige oppervlakken naar keuze, opdelen.
Figuur 1 ⎯⎯ De begrenzingen van de doorlaat ⎯⎯
Stel volgens de systematiek van deze norm een doorlaat i samen uit één of meer van de lichtdoor- latende oppervlakken. Indien de doorlaat wordt samengesteld uit meer dan één lichtdoorlatend
oppervlak, moet de projectie van elk van die lichtdoorlatende oppervlakken de lijn door het midden van de doorlaat doorsnijden, of volledig onder deze lijn liggen.
Lichtdoorlatende oppervlakken die geheel boven het midden van de doorlaat liggen, mogen alleen dan tot de betrokken doorlaat worden gerekend, indien de totale oppervlakte van de projectie van die lichtdoorlatende oppervlakken niet meer dan 20 % bedraagt van de oppervlakte van die doorlaat.
Van elk van de doorlaten i wordt afzonderlijk de equivalente daglichtoppervlakte bepaald.
NEN 2057:2001
8
OPMERKING 1 Het midden van de doorlaat wordt bepaald volgens 7.2.3 (zie ook figuur 1).
OPMERKING 2 In figuur 1 voldoen het linker en de rechter lichtdoorlatende oppervlak niet aan de voorwaarde om tot één doorlaat te worden gerekend. De gezamenlijke oppervlakte van de projecties van deze
lichtdoorlatende oppervlakken bedraagt meer dan 20 % van de totale oppervlakte van de daglichtopening.
6 Bepaling van de oppervlakte van de doorlaat van een daglichtopening
6.1 Projectie van de daglichtopening op het projectievlak
Projecteer de delen van de daglichtopening die een lichttoetredingsfactor (LTA) van ten minste 0,60 hebben loodrecht op het projectievlak. De lichttoetredingsfactor moet volgens bijlage B zijn bepaald.
OPMERKING De meeste in de praktijk toegepaste niet zonwerende glassoorten, zoals enkelglas, isolerend dubbelglas, isolerend HR dubbelglas, drievoudig isolerendglas en drievoudig HR isolerendglas, voldoen aan de eis van een LTA-waarde van minimaal 0,60.
6.2 Projectie van een overstek op het projectievlak
Projecteer de delen van een eventueel aanwezig overstek, die zich voor de daglichtopening bevinden, loodrecht op het projectievlak (zie figuur 6).
6.3 Bepaling van de doorlaat van de daglichtopening
Beschouw als doorlaat van de daglichtopening de projectie van de daglichtopening op het projectievlak volgens 6.1, verminderd met:
— delen van de projectie die worden afgedekt door de projectie van een overstek op het projectievlak volgens 6.2;
— delen van de projectie die zich bevinden op minder dan 0,6 m boven het vloerniveau, grenzend aan de scheidingsconstructie waarin zich de daglichtopening bevindt.
6.4 Bepaling van de oppervlakte van de doorlaat
Bepaal de oppervlakte van het in 6.3 aangegeven resterende deel van de projectie van de daglichtopening en beschouw deze als de oppervlakte van de doorlaat i (Ad;i).
7 Bepaling van de belemmeringsfactor
7.1 Bepaling van de belemmeringshoek αααα voor belemmeringen, niet zijnde overstekken
7.1.1 Algemeen
Voor de bepaling van de belemmeringshoek α moet uitsluitend rekening worden gehouden met die delen van belemmeringen die liggen binnen de in 7.1.2 bedoelde hoek.
OPMERKING De definitie van een belemmering omvat ook niet-doorzichtige delen van de uitwendige scheidingsconstructie ingeval de daglichtopening zich in een inwendige scheidingsconstructie bevindt (bijvoorbeeld bij een serre).
NEN 2057:2001
7.1.2 Bepaling van de horizontale hoek waarbinnen belemmeringen in aanmerking worden genomen
Trek in het projectievlak een horizontale lijn door het laagste punt van de doorlaat (deze lijn is de onderkant van de doorlaat, zie figuur 1). Bepaal in het projectievlak de twee uiterste punten van de doorlaat in horizontale richting. Trek in het projectievlak door elk van deze punten een lijn, loodrecht op de genoemde, horizontale lijn (deze lijnen zijn de zijkanten van de doorlaat, zie figuur 1). Bepaal op de onderkant van de doorlaat het midden tussen de zijkanten van de doorlaat. Trek door dit punt in het horizontale vlak een loodlijn op de onderkant van de doorlaat. Bepaal door het genoemde punt 2 verticale vlakken die hoeken van + 30° en -30° maken met deze loodlijn. Voor de bepaling van de belemmeringsfactor worden belemmeringen in aanmerking genomen die liggen binnen de scherpe hoek tussen genoemde vlakken (zie figuur 2).
Figuur 2 ⎯⎯⎯⎯ De hoek waarbinnen belemmeringen in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de belemmeringsfactor
7.1.3 Bepaling van de belemmeringshoek ααα α
Indien een belemmering overal even hoog is, evenwijdig is aan de onderkant van de doorlaat en de gehele in 7.1.2 bedoelde hoek beslaat moet de belemmeringshoek α als volgt worden bepaald (zie figuren 3, 4 en 7):
— Bepaal het vlak dat gaat door de onderkant van de doorlaat en raakt aan de bovenzijde van de tegenoverliggende belemmering.
— Bepaal de hoek tussen dit vlak en het horizontale vlak en rond deze af op het dichtstbijzijnde geheel aantal graden. Beschouw deze hoek als de belemmeringshoek α.
— Indien de belemmeringshoek α kleiner is dan 25° stel deze dan gelijk aan 25°.
Indien er meer dan een belemmering is en elke belemmering voldoet aan het gestelde in de aanhef van deze paragraaf, moet voor de bepaling van de belemmeringshoek α die belemmering in aanmerking worden genomen die de grootste hoek α oplevert. Indien een belemmering niet
NEN 2057:2001
10
evenwijdig is aan de onderkant van de doorlaat, niet overal even hoog is of niet de gehele in 7.1.2 bedoelde hoek beslaat moet de belemmeringshoek α als volgt worden bepaald (zie figuur 5):
— Verdeel de in 7.1.2 bedoelde hoek in 6 segmenten van 10°.
— Breng voor elk segment het vlak aan dat gaat door de onderkant van de doorlaat en raakt aan de bovenzijde van het deel van de belemmering dat zich binnen het beschouwde segment bevindt.
— Bepaal voor elk segment de hoek tussen dit vlak en het horizontale vlak, met dien verstande dat deze hoek ten minste gelijk moet worden gesteld aan 25°.
— Indien zich binnen een segment meer dan een belemmering bevindt moet voor de bepaling van de bedoelde hoek die belemmering in aanmerking worden genomen die de grootste hoek oplevert.
— Bereken het gemiddelde van de 6 hoeken, rond dit af op het dichtstbijzijnde geheel aantal graden.
Beschouw deze hoek als de belemmeringshoek α.
Figuur 3 ⎯⎯⎯⎯ Belemmeringshoek αααα voor een belemmering bij een verticale daglichtopening
NEN 2057:2001
Figuur 4 ⎯⎯⎯⎯ Belemmeringshoek αααα voor een belemmering bij een naar binnen hellende daglichtopening
Figuur 5 ⎯⎯⎯ Verdeling van de hoek, waarbinnen belemmeringen, niet zijnde overstrekken, in ⎯ aanmerking worden genomen indien zij niet evenwijdig aan de doorlaat of niet overal even
hoog zijn
NEN 2057:2001
12
7.2 Bepaling van de belemmeringshoek ββββ voor een overstek
7.2.1 AlgemeenVoor de bepaling van de belemmeringshoek β moet uitsluitend rekening worden gehouden met die delen van het overstek die liggen tussen de zijkanten van de doorlaat.
OPMERKING 1 De definitie van een overstek omvat ook de bovenbegrenzing van een naar buiten hellende daglichtopening.
OPMERKING 2 De definitie van een overstek omvat ook niet doorzichtige uitkragende delen boven een daglichtopening die zich in een inwendige scheidingsconstructie bevindt (bijvoorbeeld bij een serre).
7.2.2 Bepaling van de zijkanten van de doorlaat
Trek in het projectievlak een horizontale lijn door het laagste punt van de doorlaat (deze lijn is de onderkant van de doorlaat, zie figuur 1). Bepaal in het projectievlak de twee uiterste punten van de doorlaat in horizontale richting. Trek in het projectievlak door elk van deze punten een lijn loodrecht op de genoemde horizontale lijn. Deze lijnen zijn de zijkanten van de doorlaat (zie figuur 1).
7.2.3 Bij een verticale daglichtopening
Bepaal de belemmeringshoek β van de daglichtopening als volgt (zie figuur 6):
— Trek in het projectievlak een horizontale lijn door het hoogste punt van de doorlaat (deze lijn is de bovenkant van de doorlaat, zie figuur 1).
— Bepaal in het projectievlak de horizontale lijn die midden tussen de onderkant en de bovenkant van de doorlaat ligt (zie figuur 1).
— Bepaal de belemmeringshoek β als de op het dichtstbijzijnde geheel aantal graden afgeronde, maximale hoek tussen het projectievlak en het vlak dat gaat door dit midden tussen bovenkant en onderkant van de doorlaat en raakt aan enig punt van het overstek binnen de in 7.1 bedoelde hoek.
Indien geen overstek aanwezig is moet de hoek β gelijk worden gesteld aan 0°.
Figuur 6 ⎯⎯⎯⎯ Belemmeringshoek ββββ voor een overstek bij een verticale daglichtopening
NEN 2057:2001
7.2.4 Bij een naar binnen hellende daglichtopening
Bij een naar binnen hellende daglichtopening mag, behoudens op de in 6.2 en 6.4 aangegeven wijze, geen rekening worden gehouden met een eventueel aanwezig overstek.
7.2.5 Bij een naar buiten hellende daglichtopening
Bepaal de belemmeringshoek β van de daglichtopening als volgt (zie figuur 7):
— Trek in het projectievlak een horizontale lijn door het hoogste punt van de doorlaat (deze lijn is de bovenkant van de doorlaat).
— Bepaal in het projectievlak de horizontale lijn die midden tussen de onderkant en de bovenkant van de doorlaat ligt.
— Bepaal het vlak dat gaat door deze horizontale lijn en raakt aan het laagste punt van de
bovenbegrenzing van de daglichtopening in het buitenste grensvlak van de scheidingsconstructie.
— Bepaal de hoek β1 tussen dit vlak en het projectievlak.
— Bepaal, indien een overstek boven de daglichtopening aanwezig is, het vlak dat gaat door de horizontale lijn die midden tussen de onderkant en bovenkant van de doorlaat ligt en raakt aan het laagste punt van het overstek tussen de zijkanten van de doorlaat.
— Bepaal de hoek β2 tussen dit vlak en het projectievlak.
— Indien geen overstek aanwezig is stel de hoek β2 gelijk aan 0°.
— Bepaal de grootste van de 2 hoeken β1 en β2 en rond deze af op het dichtstbijzijnde geheel aantal graden. Beschouw deze als de belemmeringshoek .
Figuur 7 ⎯⎯⎯⎯ Belemmeringshoek αααα voor een belemmering en belemmeringshoek ββββ1 bij een naar buiten hellende daglichtopening
NEN 2057:2001
14
7.3 Bepaling van de belemmeringsfactor voor verticale daglichtopeningen
Bepaal de belemmeringsfactor Cb;i als volgt:
— Bepaal de belemmeringshoek α volgens 7.1.
— Bepaal de belemmeringshoek β volgens 7.2.3.
— Lees uit tabel 1 bij de gevonden waarden van α en β de bijbehorende waarde van Cb;i af.
7.4 Bepaling van de belemmeringsfactor voor naar binnen hellende daglichtopeningen
Bepaal de belemmeringsfactor Cb;i als volgt:
— Bepaal de belemmeringshoek α volgens 7.1.
— Bepaal de hellingshoek ε volgens 5.1.
— Lees uit tabel 2 bij de gevonden waarden van α en ε de bijbehorende waarde van Cb;i af.
7.5 Bepaling van de belemmeringsfactor voor naar buiten hellende daglichtopeningen
Bepaal de belemmeringsfactor Cb;i als volgt:
— Bepaal de belemmeringshoek α volgens 7.1.
— Bepaal de belemmeringshoek β volgens 7.2.5.
— Lees uit tabel 1 bij de gevonden waarden van α en β de bijbehorende waarde van Cb;i af.
8 Bepaling van de uitwendige reductiefactor
Stel, indien zich voor de daglichtopening geen scheidingsconstructie bevindt, de uitwendige reductiefactor Cu;i gelijk aan 1.
Stel, indien zich voor de daglichtopening een scheidingsconstructie bevindt die voor 80 % of meer uit doorzichtige delen bestaat, de uitwendige reductiefactor Cu;i gelijk aan 0,8.
Bepaal, indien zich voor de daglichtopening een scheidingsconstructie bevindt die voor minder dan 80 % uit doorzichtige delen bestaat, de uitwendige reductiefactor Cu;i als volgt (zie figuren 8a t.m. 8c):
— Bepaal de belemmeringshoeken α en β volgens hoofdstuk 7.
— Breng door de onderkant van de doorlaat een vlak aan onder een hoek α met het horizontale vlak.
— Bepaal het vlak dat volgens 7.2 de hoek β vormt met het projectievlak (indien β = 0° valt dit vlak samen met het projectievlak).
— Bepaal op de onderkant van de doorlaat het midden tussen de zijkanten van doorlaat.
— Breng door dit punt twee verticale onderling loodrechte vlakken aan, die een hoek van 45° maken met de onderkant van de doorlaat.
— Bepaal de totale uitwendige oppervlakte van het deel van de uitwendige scheidingsconstructie dat zich bevindt tussen de 4 bepaalde vlakken: Abruto;i.
NEN 2057:2001
— Bepaal de totale oppervlakte van de doorzichtige delen van het deel van de uitwendige scheidingsconstructie dat zich bevindt tussen de 4 bepaalde vlakken: Anetto;i.
— Bereken de uitwendige reductiefactor Cu;i met behulp van formule (2):
i
i A i
C A
; bruto
; netto
u; =0,8x (2)
OPMERKING De factor 0,8 in formule (2) is gebaseerd op de reductie door de aanwezigheid van glas in de scheidingsconstructie.
Figuur 8a ⎯⎯⎯ Bepaling uitwendige reductiefactor bij uitwendige scheidingsconstructie met ⎯ doorzichtige bovenzijde: begrenzende vlakken in verticale doorsnede
Figuur 8b ⎯⎯⎯⎯ Bepaling uitwendige reductiefactor bij uitwendige scheidingsconstructie met niet- doorzichtige bovenzijde: begrenzende vlakken in verticale doorsnede
NEN 2057:2001
16
Figuur 8c ⎯⎯⎯⎯ Bepaling uitwendige reductiefactor: begrenzende vlakken in horizontale doorsnede
NEN 2057:2001
Tabel 1 ⎯⎯⎯⎯ Belemmeringsfactor Cb;i voor verticale en naar buiten hellende daglichtopeningen i als functie van de belemmeringshoek αααα (voor tegenoverliggende belemmeringen) en ββββ (voor
overstekken)
ββββ in °°°° αααα in °°°°
Van t.m. 25 26-27 28-29 30-31 32-33 34-35 36-37 38-39
- 1 3 5
0 2 4 6
0,86 0,85 0,84 0,83
0,83 0,82 0,81 0,81
0,80 0,79 0,78 0,77
0,76 0,76 0,75 0,74
0,74 0,73 0,73 0,72
0,71 0,71 0,70 0,69
0,69 0,69 0,68 0,68
0,67 0,66 0,66 0,66 7
9 11 13
8 10 12 14
0,82 0,81 0,79 0,77
0,79 0,78 0,76 0,74
0,76 0,75 0,74 0,72
0,74 0,72 0,71 0,70
0,71 0,71 0,69 0,68
0,69 0,68 0,67 0,66
0,67 0,66 0,65 0,64
0,65 0,64 0,64 0,64 15
17 19 21
16 18 20 22
0,76 0,74 0,72 0,71
0,73 0,71 0,70 0,69
0,71 0,69 0,68 0,67
0,69 0,68 0,66 0,65
0,67 0,66 0,65 0,64
0,65 0,64 0,64 0,61
0,64 0,63 0,61 0,60
0,61 0,61 0,60 0,59 23
25 27 29
24 26 28 30
0,69 0,68 0,67 0,66
0,68 0,66 0,75 0,64
0,66 0,65 0,64 0,64
0,64 0,64 0,62 0,61
0,59 0,58 0,57 0,56
0,61 0,60 0,59 0,58
0,59 0,58 0,58 0,57
0,58 0,57 0,56 0,56 31
33 35 37
32 34 36 38
0,65 0,64 0,64 0,61
0,64 0,62 0,61 0,60
0,61 0,61 0,60 0,59
0,60 0,59 0,58 0,57
0,59 0,58 0,57 0,56
0,57 0,56 0,56 0,55
0,56 0,55 0,55 0,54
0,55 0,54 0,54 0,53 39
41 43 45
40 42 44 46
0,61 0,60 0,58 0,57
0,59 0,58 0,57 0,56
0,58 0,57 0,56 0,55
0,56 0,56 0,55 0,54
0,55 0,54 0,54 0,53
0,54 0,54 0,53 0,52
0,53 0,52 0,52 0,49
0,52 0,52 0,47 0,42 47
49 51 53
48 50 52 54
0,56 0,56 0,55 0,54
0,56 0,54 0,54 0,53
0,54 0,54 0,53 0,52
0,53 0,52 0,52 0,47
0,52 0,52 0,47 0,42
0,49 0,47 0,42 0,37
0,44 0,39 0,37 0,32
0,39 0,35 0,32 0,27 55
57 59 61
56 58 60 62
0,53 0,52 0,49 0,44
0,52 0,49 0,44 0,39
0,49 0,44 0,39 0,35
0,44 0,39 0,35 0,30
0,37 0,35 0,30 0,27
0,32 0,30 0,25 0,22
0,30 0,25 0,22 0,20
0,25 0,22 0,20 0,17 63
65 67 69 71 73
64 66 68 70 72 -
0,39 0,37 0,32 0,27 0,25 0
0,35 0,32 0,27 0,25 0,22 0
0,32 0,27 0,25 0,22 0,20 0
0,27 0,22 0,20 0,20 0,17 0
0,22 0,20 0,17 0,17 0,15 0
0,20 0,17 0,15 0,15 0,15 0
0,17 0,15 0,15 0 0 0
0,15 0 0 0 0 0 Zie vervolg
NEN 2057:2001
18
Tabel 1 (vervolg)
ββββ in °°°° αααα in °°°°
Van t.m. 40-41 42-43 44-45 46-47 48-49 50-51 52-53 54-55
- 1 3 5
0 2 4 6
0,65 0,65 0,64 0,64
0,64 0,64 0,64 0,62
0,61 0,61 0,61 0,61
0,60 0,60 0,59 0,59
0,59 0,58 0,58 0,57
0,57 0,57 0,56 0,56
0,56 0,55 0,55 0,55
0,54 0,54 0,54 0,53 7
9 11 13
8 10 12 14
0,64 0,64 0,61 0,61
0,61 0,61 0,60 0,58
0,60 0,59 0,59 0,58
0,58 0,58 0,57 0,56
0,57 0,56 0,56 0,55
0,56 0,55 0,54 0,54
0,54 0,54 0,53 0,53
0,53 0,52 0,52 0,52 15
17 19 21
16 18 20 22
0,60 0,59 0,58 0,57
0,58 0,57 0,57 0,56
0,57 0,56 0,56 0,55
0,56 0,55 0,54 0,54
0,54 0,54 0,53 0,52
0,53 0,52 0,52 0,49
0,52 0,49 0,47 0,44
0,47 0,44 0,39 0,37 23
25 27 29
24 26 28 30
0,56 0,56 0,55 0,54
0,55 0,54 0,54 0,53
0,54 0,54 0,53 0,52
0,53 0,52 0,52 0,49
0,52 0,49 0,47 0,42
0,47 0,42 0,39 0,37
0,39 0,37 0,35 0,30
0,35 0,32 0,27 0,25 31
33 35 37
32 34 36 38
0,54 0,53 0,52 0,52
0,53 0,52 0,49 0,47
0,52 0,47 0,44 0,39
0,44 0,42 0,39 0,35
0,39 0,37 0,31 0,30
0,35 0,30 0,27 0,25
0,27 0,25 0,22 0,20
0,22 0,20 0,17 0,15 39
41 43 45
40 42 44 46
0,49 0,44 0,42 0,37
0,42 0,39 0,35 0,32
0,37 0,35 0,30 0,27
0,32 0,27 0,25 0,22
0,27 0,22 0,20 0,17
0,22 0,20 0,17 0,15
0,17 0,15 0 0
0 0 0 0 47
49 51 53
48 50 52 54
0,32 0,30 0,27 0,25
0,27 0,25 0,22 0,20
0,25 0,20 0,17 0,15
0,20 0,17 0,15 0
0,15 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0 55
57 59
56 58 60
0,20 0,17 0,15
0,17 0,15 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0 Zie vervolg
NEN 2057:2001
Tabel 1 (einde)
ββββ in °°°° αααα in °°°°
Van t.m. 56-57 58-59 60-61 62-63 64-65 > 65 -
1 3 5
0 2 4 6
0,53 0,53 0,52 0,52
0,52 0,52 0,52 0,49
0,47 0,47 0,44 0,42
0,42 0,39 0,37 0,35
0,35 0,32 0,30 0,27
0 0 0 0 7
9 11 13
8 10 12 14
0,52 0,49 0,47 0,44
0,47 0,44 0,39 0,37
0,39 0,37 0,35 0,32
0,32 0,30 0,27 0,25
0,27 0,25 0,22 0,25
0 0 0 0 15
17 19 21
16 18 20 22
0,42 0,37 0,35 0,32
0,35 0,32 0,30 0,25
0,30 0,25 0,22 0,20
0,22 0,20 0,17 0,15
0,17 0,15 0 0
0 0 0 0 23
25 27 29
24 26 28 30
0,30 0,25 0,22 0,20
0,22 0,20 0,17 0,17
0,17 0,15 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0 31
33 35 36
32 34 36 -
0,17 0,17 0,15 0
0,15 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Tabel 2 ⎯⎯⎯⎯ Belemmeringsfactor Cb;i voor naar binnen hellende daglichtopeningen i als functie van de belemmeringshoek αααα (voor tegenoverliggende belemmeringen) en de hellingshoek εεεε
εεεε in °°°° αααα in °°°°
van t.m. 0-15 16-20 21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60 > 60 0
11 21 31
10 20 30 40
1,00 1,00 1,00 1,00
0,99 0,98 0,98 0,98
0,98 0,96 0,96 0,94
0,96 0,94 0,93 0,91
0,94 0,91 0,90 0,87
0,91 0,88 0,86 0,83
0,88 0,85 0,82 0,79
0,85 0,81 0,78 0,74
0,81 0,77 0,73 0,69
0,77 0,72 0,68 0,63
0,50 0,50 0,40 0,40 41
51 61 71
50 60 70 80
1,00 1,00 1,00 1,00
0,97 0,97 0,96 0,95
0,94 0,93 0,91 0,89
0,90 0,88 0,85 0,83
0,85 0,83 0,79 0,76
0,80 0,77 0,73 0,69
0,75 0,71 0,67 0,62
0,69 0,65 0,61 0,55
0,64 0,59 0,54 0,48
0,58 0,53 0,48 0,42
0,30 0,30 0 0
NEN 2057:2001
20
Bijlage A
(informatief)
Titels van normen en andere publicaties waarnaar alleen ter informatie is verwezen
De titel van de vermelde publicatie is zoals deze op het moment van publicatie van de onderhavige norm luidt. Bij latere herziening van deze publicatie kan de titel daarvan zijn of worden gewijzigd.
Publicatie CIE, no. 15 Colorimetry
NEN 2057:2001
Bijlage B
(normatief)
Bepaling van de lichttoetredingsfactor
B.1 Toestel en hulpmiddelen
B.1.1 Spectrofotometer,
voor het meten van golflengtes van 380 nm tot 780 nmB.2 Voorbereiding van de meting
B.2.1 Voorbereiding van het monster
Reinig monsters van niet gecoate vlakglasproducten of monsters met een waterbestendige coating zorgvuldig als volgt:
— wassen met een detergent zonder schurende of etsende werking;
— spoelen met kraanwater;
— spoelen met gedestilleerd water;
— spoelen met zuiver ethylalcohol;
— drogen in warme luchtstroom.
Veeg monsters met een niet-waterbestendige coating alleen met een zachte doek af of blaas de monsters schoon met droge lucht.
B.2.2 Kalibratie van apparatuur
Kalibreer alvorens de meting aan het te beproeven monster te verrichten de apparatuur aan het bij de apparatuur geleverde referentiemonster.
B.3 Bepaling van de lichttoetredingsfactor
Meet met behulp van de spectrofotometer de spectrale lichtdoorlatendheid (t(λ)) en de spectrale lichtreflectie (r(λ)) bij de verschillende golflengtes λ volgens tabel 1 van NEN-ISO 9050.
Bepaal de lichttoetredingsfactor vervolgens volgens 2.2 van NEN-ISO 9050, waarbij de tv-waarde volgens NEN-ISO 9050 gelijk is aan de LTA-waarde.
OPMERKING Meting door de spectrofotometer en bepaling van de LTA-waarde vindt plaats bij een spectrale energieverdeling voor daglicht volgens CIE-lichtbron D65, zie CIE publicatie no. 15. De bepaling van de LTA geldt niet voor diffuserende vlakglasproducten zoals opaalglas.
WALDERSTRAAT Noorderwal
laad- los- en hijszone
Eénrichtingsweg
- Toegang tot bouwplaats bij laad- los en hijszone afscheiding door bouwhekken
- Indien benodigd tijdelijke afscheiding door verskeerskegels
- Schaftruimte in het bouwproject
Bouwhekken
29-08-2019
4960 6680
Kelder 1:50
A A
Peil=0 bk vloer +380 bk vloer +3700 bk vloer +6900 bk vloer +7800
maatvoering in het werk te controleren!
bk vloer -2370
bk vloer +3700 bk vloer +7800
Peil=0
Doorsnede A-A 1:100
Doorsnede B-B 1:100
D-06
D-01 D-02 D-03
D-04 D-05
Maaiveld - 230 Maaiveld - 230
D-07
Vloerafwerking Afwerkvezelvloer PIR drukvaste isolatie 100mm (rd 4.5) Dampdichte folie Vloerverwaming
Fermacell estrichvloer Bestaande houten vloerschroten Rachelwerk 22*50 No branda gips 12,5mm Bestaande balkaag 200
Vloerafwerking Afwerkvezelvloer PIR drukvaste isolatie 120mm (RD 5,45) Betonvloer c20/25 Dampdichte folie Vloerverwaming
Dampopen folie Steenwol 120mm (RD 3,1) Dampdichte folie No branda gips 12,5mm No branda Gips 12,5mm HSB 120mm
Luchtspouw 30mm Gemetselde halfsteens muur
No branda Gips 12,5mm
Betonvloer c20/25
No branda gips 12,5mm Rachelwerk op staal Rachelwerk op staal Stalen constructie Vloerafwerking
No branda Gips 12,5mm
No branda Gips 12,5mm No branda gips 12,5mm
Peil=0
Peil=0 Dampdichte folie
Elitotispine constructieve vloer No branda gips 12,5mm No branda Gips 12,5mm
Balkaag 220*75 mm
PIR 120mm drukvaste isolatie (RD 5.45) PVC dakbedekking Rachelwerk 22*50
Daktrim bk daktrim circa +3900
bk vloer +3700
D-03 D-02
D-05
Detail 1:5
341248
No branda gips 12,5mm No branda Gips 12,5mm Bestaande balkaag 200
Pannlatten 22x36 -Vuren sporen 36x120
-PS-isolatie d=120 RC 4,0
-Waterdichte dampdoorlatende mandragende folie(Polytex)
groen of wit geplastificeerd
Dampopen folie HSB 100mm
Vloerafwerking Afwerkvezelvloer PIR drukvaste isolatie 100mm (rd 4.5) Betonvloer c20/25 Dampdichte folie Vloerverwaming
Fermacell estrichvloer Bestaande houten vloerschoten Rachelwerk 22*50
-Spaanplaat d=10(Spano V 313) met gladde afwerking
Betonnen dakpannen (sneldekkers)
Dampdichte folie Steenwol 100mm (RD 2,85) Luchtspouw 30mm Bestaande steensmuur -Tengels 36x10
Gips 12,5mm
Peil=0 bk vloer +3700
bk dakgoot +- 5000
D-01 D-07
D-06
Fransbalkon 1027 208
980 2700
Trap kelder (volgens bouwbesluit artikel 2.27) Let op maatvoering in het werk controleren
- Vuren Trap
- Antislip bekleding
- Trapleuning hoogte tussen 85 a 95cm
840 210
2172
181
260
Doorsnede Trap van Appartement 1:150
gemetselde muur
23-09-2019