FYSIOTHERAPIE
Adviezen en oefeningen na een (sub)totaalruptuur
ADVIES
Wat is een totaalruptuur?
Een (sub)totaalruptuur is het inscheuren van de huid en het weefsel tussen de vagina en de anus. Hierbij scheurt ook de kringspier van de anus gedeeltelijk (subtotaal) of ge- heel (totaal) in.
Een ruptuur kan ontstaan bij een gewone bevalling, maar komt vaker voor bij een kunstverlossing (tang- of vacuümbevalling).
Een knip kan een totaalruptuur niet altijd voorkomen.
Het is noodzakelijk om een totaalruptuur zorgvuldig te hechten. Dat helpt om latere problemen met het ophouden van ontlas- ting te voorkomen. Vaak gebeurt het hech- ten op de operatiekamer.
De bekkenbodem
De bekkenbodem is een groep spieren die als een hangmatje onder in het bekken ligt, tussen het schaambeen, het heiligbeen en het staartbeen.
De bekkenbodem ondersteunt de organen die onder in de buik liggen:
• de blaas met de urinebuis;
U bent bevallen in het ziekenhuis of thuis en u hebt daarbij een totaalruptuur of een subtotaalruptuur opgelopen.
Deze folder geeft u informatie over wat een (sub)totaalruptuur is en wat u kunt doen om uw herstel te bevorderen
Adviezen en oefeningen na een
(sub)totaalruptuur
• de baarmoeder met de vagina ;
• de endeldarm.
De bekkenbodemspieren hebben meerdere functies:
• ze ondersteunen de organen onder in de buik;
• ze moeten goed kunnen aanspannen om urine, ontlasting en windjes tegen te houden;
• ze moeten goed kunnen ontspannen om te kunnen plassen, ontlasten en vrijen.
Klachten bij een (sub) totaalruptuur
Een (sub)totaalruptuur kan verschillende klachten geven:
• Kort na de bevalling is bij veel vrouwen met een (sub)totaalruptuur het gevoel in het onderlichaam verminderd. Dit is normaal. U voelt bijvoorbeeld niet goed meer of u klaar bent met plassen. Of er ontsnappen ongewild windjes. De bek- kenbodemspieren zijn bij een totaalrup- tuur ingescheurd en weer gehecht. Ze werken daardoor minder goed, waar- door sommige vrouwen hun ontlasting of urine niet goed kunnen ophouden.
• Het vrijen kan pijnlijk zijn. Het is belang- rijk om niet te verkrampen, maar te ont- spannen. Eventueel kan een glijmiddel helpen.
• Op latere leeftijd kunt u door een eerder doorgemaakte (sub)totaalruptuur als- nog klachten krijgen, daarom is het be- langrijk de bekkenbodem goed te gaan oefenen.
Wat kunt u zelf doen voor een goed herstel?
Hechtingen
Inwendige en uitwendige hechtingen zor- gen vlak na de bevalling voor ongemak.
Hieronder leest u wat u zelf kunt doen om uw herstel te bevorderen.
• De eerste dagen na de bevalling hebben zowel uw bekken als uw bekkenbodem rust nodig. Probeer veel te liggen, af- gewisseld met kleine stukjes lopen en zitten. Sta niet te lang achter elkaar. Uw lichaam geeft aan wat u kunt.
• Spoelen met de douchekop of een kan lauw water tijdens het plassen kan het plassen makkelijker en minder pijnlijk maken.
• Probeer de ontlasting vanzelf te laten komen door goed te ontspannen en pers eventueel voorzichtig mee. U krijgt medicatie om de ontlasting zachter te maken en de stoelgang makkelijker te laten verlopen.
• Tegen pijn en zwelling rond de hech- tingen kan een ‘koude pakking’ helpen.
Bijvoorbeeld een bevroren nat maand- verband in een washandje.
• U kunt het beste zitten op een stevige zitting, en zo ontspannen mogelijk.
Bouw het zitten rustig op van kort naar steeds langer.
Het oefenen van de bekkenbodem- spieren
Uw bekkenbodemspieren kunt u gaan oefe- nen zodra u enig gevoel terug krijgt.
Door te doen alsof u uw plas ophoudt, een windje tegenhoudt of door uw vagina te
‘sluiten’ spant u de juiste spieren aan. Pro-
beer dit rustig uit en bouw langzaam op.
Onderstaande oefeningen zijn voor de eer- ste 2 maanden na de bevalling.
Oefening 1: aanspannen en ontspan- nen
U kunt beginnen met 2 tellen aanspannen, 4 tellen ontspannen. Herhaal dit enkele malen als u dit kunt. Als uw spieren moe worden, voelt u minder controle over het aanspan- nen en loslaten. U kunt dan beter stoppen en het een paar uur later nog eens proberen.
Liggend is de oefening het makkelijkst, zit- tend iets moeilijker en staand het moeilijkst.
Oefening 2: langer aanspannen
U kunt de oefening moeilijker maken door uw spieren langer aangespannen te hou- den. Probeer goed door te ademen en blijf bewust ontspannen na elke aanspanning.Bij hoesten, niezen, tillen en dragen kunt u proberen uw bekkenbodemspieren in te schakelen.
Oefening 3: ‘knipogen’
Als u enige controle voelt over uw bekken- bodemspieren, kunt u proberen ze snel aan te spannen en weer los te laten: u ‘knipoogt’
dan als het ware met uw bekkenbodem- spieren.
Oefening 4: liftoefening
Beginpositie:
In iedere houding
Doel:
Bewust worden van de bekkenbodem
Oefening:
Span de bekkenbodem in 3 stappen aan (alsof u een lift van de eerste naar de twee- de en de derde etage beweegt);
• Stap één: span alleen uw bekkenbodem, zonder dat u uw buik intrekt of de billen samenknijpt.
• Stap twee: span uw bekkenbodem iets harder aan, waardoor de navel vanzelf iets naar binnen gaat (buik in).
• Stap drie: span nog harder aan, waardoor uw billen ook vanzelf gaan samenknij- pen.
• Probeer de bekkenbodem weer in één keer helemaal te ontspannen.
Oefening 5: accent leggen
Beginpositie:
a. rechtop zittend op een kruk of een stoel b. zitten met een bolle rug
c. zitten met een holle rug
Doel:
Bewust worden van de voor- en achterkant van uw bekkenbodem
Oefening:
Trek tijdens een uitademing rustig uw bek- kenbodem in, alsof u uw kruis iets optilt van de ondergrond. Loslaten voordat de inade- ming start.
Voel dat het accent in uitgangshouding…
• bij positie a in het midden van de bek- kenbodem ligt
• bij positie b meer rond de anus ligt
• en bij positie c meer aan de voorzijde bij de plasbuis ligt.
Bij wie kunt u terecht als uw klachten niet vanzelf overgaan?
Hebt u 6 weken na de bevalling nog klach- ten, bespreek dit dan met uw gynaecoloog, verloskundige of huisarts. Zij kunnen u eventueel verwijzen naar een bekkenfysio- therapeut.
Wat is een bekkenfysio- therapeut?
Een geregistreerde bekkenfysiotherapeut is een fysiotherapeut met een speciale op- leiding. De bekkenfysiotherapeut behandelt patiënten met bekken- of bekkenbodem- problemen.
De meest gehoorde klachten bij de bekken- fysiotherapeut zijn:
• verlies van windjes, ontlasting en/of urine
• heftige drang voor ontlasting en/of urine
• gevoel van verzakking, een drukkend of zwaar gevoel in bekkenbodem, onder- buik en/of onderrug
• pijn in onderrug en/of bekken
• pijn bij het vrijen.
Via oefeningen, voorlichting en myofeed- back kunt u bij een bekkenfysiotherapeut weer leren controle te krijgen over uw bek- kenbodemspieren.
Vragen?
Hebt u vragen? Stel ze gerust aan onze afdeling Fysiotherapie. Het telefoonnum- mer vindt u in het grijze kader achterin deze folder.
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00
E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl
Notities:
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
FYS 82/03-’10