• No results found

Zelfs niet nadat Jezus verschenen is, en duidelijk werd dat God het nog niet opgeeft om ons en onze wereld te zoeken in zijn liefde, genade en trouw.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zelfs niet nadat Jezus verschenen is, en duidelijk werd dat God het nog niet opgeeft om ons en onze wereld te zoeken in zijn liefde, genade en trouw."

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Arm en rijk

Schriftlezingen zondag 10 oktober 2021 Dorpskerk Schipluiden

Uit de Thora: Deuteronomium 15:1-2 en 15:7-11 Uit de brieven: Hebreeën 3:7-14

Uit het evangelie: Marcus 10:17-22

Geliefde gemeente,

Als wij vandaag in de kerk, in een kring van christenen,

nadenken over rijk en arm, is dat niet zomaar een vrijblijvende zaak. Alsof het een al dan niet interessant thema is, waar je wat omheen kunt filosoferen, en ieder wel haar of zijn eigen gedachten over kan hebben. Aan de andere kant is het ook niet een hoog morele kwestie die je los kunt behandelen van het geloof. Althans niet in de kerk. Dus een losstaand moralisme van een ‘gij zult dit wel’ en een ‘gij zult dit niet’, past niet, en een losstaande analyse van ‘het is zus’ of ‘het is zo’ evenmin.

Nee, het gaat vandaag om het luisteren naar de Stem van God.

Niet meer en niet minder. De Stem van God in de Thora en in het Evangelie.

Misschien – even voor ik verder ga – zit je nog wat te dubben over ‘die kring van christenen’ waar ik mee begon. We denken vandaag in de christelijke gemeenschap hier in de kerk na over rijk en arm. Ben ik wel zo’n christen? Wat is dat eigenlijk, een christen? Een gelovige navolger en levenslange leerling van Jezus Christus? Ben ik dat? En hoe dan? Goeie vraag. Stel hem maar eens aan je zelf en aan mensen dicht bij je, en praat er maar eens over wat het zou zijn. Bewust en bekwaam christen zijn.

Maar hoe dan ook, vandaag vieren we eredienst hier in de dorpskerk van Schipluiden als onderdeel van die wereldwijde kerk van God. En jij bent er bij. Hartelijk welkom. In een kring van christenen, de één bekwamer en bewuster dan de ander, maar we proberen ook vandaag ons af te stemmen op wat God

(2)

ons vandaag en voor deze week wil meegeven. Dat doen we door passages uit de Bijbel te overdenken.

Dat God spreekt tot ons, is de grote veronderstelling van heel onze traditie. Dat God niet maar een abstract gedachtenspinsel is, dat hoog opgesloten zit in bovennatuurlijke wereld, maar een levende werkelijkheid is, die weliswaar ons bestaan en ons bevatten overstijgt, maar binnenkomt in ons leven om hart aan te raken en om ons leven richting te geven, dat is de

achtergrond van al het bijbelse onderricht over God.

We beginnen dan ook met het stukje uit de Bijbel dat

voorgelezen werd uit Hebreeën 3. De uitleg van het christelijk geloof in het bijbelboek Hebreeën, begint met: nadat God op velerlei manier al tot ons had gesproken, heeft God uiteindelijk tot ons gesproken in de Zoon, in Jezus Christus. In het

Johannes-evangelie gaat dat zo: Gods Woord dat er vanaf den beginne was, is vlees, is mens, geworden in de persoon van Jezus. Wil je weten wat God jou te zeggen heeft, luister en kijk naar Jezus. Jezus als een goede herder, die zijn schapen kent, en de schapen luisteren naar zijn stem en volgen hem. Dat is een mooi alledaags beeld uit de wereld van de bijbel, toegepast op Jezus. En de stem van Jezus klinkt nog steeds overal waar het Evangelie wordt gehoord, daar waar zijn verhaal wordt

doorverteld. Hij is het die arm werd om ons rijk te maken, zoals de apostel Paulus dat omschrijft. Hij heeft het aan God gelijk zijn niet voor zichzelf willen houden, maar is mens geworden en heeft geleden aan dat mens-zijn tot op het kruis van Golgota.

Hij was de hogepriester en het offer tegelijk, zo probeert de Hebreeënbriefschrijver met de aloude beelden van de

tempeldienst in Jeruzalem het geheim van Jezus’ zelfovergave tot in de kruisdood te duiden. Een hogeprister die ons menselijk leven van voor tot achter door en door kent, want mens onder de mensen. En tegelijk het lam, het offerdier, dat de zonden van de wereld draagt. Want dat mens-zijn in connectie met God, en naar de bedoeling van God, dat gaat nog niet zo makkelijk vanzelf.

(3)

Zelfs niet nadat Jezus verschenen is, en duidelijk werd dat God het nog niet opgeeft om ons en onze wereld te zoeken in zijn liefde, genade en trouw.

Want: zo gij zijn stem dan heden hoort, geloof zijn heil- en

troostrijk woord, verhardt u nier maar laat u leiden (Psalm 95:4 berijming 1773).

De pastor-prediker die aan de Hebreeën schrijft heeft begrepen dat het ook lang niet voor alle christenen zo makkelijk is om standvastig en weerbaar te blijven in het geloof en in een leven door het geloof. Je kunt wel enthousiast worden over een

nieuwe afslag in je leven, zo lijkt het, als er een nieuwe

levensvisie zich voor je opent, maar het is soms nog wel wat anders om het dan ook een leven lang vol te houden er

toegewijd aan te leven. Of om met dat nieuwe geloof

tegenslagen het hoofd te bieden, die immers ook twijfel kunnen zaaien aan de bescherming en aanwezigheid van God in je

leven.

De schrijver maakt een vergelijk met het volk van God in de woestijn met Mozes als leider, Mozes als woordvoerder van God. Jezus is meer dan Mozes. Maar ook vandaag heeft de christelijke gemeente met tegenslag te maken. En durf je dan voldoende te vertrouwen op God? Hij gebruikt psalm 95 het tweede deel om een appèl te doen. Psalm 95 slaat terug op het verhaal van Numeri 14 in de bijbel. Ze staan op de drempel van het beloofde land. Twaalf verspieders zijn wezen kijken. Tien komen terug met leeuwen en beren op de weg. Het wordt een leven onder reuzachtige vijanden daar. Twee pleiten voor

vertrouwen op God. Maar het volk schrikt terug. Het is al weer zo lang geleden dat ze wonderlijk uit Egypte werden verlost.

Dat leek toen werkelijk op de machtige hand van God. Maar wat is er van over? Ze zweven nu tussen twee werelden, allemaal even bedreigend. Het volk morde. Bij Massa en Meriba, bij de plaats van verbittering en de plaats van de uitdaging, de opstand.

Hoeveel mitsen en maren hebben wij te overwinnen als er een appèl op ons wordt gedaan, op grond van recht en

(4)

gerechtigheid, barmhartigheid en zorg, liefde en trouw, op grond van vrede en een goed beheer van al wat leeft. Of zeg maar: als er een appèl op ons wordt gedaan op grond van het Koninkrijk van God?

Drie dingen springen er voor mij vandaag nog even uit, in het stukje tekst uit Hebreeën. In de eerste plaatst dat er boven staat, voordat Psalm 95 wordt geciteerd: zoals de Heilige Geest zegt. Niet zoals David zegt of de psalm zegt, maar zoals de Heilige Geest zegt. Intrigerend. Zo wordt het tot een

rechtstreeks woord van God aan ons: dit geslacht, niet die generatie van toen, maar de generatie van nu. En dat is dan ook het tweede wat ik nog even wil noemen: een paar keer zegt de scrhijver: een ieder van jullie. Expliciet. Denk niet dat sommigen immuun zijn voor vragen en twijfels. Hij spreekt ons aan tot op ons individuele niveau. En tenslotte, dat heden.

Vandaag is de dag om steeds weer te kiezen. Niet om

hyperbewust te leven, maar wel om te beseffen: het komt niet later, we hebben nog wel tijd, komt tijd komt raad. Bemoedig en spoor elkaar dagelijks aan, zolang er nog sprake is van een heden (vers 13). Stel niet uit, als je heel goed snapt, dat het met je leven over een andere boeg moet, in het klein of in het groot. Zoek wegen om het te realiseren. Als jij denkt dat je alleen dichte deuren ziet, ga er biddend mee om, maar ook

creatief en moedig. Ja, het vraagt soms zelfoverwinning. Ja, het stuit soms op gefronste wenkbrauwen van anderen. En dan zul je merken dat er ook weer deuren open gaan. Absouut.

Kijk eens naar de rijke jongeling. Wat een tragiek eigenlijk.

Durven wij los te laten wat wij hebben? Als dat nodig is? De vorige keer dat ik in een kerk voorging was twee weken

geleden en toen moest het gaan over Jakobus 4. Jakobus stelt daar onomwonden de arrogantie van welgestelde en rijke

gemeenteleden aan de orde. Geen mensen van buiten, maar kerkmensen. En als je de woorden van Jezus in Lucas 6 leest, denk je dat Hij wel een hekel aan rijken en welgestelden moet hebben. Na het ‘zalig gij armen’ klinkt het onverbiddelijk: wee u, gij rijken want gij hebt uw vertroosting reeds, wee u, die nu overvloed hebt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht,

(5)

want gij zult smart hebben en wenen. En denk dan eens aan de gelijkenissen van de rijke man en de arme Lazarus of van de rijke dwaas, die nog eens extra schuren ging bouwen. En aan Jezus’ utspraak: het is nog moeilijker dat een rijke het

Koninkrijk van God binnen gaat dan dat een kameel gaat door het oog van een naald. Hopeloos dus.

En wij sussen ons natuurlijk al gauw met de gedachte: dat gaat over Arabische oliesjeiks, of Russische kleptocraten, of

Amerikaanse ICT-miljardairs. Maar ach, laten we onszelf uit de droom helpen: als wij – althans de meesten van ons – een stukje zouden rond lopen in welke stad of welk platteland van de wereld dan ook, waar de mensen grote moeite hebben om hun hoofd boven water te houden, dan weten we genoeg.

En de verschillen worden alleen maar groter, zelfs in ons deel van de wereld: tussen de gegoeden en de superrijken en de gewone mensen die met moeite vast werk en een huis kunnen vinden en een nieuwe onderklasse die daaronder aan het

ontstaan is.

Toch is er een detail in het Evangelieverhaal bij Marcus, waar de progressief-evangelische prediker Jim Wallis een crisis-

momentje aan beleefde. Hij kon helemaal los om - in de naam van Jezus - nu eens zijn rijke Amerikaanse medechristenen het oordeel aan te zeggen, vanuit het verhaal van de rijke

jongeling. Tot hij er een keer over preekte n.a.v. Marcus. Toen las hij het volgende (dat staat er bij Lucas niet bij): Jezus hem aanziende kreeg hem lief (Marcus 10:21). Ook de rijke, ook de welgestelde, ook de succesvolle jonge runner up. Jezus zag hem. Ook jij wordt gezien, ook jij wordt bemind. Door Jezus.

Ds. Jim Wallis vroeg zich af: en ik, hou ik eigenlijk wel van die mannen en vrouwen die hun welvaart zo vanzelfsprekend zijn gaan vinden, dat ze zich opsluiten in een eigen parallele wereld van welgestelden en rijken, die ook allerlei dingen gewoon zijn gaan vinden zoals geld dat geld verdient om het overal en nergen onder brengenen zodat je zo min mogelijk aan

gemeenschappelijke voorzieningen hoeft mee te betalen, of die

(6)

zich helemaal niks meer kunnen voorstellen bij de wereld van de bauxietdelver waar hun aluminium fietstuurtje vandaan komt, de bonenplukker die hun koffie oogstte of de

zogenaamde zzp-koerier die hun pakketje kwam bezorgen.

Hou ik wel van zulke mensen, of heb ik eigenlijk een hekel aan hen, maar heb ik dan ook niet een hekel aan me zelf?

Dus als wij opgeroepen worden om elkaar dagelijks te

bemoedigen en aan te sporen om te luisteren naar de stem van de Meester, dan mag dat nooit gaan om een neerbuigend

moralisme. Als we het gevoel hebben dat het anders moet, met onze ongezonde lifestyle, met onze tijdsbesteding, met onze geldbesteding, met onze inzet voor kerk en samenleving of breder, met onze mobiliteit, met onze manier van belasting heffen, met onze energievoorziening, met onze agrarische productie, dan moeten we ons ook verdiepen in de dilemma’s en in het perspectief van alle betrokkenen, vanuit liefde en betrokkenheid.

Dan kun je elkaar nog behoorlijk de waarheid zeggen. Jezus was niet te beschroomd om daadwerkelijk op te treden tegen de corrupte exploitatie van het tempelcomplex in Jeruzalem.

En Hij benoemt de gevaren van geestelijke en materiële

rijkdom: dat jij je in alle opzichten zeker voelt in je eigen fors te bechermen bolwerken.

Tegen die jongeman zegt Hij: één ding: verkoop alles, geef het aan de armen en volg Mij.

Dat was een brug te ver. Zijn gezicht betrok, hij ging bedroefd heen. Niet sip of verdrietig, maar je leest er een woord dat gaat over existentiële sadness: weten dat het klopt: hij is verslaafd aan zijn welvaart, aan zijn leefwijze, aan zijn

consumptiepatroon, hij moet afkicken, versoberen, anders gaan leven, maar ja ....

Er zijn vele redenen voor ons, als christenen van vandaag uit de gevestigde kerken in Nederland, om na te denken over onze welvaart, onze leefpatronen, onze mogelijkheden en talenten, al dan niet anders in te zetten voor de wereld die van God is.

(7)

In Deuteromium 15 klinkt het onderwijs van God op een wat indirectere manier. Maar ook daar is de strekking glashelder: er is altijd wat te doen in de wereld, als het gaat om

barmhartigheid en gerechtigheid. Als je middelen hebt,

persoonlijk of als kerk: zet je er voor in, en doe dat met een gul hart en wees niet benepen. Of het nu gaat om mensen en bevolkingen of groepen die in de schulden terecht zijn

gekomen. Of het nu gaat om uitgemergelde gronden en

gebieden, of het nu gaat om vreemdelingen, of om wie of wat dan ook in kommervolle omstandigheden: doe het met een gul hart en wees niet benepen.

Zo gij zijn stem dan heden hoort, gelooft zijn heil- en troostrijk woord, verhardt u niet, maar laat u leiden.

Amen

Zingen: Gezang 912: 1,2,4,6 (‘Neem mijn leven, laat het Heer’)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

THE OTHER SOLAR SCREEN FILMS DIE ANDEREN SOLAR SCREEN FOLIEN OTRAS LÁMINAS SOLAR SCREEN LE ALTRE PELLICOLE SOLAR SCREEN ÖVRIGA FILMER FRÅN SOLAR SCREEN DE ANDERE SOLAr SCREEN

“We willen mensen een spiegel voorhouden,” verduidelijkt Gerd, “en duidelijk maken dat er heel wat mogelijk wordt door samen te werken en erin te geloven, voor onze wijk en

Wie op harde grenzen botst, heeft nood aan en recht op heel wat tijd om te be-zin-nen. Om te zoeken naar een nieuwe zin. Hoe je je er ook tegen verzet, er komt een moment dat

anderstaligen, verstening van de omgeving, profiel werkzoekenden, job aanbod, armoede cijfers,. bevolkingsgroei, aanbod welzijnsvoorzieningen,

Door in te zetten op een persoonl ke aanpak wil HelloProf de aandacht vestigen op de individuele vooruitgang van elke cursist. W geloven hierb sterk in een nauwe samenwerking

En om het allemaal wat dichter bij onszelf te brengen, zeggen ze dan dat niet wij de eigenaars van de aarde zijn, maar dat we de aarde geleend hebben van onze kleinkinderen?.

Want zoals het voor bloemen onmogelijk is om zichzelf te bekleden, En het voor vogels onmogelijk is om zelf hun voedsel te verbouwen Zo is het voor de mens onmogelijk om zijn leven

Vanuit die kérn, de liefde voor elkaar, komen ook de andere vier dingen: met elkaar meeleven, barmhartig zijn, eensgezind en de minste.. Zo werken we als het ware van binnen