• No results found

NL Bloeddrukmeter voor de bovenarm Gebruiksaanwijzing BM 77

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NL Bloeddrukmeter voor de bovenarm Gebruiksaanwijzing BM 77"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BM 77

NL Bloeddrukmeter voor de bovenarm Gebruiksaanwijzing

(2)

1. Omvang van de levering

Controleer of de buitenkant van de verpakking intact is en of alle onderdelen aanwezig zijn. Alvorens het apparaat te gebrui- ken, moet worden gecontroleerd of het apparaat en de toebe- horen zichtbaar beschadigd zijn en moet al het verpakkings- materiaal worden verwijderd. Wij adviseren u het apparaat bij twijfel niet te gebruiken en contact op te nemen met de verko- per of met de betreffende klantenservice.

1 bloeddrukmeter voor de bovenarm 1 manchet voor de bovenarm (24-40 cm) 1 gebruiksaanwijzing

1 beknopte handleiding 1 opbergtas

1 USB-kabel 1 manchethouder

4 AAA-batterijen van 1,5 V (LR03)

NEDERLANDS

1. Omvang van de levering ...2

2. Verklaring van de symbolen ...3

3. Voorgeschreven gebruik ...4

4. Waarschuwingen en veiligheidsrichtlijnen ...4

5. Beschrijving van het apparaat ...7

6. Ingebruikname ...8

7. Gebruik ...10

8. Reiniging en onderhoud ...18

9. Toebehoren en reserveonderdelen ...18

10. Wat te doen bij problemen ...18

11. Verwijdering ...19

12. Technische gegevens ...20

13. Garantie/service ...22 Inhoudsopgave

Geachte klant,

We zijn blij dat u voor een product uit ons assortiment hebt gekozen. Onze naam staat voor hoogwaardige en grondig gecontroleerde kwaliteitsproducten op het gebied van warmte, gewicht, bloeddruk, lichaamstemperatuur, polsslag, zachte therapie, massage, beauty, baby en lucht.

Met vriendelijke groet, uw Beurer-team

Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, bewaar deze voor later

gebruik, laat deze ook door andere gebruikers lezen en neem alle aanwij-

zingen in acht.

(3)

3

2. Verklaring van de symbolen

Op het apparaat, in de gebruiksaanwijzing, op de verpakking en op het typeplaatje van het apparaat worden de volgende symbolen gebruikt:

Waarschuwing

Waarschuwing voor situaties met verwondingsrisico’s of gevaar voor uw gezondheid.

Let op

Waarschuwing voor mogelijke schade aan het apparaat of de toebehoren.

Productinformatie

Verwijzing naar belangrijke informatie.

Handleiding in acht nemen

Lees voor aanvang van het werk en/of het bedienen van apparaten of machines de handleiding.

Scheiding van de toegepaste delen type BFGalvanisch gescheiden toegepast deel (F staat voor floating), voldoet aan de eisen aan lekstromen voor type B.

Gelijkstroom

Het apparaat is alleen geschikt voor gelijkstroom.

Verwijder het apparaat conform de EU-richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment).

Batterijen die schadelijke stoffen bevatten, mogen niet met het huisvuil worden weggegooid.

21 PAP

Verwijder de verpakking overeenkomstig de milieu-eisen.

Fabrikant

Storage/Transport Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid bij opslag en transport

Operating Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid bij gebruik

IP21

Beschermd tegen vaste voorwerpen met een diameter van 12,5 mm en groter en tegen verticaal vallende druppels

SN Serienummer

CE-markering

Dit product voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen.

(4)

3. Voorgeschreven gebruik

Doel

De bloeddrukmeter is bedoeld voor de volautomatische, niet-invasieve meting van de arteriële bloeddruk- en hartslag- waarden aan de bovenarm.

Doelgroep

De bloeddrukmeter is ontwikkeld voor zelfmeting in de thu- isomgeving door volwassenen en is geschikt voor mensen met een bovenarmomtrek die binnen het op de manchet weerge- geven bereik ligt.

Bovendien is het apparaat uitermate geschikt voor het meten van de bloeddruk van vrouwen tijdens de zwangerschap. Dit is in het kader van een klinisch onderzoek met succes getest (Tempestas, instituut voor medisch onderzoek, Cloppenburg, Duitsland).

Indicaties / klinische voordelen

Met dit apparaat kan de gebruiker snel en eenvoudig zijn bloeddruk- en hartslagwaarden registreren. De gemiddelde waarden worden conform internationaal geldende richtlijnen geclassificeerd en grafisch beoordeeld. Het apparaat kan daar- naast eventueel optredende, onregelmatige hartslagen tijdens de meting herkennen en de gebruiker hier door middel van een symbool op het display op wijzen. Het apparaat slaat de geregistreerde meetwaarden op en kan daarnaast gemiddelde waarden van vorige metingen weergeven.

Bovendien heeft deze bloeddrukmeter een hemodynamische stabiliteitsweergave, die in deze gebruiksaanwijzing “rustindi- cator” wordt genoemd. Deze geeft aan of er tijdens de bloed- drukmeting sprake is van voldoende rust in de bloedsomloop

en of de gemeten bloeddruk daarmee overeenkomt met uw rustbloeddruk. Lees meer hierover onder het kopje “Rustindi- cator” in het hoofdstuk “Gebruik”.

De geregistreerde gegevens kunnen zorgverleners helpen bij het diagnosticeren en behandelen van bloeddrukproblemen en dragen zo bij aan een langdurige gezondheidscontrole voor de gebruiker.

4. Waarschuwingen en veiligheidsrichtlijnen

Contra-indicaties

• Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby’s, kinderen en huis- dieren.

• Personen met een beperkt fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen mogen het apparaat alleen gebruiken wanneer het plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon en wanneer zij van deze persoon aanwijzingen hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.

• Alvorens de bloeddrukmeter tijdens een van de volgende situaties te gebruiken, adviseren wij u uw arts te raadplegen:

hartritmestoornissen, doorbloedingsstoornissen, diabetes, zwangerschap, pre-eclampsie, hypotonie, koude rillingen of trillingen.

• Personen met pacemakers of andere elektrische implantaten dienen vóór gebruik van het apparaat hun arts te raadplegen.

• De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een chirur- gisch apparaat met hoge frequenties worden gebruikt.

• Plaats de manchet niet bij personen die een borstamputatie hebben ondergaan.

(5)

5

• Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden tot meer verwondingen.

• Let op dat de manchet niet om een arm wordt aangebracht waarvan de (slag)aderen een medische behandeling onder- gaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire therapie of een arterioveneuze shunt.

Algemene waarschuwingen

• De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie – ze vormen geen vervanging van een medisch onderzoek!

Bespreek uw gemeten waarden met uw arts. Neem in geen geval zelf medische beslissingen op basis van deze waarden (bijv. met betrekking tot de dosering van medicijnen)!

• Het apparaat is alleen bedoeld voor het in deze gebruiksaan- wijzing beschreven gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door oneigenlijk of verkeerd gebruik.

• Het gebruik van de bloeddrukmeter buiten de thuisomgeving of terwijl u in beweging bent (bijv. tijdens een rit in een auto of een ambulance, tijdens een vlucht in een helikopter of tijdens lichamelijke inspanning zoals sport), kan de meetnau- wkeurigheid beïnvloeden en foutieve metingen veroorzaken.

• Aandoeningen aan hart en bloedvaten kunnen leiden tot foutieve metingen of kunnen de meetnauwkeurigheid beïnv- loeden.

• Gebruik het apparaat niet gelijktijdig met andere medische elektrische apparaten (ME-apparaten). Dit kan leiden tot een storing van het apparaat en/of een onnauwkeurige meting.

• Gebruik het apparaat niet buiten de aangegeven omstan- digheden voor opslag en gebruik. Dit kan leiden tot onjuiste meetresultaten.

• Gebruik voor dit apparaat uitsluitend de meegeleverde of in deze gebruiksaanwijzing beschreven manchetten. Het geb- ruik van een andere manchet kan leiden tot onnauwkeurige meetresultaten.

• Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens het oppompen van de manchet kan worden beïnvloed.

• Voer de metingen niet vaker uit dan nodig is. Vanwege een beperking van de bloeddoorstroming kunnen bloeduitstortin- gen ontstaan.

• De bloedsomloop mag niet onnodig lang worden afgebon- den door de bloeddrukmeting. Haal bij storingen van het apparaat de manchet van de arm.

• Breng de manchet uitsluitend om de bovenarm aan. Breng de manchet niet om andere delen van het lichaam aan.

• Kleine kinderen kunnen verstrengeld raken in de luchtslang.

Daarnaast vormen kleine onderdelen bij inslikken verstik- kingsgevaar voor kleine kinderen. Deze moeten daarom altijd onder toezicht staan.

Algemene veiligheidsmaatregelen

• De bloeddrukmeter bestaat uit elektronische onderdelen en precisieonderdelen. De nauwkeurigheid van de meetwaarden en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van de zorgvuldige hantering van het apparaat.

• Stel het apparaat niet bloot aan schokken, vocht, vuil, sterke temperatuurschommelingen en direct zonlicht.

(6)

• Laat het apparaat op kamertemperatuur komen, voordat u met de meting begint. Als de bloeddrukmeter rond de maximale of minimale opslag- en transporttemperatuur is op- geslagen en in een omgeving met een temperatuur van 20 °C wordt gebracht, wordt aanbevolen om ca. 2 uur te wachten alvorens het apparaat te gebruiken.

• Laat het apparaat niet vallen.

• Gebruik het apparaat niet in de buurt van sterke elektromag- netische velden en houd het uit de buurt van radioapparatuur of mobiele telefoons.

• Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, adviseren wij u de batterijen uit het apparaat te halen.

• Zorg ervoor dat de manchetslang niet bekneld raakt of samengedrukt of geknikt wordt.

Maatregelen met betrekking tot het gebruik van batterijen

• Als vloeistof uit een batterijcel in aanraking komt met de huid of de ogen, moet u de betreffende plek met water spoelen en een arts raadplegen.

• Gevaar voor inslikken! Kleine kinderen kunnen batteri- jen inslikken, met verstikking als gevolg. Bewaar batter- ijen daarom buiten bereik van kleine kinderen!

• Explosiegevaar! Werp batterijen niet in vuur.

• Als er een batterij is gaan lekken, moet u veiligheid- shandschoenen aantrekken en het batterijvak met een droge doek reinigen.

• Haal batterijen niet uit elkaar, open ze niet en hak ze niet in stukken.

• Neem de aanduiding van de polariteit (plus (+) en min (-)) in acht.

• Bescherm batterijen tegen overmatige hitte.

• Batterijen mogen niet worden opgeladen en niet worden kortgesloten.

• Haal de batterijen uit het batterijvak als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.

• Gebruik alleen hetzelfde of een gelijkwaardig type bat- terij.

• Vervang altijd alle batterijen tegelijk.

• Gebruik geen accu’s!

Aanwijzingen met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit

• Het apparaat is geschikt voor gebruik in alle omgevingen die in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld, waaronder de thuisomgeving.

• Het apparaat kan bij de aanwezigheid van elektromag- netische storingen mogelijk slechts beperkt worden gebruikt.

Als gevolg daarvan kunnen bijv. foutmeldingen ontstaan of kan het display/apparaat uitvallen.

• Het gebruik van dit apparaat direct naast andere apparaten of opgestapeld met andere apparaten moet worden ver- meden, omdat dit een onjuiste werking tot gevolg kan hebben. Als gebruik op de hiervoor beschreven wijze noodzakelijk is, moeten dit apparaat en de andere apparaten in de gaten worden gehouden om er zeker van te zijn dat ze correct werken.

(7)

7

• Het gebruik van andere toebehoren dan de toebehoren die de fabrikant van dit apparaat vastgelegd of beschikbaar gesteld heeft, kan verhoogde elektromagnetische storingen of een verminderde bestandheid tegen storingen tot gevolg hebben, waardoor het apparaat mogelijk niet correct werkt.

• Als deze instructies niet in acht worden genomen, kan dit de prestatiekenmerken van het apparaat negatief beïnvloeden.

5. Beschrijving van het apparaat

Bloeddrukmeter en manchet

1. Manchet 2. Manchetslang 3. Manchetstekker

4. Aansluiting voor netvoeding en USB-interface 5. Display

6. Geheugentoetsen M1/M2 7. Toets START/STOP 8. Risico-indicator

9. Aansluiting voor de manchetstekker (linkerzijde) 10. Symbool Blue tooth®-overdracht

11. Weergave rustindicator 12. Manchethouder

1 2 3 12

8 10

11

9

5 4

6 7

(8)

Display:

1

2

3

4

5 6 7 11 10 9 8 12

1. Datum / tijd 2. Systolische druk 3. Diastolische druk 4. Gemeten pulswaarde 5. Symbool polsslag 6. Lucht weg laten lopen

7. Nummer van de geheugenplaats / geheugenweergave gemiddelde waarde ( ), ’s ochtends ( ), ’s avonds ( ) 8. Symbool vervangen batterij

9. Gebruikersgeheugen 10. Risico-indicator

11. Symbool hartritmestoornissen 12. Symbool Blue tooth®-overdracht

6. Ingebruikname

Batterijen plaatsen

• Verwijder het deksel van het batterijvak aan de achterzijde van het apparaat.

• Plaats vier batterijen van het type 1,5 V AAA (alkaline type LR 03) in het apparaat. Let goed op dat de batterijen zoals aan- geduid met correcte polariteit geplaatst worden.

• Sluit het deksel van het batterij- vak weer zorgvuldig.

• Alle displayelementen worden

kort weergegeven, op de display knippert . Stel nu, zoals hierna beschreven, de datum en de tijd in.

Als het symbool voor het vervangen van de batterijen permanent wordt weergegeven, kan er niet meer gemeten wor- den en moet u alle batterijen vervangen. Wanneer de batterijen uit het apparaat worden gehaald, moeten de datum en de tijd opnieuw worden ingesteld. De opgeslagen meetwaarden gaan niet verloren.

Gebruik met de netvoeding

U kunt dit apparaat eventueel ook met een netvoeding gebrui- ken. Voordat u de netvoeding op het apparaat aansluit, moet u echter wel de batterijen uit het apparaat halen. Tijdens het gebruik met de netvoeding mogen er geen batterijen meer in het batterijvak zitten, omdat het apparaat hierdoor beschadigd kan raken.

4 x 1,5V AAA (LR03)

(9)

9

• Om mogelijke beschadigingen te voorkomen, mag het appa- raat uitsluitend worden gebruikt met een netvoeding die voldoet aan de in het hoofdstuk “Technische gegevens”

beschreven specificaties.

• Bovendien mag de netvoeding alleen worden aangesloten op de netspanning die op het typeplaatje wordt vermeld.

• Verwijder eerst de beschermkap van de voedingsaansluiting aan de rechterzijde van het apparaat en steek de netvoeding in de daarvoor bestemde ronde aansluiting.

• Steek vervolgens de stekker van de netvoeding in het stop- contact.

• Trek na het gebruik van de bloeddrukmeter eerst de stekker van de netvoeding uit het stopcontact en koppel de netvoe- ding vervolgens los van de bloeddrukmeter. Zodra u de net- voeding uit het stopcontact trekt, verliest de bloeddrukme- ter datum en tijd. De opgeslagen meetwaarden blijven echter bewaard.

Uurweergave, datum, tijd en Blue tooth® instellen De datum en de tijd moeten absoluut worden ingesteld. Alleen zo kunnen uw meetwaarden met de juiste datum en tijd worden opgeslagen en later weer worden opgevraagd.

Het menu voor het configureren van de instellingen kunt u op twee manieren openen:

• Voor het eerste gebruik en na het vervangen van de batterijen:

Als u batterijen in het apparaat plaatst, gaat u automa- tisch naar het betreffende menu.

• Als de batterijen al zijn geplaatst:

Houd bij het uitgeschakelde apparaat de START/STOP- toets ca. 5 seconden ingedrukt.

In dit menu kunt u achtereenvolgens de volgende instellingen configureren:

UurweergaveDatum ➔ TijdBlue tooth®

Uurweergave

Op de display knippert de uurweergave.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/

M2 de gewenste uurweergave en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets .

Datum

Op het display knippert het jaartal.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/

M2 het gewenste jaartal en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets . Op het display knippert de maand.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/

M2 de gewenste maand en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets . Op het display knippert de dag.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/

M2 de gewenste dag en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets .

Als de 12-uursweergave is ingesteld, worden de dag en de maand andersom weergegeven.

(10)

Tijd

Op het display knippert het uur.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/M2 het gewenste uur en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets .

Op het display knipperen de minuten.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/

M2 de gewenste minuten en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets .

Blue tooth®

Op de display knippert het Blue tooth®-symbool.

• Selecteer met de geheugentoetsen M1/M2 of de auto- matische Blue tooth®-gegevensoverdracht geactiveerd (Blue tooth®-symbool knippert) of gedeactiveerd (Blue­

tooth®-symbool wordt niet weergegeven) moet worden en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets . De levensduur van de batterijen wordt verkort door

de overdracht van gegevens via Blue tooth®.

7. Gebruik

Algemene regels bij het zelf meten van de bloeddruk

• Om een zo zinvol mogelijk profiel te genereren over de ontwikkeling van uw bloeddruk en om de vergelijkbaarheid van de gemeten waarden te garanderen, moet u uw bloed- druk regelmatig en altijd op dezelfde tijdstippen van de dag meten. Het wordt daarbij aanbevolen de bloeddruk twee keer per dag te meten: een keer in de ochtend nadat u bent opgestaan en een keer in de avond.

• De meting moet altijd in fysieke rusttoestand uitgevoerd worden. Vermijd daarom metingen op stressvolle momenten.

• Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten, drinken of roken en geen lichamelijke inspanningen verrichten.

• Rust voorafgaand aan de eerste bloeddrukmeting altijd 5 mi- nuten uit!

• Als u vervolgens nog meer metingen na elkaar wilt uitvoeren, moet tussen de afzonderlijke metingen telkens minstens 1 minuut rust worden gehouden.

• Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waarden.

Manchet aanbrengen

• De bloeddruk kan in principe aan beide armen gemeten worden. Bepaalde afwijkingen tussen de gemeten bloeddruk aan de rechter- en linkerarm zijn fysiologisch en volkomen normaal. U dient de meting altijd aan de arm met de hogere bloeddrukwaarden uit te voeren. Raadpleeg daarom eerst uw arts voordat u met de zelfmeting begint. Meet uw bloeddruk voortaan altijd aan dezelfde arm.

• Het apparaat mag alleen met een van de volgende manch- etten worden gebruikt. Deze moet afhankelijk van de omtrek van de bovenarm gekozen worden. Vóór de meting moet met behulp van onderstaande indexmarkering gecontroleerd worden of de manchet goed past.

Ref. No. Omschrijving Armomtrek 163.764* Universele manchet 24-40 cm * in de standaardleveringsomvang inbegrepen

(11)

11

• Breng de manchet om de ontblote bovenarm aan. De doorbloeding van de arm mag niet worden belemmerd, bijvoorbeeld door te strakke kledingstukken.

• De manchet moet zo om de bovenarm worden aangebracht dat de onderste rand 2 tot 3 cm boven de binnenkant van de elleboog en boven de slagader ligt. De slang wijst daarbij naar het midden van de handpalm.

• Steek het uitstekende uiteinde van de manchet door de metalen beugel, vouw eenmaal om en sluit de manchet met behulp van de klittenbandsluiting. De manchet moet strak, maar niet te strak, worden aangebracht. Er moeten nog twee vingers onder de gesloten man- chet passen.

• Deze manchet is geschikt voor u als de indexmarkering ( ) na het aanbrengen van de manchet binnen het OK-bereik ligt.

• Steek nu de manchetslang in de aansluiting voor de manchet stekker.

Juiste lichaamshouding aannemen

• Zorg ervoor dat u tijdens de bloed- drukmeting rechtop en comfortabel zit. Leun met uw rug tegen de stoel en leg uw arm op een ondergrond. Ga niet met gekruiste benen zitten, maar zet uw voeten naast elkaar plat op de grond.

• Let er in ieder geval op dat de manchet zich ter hoogte van het hart bevindt.

• Om een juist resultaat te verkrijgen, is het belangrijk dat u tijdens de meting rustig blijft en niet spreekt.

Bloeddrukmeting uitvoeren

Meting

• Om de bloeddrukmeter te starten, drukt u op de START/STOP-toets . Alle display- elementen worden kort weergegeven.

• Na ongeveer 3 seconden begint de bloeddrukmeter automatisch met de meting. Eerst wordt de manchet opgepompt.

U kunt de meting te allen tijde door middel van de toets START/STOP annuleren.

(12)

Meting

• Daarna wordt de luchtdruk in de manchet langzaam weer verlaagd. Nu start de meting. Zodra er een pols- slag wordt herkend, wordt het symbool voor de pols- slag weergegeven.

• Bij een reeds waargenomen tendens in de richting van een hoge bloeddruk, kan het bij het verlagen van de luchtdruk gebeuren dat de manchet opnieuw tot een hoger drukniveau wordt opgepompt.

• Na afloop van de meting wordt de resterende luchtdruk snel verlaagd.

• De meetresultaten systolische druk, dias- tolische druk en polsslag worden weerge- geven. De weergave van de rustindicator boven het display brandt groen of rood, afhankelijk van de beoordeling van de hemodynamische stabiliteit.

• verschijnt als de meting niet juist kon worden uitgevoerd. Neem in dat geval het hoofdstuk “Wat te doen bij problemen” in acht.

• Selecteer nu het gewenste gebruikersgeheugen door op de geheugentoets M1 of M2 te drukken. Wanneer u geen gebruikersgeheugen kiest, wordt het meetresul- taat opgeslagen in het laatst gebruikte gebruikersge- heugen. Het betreffende symbool of wordt op het display weergegeven.

Meting

• Als de Bluetooth®-functie is geactiveerd, start na het bevestigen van de gebruikersselectie met de START/

STOP-toets de gegevensoverdracht naar de “beurer HealthManager”-app.

• Het Bluetooth®-symbool op het display knippert. Het apparaat probeert nu gedurende ongeveer 30 secon- den verbinding met de app te maken.

• Zodra er een verbinding tot stand is gebracht, stopt het Bluetooth®-symbool met knipperen. Alle meetge- gevens worden overgedragen naar de app. Nadat de gegevens zijn overgedragen, wordt het apparaat auto- matisch uitgeschakeld.

• Als er na 30 seconden geen verbinding met de app kan worden gemaakt, verdwijnt het Bluetooth®-symbool en wordt het apparaat na 3 minuten automatisch uitge- schakeld.

• Wanneer u vergeet het apparaat uit te schakelen, wordt het na ongeveer 3 minuten automatisch uitgeschakeld.

Ook in dit geval wordt de waarde in het geselecteerde of het laatst gebruikte gebruikersgeheugen opgesla- gen.

Overdracht van de meetwaarden via Bluetooth®

De meetwaarden kunnen lokaal op het apparaat worden weer- gegeven en opgeslagen, maar u kunt uw meetresultaten ook via Bluetooth® low energy technology naar uw smartphone overdragen.

(13)

13 Daarvoor hebt u de “beurer HealthManager”-app nodig. Deze kunt u gratis downloaden in de Apple App Store en de Google Play Store.

Systeemvereisten voor de “ beurer HealthManager”-app - iOS ≥ 10.0 / Android™ ≥ 5.0

- Bluetooth® ≥ 4.0

Lijst met compatibele apparaten:

Uit te voeren stappen bij het overdragen van de meetwaarden:

Stap 1: BM 77

Activeer de Bluetooth®-functie op uw apparaat zoals beschreven in het hoofdstuk “Uurweer- gave, datum, tijd en Bluetooth® instellen”.

Stap 2: “ beurer HealthManager”-app Voeg de BM 77 in de “beurer HealthManager”- app toe via “Instellingen/Apparaten” en volg de aanwijzingen op.

Stap 3: BM 77 Voer een meting uit.

Stap 4 BM 77:

(Overdracht van de gege- vens meteen na de meting):

als de Bluetooth®-functie is geactiveerd, worden de gegevens na het bevestigen van de gebruikersselectie met de START/STOP-toets

overgedragen.

Stap 4 BM 77:

(Overdracht van de gege- vens op een later tijdstip):

open de geheugenlaadmo- dus (zie “Meetwaarden ops- laan, opvragen en wissen”) van het gewenste gebru- ikersgeheugen. De gege- vensoverdracht start auto- matisch.

Neem ook de volgende aanwijzingen in acht:

• Zorg ervoor dat de “beurer HealthManager”-app op uw smart- phone altijd geactiveerd en geopend is als u de gegevensove- rdracht naar het apparaat start.

• Aan de hand van het Bluetooth®-symbool op het display kunt u zien dat de gegevensoverdracht wordt uitgevoerd.

• Om een storingsvrije overdracht te garanderen, adviseren wij u om eventueel de beschermhoes van uw smartphone te verwij- deren.

Overdracht van de meetwaarden via USB

Het is ook mogelijk om de gemeten waarden naar de computer over te dragen.

Daarvoor hebt u een in de handel verkrijgbare USB-kabel (meegeleverd) en de computersoftware “beurer HealthMana- ger” nodig. De software kunt u gratis downloaden in het down- loadgedeelte onder Service op www.beurer.com.

(14)

Systeemvereisten voor de computersoftware “ beurer HealthManager”

– vanaf Windows 8.1 – vanaf USB 2.0 (Type-A)

Uit te voeren stappen bij het overdragen van de meetwaarden:

• Sluit uw bloeddrukmeter met behulp van de meegeleverde USB-kabel op uw computer aan. Houd er rekening mee dat het tijdens een meting niet mogelijk is om de

gegevensoverdracht naar de computer te starten.

• Op de display wordt PCPC weergegeven.

Start het verzenden van de gegevens via de computersoft- ware “ beurer HealthManager”.

• Tijdens het verzenden van de gegevens wordt op de display een animatie weergegeven. Als het verzenden van de gegevens is gelukt, wordt dit zoals op afbeelding 1 weergegeven. Als het verzenden van de gegevens is mislukt, wordt een foutmelding zoals op afbeelding 2 weergegeven.

In dit geval onderbreekt u de verbinding met de computer en start u de gegevensoverdracht nogmaals.

• Als de bloeddrukmeter gedurende 30 seconden niet wordt gebruikt of als de communicatie met de computer wordt onderbroken, wordt de bloed- drukmeter automatisch uitgeschakeld.

Resultaten beoordelen

Algemene informatie over de bloeddruk

• De bloeddruk is de kracht waarmee de bloedstroom tegen de wanden van aders drukt. De arteriële bloeddruk verandert in de loop van een hartcyclus constant.

• De bloeddruk wordt altijd in de vorm van twee waarden weergegeven:

– De hoogste druk in de cyclisch wordt systolische druk gen- oemd. Deze ontstaat wanneer de hartspier zich samentrekt en het bloed daardoor in de bloedvaten wordt gedrukt.

– De laagste druk is de diastolische bloeddruk. Dit is de druk die aanwezig is wanneer de hartspier zich volledig uitgerekt heeft en het hart zich met bloed vult.

• Schommelingen in de bloeddruk zijn normaal. Zelfs bij een herhaalde meting kunnen er aanzienlijke verschillen tussen de gemeten waarden optreden. Eenmalige of onregelma- tige metingen geven daarom geen betrouwbare informatie over de werkelijke bloeddruk. Een betrouwbare beoordeling is alleen mogelijk als u regelmatig metingen uitvoert onder vergelijkbare omstandigheden.

Hartritmestoornissen

Dit apparaat kan tijdens de meting eventuele hartritmestoor- nissen identificeren. Indien dergelijke stoornissen worden vast- gesteld, wordt dit na de meting met het symbool aange- geven. Dit kan wijzen op aritmie. Aritmie is een aandoening waarbij het hartritme abnormaal is als gevolg van fouten in het bio-elektrische systeem dat de hartslag stuurt. De symptomen (overslaand hart of voortijdige hartslagen, langzame of te snelle hartslag) kunnen onder meer het gevolg zijn van hartaandoe- Afb. 1

Afb. 2

(15)

15 ningen, ouderdom, lichamelijke aanleg, overmatig gebruik van genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend worden vastgesteld door medisch onderzoek. Raadpleeg uw arts als het symbool vaak wordt weergegeven. Alleen hij kan aritmie detecteren tijdens zijn onderzoek.

Risico-indicator

De meetresultaten kunnen overeenkomstig de volgende tabel geclassificeerd en beoordeeld worden.

Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend worden op- gevat als algemene richtlijn, omdat de bloeddruk per persoon en ook per leeftijdsgroep enz. kan verschillen of afwijken.

Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Uw arts brengt u op de hoogte van uw persoonlijke waarden voor een normale bloeddruk en van de waarde vanaf wanneer de bloeddruk als gevaarlijk moet worden geclassificeerd.

Het staafdiagram op het display en de schaalverdeling op het apparaat geven aan binnen welk gebied de vastgestelde bloeddruk zich bevindt.

Als de systolische en diastolische waarden zich in twee ver- schillende gebieden bevinden (bijv. systolisch in het gebied

“hoog-normaal” en diastolisch in het gebied “normaal”), dan geeft de grafische classificatie op het apparaat altijd het hoogste gebied weer; in het beschreven voorbeeld is dat

“hoog-normaal”.

Gebied van de

bloeddrukwaarden Systolisch

(in mmHg) Diastolisch (in mmHg) Maatregel Niveau 3:

ernstige

hypertonie Rood ≥ 180 ≥ 110 Raadpleeg een arts Niveau 2:

gemiddelde

hypertonie Oranje 160 – 179 100 – 109 Raadpleeg een arts Niveau 1:

lichte hy-

pertonie Geel 140 – 159 90 – 99 Regelmatige con- trole door een arts Hoog-nor-

maal Groen 130 – 139 85 – 89 Regelmatige con- trole door een arts Normaal Groen 120 – 129 80 – 84 Zelfcontrole Optimaal Groen < 120 < 80 Zelfcontrole Bron:

Rustindicator

Een van de meest voorkomende fouten bij het meten van de bloeddruk is dat er op het moment van de meting geen sprake is van voldoende rust in de bloedsomloop bij de gebruiker. In dit geval geven de gemeten systolische en diastolische blo- eddrukwaarde niet de rustbloeddruk weer, die wel nodig is voor de beoordeling van de gemeten waarden.

Deze bloeddrukmeter maakt gebruik van de geïntegreerde hemodynamische stabiliteitsdiagnostiek (HSD) om de hemo- dynamische stabiliteit van de gebruiker tijdens de bloeddruk- meting te meten. Op die manier kan de bloeddrukmeter aan- geven of de bloeddruk bij voldoende rust in de bloedsomloop is vastgesteld.

(16)

Rustindicator

brandt GROEN De gemeten bloeddrukwaarde is bij voldo- ende rust in de bloedsomloop vastgesteld en geeft vrij zeker de rustbloeddruk van de gebruiker weer.

Rustindicator

brandt ROOD Er zijn aanwijzingen voor onvoldoende rust in de bloedsomloop. De bloeddruk- waarden die in dit geval zijn gemeten, weerspiegelen in de regel niet de rust- bloeddruk. Daarom moet de meting na een lichamelijke en geestelijke rusttijd van minstens 5 minuten worden herhaald.

Rustindicator

brandt niet Tijdens de meting kon niet worden bepaald of er sprake was van voldoende rust in de bloedsomloop. Ook in dit geval moet de meting na een rustpauze van minstens 5 minuten worden herhaald.

Onvoldoende rust in de bloedsomloop kan verschillende oorza- ken hebben, zoals lichamelijke belasting, geestelijke inspanning of afleiding, praten of hartritmestoornissen tijdens de meting.

In de meeste gevallen biedt de HSD zeer goede informatie over de aanwezigheid van rust in de bloedsomloop bij een bloed- drukmeting.

Bepaalde patiënten met hartritmestoornissen of permanente geestelijke belasting kunnen echter ook langdurig hemody- namisch instabiel blijven, zelfs na meerdere rustperioden. De nauwkeurigheid van de vastgestelde rustbloeddruk is bij deze gebruikers beperkt.

De HSD heeft net als alle andere medische meetmethoden een beperkte nauwkeurigheid en kan in enkele gevallen onjuiste resultaten leveren. De gemeten bloeddrukwaarden waarbij vol- doende rust in de bloedsomloop is vastgesteld, zijn echter zeer betrouwbaar.

Meetwaarden laden en wissen

Gebruikersgeheugens

De resultaten van iedere succesvolle meting worden samen met de datum en de tijd opgeslagen. Bij meer dan 60 meetgegevens gaan iedere keer de oudste meetgege- vens verloren.

• Om de geheugenlaadmodus te openen, moet u de bloeddrukmeter eerst inschakelen. Druk daarvoor op de START/STOP-toets .

• Selecteer na de volledige weergave binnen 3 secon- den het gewenste gebruikersgeheugen ( / ) met de geheugentoets M1 of M2.

– Als u de gemeten gegevens voor gebruikersgeheugen wilt bekijken, drukt u op de geheugentoets M1.

– Als u de gemeten gegevens voor gebruikersgeheugen wilt bekijken, drukt u op de geheugentoets M2.

(17)

17

Gemiddelde waarden

Als Blue tooth® is geactiveerd (het symbool wordt op de display weergegeven), worden de meetgegevens automatisch verzonden.

Als u op de M1/M2-toets drukt, wordt het verzenden afgebroken en worden de gemiddelde waarden weerge- geven. Het symbool wordt niet meer weergegeven.

Als u gebruikersgeheugen1 hebt geselecteerd, moet geheugentoets M1 worden gebruikt.

Als u gebruikersgeheugen2 hebt geselecteerd, moet geheugentoets M2 worden gebruikt.

Op het display knippert AA.

De gemiddelde waarde van alle in dit gebrui- kersgeheugen opgeslagen meetwaarden wordt weergegeven.

• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).

Op het display knippert AMAM.

De gemiddelde waarde van de ochtendmetin- gen van de laatste 7 dagen wordt weergege- ven (ochtend: 5.00 uur – 9.00 uur).

• Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).

Op het display knippert PMPM.

De gemiddelde waarde van de avondmetin- gen van de laatste 7 dagen wordt weergege- ven (avond: 18.00 uur – 20.00 uur).

Individuele meetwaarden

• Als u de betreffende geheugentoets (M1 of M2) opnieuw indrukt, wordt op het display de laatste afzonderlijke meting weergege- ven (in dit voorbeeld meting 03).

• Als u de betreffende geheugentoets (M1 of M2) opnieuw indrukt, kunt u de afzonderlijke gemeten waarden bekijken.

• Druk op de START/STOP-toets om het apparaat weer uit te schakelen.

U kunt het menu te allen tijde verlaten door op de START/STOP-toets te drukken.

Meetwaarden wissen

• Om alle opgeslagen meetwaarden van een gebruiker te wissen, selecteert u de betreffende meetwaarden eerst zoals beschreven door op de geheugentoets M1/M2 te drukken.

• Op het display knippert AA, de gemiddelde waarde van alle opgeslagen meetwaarden van dit gebruikersge- heugen wordt weergegeven.

• Houd afhankelijk van het geselecteerde gebruikers- geheugen de geheugentoets M1 of M2 ongeveer 5 seconden ingedrukt.

• Op het display wordt CL 00 weergegeven.

Alle waarden van het huidige gebruikers- geheugen worden gewist.

(18)

Individuele meetwaarden wissen

Om afzonderlijke metingen van het betreffende gebrui- kersgeheugen te wissen, moet u eerst een gebruikersge- heugen selecteren.

• Start het laden van de individuele meetwaarden.

• Houd de geheugentoets M1 / M2 5 seconden inge- drukt (afhankelijk van in welk geheugen u zich bevindt).

• De geselecteerde waarde wordt gewist. Het apparaat geeft kort CL 00 weer.

• Herhaal het hierboven beschreven proces als u nog meer waarden wilt wissen.

U kunt het apparaat op elk moment uitschakelen door op de START/STOP-toets te drukken.

8. Reiniging en onderhoud

• Reinig het apparaat en de manchet voorzichtig met alleen een licht bevochtigde doek.

• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.

• Dompel het apparaat en de manchet nooit onder in water, omdat er anders vocht kan binnendringen, waardoor het apparaat en de manchet beschadigd kunnen raken.

• Zorg ervoor dat er geen zware voorwerpen op het apparaat en de manchet worden geplaatst als u deze opbergt. Verwij- der de batterijen. De manchetslang mag niet worden geknikt.

9. Toebehoren en reserveonderdelen

De toebehoren en reserveonderdelen zijn verkrijgbaar via het betreffende servicepunt (zie lijst met servicepunten). Geef het bijbehorende bestelnummer op.

Omschrijving Artikel-/bestelnummer

Universele manchet (24-40 cm) 163.764

Netvoeding (EU) 071.95

USB-kabel 162.928

10. Wat te doen bij problemen

Fout-

melding Mogelijke oorzaak Oplossing EE U hebt tijdens de

meting bewogen of gesproken.

Herhaal de meting na een pauze van een minuut.

Let erop dat u tijdens de meting niet spreekt of beweegt.

Er De gemeten bloed- drukwaarden liggen buiten het meetbereik.

E1 De manchet is niet juist aangebracht, de manchetslang is niet goed aangesloten of het oppompen duurt langer dan 15 secon- den.

Neem de aanwijzin- gen in hoofdstuk 7.1

“Manchet aanbren- gen” in acht.

(19)

19 Fout-

melding Mogelijke oorzaak Oplossing E2 De oppompdruk is

hoger dan 300 mmHg. Herhaal de meting na een pauze van een minuut.

Let erop dat u tijdens de meting niet spreekt of beweegt.

E3 Er is een fout opge- treden bij het opslaan van de meting.

Herhaal de meting na een pauze van een minuut.

Let erop dat u tijdens de meting niet spreekt of beweegt.

E4 De gegevens konden niet via Bluetooth® worden overgedragen.

Neem de aanwijzin- gen in het hoofdstuk

“Overdracht van de meetwaarden via Bluetooth®” in acht.

PCEr De gegevens konden niet naar de computer worden overgedragen.

Neem de aanwijzingen in hoofdstuk “Over- dracht van de meet- waarden via USB” in acht.

De batterijen zijn bijna

leeg. Plaats nieuwe batte-

rijen in het apparaat.

11. Verwijdering

Reparatie en verwijdering van het apparaat

• U mag het apparaat niet zelf repareren of afstellen. Wanneer u dit toch doet, kan een storingsvrije werking niet langer worden gegarandeerd.

• Open het apparaat niet. Wanneer u deze instructie niet in acht neemt, vervalt de garantie.

• Reparaties mogen alleen door de klantenservice of door geautoriseerde verkopers worden uitgevoerd. Controleer voordat u een klacht indient altijd eerst de batterijen en ver- vang deze als dat nodig is.

• Met het oog op het milieu mag het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet met het gewone huisvuil worden weggegooid. U kunt het apparaat inleveren bij gespecialiseerde inzamelpunten in uw land.

Verwijder het apparaat conform de EU-richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke instanties voor afvalverwijdering in uw gemeente.

Batterijen verwijderen

• Deponeer de gebruikte, volledig lege batterijen in de daar- voor specifiek bestemde afvalbakken of bied ze bij het afvalverwerkingsstation of de elektriciteitszaak aan als che- misch afval. U bent wettelijk verplicht de batterijen correct te verwijderen.

(20)

• Deze tekens kunt u aantreffen op batterijen met schadelijke stoffen:

Pb = batterij bevat lood, Cd = batterij bevat cadmium, Hg = batterij bevat kwik.

12. Technische gegevens

Apparaat

Modelnr. BM 77

Type BM 75

Meetmethode Oscillometrische non-invasieve bloed- drukmeting op de bovenarm.

Meetbereik Manchetdruk 0 – 299 mmHg, systolisch 30 – 260 mmHg, diastolisch 30 – 260 mmHg, hartslag 40 –199 slagen/minuut Nauwkeurigheid van

de weergave systolisch ± 3 mmHg, diastolisch ± 3 mmHg,

hartslag ± 5 % van de weergegeven waarde

Meetafwijking max. toelaatbare standaardafwijking conform klinische controle:

systolisch 8 mmHg / diastolisch 8 mmHg Geheugen 2 x 60 geheugenplaatsen

Afmetingen l 175 mm x b 117 mm x h 50 mm Gewicht Ongeveer 518 g (zonder batterijen, met

manchet)

Manchetgrootte 24 tot 40 cm Toegelaten gebruiks-

voorwaarden +10 °C tot +40 °C, 15 % – 85 % relatieve luchtvochtigheid (niet condenserend) Bewaring/vervoer -10 °C tot +60 °C, 10 % – 90 % relatieve

luchtvochtigheid, 700 –1013 hPa omge- vingsdruk

Voeding 4 x 1,5 V AAA-batterijen Levensduur batterij Voor ongeveer 120 metingen, afhanke-

lijk van de hoogte van de bloeddruk c.q.

de oppompdruk

Classificatie Interne voorziening, IP21, geen AP of APG, ononderbroken werking, toepas- singsdeel type BF

Overdragen van gegevens via Blue­

tooth® wireless tech- nology

De bloeddrukmeter maakt gebruik van Blue tooth® low energy technology, frequentieband 2402 MHz – 2480 MHz, zendvermogen max. 4,54 dBm, compatibel met smartphones/tablets met Blue tooth® 4.0

Het serienummer staat op het apparaat of in het batterijvak.

Wijzigingen van de technische gegevens zonder kennisgeving zijn om actualiseringsredenen voorbehouden.

• Dit apparaat voldoet aan de Europese norm EN60601-1-2 (overeenstemming met CISPR 11, IEC61000-3-3,

IEC61000-4-2, IEC61000-4-3, IEC61000-4-4, IEC61000-4-5, IEC61000-4-6, IEC61000-4-8, IEC61000-4-11) en is onder- worpen aan bijzondere veiligheidsmaatregelen op het gebied

(21)

21 van elektromagnetische verdraagzaamheid. Houd er daarbij rekening mee dat draagbare en mobiele HF-communicatie- installaties dit apparaat kunnen beïnvloeden.

• Het apparaat is in overeenstemming met de EU-richtlijn voor medische hulpmiddelen 93/42/EEC, de Duitse wet inzake medische producten en de normen EN1060-1 (Non-inva- sieve bloeddrukmeters deel 1: Algemene eisen) en EN1060-3 (Non-invasieve bloeddrukmeters deel 3: Aanvullende eisen voor elektromechanische bloeddrukmeetsystemen) en IEC80601-2-30 (Medische elektrische toestellen deel 2 – 30:

Bijzondere eisen voor de veiligheid, met inbegrip van essenti- ele gebruikseigenschappen, van automatische non-invasieve bloeddrukmeters).

• De nauwkeurigheid van deze bloeddrukmeter is zorgvuldig gecontroleerd en het apparaat is ontwikkeld met het oog op een lange gebruiksduur. Wanneer het apparaat wordt gebruikt in de geneeskunde moeten meettechnische con- troles met daarvoor geschikte middelen worden uitgevoerd.

Uitgebreide informatie voor het controleren van de nauw- keurigheid kan worden aangevraagd via het serviceadres.

• Wij bevestigen hierbij dat dit product voldoet aan de Euro- pese RED-richtlijn 2014/53/EU. De CE-conformiteitsverkla- ring van dit product vindt u op:

www.beurer.com/web/we-landingpages/de/cedeclarationof- conformity.php.

Adapter

Modelnr. LXCP12-006060BEH

Ingang 100 - 240 V, 50 - 60 Hz, 0.5 A max Uitgang 6 V DC, 600 mA, uitsluitend in verbin-

ding met Beurer bloeddrukmeetappa- raten.

Fabrikant Shenzhen Iongxc power supply co., ltd Beveiliging Het apparaat is dubbel geïsoleerd en

beschikt over een primaire zijdelingse temperatuurbe veiliging,die in geval van gebreken de verbinding tussen het apparaat en de stroom verbreekt.

Verzeker u ervan, dat u de batterijen uit de batterijhouder hebt gehaald, voordat u de adapter gebruikt.

Geïsoleerd / Beschermingsklasse 2 Polariteit van de gelijkstroom aansluiting Behuizing en

afdekplaat De adapterbehuizing beschermt voor Beschermingshet aanraken van delen, die onder stroom staan resp. kunnen staan (vingers, naalden, testhaken).

De Gebruiker mag niet gelijktijdig de patiënt en de uitgangsstekker van de adapter aanraken.

(22)

13. Garantie/service

Beurer GmbH, Söflinger Straße 218, D-89077 Ulm (hierna

“Beurer” genoemd) verleent onder de hierna genoemde voor- waarden en in de hierna beschreven omvang garantie voor dit product.

De hierna genoemde garantievoorwaarden laten de wettelijke garantieverplichtingen van de verkoper uit de koopovereenkomst met de koper onverlet.

De garantie geldt bovendien onverminderd de dwingende wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen.

Beurer garandeert de probleemloze werking en de volledigheid van dit product.

De wereldwijde garantieperiode bedraagt 5 jaar vanaf het mo- ment van aankoop van het nieuwe, ongebruikte product door de koper.

Deze garantie geldt alleen voor producten die de koper als consument heeft aangeschaft en die de koper uitsluitend voor persoonlijke doeleinden in het kader van thuisgebruik gebruikt.

Het Duitse recht is van toepassing.

Als dit product tijdens de garantieperiode onvolledig of wat betreft de werking gebrekkig overeenkomstig de volgende bepalingen blijkt te zijn, zal Beurer overeenkomstig deze ga- rantievoorwaarden een gratis vervangende levering of reparatie verzorgen.

Als de koper een garantieclaim wil indienen, neemt hij eerst contact op met de lokale verkoper: zie de meege- leverde lijst “Service International” met serviceadressen.

De koper krijgt dan nadere informatie over de afwikkeling van de garantieclaim, bijvoorbeeld over waar hij het product naar- toe moet sturen of welke documenten nodig zijn.

Er kan alleen aanspraak op garantie worden gemaakt als de koper

– een kopie van de factuur/aankoopbon en – het originele product

aan Beurer of een geautoriseerde partner van Beurer kan overleggen.

Uitdrukkelijk uitgesloten van deze garantie zijn

– slijtage die veroorzaakt is door normaal gebruik of verbruik van het product;

– met dit product meegeleverde toebehoren die bij correct gebruik slijten of verbruikt worden (bijvoorbeeld batterijen, accu’s, manchetten, afdichtingen, elektroden, lampen, opzetstukken en inhalatortoebehoren);

– producten die oneigenlijk en/of anders dan vermeld in de bepalingen van de gebruiksaanwijzing gebruikt, gereinigd, opgeborgen of onderhouden zijn en producten die door de koper of door een niet door Beurer geautoriseerd service- center geopend, gerepareerd of omgebouwd zijn;

– schade die tijdens het transport tussen fabrikant en klant en/of tussen servicecenter en klant ontstaat;

– producten die als B-stockartikelen of als gebruikte artikelen gekocht zijn;

(23)

23 – gevolgschade die op een gebrek van dit product berust

(voor dit geval kunnen echter aanspraken uit produc- taansprakelijkheid of uit andere dwingende wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen bestaan).

Reparaties of een complete vervanging verlengen in geen geval de garantieperiode.

(24)

658.32_BM77_2020-04-01_02_IM2_BEU_NL Fouten en wijzigingen voorbehouden Beurer GmbH • Söflinger Str. 218 • 89077 Ulm, Germany

www.beurer.com • www.beurer-healthguide.com

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ze noteren enkele gegevens over productie en gebruik van de oplader, waaruit blijkt dat niet wordt voldaan aan enkele uitgangspunten in de groene chemie.. 3p 14 Noteer bij elk

door de molaire massa van NaSi (bijvoorbeeld via Binas-tabel 99: 51,08 g mol –1 ) en de uitkomst vermenigvuldigen met 2,5 respectievelijk (100–x) delen door de molaire massa van NaBH 4

Er is echter nog een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan, voordat de toepassing van deze batterijen duurzaam kan worden genoemd. 2p 6 Noem nog twee voorwaarden,

Soms leveren batterijen wel voldoende spanning maar niet voldoende stroomsterkte om een gebruiker te laten werken.. Je kan de batterijen ook parallel schakelen om bij een zelfde

Deze projectoproep is gericht op projecten die op termijn een meerwaarde voor zowel de indiener als voor het Vlaams Gewest en/of de OVAM en Bebat kunnen genereren en dus

Verder is R~r de thermische helastingsweerstand aan de koude zijde; deze wordt gevormd door de houder van de fotomultiplikatorbuis naar de omge- ving en ·de in de

▪ Rood lampje brandt: lader op het net aangesloten. ▪ Rood lampje brandt en groen lampje knippert: de batterij laadt op. ▪ Rood en groen lampje branden: batterij is volledig

Gebruik door deze personen is alleen toegestaan wanneer het plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon, of wanneer zij van deze per-