Verslag over de doorlichting van Academie Schoten Beeld Muziek Woord Dans te SCHOTEN

(1)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

dlsec@onderwijsinspectie.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van

Academie Schoten Beeld Muziek Woord Dans te SCHOTEN

Hoofdstructuur deeltijds kunstonderwijs Instellingsnummer 49932

Instelling Academie Schoten Beeld Muziek Woord Dans Beleidsverantwoordelijke Lisbeth WOLFS

Adres Jozef Van Craenstraat 4 - 2900 SCHOTEN Telefoonnummer 03 685 02 56

E-mail lisbeth.wolfs@schoten.be Website www.academieschoten.be

Bestuur Adres

Gemeentebestuur van Schoten Verbertstraat 3 - 2900 SCHOTEN

Dagen van het doorlichtingsbezoek 25-10-2019, 26-10-2019, 04-11-2019, 05-11-2019, 06-11- 2019, 07-11-2019, 08-11-2019

Samenstelling van het doorlichtingsteam Hilde QUIX Rieka HÉRIE Lizzy PAUWELS Elise SIMOENS Jo STIJNEN

(2)

INHOUDSTAFEL

1 Toelichting bij het doorlichtingsverslag...3

1.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? ...3

1.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? ...3

1.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? ...3

1.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie?...4

1.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting? ...4

2 Administratieve situering ...5

3 In welke mate ontwikkelt de academie haar eigen kwaliteit? ...5

4 In welke mate verstrekt de academie kwaliteitsvol onderwijs?...8

4.1 Het personeelsbeleid en de professionalisering ...8

4.2 Beeldatelier in de derde graad...10

4.3 SAA tekenkunst ...12

4.4 Muzikale en culturele vorming: folk- en wereldmuziek in de derde graad...13

4.5 Muzikale en culturele vorming: klassiek in de derde graad...15

4.6 Harp: klassiek ...16

4.7 Klarinet: klassiek ...18

4.8 Verteltheater-stemregie ...20

4.9 Woordlab ...22

4.10 Dansinitiatie ...24

4.11 Danslab...25

5 In welke mate voert de academie een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?27 6 Respecteert de academie de regelgeving?...29

7 Samenvatting...30

7.1 In welke mate ontwikkelt de academie haar eigen kwaliteit?...30

7.2 In welke mate verstrekt de academie kwaliteitsvol onderwijs? ...30

7.2.1 Het personeelsbeleid en de professionalisering...30

7.2.2 De onderwijsleerpraktijk...31

7.3 In welke mate voert de academie een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?...32

8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen...33

(3)

1 Toelichting bij het doorlichtingsverslag

1.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting?

Elke doorlichting biedt een antwoord op twee vragen:

1. In welke mate ontwikkelt de academie haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk?

2. In welke mate verstrekt de academie kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de

kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving?

De onderwijsinspectie beantwoordt deze twee vragen aan de hand van vier onderzoeken:

 een onderzoek van de kwaliteitsontwikkeling

 een onderzoek van de onderwijsleerpraktijk

 een onderzoek van één kwaliteitsgebied

 een onderzoek van het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

1.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit?

De onderwijsinspectie gaat na of de academie tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het OK.

Om de onderzoeksgegevens te verzamelen, gebruikt de onderwijsinspectie verschillende

onderzoeksmethoden en raadpleegt ze uiteenlopende bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken.

1.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie?

De onderwijsinspectie situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de academie aan de hand van ontwikkelingsschalen. Zo wil de onderwijsinspectie de academie stimuleren om de kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus.

Beneden de verwachting

Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn.

Benadert de verwachting

Er zijn, naast sterke punten, ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting.

Volgens de verwachting

Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting.

Overstijgt de verwachting

Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk.

Het ontwikkelingsniveau volgens de verwachting bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Dit niveau betekent dus voluit: ‘volgens de verwachting uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit’.

(4)

Het ontwikkelingsniveau overstijgt de verwachting bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen als volgens de verwachting, maar voor dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk.

De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn:

 De praktijk overstijgt het gangbare.

 De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de leerlingen.

 De praktijk is ingebed in de werking van de academie of de werking van een deelteam.

 De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of specifieke noden van de academie of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit.

 De praktijk kan andere academies inspireren.

1.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie?

De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse Regering over de verdere erkenning van de academie. Er zijn twee adviezen mogelijk.

1. Als de academie in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert de onderwijsinspectie een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten:

 een gunstig advies zonder meer

 een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten.

2. Als de academie niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert de onderwijsinspectie een ongunstig advies. Dit advies heeft twee varianten:

 Een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur van de academie zich bij het werken aan de tekorten extern laat begeleiden. Indien het bestuur van de academie gebruikmaakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting. Die nieuwe doorlichting vindt plaats binnen een termijn die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 Een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het bestuur van de academie kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur van de academie

aangeeft om te rechtvaardigen dat er wel een mogelijkheid moet zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten.

1.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting?

De academie ontvangt het doorlichtingsverslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. Feitelijke onjuistheden kunnen op dat moment nog worden rechtgezet. Het advies en de inschalingen worden echter niet meer gewijzigd.

Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan het beleid of het bestuur van de academie een bijkomende verduidelijking van het doorlichtingsverslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie plant de bespreking zo spoedig mogelijk en het beleid of het bestuur van de academie bepaalt zijn vertegenwoordiging.

Voor meer informatie: raadpleeg www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

(5)

2 Administratieve situering

De academie organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaats(en):

 Jozef Van Craenstraat 4 - 2900 SCHOTEN

 Jozef Van Craenstraat 1 - 2900 SCHOTEN

 Paalstraat 309 - 2900 SCHOTEN

 Sint-Maria-ten-Boslei 10 - 2900 SCHOTEN

 Cordulaplein - 2900 SCHOTEN

 Deuzeldlaan 140 - 2900 SCHOTEN

 Kasteeldreef 61 - 2900 SCHOTEN

 Vordersteinstraat 47 - 2900 SCHOTEN.

3 In welke mate ontwikkelt de academie haar eigen kwaliteit?

(6)

Visie en strategisch beleid

De academie weet wat ze met haar onderwijs wil bereiken, hoe ze de

academiewerking wil vormgeven en hoe ze de ontwikkeling van de leerlingen wil stimuleren. De visie is afgestemd op de input en de context van de academie en op de regelgeving. Ze vindt breed en zichtbaar ingang in de academiewerking en in de onderwijsleerpraktijk. Voorbeelden hiervan zijn de talrijke optredens, de zorgvuldig uitgekiende samenwerkingsprojecten en de leerlingenevaluatie die het leren, het engagement en de motivatie van leerlingen stimuleren. De leraren voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk om de visie te realiseren. Het

engagement dat ze hiervoor aangaan, is enorm. De academie evalueert in een open dialoog haar visie en stuurt ze bij waar nodig. Daarvoor laat zich ze ook inspireren door de leervraag van de leerlingen en de expertise van buiten de academie.

Organisatiebeleid De academie ontwikkelt en voert een beleid, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. De adviesraad en bij uitbreiding de vakgroepen zijn daarbij belangrijke partners. De academie gaat geregeld op zoek naar de mening van leerlingen en ouders. Ze staat open voor externe vragen en verwachtingen en speelt daar geregeld op in. Ze is een actieve partner in het cultureel, sociaal en onderwijskundig beleid van de gemeente. Een doordacht personeels- en

professionaliseringsbeleid en de talrijke formele en informele overlegmomenten stimuleren vernieuwing, reflectie en expertisedeling tussen de teamleden. De academie werkt samen met andere academies om de onderwijsleerpraktijk en de academiewerking te versterken. Gevoed vanuit de academievisie, verrijken masterclasses en orkestuitwisselingen de klaspraktijk zowel voor de leerlingen als voor de leraren. De academie communiceert frequent, transparant en

doelgericht over haar werking met interne en externe belanghebbenden.

Onderwijskundig beleid

De academie ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk. Ze geeft de onderwijsleerpraktijk en de professionalisering vorm aan de hand van

doelgerichte maatregelen en afspraken. Ze maakt afspraken omtrent het gebruik van een intentieplan dat leraren de kans geeft om op een dynamische en

persoonlijke manier op zoek te gaan naar een planning en invulling van de nieuwe onderwijsdoelen. De uitdaging ligt erin om via die intentieplannen ook de horizontale samenhang binnen de domeinen verder uit te werken. De afspraken over intentieplannen, evaluatie en toonmomenten zijn transparant en

doelgericht. Afspraken omtrent objectieve beoordelingscriteria voor de leerlingenevaluatie zijn nog een uitdaging. De academie ondersteunt de teamleden waar nodig en stimuleert op behoedzame wijze professionalisering.

(7)

Systematische evaluatie van de kwaliteit

De academie evalueert verschillende aspecten van de academiewerking systematisch en cyclisch. De academie heeft ook ruime aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. Zo vertrekken de jaarlijkse functioneringsgesprekken vanuit de zelfevaluatie van de leraar over zijn functioneren als kunstenaar-pedagoog. Ook het intentieplan als zelfreflectie- instrument draagt bij tot de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. De adviesraad en de vakgroepen evalueren systematisch projecten, samenwerkingen en professionaliseringsinitiatieven. De academie volgt

afspraken voor de onderwijsleerpraktijk nauwkeurig op en neemt verbeteracties naar aanleiding van vorige evaluaties mee in haar volgende evaluaties. Op die manier creëert de academie een evaluatiecultuur.

Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit

De academie evalueert haar kwaliteit doelgericht op basis van een brede waaier aan kwalitatieve en kwantitatieve bronnen. De academie ontwikkelt

verschillende sjablonen die zij zowel voor de academiewerking als voor de evaluatie gebruikt. Mooie voorbeelden zijn de checklist voor evenementen, de doordachte functiebeschrijvingen en de intentieplannen voor de

onderwijsleerpraktijk. Bij het hele evaluatieproces betrekt de academie relevante interne en externe partners. Ook besteedt ze ruim aandacht aan de resultaten en effecten bij de leerlingen. Zo evalueert zij regelmatig het welbevinden van leerlingen en de toegang tot onderwijs voor kansarmen en analyseert zij

leerlingenevoluties. De rijkdom aan bronnen en de bijhorende analyses maken de evaluaties betrouwbaar.

Borgen en bijsturen De academie heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt systematisch wat kwaliteitsvol is. Zo introduceerde zij vanuit de beeldende en audiovisuele kunsten de intentieplannen in de hele academie. Wat reeds als sterk naar voren kwam in het vorige doorlichtingsverslag is sterk gebleven en verder ontwikkeld. Het professionaliseringsbeleid is daar een opmerkelijk voorbeeld van. De academie ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten. Ze heeft de aandachtspunten uit het vorige

doorlichtingsverslag geanalyseerd en bijgestuurd. De academie houdt bij het bewaken van de kwaliteit rekening met de veranderende context van het nieuwe decreet.

(8)

4 In welke mate verstrekt de academie kwaliteitsvol onderwijs?

4.1 Het personeelsbeleid en de professionalisering

Selectie en aanwerving

De academie gebruikt duidelijke criteria bij het selecteren en aanwerven van de teamleden. De verregaande selectieprocedure vertrekt vanuit de academievisie en gaat gepaard met diepgaande gesprekken en proeven. De academie versterkt de betrouwbaarheid van haar selectieprocedure door er steeds vakexperten en/of beleidsmedewerkers bij te betrekken. Tegelijk waakt ze er zo extra over dat nieuwe teamleden beschikken over competenties die de werking van de

academie optimaal verruimen of versterken. De manier waarop de academie teamleden selecteert en aanwerft, is een voorbeeld van goede praktijk.

Coaching en beoordeling

De academie voert informele en formele gesprekken met de teamleden en heeft gerichte aandacht voor coaching. Ze vertrekt daarbij vanuit vertrouwen, respect en waardering. De intentieplannen en de zelfevaluerende functiebeschrijvingen dienen als leidraad voor de formele gesprekken. De teamleden krijgen feedback over de manier waarop ze hun opdracht vervullen. Zo bespreekt de academie met haar teamleden onder meer het studierendement van de leerlingen. Het geven van genuanceerde feedback over de klaspraktijk, is echter nog een groeikans. Aangezien voor elke leraar de les- en schoolopdracht helder in kaart gebracht zijn, slaagt de academie erin een rechtvaardig evaluatiebeleid te voeren. Het documenteren en officialiseren van het evaluatieproces is nog een aandachtspunt.

(9)

Professionalisering In de academie staat het voortdurend leren van het academieteam centraal. Via de intentieplannen brengt de academie jaarlijks de professionaliseringsnoden van de teamleden in kaart. Opmerkelijk daarbij is dat de gedrevenheid van personeelsleden de voorwaarde is om professionaliseringsactiviteiten in te richten. De academie koppelt de professionaliseringsnoden aan haar prioritaire doelen en visie. Het academieteam is een professionele leergemeenschap die consequent en doelgericht aandacht besteedt aan het verhogen en actualiseren van haar expertise en expertisedeling. De diverse initiatieven van co-teaching en collegiale visitatie en de expertisedeling binnen het team woordkunst-drama zijn daar mooie voorbeelden van. De academie speelt ook een voortrekkersrol in het organiseren en invullen van expertiseontwikkeling in samenwerking met

leerplichtonderwijs uit de eigen gemeente en het bredere dko-veld. Zo nemen de harpleraren verschillende initiatieven tot expertisedeling binnen het

harponderwijs in Vlaanderen. Voorts valt op hoe ook het niet-onderwijzend personeel ruime en doelgerichte professionaliseringskansen krijgt. De professionaliseringscultuur heeft een positieve impact op de

onderwijsleerpraktijk. De manier waarop de academie de professionalisering organiseert, is een voorbeeld van goede praktijk.

Aanvangsbegeleiding De begeleiding van beginnende teamleden is gericht op integratie in de

academiewerking. Zo start hun opdracht met een verhelderend gesprek over de visie, de cultuur en de les- en schoolopdracht in de academie. Beginnende teamleden krijgen ook ruime informatie over de administratieve werking en het veiligheidsbeleid van de academie. Eens de veeleisende selectieprocedure achter de rug is, krijgen de beginnende teamleden ruime kansen om zich als

professional op een heel persoonlijke manier verder te ontwikkelen. Daarbij krijgen ze onder meer van hun vakgroepleden begeleiding op maat. Het geven van feedback over de klaspraktijk is nog een aandachtspunt.

(10)

4.2 Beeldatelier in de derde graad

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

Het aanbod spoort gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. Uit de

intentieplannen blijkt dat kennis, vaardigheden en attitudes in beperkte mate de verwachte aandacht krijgen. De volledigheid, het evenwicht van het aanbod en de afstemming op het verwachte beheersingsniveau zijn nog werkpunten.

Leer- en

ontwikkelingsgericht aanbod

De leraren stellen haalbare doelen voor de meeste leerlingen, maar laten kansen liggen om die helder en uitdagend te maken. De afstemming van het

onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen gebeurt eerder intuïtief. Het team heeft nog beperkt aandacht voor betekenisvolle en

verbindende leeractiviteiten die meer gericht zijn op interactie met de leerlingen.

Doordat er geen afspraken zijn over een graduele verticale opbouw van het aanbod, is het curriculum en de organisatie ervan weinig gericht op het bereiken van de doelen.

Leer- en leefklimaat De leraren leveren inspanningen om een positief leer- en leefklimaat te creëren.

Ze behandelen de leerlingen met respect, zorgzaam en vol waardering, maar laten nog kansen liggen om de leerlingen te motiveren door ze uit te dagen.

Doordat de leeractiviteiten niet altijd goed op elkaar aansluiten, benutten de leraren de lestijd niet altijd efficiënt. Het expliciteren van regels, zoals het gebruik van smartphones, is een werkpunt.

(11)

Materiële leeromgeving

De materiële leeromgeving ondersteunt veelal het bereiken van de doelen.

Variëren in het gebruik van de beschikbare leermiddelen en de atelierruimte organiseren in functie van het bereiken van de doelen zijn aandachtspunten.

Feedback De schriftelijke feedback op de evaluatiefiches is duidelijk, constructief en motiverend. Hij vertrekt vanuit de leerervaringen van de leerlingen en is ontwikkelingsgericht. De leraren laten kansen liggen om dezelfde

feedbackbedrevenheid ‘live’ aan te wenden en deze systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader, maar nog beperkt voor het aanbod. De beoordelingscriteria per rol sporen niet met de beheersingsniveaus uit het gevalideerd doelenkader. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie omdat ze de beoordelingen beperkt onderbouwen.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De doorstroom binnen de graad is sterk. Het systematisch bewaken van de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk, zowel individueel als op het niveau van de vakgroep is een verbeterpunt.

(12)

4.3 SAA tekenkunst

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader. De leraren leggen dit per leerjaar vast in een intentieplan. Hieruit blijkt dat het aanbod nagenoeg volledig en evenwichtig is. De afstemming van dat aanbod op de verwachte

beheersingsniveaus is een aandachtspunt.

Leer- en

De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. De leraren kiezen ervoor om twee aparte, complementaire trajecten met een eigen opbouw aan te bieden. Ze kunnen deze organisatie optimaliseren in functie van de te bereiken doelen.

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat waar ruimte is voor twijfel en voor het maken van fouten. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen en waarderen hen. Ze hebben in gelijke mate aandacht voor alle leerlingen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. De leerlingen hebben de kans te participeren bij het maken van afspraken omtrent het leefklimaat.

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De klasorganisatie illustreert het leertraject dat de leerling doorloopt. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in, maar kunnen meer variëren in het gebruik van de beschikbare leermiddelen.

(13)

Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback. Hij is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen, maar houdt niet steeds verband met de lesdoelen. Die lesdoelen per leerjaar expliciteren is een aandachtspunt.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een

transparante, betrouwbare en brede evaluatie omdat ze de beoordelingen weinig onderbouwen. De leraren hebben aandacht voor zowel product- als procesevaluatie.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en het oeuvre van de afstuderende leerlingen tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. Het systematisch bewaken van de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk met aandacht voor de resultaten is een uitdaging.

4.4 Muzikale en culturele vorming: folk- en wereldmuziek in de derde graad

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader, is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De vakgroep folk- en wereldmuziek staat nu voor de uitdaging het aanbod over de vakken van de derde graad heen in kaart te brengen en indien nodig te vervolledigen.

(14)

Leer- en

De leraar benut de beginsituatie van de groep exclusief volwassen leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend en activerend en ondersteunt het leren. De leraar reflecteert samen met de leerlingen, zoekt aansluiting bij hun leef- en belevingswereld en benut geregeld het incidenteel leren. Ze is ook sterk in het aanbieden van betekenisvolle en verbindende inhouden en contexten. Ze verhoogt de zelfstandigheid en gedrevenheid van haar leerlingen door hen bronnen aan te reiken waarmee ze thuis de lesonderwerpen verder kunnen uitspitten. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen.

Leer- en leefklimaat Tussen de leerlingen en de leraar bestaat een partnerschap dat berust op respect, inlevingsvermogen, vertrouwen en dialoog. De leerlingen en de leraar nemen samen verantwoordelijkheid op voor een ontspannen en ordelijke sfeer en een efficiënt gebruik van de lestijd. De leraar motiveert de leerlingen actief door uitdaging en spanning te creëren. Ze inspireert hen en biedt hen bronnen aan om ook thuis zelfstandig de lesonderwerpen verder uit te spitten. De leraar ondersteunt de leerlingen en waardeert hen. Onder meer in de

leerlingenevaluatie valt op hoe de leraar hen een autonome rol in het onderwijsleerproces geeft. De manier waarop de leraar het positief en

stimulerend leer- en leefklimaat vormgeeft, is een voorbeeld van goede praktijk.

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. De ouderdom en nevengeluiden van de computer en beamer zijn een aandachtspunt.

Feedback De leraar geeft geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekt vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Het formuleren van ontwikkelingsgerichte schriftelijke feedback is nog een groeikans.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. Ze is betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Zo zet de leraar in op evaluatievormen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en bij de andere derdegraadsvakken.

Waardevol is ook dat de leerlingen tijdens het evaluatieproces onderling aan expertisedeling doen. De leraar kan het evaluatieproces nog verder versterken door heldere evaluatiecriteria te hanteren en te communiceren met de leerlingen.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden, de individuele gedrevenheid van de leerlingen en het studiesucces tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt.

(15)

4.5 Muzikale en culturele vorming: klassiek in de derde graad

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het lerarenteam staat voor de uitdaging het aanbod nog verder te verfijnen, af te stemmen op alle competenties binnen de rollen en het verwachte

beheersingsniveau te expliciteren.

Leer- en

De meeste leraren stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste leerlingen. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. Door de leerlingen te laten kiezen uit een reeks modules sluit het lerarenteam zo dicht mogelijk aan bij de interesses en de leef- en belevingswereld van de leerlingen. Afspraken over de logische en graduele opbouw van kennis, vaardigheden, attitudes en strategieën zijn echter nog in beperkte mate zichtbaar in de klaspraktijk. De leraren maken het aanbod activerend door te variëren qua inhouden, contexten en groeperingsvormen. De organisatie met heterogene klasgroepen qua leeftijd en voorkennis bemoeilijkt het bereiken van de doelen. Binnenklasdifferentiatie vormt hierbij een werkpunt.

Leer- en leefklimaat De meeste leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Zij motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. Sommige leraren kunnen nog meer investeren in het verhogen van het competentiegevoel van hun leerlingen.

(16)

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de klasbibliotheek en de analoge en digitale uitrusting efficiënt in.

Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De feedback is vooral op het product gericht. Het lerarenteam kan nog groeien in het formuleren van procesgerichte feedback.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatiepraktijk is in volle ontwikkeling. De leraren laten kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie die ingebed is in de onderwijsleerpraktijk en waarin leerlingen betrokken kunnen worden.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en het studiesucces bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. Het team laat nog kansen liggen om bij de

reorganisatie van het vak de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk te bewaken met de nodige aandacht voor de leerprestaties.

4.6 Harp: klassiek

(17)

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig en evenwichtig. Het harpteam heeft in eerste instantie het aanbod van de vakman nagenoeg volledig en grondig uitgewerkt en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De overige rollen ondergaan nu datzelfde proces.

Volledigheid, evenwicht en de concretisering van het beheersingsniveau blijven daarbij een aandachtspunt.

Leer- en

De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Zij spelen op een krachtige manier in op de ontwikkelingsbehoeften en op de leef- en belevingswereld van het erg diverse leerlingenpubliek. Het aanbod is logisch en gradueel opgebouwd, betekenisvol, activerend en ondersteunt het leren.

Bijzonder is de aandacht van de leraren voor het aanreiken van studietips. Het team kan de horizontale samenhang over de vakken heen nog meer bewaken en versterken. De onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen en stimuleert het gebruik van werkvormen waarbij leerlingen samenwerken.

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze motiveren de leerlingen, ondersteunen hen en waarderen hen. Ze gaan vaak met hen in interactie, houden rekening met hun inbreng en komen veelal tegemoet aan hun sociaal-emotionele behoeften. Opvallend is hoe sterk en zwak presterende leerlingen evenveel waardering krijgen. De leerlingen zijn gefocust en betrokken tijdens de les en zorgen zo mee voor een efficiënt gebruik van de lestijd.

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de diverse klepjes- en pedaalharpen die ter beschikking staan in de klas efficiënt in.

Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de leerervaringen van de leerlingen en waarin de doelen duidelijk

herkenbaar zijn. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht.

De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Een van de leraren kan nog groeien in het nagaan of de leerlingen de feedback effectief begrepen en verwerkt hebben. In de evaluatiefiches waakt het team over het evenwicht tussen feedback gericht op de doelen en op de voorbije en de volgende stappen.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De leraren kunnen het evaluatieproces nog transparanter maken door per graad heldere beoordelingscriteria te hanteren en te

communiceren met de leerlingen.

(18)

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en het studiesucces tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De leraren tonen een sterk engagement om de kwaliteit van hun onderwijsleerpraktijk te ontwikkelen met aandacht voor het studierendement bij hun leerlingen.

4.7 Klarinet: klassiek

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. De leraar staat voor de uitdaging het aanbod verder af te stemmen op alle

competenties binnen de rollen en het beheersingsniveau per graad te expliciteren.

Leer- en

De leraar stelt haalbare en uitdagende doelen voor de meeste leerlingen. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. Het aanbod is veelal samenhangend en in beperkte mate betekenisvol. De leraar slaagt er nog slechts in beperkte mate in om het klarinetrepertoire op een strategische wijze in te zetten om een logische en graduele opbouw van de onderwijsdoelen te garanderen. Doordat de leraar overwegend lesgeeft aan individuele leerlingen, laat hij kansen liggen om zijn leerlingen te activeren via variatie in werken groeperingsvormen.

(19)

Leer- en leefklimaat De leraar creëert een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraar motiveert de leerlingen, ondersteunt hen, waardeert hen, gaat met hen in interactie en stelt grenzen waar nodig. Hij bewaakt hierbij het evenwicht tussen taak- en relatiegericht werken. De leraar kan de actieve leertijd van elke leerling nog verhogen.

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraar voorziet in instrumenten die aangepast zijn aan jonge kinderen. Door de beschikbare uitrusting efficiënt in te zetten kan hij de muzikale beleving nog versterken.

Feedback De leraar geeft productgerichte feedback, die duidelijk, constructief en gedoseerd is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De feedback is in beperkte mate gericht op de doelen en de volgende stappen in het leerproces. De leraar laat kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De talrijke toonmomenten in aanwezigheid van meerdere beoordelaars verhogen de betrouwbaarheid. De leraar kan het evaluatieproces nog transparanter maken door heldere beoordelingscriteria te hanteren en daarover te communiceren met zijn leerlingen.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en het studiesucces tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. Door regelmatig te reflecteren over zijn didactisch handelen zou de leraar zijn onderwijsleerpraktijk verder kunnen optimaliseren in functie van krachtige leereffecten.

(20)

4.8 Verteltheater-stemregie

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig. De afstemming van het aanbod op de verwachte

beheersingsniveaus is nog een uitdaging.

Leer- en

De leraar benut de beginsituatie van de leerlingen om voor iedere leerling haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces af te stemmen op de leerbehoeften van iedere leerling. De leraar stimuleert de leerlingen om hun grenzen te verleggen en ze reikt handvaten aan om zelf op zoek te gaan naar kwaliteitsvol tekstmateriaal. Het aanbod is bij uitstek

samenhangend, betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren. De leraar creëert heel bewust ruimte voor zelfontdekkend leren en stimuleert het experimenteren. De onderwijsorganisatie met haar homogene en/of compatibele klasgroepen bevordert het bereiken van de doelen. De manier waarop de leraar het leer- en ontwikkelingsgericht aanbod vormgeeft, is een voorbeeld van goede praktijk.

Leer- en leefklimaat De leraar creëert een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze motiveert de leerlingen, ondersteunt hen, waardeert hen, gaat vaak met hen in interactie en houdt rekening met hun inbreng, maar stelt duidelijke grenzen en bewaakt deze. Ze maakt efficiënt gebruik van de lestijd.

(21)

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraar zet de beschikbare uitrusting efficiënt in.

Feedback Feedback maakt integraal deel uit van het onderwijsleerproces. De feedback is evenwichtig gericht op de persoon, het product, het proces en de zelfregulatie en is ontwikkelingsgericht. De leraar en de leerlingen staan open voor feedback en beschouwen feedback als een belangrijk leermoment. Feedback maakt duidelijk deel uit van het handelingspatroon van de leerlingen. In een klimaat van

veiligheid en vertrouwen krijgen zowel de leraar als de leerlingen kansen om duidelijke, constructieve en motiverende feedback te geven en te krijgen. De manier waarop de leraar feedback geeft, is een voorbeeld van goede praktijk.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Het gehele woordteam is betrokken bij alle evaluaties en toonmomenten wat de betrouwbaarheid ondersteunt. De leraren kunnen de transparantie van de evaluatie nog versterken door heldere beoordelingscriteria per graad te hanteren.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden ruime garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De artistieke prestaties staan centraal in de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk. De doorstroomcijfers zijn sterk. De manier waarop de leraren maximale leereffecten nastreven, is een voorbeeld van goede praktijk.

(22)

4.9 Woordlab

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig. De afstemming van het aanbod op de verwachte

beheersingsniveaus is nog een uitdaging.

Leer- en

De leraren benutten de beginsituatie van de leerlingen om voor iedere leerling haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces af te stemmen op de leerbehoeften van iedere leerling. Tijdens de lessen woordlab krijgen de leerlingen een groot en divers aanbod aan oefeningen en activiteiten.

Het aanbod is bij uitstek samenhangend, betekenisvol en activerend en

ondersteunt het leren. Het sluit aan bij de belevingswereld en de verbeelding van de leerlingen. In elke les is er ruimte voor improvisatie en experiment. De

onderwijsorganisatie bevordert het bereiken van de doelen, is doordacht en heeft een uitermate positieve invloed op het welbevinden van de leerlingen. De manier waarop de leraren het leer- en ontwikkelingsgericht aanbod vormgeven, is een voorbeeld van goede praktijk.

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat met bijzondere aandacht voor wederzijds respect. De leraren motiveren de

leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan steeds met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd.

(23)

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen maar de eerder beperkte oppervlakte van sommige ruimtes blijft een aandachtspunt. De flexibiliteit onder de leraren maakt lokaalwissels, indien vereist, mogelijk. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in.

Feedback Feedback maakt integraal deel uit van het onderwijsleerproces. Feedback is dermate ingeburgerd dat leerlingen zelf het initiatief nemen om na elke oefening feedback te geven. De feedback is evenwichtig gericht op de persoon, het product, het proces en de zelfregulatie en is ontwikkelingsgericht. Dankzij de feedbackcultuur slagen leerlingen erin zichzelf en anderen te evalueren en te verbeteren. In een klimaat van veiligheid en vertrouwen krijgen zowel de leraren als de leerlingen kansen om duidelijke, constructieve en motiverende feedback te geven en te krijgen. Leerlingen beschikken over een vocabularium om

feedback te geven. De manier waarop de leraren en leerlingen feedback geven, is een voorbeeld van goede praktijk.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren evalueren alle toonmomenten. De evaluatie is betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces.

De leraren kunnen de transparantie nog versterken door de beoordelingscriteria per graad helder te formuleren en te communiceren met de leerlingen.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden ruime garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk is sterk gefocust op de artistieke prestaties. De doorstroomcijfers zijn uitstekend. De manier waarop de leraren maximale leereffecten nastreven, waarbij het geven van

ontwikkelingsgerichte feedback onmiskenbaar een dragende pijler is, is een voorbeeld van goede praktijk.

(24)

4.10 Dansinitiatie

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig.

Voor alle rollen is het aanbod evenwichtig en afgestemd op de verwachte moeilijkheidsgraad. De afstemming op het verwachte verwerkingsniveau is nog een aandachtspunt.

Leer- en

De organisatie van graadklassen bemoeilijkt het bereiken van de doelen.

Daardoor stellen de leraren haalbare maar niet altijd uitdagende doelen voor de meeste leerlingen en is afstemming van het onderwijsleerproces op de

beginsituatie van de leerlingen moeilijk te realiseren. Het aanbod is voldoende samenhangend. De leraar laat nog kansen liggen om de doelen te expliciteren en de leerlingen actief te betrekken bij de lessen.

Leer- en leefklimaat De leraar creëert een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze motiveert de leerlingen, ondersteunt hen, waardeert hen, stelt duidelijke grenzen en gaat met hen in interactie. De discipline bij deze jonge leerlingen draagt ertoe bij dat de les efficiënt verloopt.

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraar zet de beschikbare uitrusting efficiënt in.

(25)

Feedback De leraar geeft geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekt vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Het gebruik van beeldspraak zorgt ervoor dat de feedback duidelijk en begrijpbaar is.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. Hoewel alle rollen op de klasvloer aan bod komen, beperkt de evaluatie zich tot de kunstenaar. Die evaluatie is betrouwbaar en breed. De leraar laat nog kansen liggen om te komen tot een transparante evaluatie, die is afgestemd op de jonge leeftijdsgroep.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, het leerlingenwelbevinden en het studiesucces bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De leraar laat nog kansen liggen om de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk te bewaken met bijzondere aandacht voor de resultaten.

4.11 Danslab

Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig.

Voor alle rollen is het aanbod evenwichtig en afgestemd op de verwachte moeilijkheidsgraad. De afstemming op het verwachte verwerkingsniveau is nog een aandachtspunt.

(26)

Leer- en

De organisatie van graadklassen bemoeilijkt het bereiken van de doelen.

Daardoor stellen de leraren haalbare maar niet altijd uitdagende doelen voor de meeste leerlingen en is afstemming van het onderwijsleerproces op de

beginsituatie van de leerlingen moeilijk te realiseren. De leraren laten nog kansen liggen om het aanbod betekenisvol en activerend te maken. De horizontale samenhang tussen klassieke en hedendaagse dans en de aandacht voor de dansterminologie zijn werkpunten.

Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, dagen hen uit, ondersteunen hen, waarderen hen oprecht, gaan met hen in interactie en houden in de mate van het mogelijke rekening met hun inbreng. Duidelijke afspraken zorgen ervoor dat de les efficiënt verloopt.

De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in.

Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Fysieke correcties kunnen de productgerichte feedback meer ondersteunen. De

schriftelijke feedback op de evaluatiefiches is eveneens ontwikkelingsgericht en samenvattend.

Leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De evaluatie kan aan transparantie winnen door de verwachte kennis, vaardigheden en attitudes duidelijk te maken.

De leraren slagen erin elk dansoptreden degelijk te evalueren.

Leereffecten De onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. De leraren laten nog kansen liggen om de kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk te bewaken met bijzondere aandacht voor de

danstechnische resultaten. De doorstroom binnen de tweede graad is nog een werkpunt.

(27)

5 In welke mate voert de academie een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?

Het bestuur van de academie is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. Aan de hand van volgende processen gaat de onderwijsinspectie enkel na of de academie hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert:

 gebouwen en onderhoud

 noodplanning

 valgevaar en toegankelijkheid.

Planning en uitvoering

De academie plant maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade maar neemt die acties slechts gedeeltelijk op in het globaal preventieplan en het jaaractieplan. De risicoanalyses zijn pas opgestart. Daardoor heeft de academie een beperkt overzicht over de nodige acties en laat ze kansen liggen die acties in het jaarplan op te nemen. Daardoor heeft ze ook minder zicht op de uitvoering van de acties.

Ze neemt compenserende maatregelen in afwachting van een uitvoering ten gronde. In het kader van de toegankelijkheid zoekt de academie naar oplossingen wanneer leerlingen in de onmogelijkheid verkeren om bepaalde leslokalen te bereiken.

(28)

Ondersteuning De inrichtende macht ondersteunt de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Bij het veertiendaags overleg binnen de technische gemeentediensten met de semi-externe dienst is ook de academie betrokken. De inrichtende macht voorziet planmatig in voldoende financiële, materiële en personele middelen. Zo is er een opleiding voorzien over bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne voor de contactpersoon van de academie. Voor het schoonmaken van de gebouwen is er gemeentelijk personeel aangesteld. De gemeentelijke gebouwen en lesplaatsen waar de academie gehuisvest is, zijn opvallend goed onderhouden.

Systematische en betrouwbare evaluatie

De academie evalueert enkele processen en bijhorende acties. Omwille van de aanvangsfase van de risicoanalyses, beschikt de academie bij haar evaluaties niet altijd over alle relevante bronnen. Preventieve maatregelen, voortvloeiend uit die risicoanalyses, komen nog niet in de evaluaties voor. Daardoor komt de

betrouwbaarheid van de evaluaties in het gedrang.

Borgen en bijsturen

De academie heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. De academie werkte het merendeel van de opmerkingen uit het vorige doorlichtingsverslag weg. Zo zijn de hiaten, vermeld in het vorige verslag, zoals het opstellen van een globaal preventieplan, een jaaractieplan en een brandpreventieverslag

weggewerkt. De academie bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is. Ze is zich bewust van haar werkpunten en ontwikkelt hiervoor doelgerichte verbeteracties.

(29)

6 Respecteert de academie de regelgeving?

Er werden geen inbreuken vastgesteld.

(30)

7 Samenvatting

Legende

 = beneden de verwachting

 = benadert de verwachting

 = volgens de verwachting

 = overstijgt de verwachting.

7.1 In welke mate ontwikkelt de academie haar eigen kwaliteit?

Visie en strategisch beleid 

Organisatiebeleid 

Onderwijskundig beleid 

Systematische evaluatie van de kwaliteit  Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit 

Borgen en bijsturen 

7.2 In welke mate verstrekt de academie kwaliteitsvol onderwijs?

7.2.1 Het personeelsbeleid en de professionalisering Selectie en aanwerving 

Coaching en beoordeling  Professionalisering  Aanvangsbegeleiding 

(31)

7.2.2 De onderwijsleerpraktijk

Beeldatelier in de derde graad SAA tekenkunst Muzikale en culturele vorming: folk- en wereldmuziek in de derde graad Muzikale en culturele vorming: klassiek in de derde graad Harp: klassiek Klarinet: klassiek Verteltheater-stemregie Woordlab Dansinitiatie Danslab

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader          

Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod          

Leer- en leefklimaat          

Materiële leeromgeving          

Feedback          

Leerlingenevaluatie          

Leereffecten          

(32)

7.3 In welke mate voert de academie een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?

Planning en uitvoering 

Ondersteuning 

Systematische en betrouwbare evaluatie 

Borgen en bijsturen 

(33)

8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen

De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de academie een GUNSTIG ADVIES waarbij het bestuur zich moet engageren om aan de hieronder vermelde tekorten te werken.

De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de academie:

 De kwaliteit borgen van de kwaliteitsontwikkeling.

 De kwaliteit borgen van het personeelsbeleid en de professionalisering.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor saa tekenkunst.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor muzikale en culturele vorming: folk- en wereldmuziek in de derde graad.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor harp: klassiek.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor klarinet: klassiek.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor verteltheater-stemregie.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor woordlab.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor danslab.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor muzikale en culturele vorming: klassiek in de derde graad.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor dansinitiatie.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot het voeren van een doeltreffend beleid op het vlak van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot het leer- en ontwikkelingsgericht aanbod.

 De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor beeldatelier in de derde graad (erkenningsvoorwaarde).