1
Locatieplan heropening BSO IKC de Twijn.
Opgesteld op 15 april 2021
2 Inleiding en beginsituatie:
Voor de volledige heropening van de BSO’s stelt de houder een locatie-specifiek plan op waarin hij beschrijft welke aanvullende maatregelen op de BSO worden getroffen voor een veilige, volledige heropening. Met een plan op maat voor elke specifieke locatie, kan de kinderopvang het mixen tussen verschillende kinderen en medewerkers in de BSO zoveel mogelijk inperken. Hiermee neemt de kans op besmettingen af en zijn de gevolgen t.a.v. quarantaines als gevolg van het bron- en contactonderzoek kleiner wanneer er toch een positieve testuitslag is.
In het plan gaat de houder uit van de kenmerken en (on)mogelijkheden van de eigen locatie en worden de maatregelen uit het protocol Kinderopvang1 en het Generiek Kader van het RIVM zoveel mogelijk in acht genomen. Daarnaast is het van belang oog te hebben voor de impact van de maatregelen op de mentale gezondheid en het welbevinden van de kinderen. Bij de afwegingen die de houder bij deze stappen maakt, staat de sociaal emotionele veiligheid van de kinderen altijd voorop.
Het locatieplan wordt gedeeld met de medewerkers en de IKC raad. Het plan is vanaf vrijdag 17 april terug te vinden op de website van de Twijn.
Door bijgevoegd stappenplan te doorlopen kan de houder inventariseren hoe de huidige situatie is op de BSO en welke maatregelen er mogelijk getroffen kunnen worden. Op de BSO is het, nog meer dan op andere opvanglocaties, per locatie afhankelijk óf en wélke maatregelen er toepasbaar zijn. De houder maakt dus een specifieke afweging voor elke afzonderlijke locatie (maatwerk). Het doel van het locatie specifieke plan is tweeledig:
1. Er is specifiek voor de eigen locatie een bewuste afweging gemaakt welke maatregelen wel en niet uitvoerbaar zijn.
2. Er zijn concrete maatregelen en afspraken vastgelegd in het locatieplan.
Er worden voorafgaand aan de opening van de BSO géén eisen gesteld aan de inhoud of het aantal van de te nemen maatregelen. Daarom geldt het devies: ‘doe wat kan!’
In het locatieplan komen in ieder geval de volgende onderdelen aan bod:
1. Hoeveel verschillende scholen en klassen de locatie bedient en hoe (indien mogelijk) het mixen tussen de verschillende scholen en evt. klassen ingeperkt kan worden
2. Het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en de groepsindeling en hoe (indien mogelijk) het mixen van de kinderen en/of groepen ingeperkt kan worden
3. Het aantal medewerkers en de samenstelling van het team en hoe (indien mogelijk) het mixen van verschillende medewerkers ingeperkt kan worden
4. De fysieke locatie die zij tot hun beschikking hebben en of en hoe door effectief en efficiënt gebruik van binnen- en buitenruimte het mixen van groepen kinderen ingeperkt kan worden.
Stappenplan voor heropening van de BSO
3
"Op IKC De Twijn werken wij vanaf 19 april volgens de reguliere werkwijze welke u van onze BSO gewend bent. Wij houden ons hierbij aan de richtlijnen, zoals wij ook bij het onderwijs hanteren.
Voor het welbevinden van uw kind houden wij de reguliere basisgroepen zoveel mogelijk intact. Aan het einde van de dag worden groepen samengevoegd. Door een hoog ziekteverzuim door Corona is het nodig om gebruik te maken van invalkrachten. In Konnect maken wij duidelijk welke
personeelsleden aanwezig zijn. Enkel op deze manier kunnen wij het BSO aanbod realiseren. Bij een coronabesmetting bij een kind of personeelslid zijn wij genoodzaakt de coronamaatregelen te hanteren en eventueel een groep te sluiten.
Natuurlijk doen wij er alles aan ieder kind een plezierige tijd bij de BSO te geven. Bij het aanbieden van activiteiten zal rekening gehouden worden met de coronamaatregelen. In het locatiewerkplan kunt u onze werkwijze en afspraken terugvinden.
Het locatieplan is opgesteld a.d.h.v. een format dat is aangeleverd door de Branchevereniging kinderopvang Nederland. In het format wordt er gewerkt vanuit een aantal stappen. Voor de volledigheid zijn de stappen doorlopen en uitgewerkt.
Stap 1: Analyse BSO locatie IKC de Twijn De onderstaande stappen zijn doorlopen.
Het aantal scholen en klassen dat door de BSO wordt bediend
Binnen ons Kindcentrum zijn er 17 groepen (waarvan er 13 groepen zijn waar kinderen een BSO contract hebben.
De groepsindeling :
We werken standaard in 2 basisgroepen (max 22 kinderen per groep).We proberen de groepen zo klein mogelijk te houden.
De leeftijd van de kinderen
De leeftijd van de kinderen is variërend van 4 -11 jaar. De meeste kinderen zijn afkomstig uit de kleutergroepen. De kleutergroep vormt al een vaste basisgroep.
Het aantal in te zetten pedagogisch medewerkers
Er worden 7 pm-ers ingezet op de BSO (plus 2 invalkrachten als het nodig is) Tijdens de meivakantie zijn er 5 vaste medewerkers aan het werk.
Het aantal te gebruiken binnen- en buitenruimtes
De BSO ruimte bestaat uit 2 ruimtes voor 2 basisgroepen. Tevens kan de centrale hal gebruikt worden (met speelobjecten) . We hebben een schoolplein (onderbouwplein) en een dakterras tot onze beschikking.
4 Stap 2: Groepsindeling
Wij gaan werken met 2 vaste basisgroepen. De groepen maken gebruik van de verschillende binnen - en buitenruimtes (zie stap 1). De groepen zijn ingedeeld naar leeftijd. De jongste kinderen uit de kleutergroepen vormen een basisgroep en de oudere kinderen vormen een basisgroep (gr 3-6). De groepen zullen zoveel mogelijk in verschillende ruimtes spelen/activiteiten doen. We spreken met elkaar af wie er eerst gebruik maakt van de binnenruimtes en wie van de buitenruimte. Bij slecht weer gebruiken we de centrale hal i.p.v. de buitenruimte.
Stap 3: Indeling van de inzet van het personeel
Dagen Basisgroep1 Basisgroep 2
Maandag Melissa/Nicole Silvia
Dinsdag Melissa/Nicole Michelle/Joram
Woensdag Sabine Silvia
Donderdag Melissa Michelle/Joram
Vrijdag Sabine Nicole
Vaste invalkrachten: Lianne, Ruby en Nella De mentorverdeling: zie bijlage
Meivakantie:
In de meivakantie proberen we zoveel mogelijk te werken in vaste koppels. Het uitgangspunt is, dat er geen samenvoeging plaatsvindt met andere locatie. Uitzondering kan zijn, dat de planning van het personeel het nodig maakt dat er locaties worden samengevoegd. Voor De Twijn geldt dat er één locatie ( verwachting is Schalm) aan de Twijn kan worden toegevoegd.
Stap 4: Indeling voor het gebruik van beschikbare ruimte
Basisgroep 1 Basisgroep 2 Start BSO plus fruit eten BSO ruimte (hoeken) Keuken Spelen /bewegen 1 Centrale hal (beweegobjecten) Buitenruimte
Activiteiten Keuken (BSO aan het roer) BSO ruimte (BSO aan het roer)
Spelen/bewegen 2 Buitenruimte Centrale hal (beweegobjecten)
Het uitgangspunt is dat er zo min mogelijk gemixt wordt van groepen.
Er is een extra uitwijkmogelijkheid in het gebouw. Het PSG lokaal kan worden ingezet, mocht het nodig zijn om de beschikbare ruimte beter te verdelen.
5 Stap 5: Activiteitenaanbod
Zie de indeling van de ruimtes.
Uitleg activiteiten:
BSO aan het roer: zie bijlage (aantekening: ze zijn ‘gebonden’ aan hun vaste ruimte).
Bewegend spelen: in het gebouw zijn verschillende beweegobjecten. Deze zijn te gebruiken door de kinderen. Ze worden uitgedaagd tot bewegen, maar de beweegobjecten worden ook in spelvorm ingezet.
Buitenruimte: in vaste groep mogen de kinderen gebruik maken van het speelplein, de
beweegobjecten buiten en de materialen die de BSO tot zijn beschikking heeft. Ook worden er activiteiten in spelvorm aangeboden.
Stap 6: Locatie-specifieke maatregelen:
De praktijk leert (vanuit de ervaringen tijdens de noodopvang) dat er gewerkt wordt vanuit de bestaande uitgangspunten (terug te vinden in de pedagogische werkplannen). Daarnaast zijn er in het veiligheidsplan specifieke maatregelen rondom Corona opgenomen.
De volgende aanvullingen zijn te benoemen:
Brengen van kinderen uit het speciaal onderwijs
Er worden 3 kinderen vanuit het speciaal onderwijs naar onze locatie gebracht. Deze kinderen worden bij de deur afgezet en een pm-er haalt de kinderen bij de deur op.
Ophalen van kinderen door ouders (zonder locatie te betreden)
De ouders bellen aan en het kind wordt naar de deur gebracht. Waar het kan wordt het halen en brengen gedaan door een stagiaire. Als dit niet lukt, zal de PM-er de kinderen halen of brengen.
Hygiëne maatregelen
De kinderen wassen regelmatig hun handen, in ieder geval bij binnenkomst, na toiletgebruik, voor het eten van fruit/koekje en na het buitenspelen.
De deurenklinken worden 2x per middag extra schoongemaakt. De materialen die gebruikt worden, maken we na afloop schoon.
’s Avonds wordt door het schoonmaakbedrijf alles schoongemaakt.
Thuisregels bij kinderen
In de volgende gevallen moet een kind thuisblijven:
- Kinderen mogen pas weer naar de opvang als zij 24 uur geen klachten meer hebben en naast verkoudheidsklachten verder niet ziek zijn of na een negatieve test.
- Als iemand in het huishouden van het kind naast milde coronaklachten ook koorts (38°C of hoger) en/of benauwdheidsklachten heeft, blijft het kind thuis.
- Als iemand met koorts/benauwdheid in het huishouden van de kinderen negatief getest is voor COVID-19 mogen de kinderen weer naar de opvang.
- Als degene met klachten in het huishouden van de kinderen getest is voor COVID-19 en een positieve testuitslag heeft, dan zijn de adviezen van de GGD over de te nemen maatregelen leidend. Kinderen moeten dan thuis in quarantaine blijven tot en met 10 dagen na het laatste
6 risicocontact met de besmette huisgenoot, als er sprake is van strikte zelfisolatie (dat wil zeggen geen risicocontact tussen de besmette persoon en alle huisgenoten). Als de huisgenoot positief getest is en strikte zelfisolatie is mogelijk, dan mogen alle overige huisgenoten (dus ook kinderen) als zij zelf geen klachten hebben zich vanaf de 5e dag na het laatste risicocontact met de besmette huisgenoot laten testen op COVID-19. Als de
testuitslag negatief is, dan hoeft de quarantaineperiode van 10 dagen niet afgemaakt te worden. Het is van belang om ook daarna alert te blijven op klachten en om opnieuw te testen als zich toch klachten ontwikkelen. Als strikte zelfisolatie niet mogelijk is, moeten kinderen in quarantaine blijven tot en met 10 dagen nadat de huisgenoot met COVID-19 uit isolatie mag.
- Als uit bron- en contactonderzoek of de CoronaMelder app is gebleken dat een kind in nauw contact (dat wil zeggen minimaal 15 minuten cumulatief (dus alle minuten bij elkaar
opgeteld) in 24 uur binnen 1,5 meter afstand) is geweest met een besmette persoon, gaat het kind in quarantaine. Het kind kan zich laten testen op COVID-19 vanaf de 5e dag na het laatste risicovolle contact met de besmette persoon. Ook als het kind geen klachten heeft. Is de uitslag negatief? Dan hoeft de quarantaineperiode van 10 dagen niet afgemaakt te worden. Het is van belang om ook daarna alert te blijven op klachten en om opnieuw te testen als zich toch klachten ontwikkelen.
- Kinderen die terugkeren uit een land of een gebied met een oranje of rood reisadvies vanwege het coronavirus, geldt het dringende advies om bij thuiskomst 10 dagen in quarantaine te gaan. Vanaf de 5e dag kan getest worden op COVID-19. Als de testuitslag negatief is, dan hoeft de quarantaineperiode van 10 dagen niet afgemaakt te worden. Het is van belang om ook daarna alert te blijven op klachten en om opnieuw te testen als zich toch klachten ontwikkelen.
Dit geldt ook als het reisadvies tijdens de reis is veranderd naar oranje of rood.
-
Test bij klachten
- het kind naast verkoudheidsklachten ook koorts heeft en/of benauwd is en/of (meer dan incidenteel) hoest – hierbij geldt: het kind laat zich testen en mag in principe bij een negatieve testuitslag weer naar de opvang;
- het kind ernstig ziek is – laat in die gevallen contact opnemen met de huisarts; die kan besluiten om het kind te laten testen;
- het kind klachten heeft die passen bij COVID-19 EN een huisgenoot (categorie 1-contact) is van iemand die COVID-19 heeft;
- het kind klachten heeft die passen bij COVID-19 EN een contact (categorie 2 of 3) is van iemand die COVID-19 heeft;
- de GGD testen adviseert omdat het kind deel uitmaakt van een uitbraakonderzoek.
Een kind met klachten dat niet is getest, mag weer naar de kinderopvang of school als het 24 uur volledig klachtenvrij is (met een maximum van 7 dagen na de 1e ziektedag in het geval van aanhoudende milde klachten), en niet om andere redenen thuis hoeft te blijven. Daarna mogen kinderen met milde klachten weer naar kinderopvang of school.
Als een kind chronische verkoudheidsklachten, hooikoorts of astma heeft en dit past bij de gebruikelijke klachten, dan kan het kind na overleg tussen ouder en houder naar de opvang. Bij twijfel of als de klachten veranderen moet het kind thuisblijven tot de (nieuwe) klachten voorbij zijn of het bekende klachtenpatroon is teruggekeerd. Het RIVM heeft een handreiking opgesteld en de lokale GGD kan advies geven in specifieke situaties, zie https://lci.rivm.nl/langdurig-neusverkouden- kinderen
7 Tijdspad:
Wat Wie wanneer
Opstellen locatieplan KMT De Twijn 14 – 15 april 2021 Interne communicatie
locatieplan BSO team en TL OK 15 april 2021
Communicatie naar IKC raad KMT de Twijn 15 april 2021 Terugkoppeling vanuit de IKC
raad IKC raad 19 april (voorkeur)
21 april (uiterlijk) Communicatie ouders via de
website
KMT De Twijn Vanaf 19 april of 21 april.
Nota bene:
Onderstaande handreiking is gegeven door de branchevereniging.
Bij het opstellen van een locatie-specifiek plan voor de BSO met behulp van deze handreiking, is het mogelijk dat dit maatregelen betreft die raken aan de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang. Zo moet bijvoorbeeld de omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroepen beschreven staan in het pedagogisch beleidsplan. Als de houder in het kader van deze handreiking de groepsindeling wijzigt of andere maatregelen treft die tot wijziging in het beleidsplan leidt, volstaat het als de houder deze wijzigingen vastlegt in het locatie-specifieke plan. Hierbij is het van belang dat de houder aangeeft tot wanneer dit tijdelijke locatie-specifieke plan van kracht is.
Het adviesrecht van de oudercommissie blijft op dergelijke aanpassingen onverminderd van kracht.
De houder kan samen met de oudercommissie besluiten om de termijn voor de adviesprocedure in te korten. Het is raadzaam om hiertoe op korte termijn in overleg te treden met de oudercommissie.
Gezien de korte termijn voor het opstellen van het locatie-specifiek plan kan de formele
adviesprocedure doorlopen na 19 april, mits de houder (een afvaardiging van) de OC de mogelijkheid biedt in een vroeg stadium betrokken te zijn bij het opstellen van het locatie-specifieke plan.
Voor de Twijn geldt dat dit locatieplan van kracht is gedurende de opgelegde maatregelen. Zodra alle maatregelen worden opgeschort, zal dit locatieplan vervallen
