• No results found

De negatieve gevolgen van de MASSAMIGRATIE voor de EU

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De negatieve gevolgen van de MASSAMIGRATIE voor de EU"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Met bijdragen van:

Bernhard Zimniok (Duitsland) Kosma Złotowski (Polen)

Tom Vandendriessche (Vlaanderen) Hermann Tertsch (Spanje)

Charlie Weimers (Zweden)

Philippe Olivier (Frankrijk) Marcel de Graaff (Nederland) Roman Haider (Oostenrijk) Gunnar Beck (Duitsland)

De negatieve gevolgen van

de MASSAMIGRATIE voor de EU

(2)

2 | INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD...Pagina 03 HOE HET CENTRUM RADICALISEERDE

Tom Vandendriessche, Vlaanderen...Pagina 04 DE GEVOLGEN VAN DE MIGRATIE VOOR DE BINNENLANDSE VEILIGHEID IN DUITSLAND

Bernhard Zimniok, Duitsland...Pagina 07 IMPACT VAN IMMIGRATIE OP DE NEDERLANDSE OVERHEIDSFINANCIËN EN SOCIALE ZEKERHEID

Marcel de Graaff, Nederland...Pagina 10 CEUTA EN MELILLA: MIGRATIE ALS WAPEN

Hermann Tertsch, Spanje...Pagina 13 MIGRATIEDRUK ALS WAPEN IN EEN HYBRIDE OORLOG

Kosma Złotowski, Polen ...Pagina 17 MIGRATIE IN HET VK EN DE INVLOED DAARVAN OP DE BREXIT

Gunnar Beck, Duitsland ...Pagina 20 GROOTSCHALIGE IMMIGRATIE: EEN GEVAAR VOOR DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING

Roman Haider, Oostenrijk ...Pagina 23 WIJ, FRANSEN, LEVEN AL IN JULLIE TOEKOMST

Philippe Olivier, Frankrijk ...Pagina 25 DE ZWEEDSE TRAGEDIE

Charlie Weimers, Zweden ...Pagina 28

(3)

VOORWORD | 3

VOORWOORD

Beste lezers,

Migratie is terug van nooit weg- geweest. Ondanks de coronacri- sis kwam de migratieproblema- tiek opnieuw als een paal boven water te staan. In november onthulde een noodkreet van de Brusselse regering aan het fede- rale niveau nog dat er maar liefst 100.000 illegale migranten in onze hoofdstad verblijven. Ook de stijgende asielaanvragen in België liegen er niet om: het pro- bleem dijt uit en moet dringend worden aangepakt.

Die aanpak kan niet zonder partners. Vermits we de Europese binnen- grenzen hebben afgeschaft, worden de buitengrenzen bewaakt door andere EU-lidstaten. Landen zoals Spanje, Italië, Griekenland, Hon- garije en recent ook Polen ondervinden hoe het is om aan de grens van de Europese Unie te liggen. Jaarlijks worden zij geconfronteerd met losgeslagen migrantenstromen uit Afrika en het Midden-Oosten.

Deze migratiestromen blijven enkel aandikken omdat het opengren- zenbeleid in Europa blijft vigeren. Het Wir schaffen das-beleid uit 2015 van Angela Merkel was het startschot van een niet aflatende migratiecrisis in Europa. De humanitaire en sociaaleconomische gevolgen van een dergelijk beleid waren niet te overzien. Zolang de Europese Unie, maar ook landen zoals België, niet duidelijk te kennen geven dat er geen plaats is voor illegale migranten, zal het aanzu- igeffect onverminderd voortduren.

Onlangs nog toonde onder meer Polen dat een ander migratiebeleid wel degelijk mogelijk is. In weerwil van de Europese Unie, die vooral stilzwijgend wil toekijken hoe Europa overspoeld wordt door illegale migranten, beschermde Polen de Europese buitengrens. Polen ver- vulde daarmee niet meer dan haar plicht uit hoofde van het Schen- genverdrag. Bovendien werkte de resolute aanpak, want de illegale migranten beseften al snel dat een oversteek onmogelijk was.

De grenzen beveiligen en de massamigratie stoppen is dus perfect mogelijk. Het is louter een kwestie van politieke wil, politieke wil die de Europese elites niet voor de dag willen leggen. Het Vlaams Belang en haar Europese bondgenoten tonen echter aan dat er een werk- baar alternatief bestaat voor het opengrenzenbeleid.

De brochure die voor u ligt is dan ook een bundeling van verschil- lende perspectieven, uit verschillende Europese lidstaten, die uit verschillende fracties en partijen komen. Enkel door als Europese bondgenoten samen te werken kunnen we de toekomst van het Avondland verzekeren. Want Europa is te waardevol om onverdedigd achter te laten.

Tom Vandendriessche Europees Parlementslid Brussel, december 2021

(4)

4 | TOM VANDENDRIESSCHE

Net zoals elke ander Westers land werd ook Vlaanderen onderge- dompeld in de multiculturele samenleving. Willens nillens werd onze maatschappij sedert de zestiger jaren van de vorige eeuw het labo van een ongekend experiment. De politieke krachten die vraagtekens hadden bij de loop der zaken, werden op eveneens ongekende ma- nier aangepakt. Dit artikel vertelt het relaas van hoe politici de mig- ratie politiek uitbuitten, van hoe politieke instituties die ooit een ba- ken van vertrouwen en stabiliteit waren, zich in werkelijkheid tegen de democratie keerden en zo eigenhandig het failliet van het liberale systeem inluidden. Dit uit zelfbehoud en machtsstreven.

HET ONTSTAAN VAN DE GASTARBEIDER

In navolging van tal van andere landen in Noordwest-Europa, voerde België na de Tweede Wereldoorlog arbeidsmigranten in. Het betrof grotendeels gastarbeiders uit Spanje, Griekenland en Italië. Omdat de Belgische economie in de zogeheten Trente Glorieuses in ijltempo groeide, zocht de mijnbouwsector extra mankracht. De grootschalige instroom van migranten in de tweede helft van de twintigste eeuw kwam er dus in eerste instantie op vraag van het grootkapitaal, dat goedkope, ongeschoolde en snel inzetbare arbeidskrachten vorder- de. Toen de mijnramp van Marcinelle in 1956 voornamelijk Italiaanse slachtoffers maakte, kwam de Italiaanse regering weigerachtig te staan ten opzichte van Italiaanse arbeidsmigratie naar België. Van- daar sloot de Belgische regering akkoorden met Marokko en Turkije om arbeidsmigranten naar België te halen. En zo geschiedde het ook.

In de jaren ’60 voerde België een heus opengrenzenbeleid aan. Vanaf medio jaren ’60 begon het straatbeeld in steenkoolrijke regio’s en in de grootsteden te veranderen, met alle samenlevingsproblemen die de komst van de niet-Europese gastarbeiders met zich kon mee- brengen van dien. Tot jaren ’70 was het Belgische migratiebeleid dus grotendeels geënt op een marktlogica. Een logica die mensen als verplaatsbare productiefactoren ziet, los van het culturele of meta- fysische. Het hoeft dat ook niet te verbazen dat de liberale politieke familie de vroegste golven van de massamigratie steunde uit hoofde

van het profijt dat zulks opleverde voor de leiders van arbeidsinten- sieve bedrijven op zoek naar ongeschoolde arbeiders. Een illustratief voorbeeld van deze houding vinden we terug in het maatschappelijk debat over de opvang van Hongaarse politieke vluchtelingen na de Hongaarse Opstand van 1956. Daarbij toonde het mijnpatronaat zich uitdrukkelijk voorstander van de grootschalige opvang van Honga- ren, terwijl de socialistische pers bij monde van Vooruit dat net iets minder was.

MIGRATIESTOP

Vanuit hedendaagse bril is het verwonderlijk hoe de sociaaldemocra- ten aanvankelijk weigerachtig stonden ten aanzien van de arbeids- migratie. Toen de economische groei van de Trente Glorieuses op de schop ging als gevolg van de oliecrisis in 1973, besloot België in 1974 een migratiestop in te voeren. In werkelijkheid was hiervan geens- zins sprake. De grenzen bleven open. Om antwoord te bieden op de sociale problemen van gastarbeiders begon men gezinsherenigingen toe te staan. De gastarbeider beitelde zichzelf in België en werd stil- aan maar zeker een permanente migrant.

MOLENBEEK EN VERHOFSTADT

Los van de Vlaamse Beweging waren de eerste politieke centrum- krachten die tegen de migratie ageerden voornamelijk in het Brus- selse te vinden. De Schaarbeekse burgervader Roger Nols (liberaal, later FDF) trok fel van leer tegen de migratie. Nols, van fel pro-Fran- cofone inslag, nam zich voor om niet-Europese vreemdelingen niet langer in zijn gemeente in te schrijven. Ook stelde hij in zijn Appel aux Immigrés de vreemdelingen verantwoordelijk voor de vuilheid en criminaliteit in Schaarbeek. Maar Nols was niet de enige liberaal die van leer trok tegen de migratie. Guy Verhofstadt pootte een visie neer over de islam die vandaag de dag zonder meer als extreem- rechts zou worden weggezet: “De islam is niet alleen een godsdienst

maar ook een ideologie, een sociaal-politieke leer, een maatschappijdoctrine,” liet de liberale-coryfee zich welgevallen na de zaak-Rushdie.1 Later zou Verhofstadt als Belgisch premier met de snel-Belg- Wet de sluizen openzetten. In zijn hoedanigheid van Europees Parlementslid staat Verhofstadt bekend als een hardliner wat betreft Europese integratie op een links-liberaal tempo.

Ook uit socialistische en christendemocratische hoek volgden scherpe reacties en initiatieven op het migrantenthema. PS-kopstuk en Molenbeeks burgemeester Philippe Moureaux pleitte in 1982 voor een gemeentelijke migratiestop. Mourreaux vreesde immers dat de imam de moslims zou op- dragen om niet voor de socialisten te stemmen.

Tegelijkertijd kwam er onder het ministerschap van Mourreaux een Anti-Racismewet die later zou wor- den toegepast op een politieke partij (cfr infra).

Tom Vandendriessche, Vlaanderen

Hoe het centrum RADICALISEERDE

(5)

TOM VANDENDRIESSCHE | 5

HERWAARDERING VAN ALLE WAARDEN

In diezelfde jaren ’80 rees een nieuwe politieke kracht op ter rech- terzijde. Het Vlaams Blok werd in 1978 opgericht uit onvrede met de koers van de Volksunie. Al snel stapelde de jonge partij haar politieke successen op. In 1991 brak de partij door en haalde ze twaalf zetels in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, tot grote nervositeit van de traditionele partijen. Deze traditionele partijen hadden gaandeweg het geweer van schouder veranderd vermits de allochtonen de Bel- gische nationaliteit verkregen en zodus een politieke factor werden.

De traditionele partijen besloten dus om electoraal munt te slaan uit de migrant. Het Vlaams Blok werd als dusdanig een gevaar voor de gevestigde orde.

CORDON SANITAIRE

Toen het Vlaams Blok verkiezingsoverwinning na verkiezingsover- winning boekte, namen de andere partijen zich voor om nooit met het Vlaams Blok te praten of te besturen. Op elk niveau zou men het Vlaams Blok actief miskennen en weerhouden om ooit mee te re- geren. Het gevolg hiervan was dat het Vlaams Blok, zelfs als het de grootste politieke partij was, steeds werd uitgesloten van onderhan- delingen.Op initiatief van Jos Gheysels (Agalev, ecologist) kwam deze bedenkelijke schutskringstrategie te boek te staan als het cordon sanitaire. De systematische uitsluiting van het Vlaams Blok in de me- dia noemde men het cordon médiatique.

VEROORDEELD DOOR HET SYSTEEM, VRIJGESPROKEN DOOR DE KIEZER

Desalniettemin bleef het Vlaams Blok als enigste migratie-kritische partij de wind in de zeilen hebben. Bij de Europese verkiezingen van 1999 boekte de partij een resultaat van 15 %. In datzelfde jaar amen- deerde de paarsgroene regering-Verhofstadt artikel 150 van de Bel- gische grondwet. Luidens dit artikel wordt “De jury ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en drukpers- misdrijven.” Ingevoerd in 1830 was dit artikel uitdrukkelijk opgeno- men in de Belgische grondwet om politieke processen tegen te gaan.

Door politieke misdrijven en drukpersmisdrijven door een volksjury te laten beslechten, legden de grondwetgevers de macht in deze gevoelige zaken terug bij het volk, hetgeen een blijk is van democra- tie. In 1999 werd dit artikel echter geamendeerd door er aan toe te voegen dat drukpersmisdrijven ingegeven door racisme of xenofobie niet voor de jury verschijnen, hetgeen betekent dat ze voorkomen voor de correctionele rechtbank.

En zo geschiedde het ook. In 2000 dienen het Centrum voor Gelij- kheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) en de Liga voor de Mensenrechten klacht in tegen Vlaams Blok omdat de partij de Antiracismewet zou overtreden hebben. In werkelijkheid werden de drie vzw’s achter de partij gedagvaard. De Brusselse rechtbank van eerste aanleg achtte zich onbevoegd en maakte gewag van een politiek proces vanwege de aanklagers. Immers het CGKR was een overheidsorganisatie dat opgericht was in 1993, zijn opdrachten van het parlement ontving en onder toezicht stond van de premier. Ook het Hof van Beroep van Brussel meende dat er sprake was van een politieke afrekening. Na een doorverwijzing naar Cassatie kwam het proces uiteindelijk in de lade van het Gentse Hof van Beroep terecht.

Het Hof van Beroep van Gent achtte dat er voldoende bewijs was dat het Vlaams Blok de wet overtrad, dit omwille van het discours van de partij over migratie en de migranten. De drie vzw’s achter de partij werden veroordeeld voor het aanzetten tot discriminatie, hetgeen het Hof van Cassatie in het najaar van 2004 nogmaals bevestigde.2 Ondanks de veroordeling haalde het Vlaams Blok haar grootste score ooit. Tijdens de Vlaamse verkiezingen van 2004 haalde de partij 24

% van de stemmen en werd zo de grootste partij. Bijna één miljoen Vlamingen stemden op het Vlaams Blok. De partij werd ipso facto veroordeeld door het systeem, maar vrijgesproken door de kiezer.

VLAAMS BELANG

Door het Vlaams Blok door de juridische mallemolen te halen, toonde het systeem haar ware aard. Immers, hoe kan een politieke partij

Tom Vandendriessche is in 1978 geboren. Hij is getrouwd en heeft twee zonen. Hij behaalde een masterdiploma in politieke wetenschappen en een master in bedrijfseconomie (UGent) en was tijdens zijn studentenjaren actief in het KVHV afd. Gent. Na een gevarieerde carrière in de publieke sector en als bedrijfslei- der, werd hij eind 2016 persvoorlichter voor de fractie 'Europa van Naties en Vrijheid' in het Europees Parlement. Hij is sinds 1993 activist voor het Vlaams Blok/Belang en werd in 2019 verkozen voor het Europees Parlement met bijna 70.000 voor- keursstemmen. In 2020 werd hij lid van het partijbestuur van Vlaams Belang waarin hij verantwoordelijk is voor de strategi- sche coördinatie. In het Europees Parlement is hij volwaardig lid van de LIBE-commissie en de ASEAN-delegatie (Zuidoost-Azia- tische landen).

U kunt zich op de hoogte houden van, wat mij bezighoudt via social media:

https://www.tomvandendriessche.vlaanderen/

https://www.twitter.com/TomVandendriese https://www.facebook.com/TomVandendriesscheVB U kunt ook rechtstreeks contact met mij opnemen:

Europees Parlement, ASP 07H153, Rue Wiertz 60, B-1047 Brussel, Tel.: 0032 2 28 45261,

E-Mail: tom.vandendriessche@europarl.europa.eu

Tom VANDENDRIESSCHE

(6)

6 | TOM VANDENDRIESSCHE

degelijk oppositie voeren tegen het migratiebeleid als haar legitieme discours zomaar wordt gehekeld als illegaal. De veroordeling van de partij was dan ook een frontale aanval op de vrijheid van mening- suiting en de democratie. Een partij die een kwart van het Vlaamse electoraat vertegenwoordigde werd buiten de wet gesteld. In wat overduidelijk een politiek proces was, ging de trias politica onderling in collusie. Het systeem, dat de massamigratie vanaf de jaren ’80 en

’90 omhelsde vanwege het politieke potentieel, pende in 2004 een gitzwarte pagina in de Belgische politieke geschiedenis door dissi- denten als dusdanig te veroordelen.

NIEUWE BREUKLIJNEN

Vrijwel meteen na de veroordeling hield men het Vlaams Belang bo- ven de doopvont. Na een mindere periode rijgt de partij de electorale successen opnieuw aan elkaar. Het status quo van de laatste de- cennia bleef immers behouden: een opengrenzenbeleid met als ge- volg groeiende onveiligheid, de omvolking van de grootsteden en de opkomst van de radicale islam verergerden enkel. Het onvermogen van het Belgische systeem om deze problemen het hoofd te bieden vertaalden zich niet enkel in veiligheidsproblemen, maar ook in so- ciale en politieke problemen.

De terreuraanslagen van 22 maart 2016 in Brussel onthulden dat de hoofdstad een broeihaard is van het islamisme in Europa, tot scha en schande van de politici die de andere kant opkeken toen het fout begon te lopen in Brusselse gemeenten zoals Molenbeek, Anderlecht en Schaarbeek. Het cliëntelisme en het bewust onder de mat vegen van bestaande problemen, aangescherpt door de politiek correcte wurggreep op het maatschappelijke debat, creëerden een klimaat waarin zaken niet langer ten gronde kunnen worden besproken. In- middels neemt het onveiligheidsgevoel in de grootsteden enkel toe, samen met de onleefbaarheid.

Wat het sociale betreft stelde de ongevraagde massa-import van all- ochtonen de maatschappij voor voldongen feiten. Aangesterkt door de zelfhaat en de verwaarlozing van de eigen cultuur en tradities is het onmogelijk gebleken om de grote, diverse groepen te integre- ren in de samenleving. Op die manier vertaalt de multiculturaliteit zich ook in een sociaal-cultureel conflict waarbij het wederzijdse onbegrip enkel maar lijkt toe te nemen. De incompatibiliteit van de radicale islam met het Westen stelt de sociaal-culturele problemen enkel en alleen op scherp.

Politiek luidde de massamigratie en bovenal het politieke opportu- nisme van de traditionele partijen stilaan maar zeker het einde in van deze. De sociaaldemocraten kozen ervoor om hun achterban te verlaten en hun heil te zoeken in het nieuwe proletariaat. Het gevolg was dat de arbeidersklasse zich massaal achter het Vlaams Belang begon te scharen. Ook de christendemocratie vervelde van bestuur-

spartij en ruggengraat van de civil society tot een links ideologisch project dat eveneens de ongebreidelde massamigratie vooropstaat.

De liberalen, die met Verhofstadt de snel-Belgwet en het vreemde- lingenstemrecht invoerden, zitten evenzeer volledig op de kar van de open grenzen.

De drie traditionele politieke families die het land al meer dan hon- derd jaar lang bestuurden blijken vandaag allemaal aan hetzelfde zeel te trekken, dat van het globalisme met haar holle links-liberale discours. Vandaar dat er zich een nieuwe politieke breuklijn entte, namelijk deze van het globalisme versus het nationalisme. Parado- xaal genoeg wordt de laatste strekking steevast verweten extreem en een gevaar voor de democratie te zijn. De praktijk leert ons dat de links-liberalen hebben geleerd dat de enige manier om hun sys- teem staande te houden autoritaire maatregelen zijn. Niet de uiters- ten, maar het politieke centrum radicaliseerde. Het doelmatig en op grote schaal veranderen van de bevolkingssamenstelling kan men niet anders dan als radicaal bestempelen. Het buitenspel zetten van politieke tegenstanders is dat ook. De Vlaams Blok-processen van begin 20e eeuw waren hier reeds een exploot van, het recentelijke voornemen om hate speech en vrijheid van meningsuiting verder te beteugelen bouwt verder op datzelfde aura. De nieuwe breuklijn tussen globalisme en nationalisme is daarom meer dan ooit ook één tussen autoritarisme en vrijheid.

Een van de ingangen van het metrostation Maalbeek, in de Wetstraat in Brussel, 2 dagen naar de terroristische aanslag van 22 maart 2016.

© Zinneke - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=47732542

(7)

BERNHARD ZIMNIOK | 7

Bernhard Zimniok, Duitsland

DE GEVOLGEN VAN DE MIGRATIE

voor de binnenlandse veiligheid in Duitsland

INLEIDING

Sinds het begin van de zogenaamde “vluchtelingencrisis” in 2015 zijn de dramatische gevolgen van immigratie voor de bevolking zeer duidelijk geworden, ook al waren veel negatieve ontwikkelingen al decennia eerder in gang gezet door dubieuze beslissingen. Met name uit de jaarlijks door het Bundeskriminalamt (BKA) gepubliceerde misdaadcijfers van de politie blijkt dat er sprake is van grote ver- schillen wat betreft de criminaliteit tussen de autochtone bevolking, buitenlanders en “immigranten” (zoals vluchtelingen in BKA-jargon worden genoemd). Naast andere statistieken van het BKA zullen de misdaadcijfers het hoofdbestanddeel van deze analyse vormen, aangezien de behandeling van andere relevante onderwerpen zoals

“eerwraak”1, clancriminaliteit, door migranten veroorzaakte rellen in de zogenaamde “Party- und Eventszene”2, islamisme en verdere pro- blemen die hun oorsprong vinden in het migratiebeleid te veel plek in beslag zouden nemen.

De massale oververtegenwoordiging van immigranten in de mis- daadcijfers heeft verschillende oorzaken. Het grote aantal jonge mannelijke immigranten die sinds 2015 onder het mom van asiel het land zijn binnengekomen en die in alle samenlevingen het vaakst opvallen vanwege criminele activiteiten, speelt een belangrijke rol.

Zo ligt het aandeel asielzoekers boven de 39 jaar sinds 2015 tussen slechts 13 en 16 %, terwijl het aandeel mannen onder alle asielzoe- kers in het algemeen duidelijk het grootst is, met waarden tussen de 57 (2018 en 2019) en 69 % (2015)3. Dit alleen kan echter de bo- vengemiddeld hoge criminaliteit onder immigranten, die met name in verband met geweldsdelicten en seksuele misdrijven extreem is, nauwelijks verklaren. Ook de sociaal-culturele achtergrond, dat wil zeggen de cultuur en omgeving die verdachten hebben gevormd, speelt hierbij een rol. Het kan bijvoorbeeld geen toeval zijn dat de top tien van de landen van herkomst van asielzoekers tussen 2014 en 2021 met Syrië, Afghanistan, Irak, Turkije, Somalië en Iran over- wegend islamitisch is, terwijl ook Eritrea en Nigeria voor de helft isla- mitisch zijn. Alleen Georgië, een voornamelijk christelijk land, vormt hierop een uitzondering4.

Het Duitse nationale bureau voor de statistiek maakte op 31 decem- ber 2019 bekend dat het aantal “personen die bescherming zoeken”

in Duitsland 1.839.115 bedraagt, wat neerkomt op 2,2 % van de totale bevolking5. In 2020 zijn volgens Mediendienst Migration nog eens 122.170 “vluchtelingen” of “personen die bescherming zoeken” Du- itsland binnengekomen6. De toename van het aantal asielzoekers was in 2020 vanwege de coronacrisis weliswaar gering, maar stijgt nog steeds met een aantal dat gelijk

is aan de bevolking van een volledige Duitse grootstad zoals Ingolstadt – en dat binnen één jaar! Het aantal onder het mom van asiel binnengekomen il- legale migranten overschreed ook in 2021, in september al, de grens van 100.000 mensen – voor het negende

jaar op rij7! Deze kwalificatie is echter nog steeds gebaseerd op de cijfers van het Duitse nationale bureau voor de statistiek van 2019, aangezien tot nu toe geen recentere gegevens werden verzameld.

CRIMINALITEIT IN HET KADER VAN IMMIGRATIE, 2020 Tussen 2016 en 2020 registreerde het BKA 1 989 misdrijven tegen het leven gericht, zoals blijkt uit zijn situatieverslag “Kriminalität im Kon- text von Zuwanderung 2020”. Hieronder werden alle pogingen tot en voltooide misdrijven tegen het leven gericht opgenomen, met inbegrip van moord, doodslag en dood door schuld. In 2020 maakte de politie melding van 370 opgeloste misdrijven tegen het leven gericht, waar- bij er ten minste één immigrant als verdachte gold, een lichte stijging met 13 gevallen in vergelijking met het jaar daarvoor. In 84 van deze gevallen werd iemand om het leven gebracht. “Immigranten” worden dus verdacht van 12,6 % van de voltooide misdrijven bij in totaal 2.947 misdrijven tegen het leven gericht in Duitsland. In de 370 gevallen werden 452 immigranten verdacht, waarbij 14 van hen meteen werden verdacht van meerdere moorddelicten. Immigranten maken 12,4 % uit van de in totaal 3.649 geïdentificeerde verdachten. Zoals hierboven reeds vermeld, maken immigranten echter slechts 2,2 % van de to- tale bevolking uit. Zij zijn dus massaal oververtegenwoordigd, zowel wat betreft het aantal misdrijven tegen het leven gericht als onder de verdachten. Hetzelfde geldt voor misdaden tegen de seksuele zelfbe- schikking, waarbij het aandeel verdachte asielzoekers bij 8,5 % ligt.

Deze gebieden vormden in 2020 een uitzondering, aangezien op alle andere gebieden sprake was van een deels duidelijke afname van het aantal door immigranten gepleegde strafbare feiten8. Gezien de bijzondere situatie als gevolg van de coronapandemie kunnen deze gegevens echter als uitschieter worden aangemerkt, en derhalve wordt het voor de analyse zinvol geacht om de gegevens van 2019 te gebruiken als representatieve periode van voor de coronacrisis.

MISDAADCIJFERS VAN DE POLITIE, 2019

In de misdaadcijfers wordt over het algemeen slechts een onder- scheid gemaakt tussen Duitse verdachten, buitenlandse verdachten en immigranten.

Hieronder volgen het totale aantal geïdentificeerde verdachten voor alle delicten en het aandeel van de dienovereenkomstige bevol- kingsgroep:

Aantal

verdachten Aandeel van alle

verdachten Aandeel totale bevolking

Totaal verdachten: 1.896.221

van wie Duitse verdachten: 1.167.971 61,6 % 84 %

van wie niet-Duitse verdachten: 577.241 30,4 % 13,8 %

van wie immigranten: 151.009 8,0 % 2,2 %

(8)

8 | BERNHARD ZIMNIOK

Gezien de relevantie worden hier enige gebieden van de gewelddadige criminaliteit en het aandeel van de respectievelijke verdachten getoond:

Het is duidelijk dat niet-Duitse verdachten, met een aandeel van 13,8

% van de totale bevolking, en immigranten, met een aandeel van 2,2

% van de totale bevolking, op alle gebieden van de gewelddadige cri- minaliteit oververtegenwoordigd zijn. Met name op het gebied van seksuele misdrijven is de oververtegenwoordiging aanzienlijk. Zo- genaamde immigranten – asielzoekers in ambtenarentaal – zijn hier met bijna een factor van 7 oververtegenwoordigd en ook buitenlan- ders in het algemeen vallen met bijna 37 % bij een aandeel van 14 % van de totale bevolking zeer op in negatieve zin. Ook in verband met gevaarlijke en zware mishandeling vertonen de cijfers een vergelij- kbare verhouding. Dit wordt ook duidelijk in de Duitse gevangenis- sen, waar het aandeel buitenlandse gevangenen reeds in 2019 een hoogtepunt bereikte. Hamburg en Berlijn gingen hierbij aan kop met een aandeel buitenlandse criminelen van respectievelijk 61 en 51 %9. Er moet worden opgemerkt dat zowel in de misdaadcijfers als in de statistiek over gevangenen alleen onderscheid wordt gemaakt op basis van staatsburgerschap en zodoende een mogelijke mig- ratieachtergrond verder niet wordt meegenomen10. Wanneer Duitse staatsburgers met migratieachtergrond en niet-Duitsers bij elkaar zouden worden opgeteld, zou hun aandeel in de misdaadcijfers nog hoger zijn.

VERSLAG OVER GROEPSVERKRACHTINGEN IN 2020 Het BKA heeft cijfers met betrekking tot groepsverkrachtingen in Duits- land in 2020 gepresenteerd. Volgens deze cijfers werd in 704 gevallen aangifte gedaan (710 in 2019)11 en konden 905 verdachten worden geï- dentificeerd. Van deze verdachten was ongeveer 46 %, bijna de helft, geen Duits staatsburger12. De daders zijn voornamelijk afkomstig uit de islamitische landen Irak, Iran, Sy- rië en Afghanistan, maar ook uit de landen ten zuiden van de Sahara13. Hierbij zijn mannen uit Afghanistan – die in 2018 6 % van de verdachten vormden, bij een aandeel van slechts 0,3 % van de totale bevolking – sterk oververtegenwoordigd. Een groot deel van de Afghaanse verdachten pleegde de misdaad tijdens een lo- pende asielprocedure14.

Tal van dergelijke misdaden hebben de samenleving in het recente ver- leden geschokt. Zo vond in 2018 in Freiburg een bijzonder wrede mis- daad plaats, waarbij talrijke daders een 18-jarige vrouw verkrachtten in de buurt van een nachtclub. De martelgang van de jonge vrouw duurde ongeveer tweeënhalf uur15. Later werden tien mannen tot een gevangenisstraf veroordeeld.

Zeven van de aangeklaagde mannen werden door de rechter schul- dig bevonden aan verkrachting. Eén dader werd veroordeeld voor aanranding en twee van de aangeklaagde personen hadden zich volgens de rechter schuldig gemaakt aan hulpverzuim16. Eén van de tien veroordeelden was Duits staatsburger en alle anderen waren als vluchteling naar Duitsland gekomen. De hoofddader, die de vrouw, die zich vanwege alcohol- en drugsgebruik niet kon weren, naar het kleine bos in de buurt van de nachtclub sleepte, haar verkrachtte en vervolgens zijn vrienden erbij haalde, had al eerder moeten worden opgesloten vanwege verschillende strafbare feiten, waaronder een andere verkrachting. Om “opsporingstactische redenen” gebeurde dit echter niet17. Dit leidde ertoe dat hij opnieuw een dergelijke daad kon plegen tegen een jonge vrouw.

Zoals men gemakkelijk kan zien, zijn niet-Duitse ver- dachten met een aandeel van 13,8 % van de totale bevol- king en immigranten met een aandeel van 2,2 % van de totale bevolking massaal oververtegenwoordigd op alle gebieden van gewelddadige criminaliteit.

!

MISDRIJVEN TEGEN HET LEVEN GERICHT (moord, doodslag en dood door schuld):

Aantal

verdachten Aandeel van alle

verdachten Aandeel totale bevolking

Totaal verdachten: 3.838

van wie Duitse verdachten: 2.093 54,6 % 84 %

van wie niet-Duitse verdachten: 1.302 33,9 % 13,8 %

van wie immigranten: 443 11,5 % 2,2 %

GEVAARLIJKE EN ZWARE MISHANDELING:

Aantal

verdachten Aandeel van alle

verdachten Aandeel totale bevolking

Totaal verdachten: 141.232

van wie Duitse verdachten: 68.890 48,7 % 84 %

van wie niet-Duitse verdachten: 52.634 37,3 % 13,8 %

van wie immigranten: 19.708 14 % 2,2 %

VERKRACHTING, AANRANDING EN BIJZONDER ERNSTIG SEKSUEEL GEWELD, OOK MET DE DOOD TOT GEVOLG:

Aantal

verdachten Aandeel van alle

verdachten Aandeel totale bevolking

Totaal verdachten: 8.189

van wie Duitse verdachten: 3.933 48 % 84 %

van wie niet-Duitse verdachten: 3.014 36,8 % 13,8 %

van wie immigranten: 1.242 15,2 % 2,2 %

(9)

BERNHARD ZIMNIOK | 9

Uit de oververtegenwoordiging van niet-Duitse verdachten op dit gebied blijkt bijzonder duidelijk dat grove fouten zijn gemaakt in ver- band met de ongecontroleerde immigratie. Het beleid van open gren- zen heeft duizenden slachtoffers gemaakt, met name vrouwen, die hun leven lang moeten lijden onder de gevolgen van een dergelijke (groeps)verkrachting. Het is geen toeval dat een groot deel van de daders afkomstig is uit islamitische landen, waar een door de cul- tuur ingegeven onderdrukking van de vrouw tot het dagelijks leven behoort.

Waarom wijs ik in verband met de criminaliteit uitdrukkelijk op de oververtegenwoordiging van asielzoekers en niet-Duitsers? Vaak worden ik en mijn partij – Alternative für Deutschland – door het noe- men van dergelijke statistieken ervan beschuldigd “racistisch” ge- motiveerd te zijn. Dit heeft echter niets met de realiteit te maken. Ik wijs op deze feiten, omdat een dergelijke vorm van criminaliteit voll- edig kan worden vermeden. De staat zelf heeft verschillende moge-

lijkheden om te streven naar een beperking van geweldsmisdrijven, bijvoorbeeld door middel van preventieprogramma’s en re-integratie.

Criminaliteit kan van nature niet volledig worden voorkomen. Het aandeel door “vluchtelingen” en niet-Duitsers gepleegde strafbare feiten zou echter tot bijna nul kunnen worden teruggebracht door middel van een restrictief migratie- en asielbeleid, bijvoorbeeld aan de hand van grenscontroles en rigoureuze terugkeeroperaties.

Het is algemeen bekend dat niet alle asielzoekers of migranten po- tentiële criminelen zijn. Desalniettemin rijst de vraag in hoeverre Duitse politici hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de Duitse burger nakomen wanneer zij door hun opengrenzenbeleid dergelijke dramatische gevolgen op de koop toe nemen. Gevolgen die levens kosten, families kapotmaken en levenslange trauma’s voor slach- toffers veroorzaken. Kan het worden gerechtvaardigd asielzoekers bescherming, onderdak en zorg te bieden wanneer een klein aantal van hen zorgt voor een aanzienlijk verval van de binnenlandse vei- ligheid en wanneer daardoor moorden, (groeps)verkrachtingen en andere strafbare feiten mogelijk worden gemaakt? Hierbij mogen we niet vergeten dat al deze dramatische gevolgen kunnen worden vermeden door middel van het concept van bijstand ter plaatse en dat vanwege de duidelijk lagere kosten van het levensonderhoud in de landen van herkomst in vergelijking met Duitsland en de EU veel meer mensen kunnen worden geholpen, in een omgeving die aansluit op hun cultuur en taal, en de kosten hiervan kunnen worden beperkt, zodat ook kan worden gezorgd voor een mogelijk snelle terugkeer

Ik ben sinds 2016 lid van Alternative für Deutschland. In 2019 werd ik gekozen als afgevaardigde in het Europees Parlement, waar ik woordvoerder ben voor het ontwikkelingsbeleid van de Fractie Identiteit en Democratie. Ik kom uit München, ben ge- trouwd en heb een volwassen zoon. Meer informatie over mij vindt u op mijn website.

U kunt zich op de hoogte houden van, wat mij bezighoudt via social media:

https://www.bernhard-zimniok.de/

https://twitter.com/BernhardZimniok https://www.facebook.com/Bernhard.Zimniok https://www.instagram.com/bernhard.zimniok/

https://www.youtube.com/c/BernhardZimniokMdEP https://t.me/zimniok_mep

U kunt ook rechtstreeks contact met mij opnemen:

Europees Parlement, ASP 05F243, Rue Wiertz 60, B-1047 Brussel, Tel.: 0032 2 28 45772,

E-Mail: bernhard.zimniok@ep.europa.eu

Bernhard

ZIMNIOK

naar het land van herkomst. Juist tegen deze achtergrond is het bij- zonder moeilijk om de miljoenen immigranten te rechtvaardigen.

In het belang en ter bescherming van de eigen bevolking moet van de politieke verantwoordelijken kunnen worden verwacht dat zij de voorkeur geven aan een migratie- en asielbeleid op basis van feiten boven een beleid dat door ideologieën wordt ingegeven. Noch de Eu- ropese Commissie, noch de Duitse regering treedt op in het belang van diegenen voor wie zij verantwoordelijk zijn: de eigen burgers.

Alleen Alternative für Deutschland komt op voor de belangen van de Duitse en de Europese bevolking.

(10)

10 | MARCEL DE GRAAFF

Marcel de Graaff - MEP, Nederland

IMPACT VAN IMMIGRATIE op de Nederlandse overheidsfinanciën en sociale zekerheid

De Europese Unie stelt zich op als een actieve promotor van immig- ratie, niet uitsluitend van binnen de EU, maar ook van buiten de EU.

Volgens de Zweedse socialistische politica Ylva Johansson, de huidi- ge Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor het migratiebeleid, is immigratie niet alleen een positief verschijnsel maar bovendien een dwingende noodzaak om de sociale zekerheid betaalbaar te houden in een vergrijzend Europa.1

Deze bewering wordt echter niet gesteund door de feiten. Uit we- tenschappelijk onderzoek in Nederland blijkt ondubbelzinnig dat immigratie ronduit negatieve gevolgen heeft voor het gastland en dat het bovendien niet helpt om de problemen der vergrijzing aan te pakken.

Het berekenen van de kosten en baten van immigratie is in Neder- land net zo’n groot politiek taboe als in de omliggende landen. Weinig onderzoekers willen zich hieraan branden.2 Toch zijn in Nederland de voorbije twee decennia drie wetenschappelijke studies gepubliceerd over de impact van immigratie op de Nederlandse overheidsfinan- ciën en sociale zekerheid. Daarbij konden de onderzoekers putten uit de uiterst gedetailleerde data

van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statisiek (CBS).

Het CBS is een van de beste en meest uitgebreide verzamelaars van statistische data ter we- reld. Dat geeft ook de Europese Unie toe: Het CBS “is recognised as one of the leading National Statistical Institutes (NSI) not only in the European Union but worldwide.”4 De CBS-microdata

zijn zeer gedetailleerde, geanonimiseerde gegevens van alle 17.5 miljoen Nederlandse ingezetenen. De overheid verzamelt die data uitsluitend voor zichzelf, maar gerenommeerde onderzoeksinstituten kunnen toelating krijgen om de door het CBS verzamelde micro-data te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Toelating hiervoor wordt slechts zeer spaarzaam door de autoriteiten verleend om op die manier “ongewenste” en “omstreden kennis” aan het publiek te onthouden.5

De drie studies, respectievelijk gepubliceerd door de Nederlandse overheidsinstelling Centraal Planbureau (CPB) in 2003, het onafhan- kelijke onderzoeksinstituut Nyenrode Forum for Economic Research (NYFER) in 2010, en de Amsterdam School of Economics, een onder- deel van de Universiteit van Amsterdam (UvA) in 2021, berekenden op basis van de CBS-data de kosten en baten van immigranten over hun hele leven, van het moment van geboorte of immigratie, tot het moment van emigratie of overlijden.

De bevindingen van de drie studies tonen dat de financiële kost van immigratie enorm is en op korte termijn het opgebouwde sociale

zekerheidsstelsel zal ontwrichten. Aangezien de demografische en sociaal-economische situatie in Nederland niet wezenlijk verschilt van die in de buurlanden, zijn de bevindingen van de drie Nederland- se wetenschappelijke onderzoeken naar de impact van immigratie ongetwijfeld eveneens van toepassing in die buurlanden.

HET CPB-ONDERZOEK 6

Het Centraal Planbureau (CPB) berekende in 2003 de netto bijdrage van migratie. Het CPB concludeerde drie belangrijke dingen, namelijk (1) dat immigratie een belastende factor is voor Nederland, (2) dat de gemiddelde niet-westerse immigrant niet bijdraagt aan de Ne- derlandse welvaart, en (3) dat immigratie evenmin een compensatie biedt voor de oplopende kosten die gepaard gaan met de vergrijzing van de Nederlandse bevolking.

Het CPB becijferde de netto levensduur kosten van een gemiddelde niet-westerse immigrant die op 25-jarige leeftijd Nederland binnen- komt op € 43.000 (in euro’s van 2001). Een immigrant die op nuljari- ge leeftijd het land binnenkomt, kost zelfs meer dan het dubbele:

net iets minder dan € 100.000.

Het CPB ging in 2003 nog uit van een jaarlijkse instroom van niet- westerse immigranten ter groot- te van 0,05 % van de bevolking (ca. 8.000 personen). Dit stelde de Nederlandse schatkist vol- gens het CPB voor een kost van 0,34 % BBP.

Hoewel het CPB een onderdeel is van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken dat de overheid van economische advies voorziet, leidde het CPB-rapport niet tot een wijziging van het Ne- derlandse immigratiebeleid. De situatie werd alleen maar erger. De autoriteiten waren trouwens niet tevreden met de publicatie van het CPB-rapport. Toen onderzoekers van de Universiteit van Amster- dam in 2017 vroegen om de CBS-data te mogen gebruiken voor een actualisatie van het CPB-onderzoek, werd dit verzoek aanvankelijk zeer weigerachtig onthaald. De UvA-onderzoekers kregen te horen dat het CPB-onderzoek “niet beschouwd moest worden als een goed voorbeeld dat herhaling verdiende.”7

HET NYFER-ONDERZOEK 8

In 2009 vroeg de Partij voor de Vrijheid (PVV) aan het onafhankelijke onderzoeksbureau NYFER om eveneens de kost van de immigratie van niet-westerse allochtonen naar Nederland te berekenen.9 Het NYFER-onderzoek bevestigde de basisconclusie van het CPB, na- melijk dat immigratie van grotendeels ongeschoolde niet-westerse

"Want het is één ding om vrije immigratie te hebben in de arbeidsmarkt. Het is een ander ding om gratis te hebben immigratie in de welvaartsstaat. En je kunt niet beide hebben.

Als je een welvaartsstaat hebt, als je een staat hebt waar iedere inwoner een bepaald minimuminkomen of een

bestaansminimum bestaansminimum wordt beloofd, ongeacht of ze werken of niet, of ze iets produceren of niet.

Dan is dat echt een onmogelijkheid."3

Milton Friedman, Nobelprijswinnaar economie

(11)

MARCEL DE GRAAFF | 11

allochtonen zeer aanzienlijke kosten met zich brengt voor de Neder- landse overheidsfinanciën.

NYFER concludeerde dat een niet-westerse immigrant die op 25-ja- rige leeftijd Nederland binnenkomt, de Nederlandse samenleving netto gemiddeld € 54.800 (in euro’s van 2008) kost. Dat is een be- perkt verschil met de CPB-conclusie als men de geldontwaarding in aanmerking neemt. NYFER berekende de netto kost van een im- migrant die op nuljarige leeftijd Nederland binnenkomt echter op meer dan € 200.000. Het verschil met de berekening van het CPB is te verklaren doordat de kosten voor kinderopvang, buitenschoolse opvang en kindgebonden budgetten sinds 2001 enorm waren toe- genomen.

Ook de instroom van immigranten was intussen enorm toegenomen, waardoor NYFER moest uitgaan van een netto instroom van driedub- bele omgang dan die waarvan het CPB was uitgegaan. Bovendien was NYFER pessimistischer dan het CPB over het tempo waarin de tweede generatie de achterstand op de arbeidsmarkt inhaalt. NYFER berekende de jaarlijkse kost van niet-westerse immigratie voor de Nederlandse schatkist dan ook op zo’n 1 % van het BBP of € 7,2 mil- jard (in euro’s van 2008).

HET UVA-ONDERZOEK 10

Op verzoek van Forum voor Democratie (FvD) publiceerde een team van de Universiteit van Amsterdam (UvA) in maart 2021 een geac- tualiseerd en meer gedetailleerd onderzoek naar de invloed van immigratie in het algemeen (dus niet alleen van niet-westerse im- migranten) op de Nederlandse verzorgingsstaat.11 Eén van de UvA- onderzoekers was voordien werkzaam bij het CPB en was in die hoe- danigheid ook betrokken geweest bij het CPB-onderzoek uit 2003.

De studie nam vier jaar in beslag en concludeerde dat de jaarlijkse

kost van immigratie in het referentiejaar 2016 was opgelopen tot

€ 17 miljard of 2,44 % van het Nederlandse BBP. De totale kosten van immigratie over de periode 1995-2019 bedroeg voor Nederland 400 miljard euro.12

Bijzonder interessant is dat de UvA-studie ook de verschillen per migratiemotief en per land van herkomst onderzocht. Daaruit blijkt dat nagenoeg alle vormen van immigratie een kost zijn voor de Ne- derlandse samenleving, met uitzondering van arbeidsmigranten uit omliggende landen, zoals België, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland en Scandinavië, de Angelsaksische landen en Aziatische landen, zoals Israël, Singapore, Taiwan, Zuid-Korea en Japan. Alléén deze relatief kleine groep immigranten levert een positieve bijdrage aan het gastland.

De impact van alle andere groepen immigranten is negatief. Dat geldt ook voor de Oost-Europese arbeidsmigranten, die gemiddeld netto € 50.000 (in euro’s van 2016) per immigrant kosten omdat ze doorgaans in laagbetaalde banen werken, waardoor ze minder be- lastingen en sociale premies betalen dan gemiddelde Nederlanders, terwijl hun kosten van onderwijs, sociale zekerheid en fiscale toes- lagen hoger zijn.

Maar de allergrootste kost is de niet-westerse immigratie. De netto levensduur kosten van een gemiddelde niet-westerse migrant bedra- gen volgens het UvA-onderzoek € 300.000 per persoon. Voor asielim- migranten is dat cijfer zelfs meer dan dubbel zo hoog. De gemiddelde asielzoeker uit het Midden-Oosten of Noord-Afrika kost Nederland

€ 625.000 per immigrant.

Ook arbeidsmigratie uit de voor Nederland traditionele immigra- tielanden is duur. Hoe verder migranten cultureel van Nederland af staan, hoe huurder immigratie wordt. Een arbeidsmigrant uit Marokko kost gemiddeld € 542.000, een arbeidsmigrant uit Turkije

Ik werd in 2011 lid van de Eerste Kamer voor de Partij voor de Vrijheid, waar ik in 2012 frac- tievoorzitter werd. Toen ik in 2014 gekozen werd als lid van het Europees Parlement, legde ik deze functie neer. Gedurende die zittingsperiode van het Europees Parlement was ik voorzit- ter van de PVV-fractie. Tevens werd ik samen met Marine Le Pen co-voorzitter van de fractie van gelijkgestemde patriottische partijen ENF.

Na de Brexit kwam ik in 2020 terug in het Europees Parlement. De ENF was intussen opge- gaan in een nieuwe patriottische fractie Identiteit en Democratie (ID), waar ik mij namens de PVV van harte bij aansloot.

U kunt zich op de hoogte houden van, wat mij bezighoudt via social media:

https://www.twitter.com/mjrldegraaff https://www.facebook.com/marceldegraaff https://www.youtube.com/PVVep

https://www.pvv-europa.nl

U kunt ook rechtstreeks contact met mij opnemen:

Europees Parlement, ASP 06E240, Rue Wiertz 60, B-1047 Brussel, Tel.: 0032 2 28 45407, E-Mail: marcel.degraaff@europarl.europa.eu

Marcel

DE GRAAFF

(12)

12 | MARCEL DE GRAAFF

€ 340.000, een arbeidsmigrant uit de voormalige Nederlandse kolonie Su- riname € 185.000.

De tweede generatie kost gemiddeld iets minder dan de eerste, maar de bijdrage blijft negatief en verschilt maar weinig van die van de eerste generatie. Kinderen uit gemengde huwelijken met een Nederlandse of westerse partner doen het beter.

De studie weerlegt dat bewering dat immigratie noodzakelijk zou zijn om de demografische gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Om het aandeel 65-plussers in Nederland op het niveau van 2020 te houden, zou de Nederlandse bevolking moe- ten groeien van 17,5 miljoen van- daag tot een bevolking van 75 mil- joen in 2100. Om dit financierbaar te houden, zouden de immigranten

echter moeten komen uit het rijtje van bovengenoemde westerse landen, die allemaal met dezelfde vergrijzingsproblemen kampen als Nederland.

DE TOEKOMST

De UvA-onderzoekers keken ook naar de toekomst. Ze becijferden dat bij ongewijzigd beleid de kosten van immigratie over de periode 2020-2040 zo’n € 600 miljard zullen bedragen. Er komen jaarlijks meer dan 150.000 immigranten naar Nederland waarvan 87.000 van niet-westerse oorsprong.

Het CPB ging in 2003 nog uit van een jaarlijkse instroom van niet- westerse immigranten van ongeveer 8.000 personen. Het NYFER mo- est reeds in 2009 vaststellen dat dit bedrag verdriedubbeld was tot zo’n 25.000. De UvA-onderzoekers waren gedwongen het nog eens meer dan te verdriedubbelen. Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking heeft inmiddels een migratie-achtergrond, waarvan meer dan de helft (circa 2,5 miljoen mensen) een niet-westerse.13 De kosten van immigratie zullen de komende jaren alleen maar toe- nemen omdat allochtonen gemiddeld meer kinderen hebben dan au-

tochtonen en omdat de grenzen van Nederlands wagenwijd blijven openstaan voor massa-immigratie. Zonder migratie zal het huidige Nederlandse inwoneraantal van 17,5 miljoen afnemen tot 13 à 14 mil- joen in 2100. Met migratie in het tempo van de periode 2015-2019 worden dit er 23 à 24 miljoen.

Het is duidelijk dat de Nederlandse verzorgingsstaat deze steeds groeiende last niet kan blijven dragen. Een fundamentele beleid- somslag is nodig, zeker omdat de bevolking in Afrika en het Midden- Oosten tussen vandaag en het einde van deze eeuw zal groeien van 1,6 naar 4,7 miljard mensen. De UvA-auteurs verwijzen terecht naar de Amerikaanse economist en Nobelprijswinnaar Milton Friedman die stelde dat de keuze gaat tussen het doorgaan met het toelaten van migranten of het in stand houden van de verzorgingsstaat.

De politiek-correcte politici en de media kijken echter de andere kant op. Ze weigeren conclusies te trekken uit de duidelijke bevindingen van objectief wetenschappelijke onderzoek naar de negatieve im- pact van immigratie. De autochtone belastingbetaler die de kosten van immigratie moet dragen, betaalt daarvoor letterlijk en figuurlijk een zware prijs – een prijs die elke dag zwaarder wordt.

(13)

HERMANN TERTSCH | 13

INLEIDING

Het op multiculturalisme gebaseerde beleid dat vanuit Brussel en Spanje wordt gevoerd in een poging om de problemen van illegale immigratie op te lossen met overtuigingsmechanismen, in situaties waarin deze middelen niet realistisch, niet aanbevolen en zelfs niet mogelijk zijn, is tot mislukken gedoemd. Dit valt te zeggen over heel Europa, dat onder invloed van overwegend linksgetinte media een immigratiebeleid heeft opgelegd dat eigenlijk tot doel heeft in de praktijk grenzen te slechten en elke immigrant die asiel aanvraagt toe te laten, wat al snel uitmondt in een gedoogd en uiteindelijk gele- galiseerd verblijf. Het gaat hierbij om mensen uit derdewereldlanden die slechts illegaal de grens hoeven over te steken om de sociale voordelen van de eerste wereld te genieten. Deze boodschap aan de landen die deze migratiestromen voortbrengen, draagt uiteraard niet bij tot indamming en ontrading. Waar dit voor heel Europa een ernstig probleem is, betekent het voor Spanje, dat met zijn buurland Marokko per hoofd van de bevolking het grootste inkomensverschil ter wereld heeft, een permanent drama. Dit conflict aan de grens tussen Spanje en Marokko leidt tot instabiliteit in Ceuta en Melilla, twee Spaanse enclaves in het noorden van het Afrikaanse continent.

Deze twee steden maken al van vóór het ontstaan van het Koninkrijk Marokko deel uit van het Spaanse grondgebied en hebben nooit tot Marokko behoord.

In de evenwichtsoefening tussen Spanje en Marokko deden zich ups en downs voor. Afgezien van de crisis waardoor Spanje in 1975, tijdens het bewind van Francisco Franco, afstand moest doen van

de Spaanse Sahara als gevolg van de Marokkaanse “Groene Mars”, mag het Spaanse beleid ten aanzien van Marokko de afgelopen vijftien jaar fundamenteel verkeerd worden genoemd. De diplom- atieke betrekkingen van Spanje met Marokko, maar ook met hun beider belangrijkste bondgenoot, schoten tekort. Terwijl Marokko de banden met de Verenigde Staten aanhaalde, keek de Europese Unie, en met name Spanje, neer op de regering van Donald Trump, wat zeer negatieve gevolgen had voor de Spaanse belangen. Terwijl Marokko de toekomst van Europa en Spanje met volksverhuizingen bedreigt, reageert Europa met “smeergeld” en “lapmiddelen”. Lees:

met schijnbaar evenwichtige manoeuvres ten aanzien van Marokko en ’s lands grootste rivaal in de regio, Algerije. Terwijl Marokko en de grootmachten hun defensie-uitgaven opvoeren, hebben de Europese Unie en Spanje de grensverdediging alleen maar verzwakt en de or- dehandhavingsdiensten aan handen en voeten gebonden. Met zijn steeds grotere en geavanceerdere militaire macht pleegt Marokko chantage en het zet zijn strijdbare burgers en minderjarigen in als wapen om de Europese grenzen binnen te dringen, in het kader van een overduidelijke bedreigingsstrategie.

ACHTERGROND

Marokko beschouwt Spanje en de rest van Europa, maar vooral Spanje, als “een arrogante koloniale mogendheid”1, wat niet klopt en wel om verschillende redenen, waarover boekdelen te schrijven vallen. Sociaal-economisch en politiek gezien zorgt de grens van de Europese Unie met Marokko voor de schrijnendste taferelen ter

Hermann Tertsch, Spanje

CEUTA EN MELILLA: Migratie als wapen

(14)

14 | HERMANN TERTSCH

kenning aan de Verenigde Naties toekomt. In de ogen van Marokko betekent dit een grote sprong voorwaarts in zijn territoriale aspi- raties en bijgevolg vormt het een uitdaging voor de territoriale in- tegriteit van Spanje. In het verslag van het Instituto de Seguridad y Cultura van 20215 wordt aangestipt dat Marokko in zijn strategische cultuur en mentaliteit nog steeds ten dele “[...] droomt van territo- riale expansie, het oude concept van Groot-Marokko indachtig. Dit omvat onder meer de controle over Ceuta en Melilla”. Dat dit streven nog steeds bestaat, werd onlangs bevestigd door de Marokkaanse premier, Saad-Eddine El Othmani, tijdens een interview met een Egyptische zender waarin hij zei dat “Ceuta en Melilla net zo Marok- kaans zijn als de Sahara”6.

MIGRATIE ALS WAPEN

Marokko heeft een aantal activiteiten ontplooid die deel lijken uit te maken van een perfect gestructureerde hybride oorlogvoering tegen Spanje. Ceuta en Melilla kampen al enkele jaren met langzame eco- nomische, sociale en institutionele verstikking, waarmee Marokko wil aantonen dat het voldoende macht heeft om beide steden ten val te brengen, terwijl Europa niet doeltreffend reageert7. Rabat heeft zijn belangstelling voor de Spaanse gebieden in Noord-Afrika nooit laten varen en blijft ook lonken naar de Canarische Eilanden, zoals regelmatig tot uiting komt in zijn bilaterale betrekkingen met Spanje en de Europese Unie8.

Het rampzalige buitenlands beleid van de Spaanse regering is koren op de molen voor de dreigende aanspraken van Marokko. Pedro Sán- chez is de enige Spaanse premier die een bezoek aan Marokko niet bovenaan zijn agenda plaatste. Voorts onderhoudt de regering geen redelijke of soepele diplomatieke betrekkingen met de Verenigde Staten, noch met de voormalige regering-Trump, noch met de hui- dige regering-Biden.

Een bijzonder ernstig geval, dat bovenop de vele andere blunders komt, was een geheime operatie9 die tot doel had de leider van het Polisariofront, Brahim Ghali, onder het mom van medische behan- deling naar Spanje te halen. Deze beschermeling van Algerije is een rechtstreekse vijand van Marokko. De actie werd door de minister van Buitenlandse Zaken, Arancha González Laya, zo stuntelig op touw gezet dat ze een ernstig diplomatiek conflict met Marokko teweeg- bracht. Dit was er geheel of gedeeltelijk de oorzaak van dat Marokko als vergelding duizenden Marokkanen de grens met Ceuta en Melilla liet oversteken. De minister werd in juli 2021 uit haar ambt ontzet en is onlangs in beschuldiging gesteld10 wegens samenwerking met een terroristische leider tegen wie in Spanje ernstige aanklachten lopen.

In dit verband zei de Marokkaanse minister voor Mensenrechten, Mustafa Ramid, dat er “voor de miskenning” van zijn land “een zeer hoge prijs” zou moeten worden betaald11. Marokko maakte van deze situatie gebruik om Spanje een “waarschuwing” te sturen dat het niet alleen over strijdkrachten beschikt, maar ook illegale immigratie als wapen kan inzetten wanneer het dat nodig acht.

Als reactie op dit conflict vond van 17 tot 20 mei een door Marok- kaanse politiediensten georganiseerde migranteninvasie plaats waarbij volgens de Internationale Organisatie voor Migratie van de Verenigde Naties (IOM) bijna 10.000 Marokkaanse onderdanen van militaire leeftijd illegaal de steden Ceuta en Melilla binnenkwamen, onder wie minstens 1.500 minderjarigen12, nadat Marokkaanse ambt- enaren de grensposten voor hen hadden geopend.

wereld. Daaraan valt moeilijk wat te doen. Paradoxaal genoeg heeft Marokko het imago weten te verwerven van een land dat met Europa samenwerkt aan het migratievraagstuk, waardoor het met de Euro- pese Unie op bevoorrechte voet staat om financiering, bijstand en institutionele steun te verkrijgen. De gebeurtenissen in Ceuta en Me- lilla moeten Spanje en de Europese Unie er echter toe aanzetten de ware intenties van Rabat aan de kaak te stellen. Marokko probeert immers zijn voordeel te doen met het lot van duizenden mensen die hun leven op het spel zetten om naar Europa over te steken en da- armee verworden tot pasmunt en pressiemiddel.

Het beeld bestaat dat Europa geïntegreerd en stabiel is, terwijl het zuiden te boek staat als verdeeld en onstabiel. Het zuiden lijkt va- nuit cultureel, identitair en religieus oogpunt homogeen, maar dat is louter schijn. In werkelijkheid bestaat de regio uit staten die voort- durend in onderlinge spanning leven, en dan met name onze naaste buren, Marokko en Algerije, die in een onderlinge wapenwedloop verwikkeld zijn.

Wapenwedlopen zijn een essentiële factor op het vlak van internatio- nale strategische stabiliteit en dienen als graadmeter om gewapende conflicten te voorspellen. Zij doen zich zowel tussen supermachten als tussen regionale mogendheden voor doordat de ene partij de an- dere wil domineren op basis van haar militaire macht. Beide partijen gaan zich dan zwaarder bewapenen, meestal vanuit de overtuiging dat alleen kan worden onderhandeld indien beide op hetzelfde niveau van militaire macht en bewapening staan. De toename van de vijan- delijkheden tussen Marokko en Algerije heeft rechtstreekse gevolgen die afstralen op de regio rond de Straat van Gibraltar, en met name Ceuta en Melilla. Terwijl Algerije en Marokko zich bewapenen, kijkt de Europese Unie werkeloos toe. De verdediging van haar grondgebied en de soevereiniteit van haar lidstaten lijken in Brussel geen prioriteit te zijn. Spanje verwaarloost zijn defensie schromelijk. Het gebrek aan investeringen in en moderniseringsplannen voor het leger trekt een wissel op de toekomst, mocht er een gewapend conflict uitbreken.

De agenda van Marokko om zich als regionale mogendheid en een belangrijke geostrategische speler op te werpen blijkt duidelijk een overheidsstrategie te zijn en plaatst ’s lands acties van de afgelopen jaren in een breder daglicht. De plannen van Rabat ten aanzien van Ceuta en Melilla, maar ook ten aanzien van de Canarische Eilanden, waar in 2020 meer dan 21.000 illegale immigranten zijn aangeko- men, wat tot een ongekende sociale situatie heeft geleid2, sluiten naadloos aan op die strategie.

In het kader van deze overheidsstrategie heeft Marokko in 2017 een vijfjarig herbewapeningsplan aangekondigd met de bedoeling in de regio de militaire suprematie te verwerven3. Het plan bestaat erin voor 22 miljard USD wapens aan te kopen, wat een belangrijke stimulans voor de Marokkaanse defensie-industrie betekent, met fi- nanciële steun van Saudi-Arabië4. Het feit dat Marokko, maar ook Al- gerije, zich op een oorlog tegen hun buurlanden of binnen hun eigen grenzen aan het voorbereiden is, verdient bijzondere aandacht en moet een prioriteit zijn voor de Spaanse nationale veiligheid. Noch de Europese Unie, noch de Spaanse regering blijken echter de nodige maatregelen te nemen.

Daarbij komt dat Marokko zijn greep op de Westelijke Sahara heeft verstevigd als rechtstreeks gevolg van zijn vijfjarig herbewapening- splan en het feit dat de VS Marokko’s soevereiniteit over dat gebied, dat voordien tot Spanje behoorde, hebben erkend hoewel deze er-

(15)

HERMANN TERTSCH | 15

veel ouders nog steeds op zoek naar hun kinderen, niet wetend waar zij zich bevinden. Met deze massale bestorming van Spaans grond- gebied wilde Marokko laten zien dat het beide Spaanse steden met gemak zou kunnen innemen.

SPAANSE REGERING EN EUROPESE UNIE VEROORZAKEN EEN AANZUIGEFFECT

Sinds Pedro Sánchez in 2018 aan de macht is gekomen, is er sprake van een aanzuigeffect dat alleen te vergelijken valt met de zogeno- emde cayuco-crisis onder de regering van de eveneens socialisti- sche premier José Luis Rodríguez Zapatero. Vanop de Canarische Ei- landen zijn in het geheim illegalen overgebracht en over het Spaanse vasteland verspreid. Voorts heeft de Spaanse regering de ordehand- havingsdiensten aan de grenzen van Ceuta en Melilla geleidelijk aan teruggetrokken en de concertinas* verwijderd die de toegang tot ons grondgebied verhinderen. Bovendien vormen onder meer de feitelij- ke opschorting van de uitwijzing van irreguliere migranten tijdens de pandemie, de geleidelijke vrijlating van gedetineerden uit de deten- tiecentra voor vreemdelingen en de huisvesting van illegale immig- ranten in hotels een bedreiging voor de integriteit en de veiligheid van het Spaanse grondgebied.

De overbescherming van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV’s) kost de schatkist 4.700 EUR per maand voor elk van hen, terwijl een Spaanse gepensioneerde slechts 426 EUR aan pensioen Tot op heden wil de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken, Fer-

nando Grande-Marlaska, nog steeds geen precieze cijfers geven over het aantal illegale immigranten dat het Spaanse grondgebied is bin- nengekomen. De balansen en verslagen van 2021 en de tweeweke- lijkse rapporten over illegale immigratie van 202113 laten geen signi- ficant verschil zien ten opzichte van het jaar voordien. Ondertussen gaan de media ervan uit dat bij de invasie 8.000 tot 15.000 mensen illegaal de grens met Europa zijn overgestoken. Uitgaande van de bo- vengenoemde IOM-gegevens zijn er alleen al in Ceuta en Melilla naar schatting 637 % meer immigranten illegaal binnengekomen dan in 2020. Dit staat in ieder geval in schril contrast met de 1.385 illegale binnenkomsten waarvan het Ministerie van Binnenlandse Zaken ge- wag maakt.

Zowel Ceuta als Melilla hebben een bevolking van 84 000 inwoners.

Deze stortvloed aan migranten vormde dan ook een zeer hoog per- centage van hun totale bevolking, waardoor ze volledig overspoeld werden. Toen de inwoners zagen hoe hun winkels en handelszaken geplunderd werden, sloeg de schrik hen om het hart en heerste er chaos op straat.

Veel van deze minderjarige immigranten werden door het Marok- kaanse regime misleid en gebruikt. Aan de schoolpoort werd hen wijsgemaakt dat ze voetbalwedstrijden en beroemde spelers te zien zouden krijgen als ze de bus naar Ceuta en Melilla namen. Door deze kinderen zo te gebruiken en van hun ouders te scheiden bracht het Marokkaanse regime hun leven in gevaar. Vier maanden later zijn

Hermann Tertsch del Valle-Lersundi is lid van het Europees Parlement namens de politieke partij VOX. Hij is vicevoorzitter van de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), ondervoorzitter van de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering (EuroLat) en lid van de Commissie buitenlandse zaken (AFET) en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI). Hij is tevens voorzitter van de beleidsgroep EuroLat van de ECR.

Hermann Tertsch was zijn hele loopbaan lang politiek journalist en nam in 2019 voor het eerst aan de verkiezingen deel.

Begaan als hij is met de culturele strijd tegen het marxisme en het mondialisme, ontpopte hij zich als bezieler van een anti-communistisch front tegen het Foro de São Paulo en de Grupo de Puebla en werd hij benoemd tot bestuurslid van Fundación Disenso, een stichting onder voorzitterschap van Santiago Abascal. Voorts werd hij aangesteld tot hoofdredacteur van Gaceta de la Iberosfera, de krant van de stichting.

De in 1958 in Madrid geboren journalist begon zijn carrière in 1982 bij de Weense vestiging van het nieuwsagentschap EFE. In 1985 ging hij schrijven voor het buitenlandkatern van El País en in 1993 schopte hij het tot adjunct-hoofdredacteur van de krant en hoofdredacteur van de opiniepa- gina. In 2007 werd hij presentator en hoofdredacteur van de nachtelijke nieuwsshow Diario de la Noche op Telemadrid, die uitgroeide tot een politieke referentie voor de Spaanse conservatieven.

Hij heeft verschillende boeken, essays en romans op zijn naam staan. Hij kreeg talrijke onderscheidingen, waaronder de persprijs Cirilo Rodríguez, de Continent Prize for Journalism, de International Press Club Prize en de Journalistiekprijs van het Europees Parlement. Hij ontving de medaille voor verdiensten aan de Republiek Oostenrijk en het Gouden Kruis van verdienste van de Republiek Hongarije.

U kunt zich op de hoogte houden van, wat mij bezighoudt via social media:

https://twitter.com/hermanntertsch https://www.hermanntertsch.es U kunt ook rechtstreeks contact met mij opnemen:

Europees Parlement, WIE 07U036, Rue Wiertz 60, B-1047 Brussel, Tel.: 0032 2 28 45655, E-Mail: hermann.tertsch@europarl.europa.eu

Hermann

TERTSCH

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook mag volgens de KRW toekom- stige economische groei geen toename van verontreiniging en belasting van water tot gevolg hebben.Om dit te realiseren is een integrale aanpak van

De gesprekstechniek is natuurlijk enkel een leidraad. De vrijwilliger mag hieraan zijn eigen draai geven. Wanneer de vrijwilliger bijvoorbeeld verschillende huisbezoeken wil

De baas kijkt naar zijn werk en zegt zelfs dat Raimon het goed doet?. De jongen is verbaasd, dat is nog

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Opvallend is dat de moderne soft law-codifi caties die de bouwstenen kunnen worden van een toe- komstig Europees wetboek de leer van het verbod op rechtsmisbruik niet expliciet

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor