• No results found

Culemborgse Mixed Hockey Club Hockey EHBO Dit exemplaar ligt altijd achter de bar. Alleen meenemen bij een calamiteit! Versie: december 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Culemborgse Mixed Hockey Club Hockey EHBO Dit exemplaar ligt altijd achter de bar. Alleen meenemen bij een calamiteit! Versie: december 2015"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Culemborgse Mixed Hockey Club

Hockey EHBO

Versie: december 2015

Dit exemplaar ligt altijd achter de bar.

Alleen meenemen bij een calamiteit!

(2)

2 JWB

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 3

2 Essentiële informatie! ... 4

2.1 Alarmeren ... 4

2.2 Tand eruit ... 5

2.3 Kneuzing door stick of bal ... 6

4 Algemene EHBO ... 7

4.1 Bewusteloosheid & stabiele zijligging ... 7

4.2 Blaren ... 8

4.3 Bloedhygiëne ... 9

4.4 Epilepsie (vallende ziekte) ... 9

4.5 Flauwvallen / duizeligheid ... 10

4.6 Kramp ... 11

4.7 Schaafwond ... 12

4.8 Steken in de zij ... 12

4.9 Suikerziekte (diabetes mellitus) type II ... 13

5 Acute blessures hockey ... 14

5.1 Bloedneus en/of neusfractuur ... 14

5.2 Botbreuk en ontwrichting ... 15

5.3 Hersenschudding ... 16

5.4 Spierscheuring of verrekking ... 17

5.5 Wond ... 19

5.6 Verzwikte enkel... 20

6 Chronische blessures hockey ... 22

6.1 Chronische blessure ... 22

6.2 Knieblessure ... 23

6.3 Achillespees klachten ... 24

6.4 Lage rugklachten ... 24

6.5 Liesblessure ... 25

6.6 Scheenbeen (shin splint) ... 25

6.7 Polsklachten ... 26

(3)

1 Inleiding

In dit calamiteitenplan is een overzicht te maken van de meest voorkomende blessures binnen de hockey. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen acute blessures die op het veld ontstaan en subacute blessures die geleidelijk ontstaan. Daarnaast wordt in het volgende hoofdstuk eerst de meest

essentiële informatie gepresenteerd.

Op de Culemborse Mixed Hockeyclub heeft onder een aantal betrokken personen een enquête plaatsgevonden. Hieruit bleek dat de volgende klachten het meest voorkomen onder de trainers en coaches:

Uit het onderzoek van TNO over hockey blessures kwamen de volgende klachten het meest naar voren. In de grafiek zijn de locaties te zien en te vergelijken met wat men op de club tegen komt.

Spierverrekking 19%

Verzwikking (enkel) 16%

Spierscheur 14%

Kneuzing (stick of bal) 13%

Bandletsel (enkel/knie) 11%

Overbelasting 8%

Anders 8%

Open wond 6%

In dit calamiteitenplan is getracht deze informatie te combineren om zo een allesomvattend plan te creëren, waarmee iedere betrokkene weet welke actie er wanneer dient te worden ondernomen. Dit plan is samengesteld in samenwerking met de sportfysiotherapeut van Coret Fysiotherapie.

De gebruikte bronnen voor het samenstellen van dit EHBO plan waren:

www.sportzorg.nl www.knhb.nl

www.inspanningloont.nl www.sportgeneeskunde.nl

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/

Knie 18%

Enkel (bal) 18%

Bloedneus (bal/stick)

18%

Blauwe plekken (bal)

37%

Rug 9%

WAT KOMT MEN TEGEN

Knie 26%

enkel 26%

bovenbee n achter

21%

heup/lies 15%

hand/ving ers 12%

TNO LOCATIE BLESSURE

(4)

4 JWB

2 Essentiële informatie!

2.1 Alarmeren

Als een hockeyongeval (letsel/ blessure) zich voordoet, is er meestal geen (para)medische hulp ter plaatse aanwezig. Soms is het nodig om snel deskundige hulp ter plaatste te hebben, bel dan 112. Voor letsel aan het gebit kan men alleen terecht bij een dienstdoende tandarts.

Bel 0900 - 8212 230.

Voor minder ernstige situaties kan de huisartsenpost in Tiel gebeld worden. Bel 0900 707 0504. Dit nummer is ’s avonds na 17.00uur en in het weekend bereikbaar.

Binnenkomende meldingen worden door de 112 verpleegkundig-centralist beoordeeld. Door deze beoordeling op de centrale kunnen kosten van ambulancevervoer worden uitgespaard.

Afhankelijk van de ernst van uw melding zijn er drie mogelijkheden.

1. Er wordt direct een ambulance ter plaatste gestuurd;

2. U wordt direct verwezen naar de Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis;

3. U ontvangt het advies om met een huisarts contact op te nemen.

Wanneer een ambulanceteam ter plaatse komt, wordt de patiënt op de plaats van het ongeval behandeld. Afhankelijk van de aandoening vindt vervolgens ambulancevervoer plaats of wordt de patiënt doorverwezen naar de huisarts of het ziekenhuis. Zo kan ambulancevervoer worden uitgespaard en is de ambulance weer direct inzetbaar voor andere calamiteiten.

Indien er een ambulance naar u onderweg is, zorg er dan voor dat de toegangswegen vrij zijn en de ambulance opgevangen wordt!

Wanneer 112 gebeld moet worden zijn de volgende zaken van belang:

- Laat iemand 112 bellen en rustig aan de verpleegkundig-centralist doorgeven:

1. Naam van de beller 2. Wat er gebeurd is 3. Het aantal slachtoffers 4. Wat het slachtoffer mankeert

5. Met name toestand van de vitale functies (ademhaling, circulatie, bewustzijn) 6. Exacte locatie (Sportpark Terweijde, Middelcoopstraat 69)

- Laat degene die gebeld heeft terug komen om te vertellen welke hulp er komt en hoe snel.

Informeer altijd de ouders van het kind wanneer er letsel heeft plaatsgevonden!

(5)

2.2 Tand eruit

Door een val of harde slag kunnen tanden afbreken of zelfs geheel uit de kaak vallen. Door goed en snel te handelen kan de schade soms beperkt worden.

Actie!

- Laat een tandarts bellen en vraag of de hockeyer snel kan komen (bel: 0900 - 8212 230). Ga NIET naar het ziekenhuis.

- Probeer de (stukjes van) tanden zo goed en snel mogelijk bij elkaar te zoeken.

- Pak de uitgeslagen tand vast aan de kroon (niet aan de wortel) en spoel hem vluchtig schoon met melk of eventueel met water.

- Bewaar de uitgeslagen tand in wat melk of in een bekertje met wat speeksel (van een teamgenoot mag ook). De tand mag in geen geval uitdrogen.

- De hockeyer moet zo snel mogelijk naar een tandarts. Deze kan de tand(delen) soms nog terugplaatsen.

- Wanneer een losse tand nog in de mond zit is het het best om deze in de mond te laten.

(Herhaling) voorkomen!

Bitjes zijn op de club verplicht te dragen bij iedere wedstrijd en training.

Tip!

Sla het nationale noodnummer 0900 - 8212 230 op in je telefoon.

(6)

6 JWB

2.3 Kneuzing door stick of bal

Een kneuzing kan ontstaan door een harde aanraking met een bal of stick. Een kneuzing gaat (vaak) gepaard met:

- Zwelling

- (Blauwe) verkleuring - Pijn

- Tintelingen - Stijfheid

Actie!

- Speler uit het veld halen!

- Stel de speler gerust

- Controleren of het lichaamsdeel nog bewogen kan worden. Meest voorkomend bij hockey zijn de enkel en handen. In geval van de enkel: controleer of er op de enkel gelopen kan worden. Is dit niet het geval dienen de Ottawa Ankle Rules toegepast te worden. Zie hoofdstuk 5.6 op bladzijde 19.

- Koelen! met water, ijs of cold-pack gedurende minimaal 10 minuten (leg altijd een doek tussen huid en ijs of cold-pack). Herhaal dit 3 keer. Een makkelijke en snelle manier om alvast te koelen is de hockeystick tegen de geraakte plek houden.

- Rustig bewegen na 24uur op geleide van pijn.

- Adviseer de hockeyer om een afspraak te maken met de fysiotherapeut wanneer een spier in geraakt (bijv ijsbeentje). Volledig herstel duurt gemiddeld 13-21 dagen. Kinderen zullen echter afhankelijk van de locatie veel eerder weer kunnen hockeyen.

Belangrijk!

- Ook ribben kunnen gekneusd raken. Wanneer dit het geval is kunnen zich ademhalingsproblemen voordoen. De fysiotherapeut kan bijstaan door de geraakte rib te tapen.

(7)

4 Algemene EHBO

4.1 Bewusteloosheid & stabiele zijligging

Een bewustzijnsstoornis duidt altijd op een verstoorde werking van de hersenen en is een duidelijk signaal dat er iets ernstigs aan de hand is. Bewustzijnsstoornissen kunnen onder andere ontstaan door een val of slag/stoot tegen het hoofd.

Bewustzijnsstoornissen kunnen worden ingedeeld in drie stadia:

1. Slachtoffer vertoont verward, suf of soms ook agressief gedrag en reageert wel op aanspreken en pijnprikkels (=verminderd bewustzijn).

2. Slachtoffer reageert niet op aanspreken maar wel op pijnprikkels (=bewusteloos).

3. Slachtoffer reageert niet op aanspreken en op pijnprikkels en heeft tevens wijde oogpupillen (=diep bewusteloos).

Actie!

- Laat het slachtoffer zitten of liggen.

- Maak knellende kleding los.

- Praat met het slachtoffer en laat hem niet alleen. De situatie kan zeer snel verslechteren!

- Laat, bij een diepe bewusteloosheid van het slachtoffer, iemand met kennis van EHBO en/of reanimatie de bloedcirculatie en de ademhaling controleren en indien nodig het slachtoffer reanimeren.

- Leg een bewusteloos slachtoffer in de stabiele zijligging met de mond schuin naar de grond gekeerd. Zo voorkom je dat het slachtoffer stikt in zijn eigen tong of braaksel.

- Dek het slachtoffer af met een deken of kleding om onderkoeling te voorkomen.

- Bel altijd 112!

Belangrijk!

Bij een rochelende, snurkende of piepende ademhaling wordt de ademweg waarschijnlijk belemmerd door braaksel, bloed of iets dergelijks. Als gevolg van een bewusteloosheid kan het gebeuren dat de tong zich zodanig ontspant dat deze naar achteren zakt en de keelholte afsluit. Hierdoor kan het slachtoffer niet ademen.

Maak de ademweg vrij door:

- De persoon in een stabiele zijligging te leggen;

- Met een gaasje of schone doek de mondholte te reinigen en/of de punt van de tong naar voren terug te halen.

- Bij twijfel van hartinfarct: laat iemand anders de AED ophalen bij Tennisvereniging Terweijde of de Atletiek vereniging en bel 112!

Tip!

Met een EHBO- en/of reanimatiediploma kunt u levens redden en staat u niet machteloos in levensbedreigende situaties.

(8)

8 JWB

4.2 Blaren

Een blaar kan ontstaan door:

- Verbranding - Bevriezing

- Voortdurende druk of wrijving

De laatstgenoemde soort blaar zal bij hockeyers het meeste voorkomen.

Alleen blaren die zijn ontstaan door druk of wrijving mogen, wanneer de drukpijn te erg wordt, worden doorgeprikt. Soms moet een bloedblaar door een te grote onderhuidse druk en ondraaglijke pijn doorgeprikt worden. Dit moet echter altijd door een arts gebeuren!

Actie!

- Een dichte blaar dakpansgewijs afplakken met reepjes kleefpleister (zie tekening 1).

- Wanneer de drukpijn ondraaglijk is dient de blaar doorgeprikt te worden.

- Ontsmet de blaar vooraf met ontsmettingsmiddel (jodium/betadine‚).

- Prik de blaar door met een blarenprikker of steriele naald (naald even in een vlam houden; niet zwart laten worden). Prik de blaar op twee plaatsen aan de rand door (zie tekening 2).

- Druk het vocht eruit met een steriel gaasje.

- Doe ontsmettingsmiddel op de blaar en dek hem af met een wondpleister of een sterielgaasje met stroken kleefpleister.

(Herhaling) voorkomen!

- Sokken zonder naden en gestopte gaten voorkomen blaren.

- Blaren worden vaak veroorzaakt door niet goed passende schoenen.

(9)

4.3 Bloedhygiëne

Bloed kan een transportbron zijn voor allerlei infectieziekten zoals AIDS, Hepatitis B, etc.

Goede bloedhygiëne is daarom zeer belangrijk. Ook bij hockey bestaat er een reële kans op besmettingsgevaar bij (het verzorgen van) wonden.

Besmettingsgevaar is te voorkomen door:

- Voor het sporten wondjes steriel af te plakken met waterafstotende pleisters;

- Bloedcontact te vermijden;

- Gebruikt materiaal (gaasjes, handschoenen, etc.) direct weg te gooien in een daarvoor bestemd emmertje of bakje;

- Voor en na het verzorgen van wonden de handen te wassen met desinfecterende zeep;

- Bij het verzorgen van uitwendige wonden handschoenen gebruiken;

- IJspakkingen te gebruiken in plaats van een waterzak of spons;

- Een waterspons niet te gebruiken voor bloedende wonden;

- Te zorgen voor een complete EHBO-kist (zie pag. 25, van het deel Hockey Veilig & Gezond) zodat er voldoende materialen zijn om wonden te behandelen;

- Te zorgen dat er altijd een “bloedshirt” aanwezig is (een bloedshirt is een schoon shirt dat een hockeyer kan aantrekken als zijn eigen shirt bloedvlekken bevat);

- Een sporter met een niet te stelpen wond (tijdelijk) uit te sluiten van deelname;

- Spelers voor injecties te verwijzen naar een arts.

Belangrijk!

Indien tijdens een wedstrijd een hockeyer een wond heeft opgelopen krijgt deze de tijd om de wond afdoende af te dekken en om het lichaam en de kleding bloedvrij te maken. Dan mag een andere speler (tijdelijk) de plaats van het slachtoffer in nemen.

4.4 Epilepsie (vallende ziekte)

Epilepsie is een chronische ziekte van de hersenen. Een epilepsieaanval ontstaat door een abnormale prikkeling van een gebied in de hersenen. Epilepsie is te verdelen in twee soorten: de grand mal en de petit mal (absence). Bij een petit mal kun je als hulpverlener niets doen. Het slachtoffer is dan

kortdurend afwezig (dagdromen). Bij een grand mal ligt dat anders. Bij een grand mal kunnen

slachtoffers plotseling bewusteloos raken en maken zij schokkende bewegingen met armen en benen.

Soms krijgen slachtoffers van een epilepsieaanval (bloederig) schuim om de mond en dikwijls laten ze de urine lopen. De meeste

aanvallen zijn na enkele minuten over.

Actie!

- Zorg dat het slachtoffer zich niet kan verwonden.

Maak daartoe de directe omgeving vrij van obstakels.

Leg iets zachts onder het hoofd of houd het hoofd zodanig vast dat tegen de grond stoten onmogelijk is.

Probeer het slachtoffer niet in bedwang te houden, maar begeleid eventuele bewegingen van armen en benen.

- Zorg dat het slachtoffer goed kan blijven ademen.

- Maak knellende kleding los.

- Bel bij twijfel altijd 112!

(10)

10 JWB

4.5 Flauwvallen / duizeligheid

Een flauwte is een kortdurende vermindering van het bewustzijn, doordat de bloedtoevoer naar de hersenen even is afgenomen. Een verminderde bloedtoevoer kan worden veroorzaakt door: honger, uitputting, bloedarmoede en psychische oorzaken zoals emotie/schrik.

Een flauwte kun je meestal zien aankomen. Het slachtoffer wordt bleek, gaat zweten en geeuwen en wordt eventueel duizelig.

Actie bij dreigende flauwte!

- Laat het slachtoffer liggen en zorg voor frisse lucht.

Actie!

- Laat het slachtoffer rustig liggen.

- Zorg voor frisse lucht.

- Maak knellende kleding los.

- Laat het slachtoffer nadat hij is bijgekomen nog ongeveer 10 minuten liggen.

- Geeft het slachtoffer daarna wat te drinken.

- Wanneer het slachtoffer na enkele minuten nog niet bij bewustzijn is, bel dan 112!

(11)

4.6 Kramp

Kramp is een veelvoorkomend verschijnsel. Het duidt op oververmoeidheid van de spier, die het teveel aan afvalstoffen niet voldoende kan afvoeren. Kramp komt vaak voor in de kuitspier.

Actie!

- Laat de persoon ontspannen zitten of liggen.

- Probeer de verkramping door middel van schudden van het getroffen lichaamsdeel eruit te krijgen.

- Als schudden niet helpt (bij kramp in de kuitspier):

 Het been strekken en de tenen optrekken

 Even loslaten

 Deze handeling zonodig herhalen

- Als de kramp op deze manier niet verdwijnt, kan iemand voorzichtig de tenen van het slachtoffer richting het gezicht drukken (rekken van de kuitspier).

Belangrijk!

Bij kramp trekken bepaalde spieren zich voortdurend samen. Dit is te verhelpen door de spier die tegengesteld werkt aan de verkrampte spier te activeren.

- Bij kramp onder de voet betekent dit dat de tenen zoveel mogelijk richting scheenbeen moeten worden gebracht.

- Bij kramp aan de achterkant van het bovenbeen (hamstrings), betekent dit dat het been gestrekt moet worden en de romp (neus) zoveel mogelijk richting het gestrekte been moet worden gebracht.

(Herhaling) voorkomen!

- Besteed aandacht aan een goede warming-up (inclusief rekoefeningen). Voor een goede warming up kan gekeken worden op www.hockey.warming-up.nl Hier zijn talloze warming up’s samen te stellen en gemakkelijk via een app op de telefoon te raadplegen.

- Goed drinken voor en tijdens activiteiten vermindert de kans op kramp.

- Volg een goede trainingsopbouw en bouw voldoende herstelmomenten in.

Wanneer een hockeyer erg vaak last heeft van kramp in de kuiten verwijs hem dan eens naar een specialist (arts of fysiotherapeut) voor advies. Soms levert het verhogen van de hak van de voet al een dusdanige verandering in de stand van de voet waardoor de kuit minder zwaar wordt belast.

(12)

12 JWB

4.7 Schaafwond

Schaafwonden hebben overeenkomsten met brandwonden. Bij beiden is de opperhuid verdwenen. Op het hockeyveld ontstaan brandwonden vaak door een glijdende val op het kunstgrasveld. Lichte brandwonden als gevolg van een glijdende val zijn te herkennen aan een schaafwond met zwarte randen. Ook door wrijving met bijvoorbeeld kleding kunnen schaafwonden ontstaan.

Schaafwonden moeten goed schoongemaakt worden zodat er geen vuil achterblijft en de wond gaat ontsteken. Als een hockeyer op een met zand ingestrooid kunstgrasveld een schaafwond oploopt spoel dan het zand er heel goed uit. In zand kunnen glasachtige splintertjes zitten die in de wond kunnen blijven zitten. Dan de wond door een arts laten schoonmaken!

Actie!

- Was de wond uit met water en zeep (zo nodig met een borsteltje).

- Dep de wond droog met een steriel gaasje of schone doek.

- Ontsmet de wond door de wond zelf en de naaste omgeving te deppen met een ontsmettende vloeistof.

- Laat de wond drogen aan de lucht om het genezingsproces te bevorderen. Al snel ontstaat er zo een korst op de schaafwond.

- Als de wond erg groot/diep is en blijft bloeden of als de wond mogelijk in contact komt met kleding, dek dan de wond af met een steriel gaasje. Leg witte watten op het gaasje om doorsijpelend bloed op te nemen. Dek het geheel daarna af met een zwachtel, zodat het niet meer kan verschuiven.

Het is ook mogelijk om een snelverband of wondsnelverband te gebruiken om de wond af te dekken.

- Houd bij een schaafwond altijd rekening met tetanusbesmetting!

(Herhaling) voorkomen!

Behandel (schaafplekken op) een gevoelige huid met vaseline of talkpoeder.

4.8 Steken in de zij

Bij forse en langdurende inspanningen kan een hockeyer steken in de zij voelen. Meestal zit deze pijn links onder de ribbenboog (ter hoogte van maag/milt) of rechts in de leverstreek. Het vermoeden bestaat dat de steken worden veroorzaakt door een prikkeling van het middenrif (dat gebruikt wordt bij de ademhaling) of door kramp in het deel van de dikke darm dat zich in de bovenbuik bevindt. Steken in de zij zijn niet gevaarlijk alleen onplezierig.

Actie!

- Laat de persoon rustiger sporten en goed doorademen.

- Laat de persoon even stoppen met hockeyen en adviseer zich lang te maken (het hele lichaam uitrekken).

- Laat de persoon eventueel op de rug liggen.

(Herhaling) voorkomen!

- Gebruik geen zware maaltijden vlak voor het hockeyen.

- Besteed aandacht aan een goede warming-up (inclusief rekoefeningen). Voor een goede warming up kan gekeken worden op www.hockey.warming-up.nl Hier zijn talloze warming up’s samen te stellen en gemakkelijk via een app op de telefoon te raadplegen.

(13)

4.9 Suikerziekte (diabetes mellitus) type II

Bij de chronische aandoening suikerziekte produceert de alvleesklier onvoldoende insuline. Insuline zorgt ervoor dat de hoeveelheid suiker in het bloed binnen ‘gezonde’ grenzen blijft. Sporters met diabetes kunnen als gevolg van hun suikerziekte tijdens het sporten tegen problemen aanlopen.

Wanneer men de insulinedosering niet aanpast, onvoldoende heeft gegeten of zich stevig inspant, kan het suikergehalte in het bloed zover dalen dat bewusteloosheid kan ontstaan. We noemen dat een hypoglycaemie, in de volksmond

wordt dat vaak een hypo genoemd. Deze wordt vaak voorafgegaan door een periode van geeuwen en zweten.

Actie!

Zolang het slachtoffer nog niet bewusteloos is:

- Dien extra (snelwerkende) koolhydraten toe, zoals suikerklontjes, druivensuiker, jus d’orange of zoete frisdrank. Geef daarna iets te eten, zoals bijvoorbeeld een muesli reep.

Wanneer het slachtoffer bewusteloos is:

- Bel altijd 112! Zij bepalen welk kanaal het best ingezet kan worden.

- Geef geen eten of drinken!

- Kijk bij het hoofdstuk Bewusteloosheid & stabiele zijligging op pag. 7 voor verdere acties die moeten worden ondernomen!

(14)

14 JWB

5 Acute blessures hockey

5.1 Bloedneus en/of neusfractuur

Door een hoog opkomende elleboog, een hoge stick of een opspringende bal kan een bloedneus ontstaan. In ernstiger gevallen kunnen de neusbotjes breken of kan er een bloeduitstorting in het neustussenschot ontstaan.

Actie!

- Laat het slachtoffer zitten met het hoofd iets voorover (schrijfhouding).

- Laat de neus één keer snuiten.

- Knijp de neusvleugels op het neustussenschot (onder het harde gedeelte van de neus) dicht.

- Houd dit 10 minuten vol.

- Gebruik witte watten, steriele gaasjes of een schone handdoek om het bloed op te vangen.

- Raadpleeg de arts van de speler wanneer de bloeding na 10 minuten nog niet gestelpt is.

Ook bij een scheve neus of het dichtzitten van de neus dient u een arts raad te plegen. Na 17uur doordeweeks en het gehele weekend bel 0900 707 0504 voor de huisartsenpost in Tiel.

Belangrijk!

Bloed kan besmettelijk zijn! Gebruik handschoenen en laat het slachtoffer schone kleren aantrekken.

(15)

5.2 Botbreuk en ontwrichting

De volgende verschijnselen kunnen duiden op een breuk of ontwrichting:

- Pijn

- Onvermogen het getroffen lichaamsdeel te gebruiken - Zwelling

- Soms een abnormale stand, abnormale beweeglijkheid of uitwendige wond

Let op! Een leek kan het verschil tussen een botbreuk en ontwrichting vaak niet zien.

Ook op het hockeyveld komen sleutelbeenbreuken voor. Het slachtoffer klaagt over pijn in de schouder en soms hangt de ene arm lager dan de andere. Let wel, het is ook mogelijk dat de arm uit de kom is.

Actie!

- Bel 112! Zij zullen bepalen of een ambulance ingezet al worden of dat zelf naar de eerste hulp gereden kan worden.

- Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk.

- Geef steun en rust.

- Bij onderarm, pols of hand door een mitella (zie tekening 1).

- Bij elleboog, bovenarm, sleutelbeen of schouderblad door een brede das (zie tekening 2). Bij een breuk van been op heup door een dekenrol of ander stevig voorwerp (zie tekening 3).

- Leg bij een open botbreuk, wanneer de wond zichtbaar is en vrij van kleding, een snelverband aan. Leg het snelverband voorzichtig op de wond. Plak de boven- en onderkant van het

snelverband af om verschuiven te voorkomen. Knip de zwachtels van het snelverband af en plak het snelverband aan de overige zijden dicht met kleefpleister.

(16)

16 JWB

5.3 Hersenschudding

Tekenen waar de begeleiding alert op moet zijn:

- Buiten bewustzijn raken (ook al duurt het maar kort) - Verdoofd, suf of duizelig optreden

- Verward gedrag

- Traag in het beantwoorden van vragen - Ongecoördineerde of onhandige bewegingen - Ongewoon gedrag

- Vergeetachtigheid (bijv. van aanwijzingen) - Scoort onvoldoende op oriëntatietest (zie bijlage) - Scoort onvoldoende op geheugentest (zie bijlage)

Klachten van de sporter

- Verward/ niet helder gevoel - Misselijkheid

- Evenwichtsproblemen of duizeligheid - Dubbel of slecht zicht

- Hoofdpijn

- Extra gevoeligheid voor licht of geluiden

Pas op

Symptomen kunnen verergeren bij inspanning Actie!

- Raadpleeg de eigen huisarts of na 17uur doordeweeks en het gehele weekend de huisartsenpost in Tiel 0900 707 0504.

- Wanneer een speler een flinke klap op zijn of haar hoofd heeft gehad dien je de speler en ouders te informeren dat de symptomen van een hersenschudding later die dag nog kunnen opkomen!

Kijk goed voor meer informatie in bijlage III: Hersenschudding: herken direct wat er mis is!

(17)

5.4 Spierscheuring of verrekking

Een spierscheuring kenmerkt zich door onderstaande verschijnselen:

- Plotseling optredende pijn (lijkend op een messteek of zweepslag);

- Gedeukte en/of abnormaal gezwollen spierbuik boven of onder de aangedane plek;

- Blauwe verkleuring onder de aangedane plek (na enkele uren/dagen);

- Blijvende stijfheid van de getroffen plek.

Een spierscheuring komt vaak voor in de kuit en hamstrings.

Actie!

- Pas de ICE-regel toe:

ICE = Koelen met water, ijs of cold-pack gedurende minimaal 10 minuten

(leg altijd een doek tussen huid en ijs of cold-pack). Wanneer een cold-pack niet snel voorhanden is kan men (tijdelijk) gebruik maken van de hockeystick.

I = Immobiliseren; zorg dat het lichaamsdeel niet beweegt of gebruikt wordt om op te steunen.

C = Compressie; laat een drukverband aanleggen, bij voorkeur door een EHBO-er of fysiotherapeut.

E = Elevatie; leg het lichaamsdeel, indien mogelijk, hoog.

- Maak een direct afspraak bij de fysiotherapeut!

Een verrekking is eigenlijk een miniem scheurtje van een paar spiervezels. Spierverrekkingen kunnen vrij onschuldig zijn zodat de spier enkele dagen gevoelig is, of ernstiger van aard zijn. Lichte spierverrekkingen mogen niet worden genegeerd omdat deze kunnen uitmonden in ernstige

spierblessures. Neem goed rust en bouw op geleiden van pijn de belasting (training) weer op.

Verschil spierscheur en verrekking:

- Bij een spierscheur is het onmogelijk de spier actief te gebruiken

- Bij een verrekking kan de spier dus nog wel gebruikt worden. Er is geen verlies van functie, maar er is wel lichte pijn aanwezig.

Actie!

- Na een spierverrekking kan men na drie dagen van rust op geleide van pijn weer gaan sporten.

Wanneer de klachten na drie dagen niet verbeteren dient men een afspraak te maken met de fysiotherapeut.

(18)

18 JWB

- De meeste hamstringblessures ontstaan kort na het begin van een hockeywedstrijd of training, als de spier nog niet goed is opgewarmd. Met een goede warming-up kun je dus al veel voorkomen.

Ook bij vermoeidheid, tegen het einde van een hockeywedstrijd of -training ontstaan

spierscheuringen. Meestal door een onverwachte verandering in beweging en door explosieve bewegingen, zoals sprinten en afremmen.

- Besteed extra aandacht aan een goede warming-up (inclusief rekoefeningen). Voor een goede warming up kan gekeken worden op www.hockey.warming-up.nl Hier zijn talloze warming up’s samen te stellen en gemakkelijk via een app op de telefoon te raadplegen.

(19)

5.5 Wond

Een wond moet goed gereinigd en steriel afgedekt worden. Door vuil, dat in de wond komt of achterblijft, kan een wond geïnfecteerd raken. Dit vertraagt het genezingsproces.

Actie!

- Reinig de wond met stromend water.

- Ontsmet de wond door de wond zelf en de huid rondom de wond te deppen met een ontsmettende vloeistof (bijv. Jodium of Betadine‚)

- Een diepe wond, die nog door een arts behandeld moet worden, hoeft niet gereinigd en ontsmet te worden.

- Haal bij een diepe wond de wondranden naar elkaar toe en plak een zwaluwstaartje dwars op de wond (zie tekening).

- Dek de wond (met of zonder zwaluwstaartje) steriel af met een dekverband (pleister, snelverband, wondsnelverband of steriel gaas met witte watten).

- Stuur een hockeyer met een diepe wond altijd naar een arts. Als de wondranden wijken moet de wond gehecht worden!

Belangrijk!

Eerder staat beschreven hoe een schaafwond behandeld dient te worden.

(20)

20 JWB

5.6 Verzwikte enkel

Een veel voorkomend letsel is een enkel verzwikking, 8%. Bij een verzwikking rekken de banden rondom de enkel uit, of scheuren. Meestal aan de buitenkant van de enkel. Het zenuwweefsel en het kraakbeen aan de binnenzijde van je enkel kunnen dan, door compressie (druk), beschadigd raken.

Actie!

Bij ernstig enkel letsel: de Ottawa Ankle Rules toe te passen. Dit zijn 5 korte testen om te bepalen of er een röntgenfoto gemaakt dient te worden.

Verwijzing de eerste hulp voor een röntgenfoto is nodig in geval van 1 van de onderstaande testen:

- Onmogelijkheid om vier passen te zetten (de kwaliteit van de passen maakt hierbij niet uit);

- Pijnlijke palpatie (duwen met je vingers) van de onderste 6 cm van de laterale malleolus; buitenste knobbel van de enkel.

- Pijnlijke palpatie van de onderste 6 cm van de mediale malleolus; binnenste knobbel van de enkel.

- Pijn ter hoogte van de basis van os metatarsale V; ga met je vinger vanaf de buitenkant van de voet naar beneden. De eerste knobbel die je tegen komt is os metatarsale V.

- Pijn ter hoogte van het os naviculare (middenvoetsbeen); ga aan de binnenkant van je voet afzakken tot er een punt uit steekt. Dit is os naviculare zoals op de rechter foto.

Mochten de testen negatief zijn hoeft er geen röntgenfoto gemaakt te worden. Wel is het raadzaam te koelen vlak na het trauma tussen de 10 en 15 minuten. Daarnaast dient de enkel beschermd te worden (in laten tapen!). Het best kan dit gedaan worden door een fysiotherapeut of

verzorger/EHBO’er! Adviseer een afspraak te maken bij de fysiotherapeut voor een snel herstel en om herhaling te voorkomen. Hieronder staat beschreven hoe de enkel in eerste instantie

beschermd kan worden.

- Voordat er getaped of gezwachteld gaat worden dient men 10 minuten te koelen tegen de zwelling en pijn.

- Leg bij een kneuzing of verstuiking een drukverband aan met synthetische watten en een cambriczwachtel. De watten moeten aan beide kanten uitsteken, alles moet bedekt zijn en de zwachtel moet niet te strak worden aangebracht. Voor een enkelverstuiking, het meest voorkomende sportletsel, gaat dat als volgt:

(21)

(Herhaling) voorkomen!

- Goede schoenen verkleinen de kans op enkel- of knieletsel, informeer bij de gerenommeerde sportzaak.

- Tapen van gewrichten of het dragen van een brace kan blessures voorkomen. Bij tapen worden er zodanig stroken tape aangelegd dat de gewrichtsbanden extra steun krijgen. Tapen is vrij

kostbaar bij langdurig gebruik. Een brace heeft hetzelfde effect als een goed aangelegd tapeverband.

- Volledig herstel is de beste methode om herhaling van een blessure te voorkomen. Revalidatie- en aangepaste trainingen bevorderen het herstel. Een SMA of SGA kan sporters en begeleiders hierover uitstekend voorlichten.

(22)

22 JWB

6 Chronische blessures hockey

6.1 Chronische blessure

Chronische blessures ontstaan in de regel door overbelasting. Oorzaken van overbelasting zijn:

- Het te snel opvoeren van de sportbelasting;

- voortdurend eenzijdige bewegingen;

- grote en langdurige belastingen;

- combinatie van sport en (zwaar) werk;

- het dragen van verkeerd of versleten schoeisel.

Een acute blessure kan chronisch worden wanneer een sporter te lang met het letsel blijft doorlopen.

Als gevolg van een chronische blessure is de kans op een herhaling van de acute blessure veel groter.

De verschijnselen van een chronische blessure zijn te verdelen in vier fasen van ernst:

1. Alleen pijn na sportbeoefening.

2. Ook pijn bij aanvang van sportbeoefening.

3. Ook pijn gedurende sportbeoefening.

4. Zelfs pijn in rust.

Actie!

- Bij pijn de dag na sportbeoefening en/of aan het begin van de warming-up (fase 1 en 2):

1,5 tot 2 weken rust.

- Maak een afspraak bij de fysiotherapeut voor een snel herstel en om herhaling te voorkomen!

(Herhaling) voorkomen!

- Besteed extra aandacht aan een goede warming-up (inclusief rekoefeningen). Voor een goede warming up kan gekeken worden op www.hockey.warming-up.nl Hier zijn talloze warming up’s samen te stellen en gemakkelijk via een app op de telefoon te raadplegen.

(23)

6.2 Knieblessure

Je knie is een zeer blessuregevoelig gewricht. Zeker op jonge leeftijd waarbij de groei al is ingezet, maar de spieren nog niet aangepast zijn aan het veranderende fysiek.

Door een verdraaiing of met een abnormale zijdelingse beweging (8,9) kun je de knie beschadigen.

Een beschadiging aan je kruisband(en) (5,6) of meniscus (10,11) veroorzaakt vaak een bloeding of vochtvorming. Je knie voelt dan dik en warm aan, doet pijn en beweegt niet meer goed. Meestal worden eerst het kapsel en de kniebanden beschadigd (8,9) en/of één van beide meniscussen (10,11). Ook de voorste kruisband (5) kan kapot gaan.

Actie!

- Wanneer het mogelijk is voor de training kan stabiliserende oefeningen helpen deze klachten te verhelpen en voorkomen.

- Maak een afspraak bij de fysiotherapeut voor een snel herstel en om herhaling te voorkomen!

Chronische knieklachten hebben vaak een sluimerend ontstaan en presenteren zich volgens de fasen zoals beschreven in paragraaf 6.1. Vaak presenteert zich een zeurende of stekende pijn onder de knieschijf of de binnenkant van de knie. Ook aan de buitenkant of in het gewricht zelf is het goed mogelijk pijnklachten te ervaren.

Actie!

- Maak ook in dit geval een afspraak bij de fysiotherapeut om de oorzaak van de klachten te

achterhalen en herhaling te voorkomen!

(24)

24 JWB

6.3 Achillespees klachten

Deze blessure krijg je na overbelasting. Deze overbelasting kan zowel zijn door verhoogde intensiteit als frequentie van het sporten.

Meestal wordt de blessure veroorzaakt door een chronische, herhaalde belasting door hardlopen en springen. Zwelling van de pees is een ernstige blessure. Je huid kan rood worden en soms hoor je een knisperend geluid als je de pees aanraakt of je voet beweegt. Je krijgt startproblemen en ’s ochtends is je pees stijf. Ook aan het einde van de inspanning komt de pijn terug.

Als je doortraint, riskeer je geleidelijke verergering en een steeds moeilijker herstel. De pijn is in te delen in de 5 stadia zoals beschreven in paragraaf 6.1:

1. Pijn na langdurige inspanning, die na enige uren spontaan weer verdwijnt.

2. Pijn die tijdens de warming-up opkomt, tijdens de inspanning afneemt, en pas daarna weer terugkomt.

3. Pijn tijdens én vlak na de inspanning en ‘s nachts. De pijn verdwijnt pas na langdurige rust.

4. Hetzelfde als punt 3, inclusief prestatievermindering.

5. Constante pijn die niet meer verdwijnt, ook niet na langdurige rust.

Actie!

- 24-48uur rust nemen tussen inspanning. Hierdoor kan de pees voldoende herstellen.

- Tijdens de training of wedstrijd dient men te stoppen wanneer er pijn wordt ervaren in de achillespees.

- Probeer sprinten te vermijden!

- Wanneer de klachten aanhouden is het zaak de fysiotherapeut in te schakelen om permanente schade te voorkomen.

6.4 Lage rugklachten

Lage rugpijn komt vaak voor bij hockeyers en wordt gekenmerkt door steken of een zeurende pijn laag in je rug. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken. Je rug bestaat uit veel wervels die aan elkaar geschakeld zijn door de tussenwervelschijven. Als je je vertilt, spierkracht verschil hebt links/rechts of een slechte houding hebt, kan de beweeglijkheid van één of meer van de schakels of de spieren er omheen verminderen, waardoor je pijn krijgt. Mogelijke klachten en gevolgen zijn:

- Lage rugpijn, meestal aan één zijde tot half over de bil - Een zeurend gevoel, dat uitstraalt tot aan je knieholte - Eventueel liespijn (soms is dit de enige klacht) - Een verstoord looppatroon

Actie!

- Signaleren wanneer de klachten aan houden en adviseren contact op te nemen met de fysiotherapeut.

(25)

6.5 Liesblessure

De liesblessure zegt eigenlijk alleen dat je liespijn hebt. Dat kan door een blessure van de

aanvoerende spiergroepen zijn, maar ook door een liesbreuk of door een scheuring van een van de spieren in de liesregio. Bij jonge mensen kan zelfs een afschuiving van een van de wervels de oorzaak van de klachten zijn

Meestal gaat het om een chronische blessure aan de binnenkant van je lies, waar de aanvoerende beenspieren zitten. De eigenlijke blessure bevindt zich in de spierpeesaanhechting en/ of de spierbuik.

Het doet pijn als je begint te sporten, de pijn neemt af na de warming-up en komt weer op na afloop van het sporten.

Een liesblessure is vaak een gecompliceerde blessure omdat er in de liesstreek veel spieren/pezen zitten die een rol spelen bij de blessure.

Een chronische liesblessure ontstaat in de regel door overbelasting. Oorzaken van overbelasting zijn:

- Te snel teveel belasten - Eenzijdige bewegingen

- Grote en langdurige belastingen

- Regelmatig wegglijden bij een zijwaartse beweging - Combinatie van sport en (zwaar) werk

Actie!

- Besteed extra aandacht aan een goede warming-up (inclusief rekoefeningen). Voor een goede warming up kan gekeken worden op www.hockey.warming-up.nl Hier zijn talloze warming up’s samen te stellen en gemakkelijk via een app op de telefoon te raadplegen.

- Rekken kan (tijdelijk) het trekkende en pijnlijke gevoel verlagen.

- Verlagen van de belasting (training en wedstrijd).

- Probeer piekbelasting te vermijden, zoals sprinten.

- Bij aanhoudende klachten is het raadzaam een afspraak te maken met de fysiotherapeut.

6.6 Scheenbeen (shin splint)

Scheenbeenirritatie (of “shin-splints", “beenvliesontsteking”, “springschenen” of “tibiaal stress

syndroom”) is een veel voorkomende overbelastingsblessure. De klacht kenmerkt zich door pijn op het scheenbeen tijdens belasten. De pijn is te voelen aan de binnenkant van het onderbeen op de

achterste rand van het scheenbeen.

Scheenbeenirritatie gaat vaak samen met een zwelling die een 'putje' achterlaat in de huid als je er een paar tellen op duwt.

Actie!

- Voldoende rust nemen is de beste behandeling!

- Wanneer de klachten niet afnemen is het raadzaam een afspraak te maken met de fysiotherapeut.

Hij/zij kan bepalen of er meerdere factoren spelen die deze klacht veroorzaken. Daarnaast kan hij/zij adviseren in een juiste opbouw naar de sport.

(Herhaling) voorkomen!

- Deze klacht ontstaat door in korte tijd te veel, te vaak en te snel te lopen en springen.

Oppassen dus aan het begin van het seizoen of na een blessureperiode. Bouw de intensiteit van de sportinspanning rustig op.

(26)

26 JWB

ondersteunend schoeisel is een risico om deze klacht te krijgen.

- Aanleg, bijvoorbeeld beenlengteverschil, (kleine) standafwijkingen van de voeten

(knikplatvoeten, holvoeten). Gelukkig kunnen deze vaak gecorrigeerd worden door goede schoenen en/of inlegzolen.

- Een onevenwichtige spieropbouw, disbalans tussen de buig- en de strekspieren van de voet.

- Spierverkortingen kunnen bijdragen aan deze klacht, met name de kuitspieren.

6.7 Polsklachten

Een polsblessure kan een overbelastingsblessure of een verzwikking van je pols betekenen.

Bij een polsverzwikking zijn je polsbanden te ver opgerekt doordat je bijvoorbeeld gevallen of gebotst bent tegen een andere speler. Soms met een kraakbeenbeschadiging. Door het beschadigde weefsel ontstaat vaak een zwelling (van vocht en mogelijk bloed). Hierdoor is er druk in de pols, en dat doet pijn.

Een overbelastingsblessure van je pols is een chronische irritatie van bindweefsel, banden, pezen en spieren rondom het polsgewricht. Meestal doet het pijn aan de binnenkant van je pols.

Deze blessure ontstaat doordat de belasting hoger is dan je kunt hebben. Deze te hoge belasting kan ontstaan door:

- Te moeilijke of te zware oefeningen.

- Veel herhalingen van slaan of pushen.

- Overstrekking van de pols bij steun op de handen als gevolg van een val.

- Verkeerde plaatsing van je handen.

Actie!

- Afspraak maken met de (hand)fysiotherapeut wanneer de klachten aanwezig blijven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit zijn onder andere oude hesjes, shirtjes en tassen die niet meer door onze teams gebruikt worden omdat de sponsoren er mee gestopt zijn of dat er nieuwe materialen beschikbaar

Wij zijn blij dat we met deze avond wat terug kunnen doen namens de club, maar we beseffen dat dit in geen verhouding staat tot de vele uren en energie die er door de

Op zaterdag 2 maart speelden we tegen JVC Cuijk. We hebben helaas met 6-1 verloren. Ze waren gewoon beter. In de 1ste helft waren we best wel goed. We hadden best veel kansen,

Dan de pen: het was even denken maar hij gaat naar mijn meest gedreven coach EDDY Jansen, waar iedere speler van ons veel respect voor heeft, alleen zo komt het

Jan en Hanny heel hartelijk bedankt voor de mooie jaren, jullie zitten voor altijd in ons hart en we maken er nog een mooie tijd van de laatste weken.. We zullen jullie zeker nog

Toch zijn er een aantal mensen geweest die ook tijdens de zomerstop weer bezig zijn geweest om alles weer in orde te maken voor het nieuwe seizoen.. Denk aan schilderwerk,

Natuurlijk is dit niet gunstig voor zijn wedstrijden in Volkel 1, er worden er zo wel wat gemist, maar toch een hele ervaring rijker (al was hij blij dat hij weer thuis was

We hebben een fantastisch mooie club mede door de veel medewerkers die zich op één of andere manier inzetten voor onze vereniging.. Dat is erg belangrijk voor onze club, want