• No results found

Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 20 bus BRUSSEL T F

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 20 bus BRUSSEL T F"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaamse overheid

Koning Albert II-laan 20 bus 16 1000 BRUSSEL

T 02 214 21 11 F 02 553 21 05 www.vmm.be

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

WT 2019 OL 0025 / phc 1

vragen naar/e-mail telefoonnummer datum

Philippe Carchon 02 214 21 34 zie handtekening

p.carchon@vmm.be

Betreft: Toelating tot het gebruik van het domein van de waterloop

Geachte,

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) ontving in het kader van de watertoets uw aanvraag tot omgevingsvergunning met betrekking tot bouwen van een studentenhuisvesting gelegen J.P.

Minckelersstraat, n° 126, 128 en 130 te Leuven.

De VMM is krachtens artikel 16, 1° van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen eigenaar van de bedding van de Vunt. Middels dit schrijven wordt u toelating verleend tot het gebruik van het openbaar domein met name voor het aansluiten van de RWA op de waterloop. De aansluiting van de RWA-afvoer moet voorzien worden van een terugslagklep om te vermijden dat bij hoge waterstanden, water van de Vunt de RWA-leiding kan instromen.

Bij aanvang van de werken aan de waterloop dient de VMM hiervan verwittigd te worden.

(dhr. Mathias Vaes, gebiedsbeheerder, tel. 0471 79 62 22, m.vaes@vmm.be)

De werken aan de waterloop dienen hierbij te voldoen aan de richtlijnen opgesteld door de VMM én de bepalingen van de omgevingsvergunning, zo niet vervalt deze toelating. De richtlijnen vindt u in bijlage.

Indien u hiervan wil afwijken dient u uw gemotiveerde aanvraag en gedetailleerde plannen over te maken aan de VMM (dhr. Philippe Carchon, Koning Albert II-laan 20 bus 16, 1000 Brussel, tel. 02 214 21 34, p.carchon@vmm.be).

Wij willen u er tenslotte op wijzen dat deze toelating precair is en te allen tijde kan worden aangepast of ingetrokken onder meer indien de initiatiefnemer niet aan de richtlijnen voldoet of indien werken aan de waterloop dit vereisen, zelfs als die het gevolg zijn van een wijziging in het waterbeleid. Deze aanpassing of intrekking kan nooit gepaard gaan met enige vergoedingsplicht in hoofde van de waterbeheerder.

Met vriendelijke groeten,

Voor het diensthoofd, met vakantie

LGV Projectontwikkeling Tildonksesteenweg 62 3020 Herent

Digitaal ondertekend door Philippe Carchon (Authentication)

(2)

Vlaamse Overheid

Koning Albert II – laan 20 bus 16 1000 BRUSSEL

T 02 214 21 11 F 02 553 21 05 www.vmm.be

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

12/02/2019 2018142273 WT 2019 OL 0025

vragen naar/e-mail telefoonnummer datum

Maarten Vandecasteele 02 214 21 11

m.vandecasteele@vmm.be

Betreft: Advies over de omgevingsvergunning met betrekking tot bouwen van een studentenhuisvesting gelegen J.P.

Minckelersstraat, n° 126, 128 en 130 te Leuven Aanvrager: LGV

Geachte heer, Geachte mevrouw,

Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

De locatie te Leuven, Afd. 1, Sectie A, nr(s) 1021K3,1021L3,1021M3 is gelegen langs en stroomt af naar de Vunt, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer. Het gebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig gebied.

De aanvraag omvat bouwen van een studentenhuisvesting met 30 kamers. Daarnaast zal de Vunt over een afstand van de volledige diepte van het perceel terug opengelegd en zichtbaar gemaakt worden, naast de Vunt komt een wandelpad met variërende breedte van 4m.

De toegang en ingang aan de J.P. Minckelersstraat bevinden zich 30 cm boven het straatniveai om te voorkomen dat bij hevige neerslag water van de straat het gebouw kan binnendringen.De ingang aan de tuinzijde bevindt zich 2 tredes boven het maaiveld van de tuin.

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

College van burgemeester en schepenen P. Van Overstraetenplein 1

3000 LEUVEN

(3)

De horizontale dakoppervlakte bedraagt 354 m², de nieuwe verharding bedraagt 60m², deze wordt tegen een bestaande verharding gelegd die nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening. Er wordt een hemelwaterput van 15.000 liter voorzien, het water zal hergebruikt worden voor de aansluiting van 33 toiletten en de aansluiting van een buitendienstkraantje. Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst met een volume van 3.400 liter en een infiltratieoppervlakte van 6 m². De infiltratievoorziening wordt onder het terras aangelegd, het terras is gelegen op ongeveer 1,5 m-mv.

Vermoedelijk zal de infiltratievoorziening in het grondwater liggen. We adviseren om meer in te zetten op hergebruik door een hemelwaterput van 20.000 l te plaatsen waardoor er geen infiltratievoorziening meer moet geplaatst worden. Naast de dakoppervlakte wordt ook de verharde grondoppervlakte aangesloten op de hemelwaterput. We adviseren enkel om de dakoppervlakte aan te sluiten op de hemelwaterput en de verharde grondoppervlakte samen met de overloop van de hemelwaterput naar de waterloop af te voeren. Op basis van de plannen is het niet duidelijk hoe het hemelwater dat op het terras valt, zal worden afgevoerd. Volgens de snedes is het terras niet waterdoorlatend, bijgevolg moet er een rooster voorzien worden zodat het hemelwater naar de waterloop kan gebracht worden. De aansluiting van de RWA-afvoer moet voorzien worden van een terugslagklep om te vermijden dat bij hoge waterstanden, water van de Vunt de RWA-leiding kan instromen.

Naar het aspect grondwaterstroming kunnen we stellen dat de aanleg van de ondergrondse constructie een bronbemaling met zich kan meebrengen. Indien men van plan is te bemalen moet minstens een melding volgens Vlarem (klasse 3) van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs MER-plichtig naargelang de ligging en het debiet per dag.

Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II). Met betrekking tot de lozing van het bemalingswater wordt eveneens verwezen naar Vlarem II art. 6.2.2.1.2 § 5 namelijk dat niet-verontreinigd bemalingswater bij voorkeur opnieuw in de bodem gebracht wordt. Wanneer het in de bodem brengen redelijkerwijze niet mogelijk is, moet dit niet-verontreinigd bemalingswater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Het lozen in de openbare riolering is slechts toegestaan wanneer het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is zich op een andere manier van dit water te ontdoen.

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte constructie en zonder kunstmatig drainagesysteem.

Aangezien de Vunt een geklasseerde onbevaarbare waterloop is, dient langs deze waterloop te allen tijde een strook van 5 m breed toegankelijk te zijn voor het onderhoud (ruimingswerken, herstel van oevers), overeenkomstig het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen. Er mogen bijgevolg geen nieuwe bovengrondse constructies worden opgericht binnen vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de Vunt. Eventuele afsluitingen, bomen of struikgewas langs de waterloop moeten op minstens 0,75 m van de taludinsteek worden geplaatst.

Afsluitingen moeten geplaatst worden op een afstand tussen 0,75 m en 1 m van de kruin van de waterloop, en mogen een hoogte van 1,5 m niet overschrijden; struikgewas moet tot op deze hoogte kunnen worden teruggesnoeid. Bomen langs de waterloop moeten op een tussenafstand van minstens 10 m worden geplant.

Dwarsafsluitingen mogen de toegang tot de werkstrook niet belemmeren en moeten daarom gemakkelijk wegneembaar en terugplaatsbaar zijn. Ook mag de 5m-strook langs de waterloop niet worden opgehoogd. Er wordt hierbij gewezen op de bepalingen van artikel 10 § 1 4° van het decreet integraal waterbeleid, artikels 12,

(4)

houdende algemeen politiereglement op de onbevaarbare waterlopen. Volgens de plannen worden er constructies in de 5m-erdienstbaarheidszone voorzien en wordt de vunt op de 2de verdieping overwelfd. Gezien de bouw van de studentenhuisvesting gepaard gaat met de openlegging van de Vunt, zal echter de kwaliteit en de beleefbaarheid van de waterloop er op vooruit gaan. Bijgevolg kan er uitzonderlijk worden ingestemd om binnen de 5m-erfdienstbaarheidszone wordt gebouwd.

Daarnaast geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten. Dit is vastgelegd in het besluit houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden van 15 maart 2013 in artikel 3 (oplijsting van de terreintypes) en artikel 4 (bepaling van het verbod).

De aanvrager dient de buitendienst van VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer minstens 10 dagen voor de aanvang van de werken op de hoogte te stellen.

Het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning impliceert niet automatisch een toestemming tot het gebruik van het domein van de waterloop. De afzonderlijke toelating hiervoor zal door de Vlaamse Milieumaatschappij rechtstreeks aan de initiatiefnemer bezorgd worden. De initiatiefnemer hoeft hiervoor zelf geen stappen te ondernemen. De bouwheer moet wel een detailplan ter goedkeuring voorleggen aan de VMM vooraleer te kunnen starten met de werken. Indien de initiatiefnemer de toelating niet tijdig ontvangen heeft, dient de initiatiefnemer contact op te nemen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM, t.a.v. dhr. Philippe Carchon, Graaf de Ferraris-gebouw - Koning Albert II-laan 20 bus 16 - 1000 Brussel; tel: 02/214 21 34 of via p.carchon@vmm.be).

BESLUIT

Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid indien rekening wordt gehouden met volgende voorwaarden:

• er wordt een hemelwaterput van 20.000 liter voorzien, de infiltratievoorziening wordt achterwege gelaten;

• het hemelwater van de verhardingen wordt niet aangesloten op de hemelwaterput, maar op de waterloop (via de overloop van de hemelwaterput);

• er geldt een verbod op het gebruik van pesticiden op minder dan 6 meter van het talud van het oppervlaktewater voor alle openbare diensten en voor alle commerciële activiteiten met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteiten.

• de aanvrager dient de VMM minstens 10 dagen voor de aanvang van de werken op de hoogte te stellen.

Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid:

• voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van bijlage 1 van Vlarem II (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II);

• de lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 § 5 van Vlarem II;

(5)

• de ondergrondse constructie dient te worden uitgevoerd als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

• de initiatiefnemer moet over een toelating van de VMM beschikken voor het gebruik van het domein van de waterloop alvorens de werken worden aangevat, deze wordt per post overgemaakt door de VMM;

Met vriendelijke groeten,

Bram Vogels

Teamverantwoordelijke team watertoets

Digitaal ondertekend door

Bram Vogels (Signature)

Datum: 2019.03.14 13:58:17

+01'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5.16 Als 25% van mijn totale areaal weides zijn die niet bemest of besproeid worden (alleen organische mest), maar op de rest van mijn percelen wordt wel precisielandbouw

Om in aanmerking te komen voor de pre-ecoregeling moet de precisielandbouw op bedrijfsniveau uitgevoerd worden: op minstens 80% van het areaal subsidiabele hoofdteelten (zie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Stedelijke School Buitengewoon Secundair Onderwijs De Brug..

� Zorggebruikers, medewerkers en stagiairs mogen enkel meegerekend worden indien gegarandeerd kan worden dat ze ook aanwezig kunnen zijn in de voorziening voor

Het Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek tracht in Vlaanderen te fungeren als een bundelend en overkoepelend onderzoeks- en expertisecentrum dat enerzijds toekomstige

Om dit binnen de nieuwe context van de persoonsvolgende financiering te kunnen doen lijsten we de beschikbare middelen op voor persoonsvolgende budgetten in 2017 en maken we

Doordat niet alle tekorten zijn weggewerkt binnen de vooropgestelde termijn, krijgt de school een ongun- stig advies voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid en hygiëne van Centrum voor Volwassenenonderwijs VIVA Oost-Vlaanderen