• No results found

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Brink 27 (BSO) Brink JR WIJCHEN Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Brink 27 (BSO) Brink JR WIJCHEN Registratienummer"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Buitenschoolse Opvang Brink 27 (BSO) Brink 27

6603JR WIJCHEN

Registratienummer 206046017

Toezichthouder: GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen In opdracht van gemeente: WIJCHEN

Datum inspectie: 28-10-2014

Type onderzoek : Regulier onderzoek

Status: Definitief

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Accommodatie en inrichting ... 8

Inspectie-items ... 9

Gegevens voorziening ... 12

Gegevens toezicht ... 12

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 13

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

Er heeft een praktijkinspectie plaatsgevonden en niet alle voorwaarden zijn beoordeeld. Tijdens huidige inspectie is er naast alle verplichte items extra aandacht en verdieping geweest

voor de tekortkomingen en aandachtspunten van vorige inspectie. Er is gekeken naar de

pedagogische praktijk, de groepen en beroepskracht-kindratio, risico inventarisatie veiligheid en gezondheid, praktijk veiligheid en gezondheid en de personeelsgegevens.

De oudercommissie heeft een vragenlijst ingevuld, hieruit zijn geen bijzonderheden of signalen naar voren gekomen die aanleiding waren voor uitbreiding of verdieping van het onderzoek.

Voor de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum van GGD GHOR Nederland.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Buitenschoolse opvang Brink 27 maakt deel uit van kinderopvang-organisatie De Eerste stap. Dit is een organisatie in de regio Wijchen. Buitenschoolse opvang Brink 27 is gehuisvest in

multifunctionele accommodatie (MFA) Huurlingsedam, samen met basisschool Trinoom en Wijkcentrum de Brink. Er zijn op dit moment 3 basisgroepen van maximaal 20 kinderen. Deze groepen zijn ingedeeld naar leeftijd.

Het inspectiebezoek bestond uit een onderzoek naar documenten en een locatiebezoek. Tijdens het inspectiebezoek hebben de medewerkers alle voorhanden informatie en documenten verstrekt en was er een duidelijk beeld van de dagelijkse praktijk.

Na het inspectiemoment zijn er in het kader van overleg en overreding nog enkele documenten toegezonden en overlegd met de manager.

Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder op bijna alle punten voldoet, behalve op het gebied van de risico-inventarisatie veiligheid.

Meer informatie vindt u bij de toelichtingen in het rapport.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

Risico-inventarisatie veiligheid

 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

 De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Bij de observatie van de pedagogische praktijk wordt er gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt

geobserveerd.

Pedagogische praktijk

Het pedagogisch werkplan komt regelmatig aan de orde in het teamoverleg. Uit het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids-en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. Op het moment van de inspectie waren er drie groepsruimtes in gebruik. De observaties zijn gedaan in alledrie

de groepen.

Waarborgen emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen en open sfeer Observatie

In groep 1 zitten de kinderen aan de tafels te eten en drinken. Tijdens dit moment kletsen de kinderen onderling, maar er is ook veel interactie met de beroepskrachten. De twee

beroepskrachten verspreiden zich over de ruimte, zodat ze met alle kinderen contact kunnen hebben.

Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten

Het komt op deze locatie vaker voor dat kinderen zelfstandig naar huis mogen. Tijdens de inspectie belde er een ouder om te zeggen dat zijn kind naar huis kon komen. Er was tijdens dit telefonish gesprek een korte overdracht.

Mogelijkheid bieden tot persoonlijke competentie

De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting

Observatie

Er worden geregeld activiteiten voor de kinderen georganiseerd. Zo is er voor de oudere kinderen een activiteitenprogramma On the Move. Kinderen vanaf negen jaar kunnen zich hiervoor

inschrijven. Zo is er een workshop textiele werkvorming en kinetische kunst georganiseerd.

De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen Observatie

Een kind komt zuchtend naar de beroepskracht en zegt; ik weet niet wat ik moet tekenen. De beroepskracht ondersteunt het kind door te luisteren en door een suggestie te doen. De

beroepskracht zegt; pak anders het kleurboek erbij en dan kan je misschien wat inspiratie opdoen.

Het kind komt bij de beroepskracht zitten en samen bespreken ze de opties.

Mogelijkheid bieden tot sociale competentie

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling Observatie

Een aantal meisjes zijn een dansje aan het doen, andere kijken en proberen ook mee te doen. De beroepskracht kijkt toe en zegt; Zo meiden dat dansje zit er al wel goed in. Jullie kunnen het wel samen doen en zo een optreden geven. Vinden jullie dat leuk? De meisjes reageren positief en overleggen of ze een optreden gaan organiseren.

Overdracht van normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig Observatie

De groepsregels van BSO Brink hangen in de hal.

Bovenstaande observaties zijn voorbeelden van wat er gezien is in de praktijk tijdens het

inspectiemoment. Geconcludeerd kan worden dat er wordt voldaan aan de wettelijke eisen op het gebied van de pedagogische praktijk.

(5)

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Vragenlijst oudercommissie

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (per email en telefonisch contact)

 Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

 Observaties (binnen en buitenruimte, eet en drink moment, vrij spel, klein ongeval)

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaring omtrent gedrag en de beroepskwalificaties waren niet inzichtelijk op locatie, in het kader van overleg en overreding zijn ze nagezonden. De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef.

Alle medewerkers uit de steekproef beschikten over een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Geconcludeerd kan worden dat de verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de wettelijke eisen van de Wet Kinderopvang.

Passende beroepskwalificatie

Er zijn van drie vaste beroepskrachten een passende beroepskwalificatie overlegd Opvang in groepen

Er zijn op deze locatie drie basisgroepen; groep 1, groep 2 en groep 3.

De eisen met betrekking tot de opvang in groepen en de beroepskracht-kindratio zijn beoordeeld op basis van een steekproef.

Op de dag van de inspectie waren de groepen op de volgende manier ingedeeld;

 Groep 1 waren 17 kinderen aanwezig

 Groep 2 waren 15 kinderen aanwezig

 Groep 3 waren 7 kinderen aanwezig

Uit de plannings en aanwezigheidslijsten van oktober blijkt dat er niet meer dan 20 kinderen worden ingepland in een basisgroep.

Kinderen worden in één basisgroep opgevangen en daardoor zijn er geen schriftelijke verklaringen beoordeeld die nodig zijn als kinderen in een andere dan de vaste basisgroep wordt opgevangen.

Geconcludeerd kan worden dat er op deze locatie vaste basisgroepen zijn waar niet meer dan 20 kinderen worden ingepland, hiermee wordt voldaan aan de eisen die de Wet kinderopvang stelt aan de opvang in groepen.

Beroepskracht-kindratio

Op de dag van de inspectie waren de groepen op de volgende manier ingedeeld;

 Groep 1 waren 17 kinderen aanwezig met twee beroepskrachten

 Groep 2 waren 15 kinderen aanwezig met twee beroepskrachten

 Groep 3 waren 7 kinderen aanwezig met één beroepskracht

Er wordt op deze locatie tijdelijk afgeweken van de beroepskracht-kindratio, doordat

beroepskrachten later beginnen met werken en eerder stoppen met werken. Deze afwijking valt binnen het tijdsbestek die de Wet kinderopvang stelt.

Geconcludeerd kan worden dat er niet wordt afgeweken van de eisen die van de Wet kinderopvang stelt aan de beroepskracht-kindratio.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (per email en telefonisch contact)

 Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

 Observaties (binnen en buitenruimte, eet en drink moment, vrij spel, klein ongeval)

 Verklaringen omtrent het gedrag (drie beroepskrachten)

 Diploma's beroepskrachten (drie beroepskrachten)

 Plaatsingslijsten (oktober)

 Presentielijsten (28-10-2014)

 Personeelsrooster (28-10-2014)

(7)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Tijdens de inspectie kon er op locatie geen risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid overlegd worden. In het kader van overleg en overreding is de mogelijkheid geboden aan de houder om de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid na te sturen.

De nagestuurde risico-inventarisatie veiligheid voldeed niet, omdat dit een risico-inventarisatie was van een dependance die niet meer in gebruik is. Er is nadien met de houder contact geweest per email en telefoon en daaruit bleek dat de houder kon geen risico-inventarisatie

veiligheid overleggen van maximaal een jaar oud.

De huisregels veiligheid zijn in maart 2014 aangepast en besproken met de beroepskrachten tijdens een teamoverleg.

De risico-inventarisatie gezondheid is van 21-05-2014 en voldoet aan de eisen die de Wet kinderopvang stelt aan de risico-inventarisatie gezondheid.

Tijdens de inspectie deed zich een klein ongeval voor en hiervan is een ongevallen registratie overlegd. Deze voldeed aan de eisen.

Geconcludeerd kan worden dat de houder geen risico-inventarisatie veiligheid heeft van de actuele situatie die maximaal één jaar oud is.

Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling

De meldcode wordt tijdens teamoverleg besproken. Uit interview blijkt dat de medewerkers inhoudelijk op de hoogte zijn van de meldcode.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Vragenlijst oudercommissie

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (per email en telefonisch contact)

 Interview anderen (pedagogisch medewerkers)

 Observaties (binnen en buitenruimte, eet en drink moment, vrij spel, klein ongeval)

 Risico-inventarisatie gezondheid (21-05-2014)

 Ongevallenregistratie (28-10-2014)

 Huisregels/groepsregels (07-03-2014)

(8)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Er zijn drie groepsruimten en een speelhal beschikbaar voor de kinderen van de BSO. BSO Brink 27 is gevestigd in basisschool Trinoom. Twee van de drie groepsruimten zijn tevens

klaslokalen. Tijdens de inspectie kwam naar voren dat deze twee groepsruimten van de BSO tijdens de openingstijden van de BSO ook worden gebruikt door de leerkracht van het betreffende klaslokaal. De leerkracht gebruikt de ruimte alleen voor eigen werkzaamheden. De BSO kan de ruimtes naar eigen inzicht gebruiken. Dit is in samenspraak met De eerste stap en basisschool Trinoom en dit noemt men duogebruik.

De wet kinderopvang zegt dat de groepsruimte passend ingericht moet zijn. Tijdens huidige inspectie werden beide ruimten gebruikt door de leerkrachten, de beroepskrachten en de kinderen van de BSO. Er leek er geen belemmering te zijn in het gebruik van de ruimten door de BSO. De kinderen aten in de groepsruimten en daarna speelden de kinderen ook in deze ruimtes. De leerkrachten zaten op hun eigen plek rustig te werken. Het duogebruik van de ruimte is wel een aandachtspunt, er zal jaarlijks geevalueerd worden of de ruimten passend ingericht zijn in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke

 Observaties (binnen en buitenruimte, eet en drink moment, vrij spel, klein ongeval) Pedagogisch werkplan

(9)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop

(10)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

(11)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(12)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Buitenschoolse Opvang Brink 27

Website : http://www.deeerstestap.nl

Aantal kindplaatsen : 60

Gegevens houder

Naam houder : De Eerste Stap, kinderopvang B.V.

Adres houder : Laantje 11

Postcode en plaats : 6602AA WIJCHEN

KvK nummer : 09153226

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Gelderland-Zuid, vestiging Nijmegen

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 6501BC NIJMEGEN

Telefoonnummer : 024-3297297

Onderzoek uitgevoerd door : D. Goddijn Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : WIJCHEN

Adres : Postbus 9000

Postcode en plaats : 6600HA WIJCHEN

Planning

Datum inspectie : 28-10-2014

Opstellen concept inspectierapport : 17-11-2014

Zienswijze houder : 18-11-2014

Vaststelling inspectierapport : 18-11-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 24-11-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 24-11-2014

Openbaar maken inspectierapport : 08-12-2014

(13)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze eerste stap op inspectie rapport BSO Brink d.d. 28 oktober 2014.

In het inspectierapport wordt melding gemaakt van het ontbreken van een actuele risico- inventarisatie veiligheid.

Door een misverstand is er een fout gemaakt bij het maken van deze risico-inventarisatie.

Inmiddels is er een nieuwe inventarisatie 2014-2015 gemaakt en opgestuurd aan de GGD De huisregels rond veiligheid en gezondheid waren wel up to date en zijn in het teamoverleg van 15 september j.l. door de medewerkers besproken en geëvalueerd. Hiermee was en is in de praktijk de veiligheid gewaarborgd.

Gerda Schuttevaar Manager wijk Kerkeveld BSO Brink

de eerste stap

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit