MINISTERIE VAN FINANCIEN EN PLANNING Directoraat der Belastingen
Kerkplein no. 12 Paramaribo - Suriname
Telefoon (597) 425340/476640 Telefax (597) 424062
Email: secdirbel@gov.sr
VRIJSTELLING VAN INVOERRECHT OP BEDRIJFSMIDDELEN
Middels deze maakt de directeur der Belastingen het volgende bekend:
In het kader van het stimuleren van ondernemerschap, kunnen ondernemers in aanmerking komen voor gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten bij de invoer van bedrijfsmiddelen.
Wat houdt de vrijstelling in:
Dat voor de invoer van bedrijfsmiddelen:
a. gedeeltelijke vrijstelling van 75% (vijfenzeventig procent) van het verschuldigde invoerrecht wordt verleend, met dien verstande dat 25 % (vijfentwintig procent) dient te worden betaald;
b. gedeeltelijke vrijstelling van 75% (vijfenzeventig procent) van de verschuldigde omzetbelasting wordt verleend, met dien verstande dat 25% (vijfentwintig procent) dient te worden betaald;
c. gedeeltelijke vrijstelling van statistiekrecht wordt verleend tot een bedrag van SRD 100,--.
Welke zijn de wettelijke bepalingen:
- Artikel 39 lid 1 onder f van de Wet Tarief van Invoerrechten 1996 (S.B. 1995 no. 111, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2004 no. 79);
- Artikel 67 van het Decreet Mijnbouw (S.B. 1986 no. 28, zoals gewijzigd bij S.B. 1997 no.
44);
- Artikel 16 lid 1 van de Wet Omzetbelasting (S.B. 1997 no. 83, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2021 no. 107);
- Artikel 7 van de Wet op het Statistiekrecht (G.B. 1973 no. 9, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2008 no. 28);
- De Beschikking van de minister van Financiën en Planning d.d. 4 maart 2022 La.F.no. 796 (S.B. 2022 no. 37).
Wie komt in aanmerking voor vrijstelling:
In aanmerking komen ondernemingen in de sectoren: bosbouw, industrie, landbouw, tuinbouw, mijnbouw, veeteelt, pluimvee, aquacultuur, visserij, groothandel, beroepsvervoer, nijverheid, dienstverlening en toerisme met uitzondering van de inrichting en exploitatie van casino’s.
Wat wordt onder een bedrijfsmiddel verstaan:
Een goed waarover kan worden afgeschreven conform artikel 10, lid 2 van de Wet Inkomstenbelasting 1922. Het bedrijfsmiddel dient een directe verband te hebben met de bedrijfsactiviteiten, conform de geregistreerde activiteiten bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Welke bedrijfsmiddelen komen in aanmerking:
Het bedrijfsmiddel dient tenminste een CIF-waarde van US$ 7.500,- (zevenduizend en vijfhonderd Amerikaanse dollar) te hebben.
Onder een bedrijfsmiddel wordt ook verstaan goederen die in delen worden ingevoerd en uiteindelijk hier te lande tot één bedrijfsmiddel gevormd moeten worden. De voorwaarden zijn:
- dat het verzoek voor vrijstelling van invoerrechten voor alle delen in één keer wordt gedaan;
- dat ook in dit geval er voldaan moet worden aan de minimale CIF-waarde van US$ 7.500.
In geval van bedrijfsmiddelen die in verband met de investering een geheel vormen (zogenoemde initiële investering), dient de gezamenlijke waarde tenminste US$ 500.000,00 (vijfhonderdduizend Amerikaanse dollars) te bedragen. De voorwaarde dat het bedrijfsmiddel tenminste een waarde van US$ 7.500,00 dient te hebben, is bij een initiële investering niet van toepassing.
Ten aanzien van bedrijfsmiddelen die gebruikt zullen worden in de landbouwsector, veeteeltsector en pluimveesector en in verband met de investering een geheel vormen (zogenoemde initiële investering), wordt vrijstelling van invoerrechten verleend, indien de gezamenlijke waarde tenminste US$ 250.000,00 (tweehonderd en vijftigduizend Amerikaanse dollars) bedraagt. De voorwaarde dat het bedrijfsmiddel tenminste een waarde van US$
7.500,00 dient te hebben, is hier eveneens niet van toepassing.
Welke documenten dienen te worden overgelegd om in aanmerking te komen voor vrijstelling:
a. een verzoekschrift gericht aan de minister van Financiën en Planning;
b. een geldige vergunning in geval van vergunningsplichtige bedrijfsactiviteiten;
c. een verklaring van registratie van de inspecteur der Directe Belastingen (Van Sommelsdijckstraat 27);
d. een verklaring van geen bezwaar van de ontvanger der Directe Belastingen (Van Sommelsdijckstraat 27);
e. een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
f. de facturen of offertes van de leverancier in het buitenland van de in te voeren bedrijfsmiddelen (2 maal);
g. een juist en volledig ingevuld model investeringsformulier;
h. Een bedrijfsplan, projectplan of investeringsplan in geval van een initiële investering;
i. een gespecificeerde lijst inhoudende de te importeren goederen, de aantallen, de individuele waarden, de totale waarde, de namen van de lokale en- of buitenlandse
leveranciers, bedrijfsstempel en handtekening van de vertegenwoordiger van het bedrijf, ingeval van een initiële investering;
j. een samenwerkingsovereenkomst tussen de concessie-/vergunninghouder en belanghebbende in geval van het verrichten van enkele werkzaamheden in de bosbouw- en mijnbouwsector.
De verklaring genoemd in punt d heeft een geldigheidsduur van 6 maanden gerekend vanaf de afgiftedatum.
Ten aanzien van het uittreksel genoemd in punt e dienen de bedrijfsactiviteiten in lijn te zijn met de geregistreerde activiteiten uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Kopieën van de documenten bedoeld in de punten d en e dienen bij elk verzoek bijgevoegd te worden.
Het verzoekschrift en de overige documenten dienen ten minste 3 weken voor de invoer van de bedrijfsmiddelen te zijn ingediend.
De verleende beschikkingen zijn geldig voor 3 maanden gerekend vanaf de datum van ondertekening van de beschikkingen en bij initiële investering geldig voor 6 maanden, met de mogelijkheid voor verlenging.
Welke voorwaarden gelden nadat gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten is verleend:
Het bedrijfsmiddel waarvoor bij de invoer gedeeltelijke vrijstelling van invoerrecht is verleend op grond van artikel 39 lid 1 onder f van de Wet Tarief van Invoerrechten 1996 of artikel 67 van het Decreet Mijnbouw mag binnen 3 (drie) jaar na de invoer niet worden vervreemd.
Bij vervreemding van een bedrijfsmiddel binnen de periode van 3 (drie) jaar, zijn eerder vrijgestelde rechten bij de invoer verschuldigd.
Wat wordt onder vervreemding verstaan:
a. de eigendomsoverdracht van goederen ingevolge een overeenkomst;
b. het onttrekken van een bedrijfsmiddel aan de onderneming;
c. het wijzigen van de bestemming van een bedrijfsmiddel;
d. het niet in gebruik nemen van een bedrijfsmiddel binnen 3 (drie) jaar na de aanvang van het jaar waarin de investering in het desbetreffende bedrijfsmiddel heeft plaatsgevonden;
e. het bedrijfsmiddel gebruiken buiten het grondgebied van Suriname.
Vrijgestelde bedrijfsmiddelen dienen in een aparte bijlage van de definitieve aangifte inkomstenbelasting te worden vermeld.
Er wordt geen restitutie verleend van reeds betaalde rechten bij de invoer.
Welke goederen zijn uitgesloten van de vrijstelling van invoerrecht:
1. De volgende goederen zijn uitgesloten van de vrijstelling van invoerrecht:
a. Personenvoertuigen en autobussen, met uitzondering van beroepsvervoer. Onder beroepsvervoer wordt verstaan het transporteren of vervoeren van goederen en of personen, waarbij deze als bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Onder personenvoertuigen moet worden verstaan motorrijtuigen die ingericht zijn of gebruikt worden voor het vervoer van 7 personen en minder, de bestuurder daarbij inbegrepen. Onder het begrip autobussen wordt verstaan motorrijtuigen die ingericht zijn of gebruikt worden voor het vervoer van 8 of meer volwassen personen, de bestuurder daarbij inbegrepen.
b. Vrachtwagens met een laadvermogen van minder dan 1.500 (vijftienhonderd) kg.
c. Vaartuigen, met uitzondering van bedrijfsmatig gebruik.
d. Onderdelen van bedrijfsmiddelen.
e. Bouwmaterialen.
f. Sanitaire artikelen met uitzondering sanitaire artikelen bestemd voor hotels en restaurants (Horeca).
g. Goederen bestemd voor inrichting en aankleding van gebouwen en werkplaatsen met uitzondering die goederen bestemd voor hotels en restaurants (Horeca).
h. Bedrijfskleding, -schoeisel en overige persoonlijke beschermingsattributen.
i. Beveiligingsapparatuur met inbegrip van vuurwapens.
2. Uitgesloten van de initiële investering zijn de volgende punten uit lid 1:
a. Personenvoertuigen en autobussen, met uitzondering van beroepsvervoer.
b. Vrachtwagens met een laadvermogen van minder dan 1.500 (vijftienhonderd) kg.
c. Vaartuigen, met uitzondering van bedrijfsmatig gebruik.
d. Bedrijfskleding, -schoeisel en overige persoonlijke beschermingsattributen.
De uitsluiting genoemd in punt a is niet van toepassing op vervoermiddelen die niet voorzien hoeven te zijn van nummerplaten.
Een onderdeel van een bedrijfsmiddel zoals bedoeld in punt d welke geen minimale waarde heeft van US$ 500,00, is uitgesloten van vrijstelling.
Voor wat betreft bouwmaterialen als bedoeld in punt e zijn cement, verf, spijkers, bouten, moeren en soortgelijke goederen uitgesloten.
Inrichtingsgoederen genoemd in punt g, bestemd voor kantoren, zijn eveneens uitgesloten.
Deze uitsluiting is niet van toepassing op bedrijven met als hoofdactiviteit het verlenen van
bepaalde diensten waarbij kantoorgoederen onmisbaar zijn. Te denken valt aan bedrijven zoals financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen, consultants.
Contactgegevens:
Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de Afdeling Fiscale Zaken – Indirecte Belastingen.
Telefoonnummers 425340 / 476640 toestelnummers 242, 243, 244 en 245.
E-mailadressen:
fzindirectebelastingen@gmail.com fzib@finance.gov.sr
De directeur der Belastingen
