Inspectierapport incidenteel onderzoek
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V. (kinderdagverblijf)
Toezichthouder: Mw. I. Dol/ Mw. L. Beentjes Opdrachtgever: Stadsdeel Zuidoost
Datum: 23 mei 2011
Reden toezicht: incidenteel onderzoek
Inhoudsopgave
Inleiding--- 3
Samenvatting--- 4
Domein 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen --- 5
0.1 Kinderopvang in de zin van de wet --- 5
Domein 2. Personeel --- 6
2.2 Passende beroepskwalificatie--- 6
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal --- 6
Domein 3. Gezondheid--- 7
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid--- 7
Domein 4. Accommodatie en inrichting --- 8
4.1 Binnenspeelruimte --- 8
Domein 5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio --- 9
5.1 Opvang in groepen--- 9
5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes--- 9
5.3 Beroepskracht-kind-ratio--- 10
5.4 Inzet beroepskracht in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio --- 10
Maatregel(en) --- 11
Beschouwing toezichthouder--- 11
Advies aan stadsdeel ten aanzien van handhaving --- 11
Zienswijze houder op het inspectierapport --- 11
Algemene gegevens --- 12
Kindercentrum --- 12
Gegevens toezichthouder (GGD) --- 13
Gegevens stadsdeel--- 13
Gegevens registerhouder --- 13
Inspectiegegevens --- 14
Inleiding
Waarom toezicht?
De rijksoverheid stelt aan kindercentra kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veilig- heid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk en klachten. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinder- opvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk.
Wie is waarvoor verantwoordelijk?
Het kindercentrum is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspecties uit, waarbij zij beoordeelt of kindercentra aan de gestelde eisen voldoen. Zo nodig ad- viseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen.
Waar is het toezicht op gebaseerd?
Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid regels in de Wet kinderopvang en kwaliteits- eisen peuterspeelzalen en in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen geformuleerd1. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, is een toetsingskader opgesteld. Hierin staan alle zaken waarover de toezichthouder informatie verzamelt én een oordeel geeft. Alle toezichthouders in Nederland werken met dezelfde veldinstrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek.
Wat is het doel van het inspectierapport?
De bevindingen van het inspectiebezoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is:
1. Een oordeel geven over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra om in het landelijk register opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra gesteld worden die al in exploitatie zijn.
2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum aan de kwaliteitseisen voldoet en een ad- vies uitbrengen over eventuele vervolgstappen.
3. De (toekomstige) ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector vol- doet.
Leeswijzer
Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van een incidenteel onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn slechts enkele voorwaarden beoordeeld. De domeinen die in het geheel niet zijn beoordeeld, zijn niet in de rappor- tage opgenomen. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan () of niet is voldaan (). Een voorwaarde kan niet zijn beoordeeld, indien deze geen deel uitmaakt van het incidenteel onderzoek.
Voorin het inspectierapport vindt u de samenvatting waarin kort per inspectiedomein de bevindingen van de inspecteur zijn weergegeven. Achterin het inspectierapport treft u de conclusie waarin de maatregel(en) die moeten worden uitgevoerd zijn genoemd; is ruimte voor de beschouwing van de toezichthouder en de zienswijze van de houder van het kindercentrum; en is het advies van de inspecteur aan de gemeente met betrekking tot de handhaving opgenomen. Tot slot bevat het rapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, de gemeente en de toezichthouder.
1 Normen direct ontleend aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden als eis waarvan niet mag worden afgeweken. Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepas- sing.
Samenvatting
Gegevens
Kindercentrum Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V. (kinderdagverblijf) Soort inspectie incidenteel onderzoek
Kinderopvang in de zin
van de Wet ja
Kinderopvang in kinder-
centrum ja
Registeropname Het kindercentrum is per 01 januari 2005 opgenomen in het Register Kinder- opvang.
Adres- en kindplaatsge- gevens register kloppen met aangetroffen situa- tie.
ja
Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein
0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
- De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet.
2 Personeel
- Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen.
- Gedurende de hele opvang en door alle beroepskrachten wordt Nederlands als voertaal gebruikt.
3 Veiligheid en gezondheid
- De maatregelen zijn effectief en adequaat. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de maatre- gelen en voeren het gezondheidsbeleid in de praktijk uit.
4 Accommodatie en inrichting
- Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke groepsruimte. De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de kinderen en het pedagogisch beleid.
5 Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
- De opvang vindt plaats in stamgroepen. Het maximum aantal kinderen per stamgroep wordt niet overschreden.
- Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten en één is daarvan dagelijks werkzaam op de groep van het kind. Ieder kind maakt maximaal van twee stamgroepsruimtes gebruik geduren- de de week.
- De beroepskracht-kind-ratio wordt nageleefd.
- Er worden voldoende beroepskrachten ingezet wanneer mag worden afgeweken van de beroeps- kracht-kind-ratio. Er wordt niet langer dan drie uur per dag afgeweken van de beroepskracht-kind- ratio. Er wordt niet afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio tussen 9.30 en 16.30. Als er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio dan wordt ten minste de helft van het aantal beroeps- krachten ingezet.
Domein 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peu- terspeelzalen
0.1 Kinderopvang in de zin van de wet
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.1, eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid)
1. De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. 2. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden. Voorwaarden
3. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
Oordeel Aan 3 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor-
waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet.
Toelichting geen Gebruikte
bronnen inspectieonderzoek
Domein 2. Personeel
2.2 Passende beroepskwalificatie
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50, eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9, eerste lid)
Voorwaarden 1. Beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Oordeel Aan 1 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor-
waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroeps- kwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen.
Toelichting
Het gaat hier om de cao Kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.
Gebruikte
bronnen inspectieonderzoek
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.55)
Voorwaarden
1a. De Nederlandse taal wordt als voertaal gebruikt.
of
1b. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeen- komstig een door de houder vastgestelde gedragscode. Het gaat hier bij- voorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrij- ven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is.
Oordeel Aan 1 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor- waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
Gedurende de hele opvang en door alle beroepskrachten wordt Nederlands als voer- taal gebruikt.
Toelichting geen Gebruikte
bronnen inspectieonderzoek
Domein 3. Gezondheid
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8)
1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.
niet beoor-
deeld 2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatrege-
len die effectief en adequaat zijn.
niet beoor-
deeld 3. De houder draagt zorg voor de uitvoering van het plan van aanpak. niet beoor-
deeld 4. Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. Voorwaarden
5. Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. Oordeel Aan 2 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 3 voor-
waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
De maatregelen zijn effectief en adequaat. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de maatregelen en voeren het gezondheidsbeleid in de praktijk uit.
Toelichting geen Gebruikte
bronnen inspectieonderzoek
Domein 4. Accommodatie en inrichting
4.1 Binnenspeelruimte
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 5)
1. Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. 2. Er is minimaal 3,5m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per
kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.
niet beoor-
deeld 3. De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te
vangen kinderen.
Voorwaarden
4. De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogische beleid.
Oordeel Aan 3 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 1 voor-
waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke groepsruimte. De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de kinderen en het pedago- gisch beleid.
Toelichting geen Gebruikte
bronnen inspectieonderzoek
Domein 5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
5.1 Opvang in groepen
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, eerste en vierde lid)
1. De opvang vindt plaats in stamgroepen .
Voorwaarden
2a. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar of
2b. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
Oordeel Aan 2 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor- waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
De opvang vindt plaats in stamgroepen. Het maximum aantal kinderen per stamgroep wordt niet overschreden.
Toelichting Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepsruimte verlaten.
Gebruikte
bronnen inspectieonderzoek.
5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, derde en vierde lid)
1. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten. 2. Dagelijks is er minimaal een van de vaste beroepskrachten werkzaam op
de groep van het kind.
Voorwaarden
3. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepsruimtes gebruik geduren- de een week.
Oordeel Aan 3 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor-
waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten en één is daarvan dagelijks werkzaam op de groep van het kind. Ieder kind maakt maximaal van twee stamgroeps- ruimtes gebruik gedurende de week.
Toelichting
Voorwaarden 1, 2 en 3 gelden niet voor kinderen die gebruikmaken van een flexibel aanbod, dat eruit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week ver- schillen. Welke kinderen dat zijn, moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind.
Indien in de groep met drie beroepskrachten tegelijk wordt gewerkt, worden er maxi- maal vier vaste beroepskrachten toegewezen aan ieder kind.
Een stamgroepsruimte is de ruimte waar het kind het grootste deel van de dag aanwe- zig is. Voorwaarde 3 is niet van toepassing bij speciale activiteiten, beschreven in het pedagogisch beleidsplan.
Gebruikte
bronnen Inspectieonderzoek en rooster.
5.3 Beroepskracht-kind-ratio
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, tweede, derde, zevende en achtste lid)
1. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt tenminste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkun- dig gemiddelde berekend, waarbij naar boven kan worden afgerond.
Voorwaarden
2. Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroeps- kracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.
Oordeel Aan 2 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor- waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing
oordeel De beroepskracht-kind-ratio wordt nageleefd.
Toelichting
Als bij (spel)activiteiten de kinderen de stamgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind- ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op de locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.
Gebruikte
bronnen Inspectieonderzoek en rooster.
5.4 Inzet beroepskracht in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid) 1. Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per
dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is.
2. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze
3. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en
na 16.30 en maximaal twee uur aaneengesloten tijdens de voor dat kin- dercentrum gebruikelijke middagpauze.
4. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten worden ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.
Voorwaarden
5. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.
Oordeel Aan 5 voorwaarde(n) is voldaan, aan 0 voorwaarde(n) is niet voldaan en 0 voor- waarde(n) is/zijn niet beoordeeld.
Onderbouwing oordeel
Er worden voldoende beroepskrachten ingezet wanneer mag worden afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Er wordt niet langer dan drie uur per dag afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Er wordt niet afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio tussen 9.30 en 16.30. Als er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio dan
Conclusie
Maatregel(en) Maatregel(en) opvolgen voor
geen
Beschouwing toezichthouder geen
Advies aan stadsdeel ten aanzien van handhaving
Geen handhaving
Handhaven volgens gemeentelijke handhavingsbeleid
Met spoed handhaven in verband met urgentie
Zienswijze houder op het inspectierapport
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Algemene gegevens
Kindercentrum
Inspectie uitgevoerd bij kindercentrum:
Naam kindercentrum Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V. (kinderdagverblijf) Bezoekadres kindercentrum Egoliplein 1
Postcode en plaats 1103 AB Amsterdam
Telefoon 020 6951462
Contactpersoon mevrouw C.G. Manukure E-mail
Postadres Egoliplein 1
Postcode en plaats 1103 AB Amsterdam
Soort opvang Dagopvang
Evt. toelichting
Aantal kindplaatsen per
soort opvang 102
Aantal groepen
Aantal beroepskrachten
Naam koepel / eigenaar Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V.
Adres koepel Postbus 22599 Postcode en plaats 1100 DB Amsterdam
Telefoon 020 6951462
E-mail wipsakids@xs4all.nl
Evt. Website
Evt. contactpersoon
Gegevens toezichthouder (GGD)
Uitgevoerd door GGD:
Naam GGD GGD Amsterdam
Inspectie kinderopvang
Adres Nieuwe Achtergracht 100
Postbus 2200 Postcode en plaats 1000 CE Amsterdam
Telefoon 020-555 55 75
Website www.gezond.amsterdam.nl
Naam inspecteur Mw. I. Dol/ Mw. L. Beentjes
E-mail inspecteur mspilker@ggd.amsterdam.nl (vaste inspecteur van het kindercentrum)
Gegevens stadsdeel
In opdracht van stadsdeel:
Naam stadsdeel Stadsdeel Zuidoost
Adres Postbus 12491
Postcode en plaats 1100 AL Amsterdam
Telefoon 020 2525000
Website www.zuidoost.amsterdam.nl
E-mail info@zuidoost.amsterdam.nl
Gegevens registerhouder
Register ondergebracht bij:
Naam registerhouder GGD Amsterdam Register Kinderopvang
Adres Postbus 2200
Postcode en plaats 1000 CE Amsterdam
Telefoon 020 555 55 75
Website www.landelijkregisterkinderopvang.nnl
Inspectiegegevens
Inspectierapport
Datum Verstuurd aan: Toelichting Ontwerprapport
verstuurd 24 mei 2011 Houder Locatie Hoor en weder-
hoor 8 juni 2011
Definitief rap-
port vastgesteld 24 juni 2011 Definitief rap-
port verstuurd 24 juni 2011 Houder Locatie