• No results found

WERKEN MET BABY'S

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "WERKEN MET BABY'S"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WERKEN MET BABY'S

(2)

Uitgeverij: Edu’Actief b.v.

0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Auteur: Marjolein van den Hof Titel: Werken met baby’s

ISBN: 978 90 3725 303 0, maakt deel uit van pakket: 978 90 3725 343 6 Eerste druk/eerste oplage

Edu’Actief b.v. 2019

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.

COLOFON

(3)

1. WERKEN MET DIT KEUZEDEEL...4

2. SOCIAAL-EMOTIONEEL...6

3. COGNITIEF...11

4. TAAL...16

5. FYSIEK...21

6. VERZORGING...26

7. UITDAGING...32

INHOUDSOPGAVE

(4)

DIGITALE LEEROMGEVING

Bij sommige opdrachten heb je hulpmiddelen nodig. Bijvoorbeeld filmpjes, formulieren of een link naar een website. Deze staan allemaal in de digitale leeromgeving. Dit icoontje verwijst naar de digitale

leeromgeving. Om hier te komen ga je naar digitaal.boomonderwijs.nl/beroepsonderwijs.

Eerste keer inloggen in de digitale omgeving

Voordat je de digitale leeromgeving kunt gebruiken moet je je licentie activeren.

• Overleg met je docent welk type account je gebruikt.

• Ga naar www.edu-actief.nl/licentie.

• Bekijk de instructiefilm of lees het stappenplan.

• Volg de stappen.

Daarna kun je aan de slag!

WERKEN MET BABY'S

Dit keuzedeel gaat over de manieren waarop je als pedagogisch medewerker, in je dagelijks werk met kinderen van 0-2 jaar, gericht aandacht kunt hebben voor de behoeften van ieder individueel kind. Je vergroot in dit keuzedeel je vakkennis en vaardigheden op het gebied van pedagogiek, de ontwikkeling van baby’s en de verzorging van de kinderen op de babygroep. Ook leer je hoe je ouders kunt informeren over de ontwikkeling van hun kind en hun vragen kunt beantwoorden.

Bekijk het filmpje. Iedere baby is anders. Daarom zorg je ervoor dat je iedere baby de aandacht geeft die past bij zijn behoeften.

LEERDOELEN

1. Je kunt ouders/verzorgers informeren over de brede ontwikkeling en het welbevinden van de baby.

2. Je hebt kennis van de ontwikkeling van baby’s.

3. Je hebt kennis van passende spel- en ontwikkelingsmaterialen.

4. Je weet wat aandachtspunten zijn bij de verzorging van baby’s.

5. Je kunt afstemmen op het individuele ritme van iedere baby.

6. Je kunt structuur, herkenbaarheid en veiligheid bieden aan baby’s.

Dit keuzedeel bestaat uit:

Theorie, begrippen en opdrachten

Hierbij leer je over en oefen je met de praktijk. In sommige opdrachten werk je aan beroepsproducten, deze opdrachten herken je aan .

De beroepsproducten in dit keuzedeel zijn:

een stripverhaal waarin de verschillende ontwikkelingsfasen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van baby’s en daarbij passende begeleidingsstijlen naar voren komen

een overzicht van geschikt spelmateriaal voor baby’s van 0-2 jaar

drie verschillende boeken die je op een interactieve manier kunt voorlezen

een map met drie tot vijf uitgewerkte sensopathische en sensomotorische activiteitentwee instructiekaarten over handelingen met betrekking tot de verzorging.

1 WERKEN MET DIT KEUZEDEEL

(5)

Test je kennis

Hiermee kun je zelf je kennis van de theorie testen.

Uitdaging

Dit is het eindproduct en de afronding van het keuzedeel. Hier werk je gedurende het hele keuzedeel naartoe. En hier word je op beoordeeld.

Je ontwerpt een dagschema voor de babygroep waarin alle ontwikkelings- en aandachtsgebieden naar voren komen. Daarnaast werk je een presentatie voor een ouderavond uit, waarin je vertelt hoe er wordt gewerkt op jouw babygroep.

Theorietoets

Je docent besluit of je ter afsluiting een theorietoets maakt.

WERKEN MET DIT KEUZEDEEL

(6)

Baby’s doorlopen verschillende fasen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De belangrijkste basis voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is een positieve gehechtheidsrelatie met ouders en andere betekenisvolle volwassenen. Deze relatie geeft een kind een veilig en vertrouwd gevoel. Om een hechte relatie met een kind op te bouwen, is het belangrijk dat je als pedagogisch medewerker de emotionele verzorging en begeleiding afstemt op wat een kind op een bepaald moment nodig heeft. Dat vraagt vaardigheden van jou om signalen van baby’s goed op te merken en hierop adequaat te reageren, passend bij de ontwikkelingsfase waarin het kind zich op dat moment bevindt.

AAN HET EIND VAN DIT HOOFDSTUK

1. kun je beschrijven hoe je de kinderen op de babygroep kunt begeleiden op het niveau dat bij het kind past, aansluitend bij de verschillende fasen van de sociaal-emotionele

ontwikkeling

2. kun je beschrijven welke fasen kinderen van 0-2 jaar doorlopen op het gebied van hun sociaal-emotionele ontwikkeling en de specifieke mijlpalen in deze fasen noemen

3. kun je benoemen op welke manieren baby’s contact maken met volwassenen, hoe baby’s en dreumesen contact maken met leeftijdsgenoten, en hoe je deze interacties kunt stimuleren 4. kun je uitleggen hoe je eigen lichaamstaal en je gemoedstoestand een rol spelen bij het

begeleiden van jonge kinderen.

Je stimuleert de interactie tussen baby's.

2 SOCIAAL-EMOTIONEEL

(7)

THEORIEBRON VAN BABY TOT PEUTER

In hun eerste twee levensjaren ontwikkelen kinderen zich razendsnel. Een hulpeloze baby wordt in korte tijd een ondernemende peuter. Jonge kinderen leren van volwassenen door hen te observeren en hen na te doen. Ze leren ook ontzettend veel door te spelen. Baby’s gebruiken in hun spel vooral hun zintuigen.

Later leren ze ook door met allerlei voorwerpen te spelen en te experimenteren, en door de ruimte om hen heen te verkennen.

Zichtbare ontwikkeling OPDRACHT 1

Baby’s en dreumesen leren veel door te spelen. Ze ontwikkelen hun vaardigheden en ontdekken de wereld spelenderwijs. Wat eenvoudig spel lijkt, is vaak een manier om de wereld om hen heen steeds beter te leren begrijpen.

a. Bestudeer de informatie op de website.

b. Observeer een kind van tussen 0 en 2 jaar of bekijk een filmpje van een kind van deze leeftijd. Beschrijf wat je dit kind ziet doen. Is er sprake van spel bij dit kind? Licht je antwoord toe.

Babyfoto's OPDRACHT 2

Bekijk een aantal foto’s van jezelf uit de periode dat je tussen de 0 en 2 jaar was. Gebruik foto’s van verschillende momenten en verschillende leeftijden, zodat je een beeld krijgt van je eigen ontwikkeling in je babytijd.

Beschrijf wat je op de verschillende foto’s ziet met betrekking tot:

• sociale en emotionele ontwikkeling

• cognitieve ontwikkeling

• taalontwikkeling

• fysieke ontwikkeling

• de manier waarop je door je ouders of andere volwassenen werd verzorgd.

Let op!

Als je geen eigen foto’s bij de hand hebt, mag je ook foto’s van iemand anders gebruiken of foto’s in tijdschriften of op internet opzoeken. Zolang je maar een aantal foto’s hebt die een beeld schetsen van de ontwikkeling van een kind van 0-2 jaar.

Hechting en sociaal-emotionele ontwikkeling OPDRACHT 3

De belangrijkste basis voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van baby’s is een veilige gehechtheidsrelatie.

Beschrijf hoe jij een positieve band met een nieuw kindje op de babygroep kunt opbouwen:

• Wat doe je?

• Waar let je op?

• Wat doe je juist bewust niet?

• Enzovoort.

Je kunt hierbij de websites gebruiken.

SOCIAAL-EMOTIONEEL

(8)

Fasen sociaal-emotionele ontwikkeling OPDRACHT 4

Kinderen van 0-2 jaar doorlopen verschillende fasen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling.

Maak een tijdlijn en geef daarop deze fasen weer. Je kunt hierbij de website en het stappenplan gebruiken.

Mijlpalen sociaal-emotionele ontwikkeling OPDRACHT 5

De sociaal-emotionele ontwikkeling kent een aantal belangrijke mijlpalen.

Maak een tijdlijn waarin je deze mijlpalen aangeeft. Je kunt hierbij de websites en het stappenplan gebruiken.

Eenkennigheidsfase OPDRACHT 6

De eenkennigheidsfase of verlatingsangst is een van de mijlpalen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van een baby.

In hoeverre speelt de eenkennigheidsfase een rol bij de opvang op de babygroep? Waar moet je in deze fase goed op letten? Je kunt hierbij de website gebruiken.

Passende begeleiding OPDRACHT 7

Als pedagogisch medewerker begeleid je ieder individueel kind op een passende manier, op het niveau dat bij het kind past, aansluitend bij de verschillende fasen van de sociaal-emotionele ontwikkeling.

a. Wat zijn jouw sterke kanten als het gaat om het inspelen op behoeften van baby’s? Welke persoonskenmerken of karaktereigenschappen helpen je daarbij? Je kunt hierbij de website gebruiken.

b. Het is niet altijd even makkelijk om in te spelen op de behoeften van ieder individueel kind. Beschrijf wat jij daarin lastig vindt en wat jouw minder sterke kanten zijn; met welke karaktereigenschappen van een kind of met welk gedrag van een kind heb jij moeite?

Verwerk dit in een kort ontwikkelplan waarin je beschrijft hoe je aan je minder sterke kanten kunt werken.

Wat wil je nog leren en op welke manier kun je dat leren?

THEORIEBRON SOCIALE INTERACTIE

Een belangrijk onderdeel van de sociale ontwikkeling is contact maken met anderen en sociale interactie hebben met anderen. Dat begint al heel veel vroeg als baby’s glimlachen als reactie op andere mensen.

Gaandeweg richt het lachen zich specifieker op de ouders en andere bekenden van het kind.

Rond de leeftijd van 1 jaar begint een baby steeds meer contact te zoeken met andere mensen en kinderen.

Er ontstaan dan eenvoudige interacties met andere kinderen.

Interactie OPDRACHT 8

a. Zoek minstens twee filmpjes waarin je duidelijk kunt zien hoe een baby contact maakt met volwassenen.

Noteer de website en eventueel de titel van de filmpjes.

SOCIAAL-EMOTIONEEL

(9)

b. Zoek minstens twee filmpjes waarin je duidelijk kunt zien hoe baby’s contact maken met leeftijdsgenoten.

Noteer de website en eventueel de titel van de filmpjes.

c. Als pedagogisch medewerker kun je de interactie tussen jouzelf en een kind, of tussen kinderen onderling, stimuleren. Zo leer je kinderen sociale vaardigheden zoals contact maken en samenspelen.

Hoe kun je de interactie tussen jou en een kind stimuleren of vergroten? Bedenk drie manieren. Je kunt hierbij de website gebruiken.

d. Hoe kun je het contact tussen kinderen op de babygroep stimuleren of vergroten? Bedenk drie manieren.

e. Hoe kun je samenspel stimuleren en bevorderen? Bedenk drie manieren.

Sfeer en stemming OPDRACHT 9

Jonge kinderen zijn zeer gericht op gezichtsuitdrukkingen en andere non-verbale communicatie omdat ze gesproken taal nog niet (voldoende) begrijpen.

a. Verzamel drie tot vijf afbeeldingen van mensen met verschillende gezichtsuitdrukkingen. Beschrijf wat je ziet en wat dat bij jou oproept.

Wissel vervolgens je afbeeldingen uit met een aantal medestudenten en vraag hen ook te beschrijven wat ze zien en wat dat bij hen oproept. Beschrijf de overeenkomsten en de verschillen tussen jullie interpretaties en gevoelens.

b. Bekijk het filmpje. Baby’s voelen emoties, positief en negatief, haarfijn aan. Ze zijn heel gevoelig voor deze emoties. Hoe kun je dit gebruiken bij de begeleiding van baby’s?

c. Ga naar de websites en lees de informatie. Uit onderzoek blijkt dat baby’s heel gevoelig zijn voor stress bij bijvoorbeeld hun moeder. Het is zelfs zo dat baby’s deze stress overnemen.

Stel, een moeder komt iedere ochtend erg gestrest de groep binnen hollen, drukt een huilend kindje in je armen en loopt snel weg omdat ze bijna te laat is voor haar werk. Wat zou jij doen?

d. Het is belangrijk dat je je bewust bent van je gemoedstoestand en de invloed daarvan op het kind. En dat je manier van doen overeenkomt met wat je denkt en voelt.

Wat zou je doen als je ruzie hebt gehad met iemand vlak voordat je aan het werk gaat op de babygroep? Of als je een gesprek hebt gehad met een ouder waardoor je heel onzeker of verdrietig bent als je aan het werk gaat op de babygroep?

SOCIAAL-EMOTIONEEL

(10)

Stripverhaal [BP]

OPDRACHT 10

Je weet nu meer over de sociaal-emotionele ontwikkeling van baby’s en over de belangrijke mijlpalen in deze ontwikkeling. Ook weet je hoe je je begeleiding kunt afstemmen op de verschillende fasen waarin een baby zich bevindt.

a. Maak een stripverhaal over:

• de verschillende sociaal-emotionele ontwikkelingsfasen van kinderen van 0-2 jaar

• de daarbij passende begeleidingsstijl.

Je kunt hierbij het stappenplan gebruiken.

b. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt.

BEOORDELING

Ik heb de eerste adaptatiefase, de eerste socialisatiefase en de eerste individuatiefase in het stripverhaal verwerkt.

Ik heb de verschillende fasen op een duidelijke manier weergegeven.

Ik heb de passende begeleidingsstijlen in het stripverhaal verwerkt.

Ik heb mijn persoonlijke begeleidingsstijl in het stripverhaal verwerkt.

BEGRIPPEN

Interactie

Op elkaar reageren.

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid van een kind, onder meer op het gebied van zelfbeeld, temperament, emoties en het omgaan met anderen.

Zintuigen

Organen waarmee je waarneemt: oren (horen), tong (proeven), neus (ruiken), huid (voelen), ogen (zien).

Test je kennis OPDRACHT 11

Doe nu een kennistest. Zo kom je erachter of je genoeg kennis in huis hebt over de theorie.

a. Wat gebruiken baby's vooral in hun spel?

b. Wat is een belangrijk onderdeel van de sociale ontwikkeling?

c. Wat vormt de eerste interactie van een baby met andere mensen?

SOCIAAL-EMOTIONEEL

(11)

Het brein van een baby is nog lang niet af bij de geboorte. Warmte, liefde, aandacht en opgroeien met positieve sociale interacties biedt het babybrein de mogelijkheid om zich optimaal te ontwikkelen. Het brein van een baby die voldoende geprikkeld en uitgedaagd wordt, legt ontelbaar veel sterke hersenverbindingen aan. Ouders en verzorgers, ook jij als pedagogisch medewerker, hebben dus een grote invloed op de ontwikkeling van het babybrein.

AAN HET EIND VAN DIT HOOFDSTUK

1. kun je een overzicht geven van geschikte spel- en ontwikkelingsmaterialen die je kunt inzetten in de verschillende ontwikkelingsfasen van baby’s van 0-2 jaar

2. kun je beschrijven hoe spel- en ontwikkelingsmateriaal bijdraagt aan de ontwikkeling van de cognitieve, taal-, fijne en grove motorische, zintuiglijke en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de baby in de leeftijdsfase van 0-2 jaar

3. kun je uitleggen hoe je de ontwikkelingsbehoefte van het individuele kind kunt signaleren en hoe je daar op een professionele manier op kunt reageren met passende spel- en ontwikkelingsactiviteiten.

Je biedt ieder kind spelmaterialen aan die passen bij zijn ontwikkeling.

3 COGNITIEF

(12)

THEORIEBRON DE ONTWIKKELING VAN HET BABYBREIN

In de eerste jaren van zijn leven gaat de ontwikkeling van een kind razendsnel. Het brein legt ontelbaar veel nieuwe verbindingen aan. En zodoende is een kind in staat om voortdurend nieuwe dingen te leren. De verbindingen in het brein komen tot stand door positieve ervaringen. Een baby koesteren, knuffelen troosten en liefdevol opvoeden is dus de belangrijkste basis voor een baby om zich te ontwikkelen.

De ontwikkeling van het babybrein is een natuurlijk proces. Als ouder of opvoeder hoef je de baby alleen maar positief te stimuleren en te volgen. Baby’s gaan zelf op onderzoek uit en reageren daarbij op jouw reactie. Ze leren van sociaal contact.

Daarnaast zijn er vijf manieren waarop een baby leert:

• door te ervaren

• door zijn zintuigen te gebruiken

• door herhaling

• door het imiteren van anderen

• door te spelen.

Leren door te doen

Een baby leert bijna iedere dag wel iets nieuws van de ervaringen die hij opdoet. Zelf dingen doen en dingen ervaren leren de baby hoe de wereld om hem heen in elkaar zit. Jonge baby’s leren vooral met hun zintuigen:

• door te kijken

• door te voelen

• door te horen

• door te ruiken

• door te proeven.

Herhaling van activiteiten geeft een baby houvast en duidelijkheid in de voor hem onbekende wereld. Baby’s kijken voortdurend naar wat anderen doen en hoe ze dat doen. Ze leren van de mensen om hen heen, vooral door ze te imiteren. Al deze leerprocessen verlopen vooral spelenderwijs.

Ontwikkeling babybrein OPDRACHT 1

Ga naar de website en bekijk het filmpje. Geef daarna van iedere stelling hierna of deze waar is en motiveer je antwoord.

MOTIVATIE NIET WAAR

WAAR STELLING

De cognitieve ontwikkeling van baby’s kun je stimuleren door hen van alles zelf te laten ontdekken.

Om de cognitieve ontwikkeling van een baby te stimuleren moet je altijd doordacht educatief speelgoed gebruiken.

COGNITIEF

(13)

MOTIVATIE NIET WAAR

WAAR STELLING

Als je werkt op een babygroep moet je zo veel mogelijk aandacht hebben voor de individuele behoeften van baby’s op de groep.

Babybrein tekenen OPDRACHT 2

Teken het brein of het hoofd van een baby. Geef daarbij minimaal zes aspecten aan die van invloed zijn op de ontwikkeling van het babybrein. Je mag alles tekenen, of een combinatie van tekening en tekst maken.

THEORIEBRON ONTWIKKELINGSFASEN EN SPEL

Baby’s van 0-4 maanden kunnen zichzelf nog niet verplaatsen en zijn voor hun spel dus afhankelijk van volwassenen. Omdat baby’s veel zorg nodig hebben, kan het lastig zijn om tijd te vinden voor

ontwikkelingsgerichte activiteiten. Die activiteiten kun je echter heel goed aanbieden tijdens de verzorging.

Rustig tegen de baby praten bij alles wat je doet, leert een kind taal. Een liedje zingen en reageren op het gebrabbel van het kind ook. Tegelijkertijd maak je zo contact met het kind. Spelletjes die het lichaamsbesef stimuleren zijn ook heel waardevol. Speel regelmatig met de handjes en voetjes van de baby. Open en sluit bijvoorbeeld heel zachtjes de handjes, laat de baby je vinger vastgrijpen. Of beweeg de handjes en voetjes langzaam heen en weer.

Omrollen

Zodra een baby zich kan omrollen – dat is meestal rond de leeftijd van 4-6 maanden – wordt zijn wereld ineens een stuk groter. Je kunt het omrollen van een baby stimuleren door hem regelmatig op zijn buik te leggen. De baby zal dan steeds vaker zijn armen gaan gebruiken om zichzelf omhoog te duwen, en zo uiteindelijk ook omrollen. Doordat hij zich uiteindelijk kan omrollen van zijn buik naar zijn rug, en ook weer terug, kan hij zich een heel klein beetje verplaatsen. Nu kun je de baby stimuleren speeltjes te pakken die nét buiten zijn bereik zijn.

Zitten en kruipen

Rond de leeftijd van 7-9 maanden kunnen baby’s zelfstandig zitten en beginnen veel baby’s te kruipen. De baby krijgt steeds meer aandacht voor zijn omgeving en zijn wereld wordt nu snel groter. Op deze leeftijd ervaart en leert de baby steeds meer dat zijn eigen gedrag effect heeft op de buitenwereld. Een uitdagende omgeving wordt steeds belangrijker. Natuurlijk moet die omgeving veilig zijn voor de baby.

De eerste stapjes

Tussen 8 en 12 maanden gaan baby’s zich overal aan optrekken en rond de leeftijd van 12 maanden gaan sommige kinderen al hun eerste stapjes zetten. Nu kan de baby overal zelf op zoek gaan naar nieuwe ervaringen. Maar jouw begeleiding, ondersteuning en stimulering daarbij zijn ontzettend belangrijk.

Dreumes

Dreumesen (van 1-2 jaar) leren nog steeds door te ervaren, en ontdekken de wereld spelenderwijs. Maar zij leren ook gerichter door educatief en ontwikkelingsgericht spel en speelgoed.

COGNITIEF

(14)

Ontwikkelingsfasen en spel OPDRACHT 3

a. Welke activiteiten vind jij geschikt voor een baby van 0-4 maanden? Je mag meerdere antwoorden aankruisen.

kijken naar een bewegende mobile kijken naar jouw gezicht

met de baby op je arm door de ruimte lopen en van alles bekijken naar buiten gaan, wandelen

snoezelen

b. Welk speelgoed is geschikt voor kinderen van 0-4 maanden? Je mag meerdere antwoorden aankruisen.

een stoffen knisperboekje een loopstoeltje

een zachte knuffel een doekje een rammelaar

c. Hoe kun je een baby stimuleren om om te rollen? Welke rol kun je daarbij zelf spelen?

d. Bekijk het filmpje. Het vergroten van de leefwereld door te kruipen heeft invloed op de cognitieve vaardigheden van een baby. Waarom is dit zo?

e. Wat verandert er in jouw begeleiding van baby’s vanaf het moment dat ze kunnen staan en lopen?

f. Op welk soort speelgoed zal een dreumes die kan staan en lopen vooral gericht zijn?

Stimuleren cognitieve ontwikkeling OPDRACHT 4

Jonge baby’s (van 0-1 jaar) leren door te ervaren en door te spelen.

a. Ga naar de website en lees de informatie. Wat is voor iedere maand van het eerste levensjaar een geschikte activiteit? Bedenk deze zelf.

b. Ga naar de website en lees de informatie. Zoek daarna op internet naar voorbeelden van educatief speelgoed voor dreumesen van 1-2 jaar. Maak twee lijstjes:

• een lijstje met educatief speelgoed dat jij passend vindt voor dreumesen

• een lijstje met educatief speelgoed dat jou niet of minder geschikt lijkt.

Noem van beide ten minste drie producten. Motiveer je keuze.

c. Naast spelen met kant-en-klaar speelgoed is ook spelen met waardeloos materiaal en spelen met elkaar heel leuk en leerzaam. Ga naar de website en bekijk de verschillende voorbeelden van spelletjes en activiteiten.

Maak een lijst met ten minste tien speelvormen die jou aanspreken. Leg uit waarom dat zo is.

COGNITIEF

(15)

Ontwikkelingsbehoefte individuele kind OPDRACHT 5

Om een baby de kans te geven om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, is het belangrijk om een goede babyopvang te bieden.

a. Ga naar de website en lees de informatie. Welke aspecten zijn belangrijk voor de individuele ontwikkelingsbehoefte van baby’s? Beschrijf er minstens tien.

b. Ga naar de website en lees de informatie. Wat zijn vijf voorwaarden voor goede, individueel gerichte babyopvang?

c. Welke problemen spelen er in de babyopvang?

d. Waarom is het belangrijk om aandacht te hebben voor de stimulering van de hersenontwikkeling en de individuele ontwikkelingsbehoeften van baby’s? Schrijf hierover een kort betoog (maximaal 600 woorden).

Geschikt speelgoed [BP]

OPDRACHT 6

Je weet nu meer over de cognitieve ontwikkeling van baby’s van 0-2 jaar. Ook weet je hoe je als pedagogisch medewerker de cognitieve ontwikkeling van baby’s kunt stimuleren. En je hebt inzicht in passend spel- en ontwikkelingsmateriaal dat je daarvoor kunt inzetten.

a. Maak een poster, mindmap, memoryspel of ander product waarin je duidelijk laat zien welk (educatief) speelgoed en welke spelvormen en activiteiten geschikt zijn om de cognitieve vaardigheden van baby’s in verschillende ontwikkelingsfasen mee te stimuleren. Je kunt hiervoor de stappenplannen gebruiken.

b. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt.

BEOORDELING

Ik heb voldoende variatie aangebracht in de spelvormen.

Ik heb voldoende variatie aangebracht in het speelgoed.

Ik heb naast het speelgoed ook activiteiten beschreven.

Ik heb aandacht voor de verschillende ontwikkelingsfasen.

Test je kennis OPDRACHT 7

Doe nu een kennistest. Zo kom je erachter of je genoeg kennis in huis hebt over de theorie.

a. Op welke vijf manieren leert een baby?

b. Waarom is herhaling van activiteiten belangrijk voor een baby?

c. Wat voor activiteiten kun je een baby aanbieden tijdens de verzorging?

d. Hoe kun je het omrollen van een baby stimuleren?

e.

COGNITIEF

(16)

Baby’s zijn meteen vanaf hun geboorte al bezig met communicatie. Pasgeboren baby’s reageren op de stem van hun ouders. Daarmee begint de taalontwikkeling al. In de eerste levensjaren van een kind gaat de taalontwikkeling ontzettend snel.

AAN HET EIND VAN DIT HOOFDSTUK

1. kun je de verschillende fasen in de taalontwikkeling van baby’s en dreumesen beschrijven 2. kun je de belangrijkste mijlpalen in de taalontwikkeling van baby’s van 0-2 jaar beschrijven 3. kun je uitleggen hoe gebaren, rijmspelletjes, het zingen van liedjes en voorlezen de

taalontwikkeling stimuleren

4. kun je een overzicht geven van passende (prenten)boekjes voor kinderen van 0-2 jaar 5. kun je demonstreren hoe je de taalontwikkeling van baby’s op een interactieve manier kunt

stimuleren.

Met voorlezen stimuleer je de taalontwikkeling.

4 TAAL

(17)

THEORIEBRON TAALONTWIKKELING

Baby’s hebben een aangeboren vermogen om taal te leren. In de hersenen is een taalcentrum aanwezig.

Hierin worden na de geboorte allerlei verbindingen aangelegd die ervoor zorgen dat de taalontwikkeling tot stand komt. Belangrijke voorwaarde daarvoor is wel dat de aangeboren mogelijkheden van een baby gestimuleerd worden door ouders en verzorgers. De ontwikkeling van taal is gericht op het horen en herkennen van geluiden die met taal te maken hebben en het kunnen nadoen van die geluiden.

Als de mogelijkheden van het taalcentrum in de hersenen niet voldoende gestimuleerd worden kunnen ze afnemen of zelfs verdwijnen. De breinverbindingen worden minder gelegd of nemen weer af.

Klanken en woorden

Spraak en taal richten zich in eerste instantie op klanken produceren en het om kunnen zetten van deze klanken in woorden. Maar nog belangrijker voor de uiteindelijke taalontwikkeling is het in de juiste volgorde kunnen zetten van woorden: het vormen van zinnen. Verder speelt ook de manier waarop woorden en zinnen worden uitgesproken een grote rol. De klank, de sterkte en de melodie waarop iets wordt uitgesproken geeft nog meer betekenis aan een zin. Iemand die op een monotone manier spreekt is moeilijker te begrijpen en kan zijn emoties minder duidelijk maken.

Spraak en taal OPDRACHT 1

Een baby is meteen vanaf de geboorte sterk gericht op spraak en taal.

a. Bekijk het filmpje. Wat is heel belangrijk als je kinderen goed wilt leren praten?

b. In welke situaties zouden de hersenverbindingen in het taalcentrum kunnen afnemen?

Lees de casus en beantwoord de vraag.

Vanya Yudin was een Russische jongen die door zijn moeder zeven jaar lang opgesloten werd in een ruimte met alleen maar vogels om hem heen. Zijn moeder had nooit een woord met hem gesproken. Het enige geluid dat hij kon maken was tjirpen zoals de vogels dat deden. Ook flapperde hij met zijn armen om eten te krijgen, net zoals babyvogels dat doen.

c. Denk je dat Vanya Yudin, nadat hij gevonden en opgevangen was, uiteindelijk nog goed leerde praten?

Motiveer je antwoord.

d. Ga naar de website en lees de tips. Bedenk zelf nog twee tips.

e. Ga naar de websites en lees de informatie. Welke concrete vaardigheden hebben baby’s nodig om uiteindelijk tot praten te kunnen komen? Noem voorbeelden op:

• cognitief gebied

• lichamelijk gebied

• sociaal-emotioneel gebied.

TAAL

(18)

THEORIEBRON FASEN EN MIJLPALEN IN DE TAALONTWIKKELING Prelinguale fase

De taalontwikkeling van baby’s begint met de prelinguale of voortalige fase. Deze periode, die globaal duurt van 0-1 jaar, kun je onderverdelen in meerdere fasen:

• uitsluitend huilen

Dit is in de eerste zes weken.

• vocaliseren

Eerste glimlach, eerste geluiden en klanken produceren (6-20 weken).

• vocaal spel

Steeds meer geluiden produceren, geluiden nadoen en deze herhalen (4-7 maanden).

• brabbelen

In de geluiden steeds meer klanken uit de taal die de baby hoort verwerken en uiteindelijk eerste woordjes zeggen (vanaf 7 maanden).

Vroeglinguale fase

Na de prelinguale fase gaat de taalontwikkeling verder in de vroeglinguale fase, oftewel de vroegtalige fase.

In deze periode, van ongeveer 1-2½ jaar, gaat het brabbelen uiteindelijk over in gericht en betekenisvol taalgebruik. Het kind gaat steeds meer woorden zeggen en vormt daarmee uiteindelijk eenwoordzinnen, tweewoordzinnen en meerwoordzinnen. De hoeveelheid woorden die een kind op een bepaalde leeftijd kan zeggen verschilt sterk per kind.

Fasen en mijlpalen OPDRACHT 2

a. De prelinguale fase kun je verdelen in vier fasen. Welke fasen zijn dit?

b. Zoek op internet filmpjes van elk van deze vier fasen. Noteer de website en eventueel de titel van de filmpjes.

c. Ga naar de websites en lees de informatie. Hoe zal een kind duidelijk maken dat zijn mama weg is met de auto in:

• een eenwoordzin?

• een tweewoordzin?

• een meerwoordzin?

d. Ga naar de website en lees de informatie. Hoe kun je het beste praten tegen:

• een kind dat brabbelt

• een kind dat zijn eerste woordjes zegt

• een kind dat zijn eerste korte zinnetjes maakt?

Leg uit en geef voorbeelden.

Taalontwikkeling stimuleren OPDRACHT 3

De taalontwikkeling van baby’s kun je stimuleren door steeds opnieuw alledaagse situaties te gebruiken, en door bewust te reageren op wat een kindje doet.

Ga naar de website en lees de informatie. Verwerk een aantal van de tips in een artikel van ongeveer één A4. Beschrijf in dit artikel hoe je als pedagogisch medewerker op een babygroep de taalontwikkeling van baby’s van 0-2 jaar kunt stimuleren. Motiveer waarom je juist voor deze tips kiest.

TAAL

(19)

Taal en gebaren OPDRACHT 4

Naast gesproken taal kun je in de communicatie met baby’s gebruikmaken van gebaren.

a. Ga naar de website en lees de informatie. Wat zijn de voordelen van babygebaren? Zoek op internet naar informatie en noem minstens zes voordelen.

b. Bekijk het filmpje. Zoek zelf naar filmpjes van nog vijf andere babygebaren die jou aanspreken en die volgens jou passen bij kinderen van 0-2 jaar. Noteer de website en eventueel de titel van de filmpjes.

Wissel de gebaren die je hebt gevonden uit met een aantal medestudenten, zodat je meerdere filmpjes hebt van babygebaren. Oefen en leer minstens tien verschillende gebaren.

c. Liedjes zingen stimuleert de taalontwikkeling. Bij veel liedjes gebruik je bewegingen en gebaren. Noem drie bekende kinderliedjes die je zingt met gebruik van gebaren en bewegingen.

d. Bedenk twee eenvoudige kinderliedjes waarbij je normaal gesproken geen gebaren en bewegingen gebruikt.

Zoek daar passende babygebaren bij en oefen het liedje. Leer je medestudenten het liedje en de bijpassende gebaren aan. Dat mag voor de groep maar bijvoorbeeld ook aan de hand van een filmpje.

Voorlezen OPDRACHT 5

a. Vind jij voorlezen aan baby's en dreumesen belangrijk? Motiveer je antwoord.

b. Ga naar de website en lees de informatie. Welk verband kun je leggen tussen voorlezen en de verschillende fasen in de taalontwikkeling? Leg dit in je eigen woorden uit.

c. Bekijk het filmpje. Welke tips en adviezen over voorlezen aan jonge kinderen worden in dit filmpje genoemd?

Noem er minimaal vijf.

d. Ga naar de bibliotheek en zoek daar boekjes die jij geschikt vindt voor baby’s van 0-2 jaar. Let bij de keuze van de boekjes op de verschillende leeftijdsgroepen en de daarbij horende fasen van taalontwikkeling. Maak een lijst van ten minste drie boektitels per leeftijdsgroep/ontwikkelingsfase die jou aanspreken. Motiveer per boek jouw keuze.

Interactief voorlezen [BP]

OPDRACHT 6

Je weet nu dat voorlezen de taalontwikkeling stimuleert en daarnaast een positief contactmoment is tussen jou en de kinderen op de babygroep. Een vast voorleesmoment kan houvast en structuur in de dagindeling bieden, al kan voorlezen natuurlijk op ieder moment van de dag. Goed voorlezen is veel meer dan in één keer vertellen wat er in een boekje staat. Voorlezen is interactie tussen jou en het kind, contact maken en praten over wat het kind hoort, ziet en zegt over het boekje. Je kunt voorlezen extra levendig en nog stimulerender maken door gebruik te maken van gebaren, en liedjes te zingen die passen bij het boek.

a. Kies drie boeken die je op een interactieve manier en met gebaren en liedjes kan voorlezen aan baby’s van 0-2 jaar. Kies voor iedere leeftijdsgroep/ontwikkelingsfase een geschikt boek.

b. Oefen eerst hoe je deze boekjes kunt voorlezen. Lees ze daarna voor aan medestudenten en je docent. Of maak een filmpje van het voorlezen en laat dat aan hen zien. Je kunt hiervoor het filmpje bekijken.

TAAL

(20)

c. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt.

BEOORDELING

Ik heb boeken gekozen die geschikt zijn voor de leeftijdsgroep.

Ik heb mijn manier van lezen aangepast aan de leeftijdsgroep waarvoor ik heb voorgelezen.

Ik heb gebruikgemaakt van passende en duidelijke gebaren.

Ik heb gebruikgemaakt van een of meer liedjes die bij het boekje passen.

Ik heb op een goede manier contact gemaakt met mijn publiek.

BEGRIPPEN

Prelinguale fase

Periode in de taalontwikkeling die gemiddeld duurt van 0-1 jaar, ook wel voortalige fase. In deze fase leert een baby zijn eerste klanken produceren en uiteindelijk brabbelen.

Taalcentrum

Onderdeel in de hersenen waarin na de geboorte allerlei verbindingen worden aangelegd die ervoor zorgen dat de taalontwikkeling tot stand komt.

Vroeglinguale fase

Periode in de taalontwikkeling die gemiddeld duurt van ongeveer 1-2½ jaar, ook wel vroegtalige fase. In deze fase gaat het brabbelen uiteindelijk over in gericht en betekenisvol taalgebruik.

Test je kennis OPDRACHT 7

Doe nu een kennistest. Zo kom je erachter of je genoeg kennis in huis hebt over de theorie.

a. Wat is de functie van het taalcentrum?

b. Wat is een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen van taal bij een baby?

c. Wat gebeurt er als het taalcentrum in de hersenen niet voldoende gestimuleerd wordt?

d. In welke fasen kun je de prelinguale fase onderverdelen?

e. Wat gebeurt er in de vroeglinguale fase?

TAAL

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Baby’s vermaken zich het beste met materiaal waaraan ze veel zelf kunnen ontdekken op veel verschillende manieren.. Bekers, zakdoekjes,

Hier gaat het om activiteiten die passen bij de ontwikkelingsfase waar het kind zich in bevindt. Zo kan de peuters, naast het programma op de eigen groep, een speciaal 3+

Voor kinderen vanaf 4 jaar is het prettig om in hetzelfde pand te blijven, bekende gezichten te zien en zoveel mogelijk op dezelfde pedagogische wijze benaderd te worden.. Groepen

Vergeet niet dat iedere baby zijn eigen ritme en ontwikkeling

Als u via de MDL-arts of een andere arts in het ziekenhuis een afspraak heeft dan neemt uw arts met u door wanneer en of u met uw bloedverdunnende middelen moet stoppen.. Als u via

Een onderneming met personeel vraagt extra tijd van de oprichter; er moet gezorgd worden voor meerdere inkomens, de ondernemer moet zijn personeelsleden instru eren, de

Voor alle kinderen die vier jaar worden, wordt een overdracht gedaan naar school, mits de ouders toestemming geven.. Wij als kinderdagverblijf dragen er zelf zorg voor dat de

We willen een kindcentrum zijn waar kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en waar aandacht is voor hun ontwikkeling.. Kwaliteit van opvang